een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: maart 2018 Pagina 1 van 3

31 maart: Een hele Piet; in bed…..!

Gisteren in de loop van de dag werd ik losgekoppeld van steeds meer apparaten: katheter, infuus,  bloeddruk meter.  Optimistisch vroeg ik aan de verpleegkundige of ik al zelf naar het toilet mocht lopen. Dat kon nog niet.  O? Ik mocht even met de benen bungelen en een paar minuten op een stoel zitten.  Eenmaal naast het bed begreep ik waarom; trillend zat ik op de stoel en vier minuten later lag ik alweer in bed.

De uren daarna zat ik regelmatig op de rand van het bed,  kreeg ik kleren aan en gisteravond kon ik zelfstandig naar het toilet. Grote meid. Nog even weer een kwartier in de stoel en toen mocht ik weer lekker liggen. De nacht van vrijdag op zaterdag viel tegen.  De morfine pomp was ook afgekoppeld, daardoor nam de pijn toch wel toe. Ook vanmorgen viel het me niet mee. Slecht geslapen, suf van de medicatie die ik later in de nacht toch nog kreeg en hondsmoe.  Na het wassen en aankleden was ik tot niets meer in staat. Dat een mens zo moe kan zijn.

“Drie stappen vooruit,  twee achteruit.” De verpleegkundige draaide er niet om heen. Op die manier wordt het lange weg: je hebt dan vijf stappen nodig om één vooruit te komen. Een Echternachse processie. Maar je komt vooruit en dat is de bedoeling.

Reageren

30 maart: Martien. En vele anderen…..

Het is nu vrijdagmorgen 30 maart. Woensdagmiddag om 13.00 u werd ik naar de operatiekamer gereden en onderging ik een bypass operatie.  Vond ik in het Martini ziekenhuis al dat ik onderworpen was aan een totalitair regime, hier in het UMCG had ik alleen maar lege briefjes in te brengen. De belangrijkste reden daarvan was dat ik totaal afhankelijk in bed lag.  Gerard hield mijn hand vast toen ik uit de narcose kwam.

De avond daarna bracht ik versuft en dommelend door. Toen de nachtdienst de zorg overnam werd ik voorgesteld aan Martien; hij zou de hele nacht voor mij zorgen. In het begin kreeg ik daar nog niet zoveel van mee, maar halverwege de nacht werden Martiens contouren wat duidelijker. Er was gedoe met mijn bloeddruk, hij haalde water voor de medicijnen en vaseline voor mijn droge lippen. Hij zette mijn bed in de goede stand en vroeg hoe het ging met de pijn.

Aan het eind van de nacht knapte ik al wat op; er ontstond wat ruimte voor een gesprekje. Wij kregen het over elkaars namen en de betekenis daarvan. Over het draaien  van nachtdiensten en over mijn werk. Over stoppen met werken en wanneer. Aan het begin van de ochtend kreeg ik een kop thee: zelden zulke heerlijke thee gehad.

Martien is de verpersoonlijking van alle handen aan mijn bed. Van alle Laura’s , Erik’s en Jurgens. Iedereen doet ontzettend zijn best en probeert je te stimuleren en te helpen bij de eerste zware periode. Er gebeuren ook grappige  dingen. De eerste dag had ik al weer een paar toeren gebreid,  maar de bol wol was daarbij op de grond gevallen. Midden in de nacht kwamen twee verpleegkundigen aan mijn bed om me wat omhoog te trekken  (was naar beneden gezakt), waarbij ze er achter kwamen dat het bolletje wol  verstrikt was geraakt in de snoeren naast het bed. “Was u  aan het breien?””Ja,  vanmiddag. Wordt ik rustig van.” Hij niet.  Hij vond het ‘Mens erger je niet’ om de draad te ontwarren . Dit had hij nog nooit hoeven doen in zijn carrière.

En ze moeten wat doen in hun carrière. Respect en bewondering voor de verpleegkundigen artsen en verzorgers. Als ik dan toch de regie van mijn leven uit handen moet geven,  dan graag in de handen van de Martien’s van deze wereld.

Reageren

29 maart: Alles is goed gegaan.

Lieve meelezers en meelevers: goede berichten vanuit het UMCG. De operatie is geslaagd, er is een mooie omleiding aangelegd. Vandaag lig ik nog met slangen en apparatuur in bed,  morgen mag ik uit bed en met revalideren beginnen. Groet’n uit Grunn’n: Ada.

Reageren

27 maart: Gien schoenen an in berre.

Op 19 meert >>> schreef ik over de vierpersoons kamer waor ik lag met Guus, Willem en Piet. Sinds dinsdag heb ik een kamer veur mij allent, maor het contact met de mannen is bleem. Wij drinkt samen koffie, wisselt lectuur uut en deelt de dagelijkse probleempies met mekaar. Guus (80 jaor) en ik hebt een klik. In het begun was hij hiel formeel. Hij kun oons Grunn’ns en Drents goed verstaon, maar hij preut het zelf niet. Hij formuleerde mooie volzinnen met een licht Twents accent; toen ik hum daornaor vreug vertelde hij dat hij vrogger wel Twents praot haar,  maor dat was e verleerd. (Hij is twee jaor leden vanuut Enschede naor het Noorden verhuusd umdat zien einige zeun hier woont.) Maor hij vun het prima as wij in oonze eigen streektaal praotten.

Miestal gung ik op bezuuk bij de heren, maar af en toe zöcht Guus mij op. Ik heurde hum altied al ankommen, want de infuusstang waor hij aan vast zat piepte of en toe. Hij schoefelde dan mien kamer binnen en begunde oons gesprek met algemienigheden, maar al gauw weur het persoonlijker. “De dominee is langs geweest. Was fijn hoor, maar ik ken hem nog niet zo goed. In Enschede …..”

“Ik wou wel graag naar huis, maar mijn vrouw dementeert en weet amper wie ik ben. De buren ken ik nog niet zo goed. In Enschede….”  Hij vertelde verhalen over de vuurwerkramp, over fietsen in Duutsland, over uitstappies met zijn vrouw, over de oorlog en over Enschede.

Vrijdagaovond  lag hij al veur de koffie in berre. “Niemand mist mij hier. Mijn vrouw in ieder geval niet. Mijn zoon is heel druk en in de buurt en bij de kerk word ik ook niet gemist: ik heb nog niet zoveel gelegenheid gehad om mensen te leren kennen.” We drunken samen koffie en ik probeerde hum wat op te beuren. “A’j straks de operatie had hebt, dan knap ie helderweg op; dan krie’j weer energie um op pad te gaon. Het helpt nie a’j hier de hiele dag in berre blieft liggen. In beweging blieven, dat is het beste. Dan ko’j aandere meinsen tegen en dan he’j minder tied um te sikkeneuren. Ik trek ’s mörgens nao het douchen mien schoenen aan, dan gao ik in ieder geval nie in berre  liggen.”

Zaoterdagmorgen gung ik weer met mien koffie naor de mannen van de vierpersoons kamer. Even later kwam Eddy van een kamer verderop ok eem buurten. Eddy prat Bedums. Midden in de conversatie ontdekte ik tot mien stomme verbaozing dat Guus Twents preut. Gieniene die het opveul, maor mij wel. Later die dag vreug ik hum d’r naor.  “Ik dach da’k het verleerd was, mar ik heur jullie allent maor dialect praoten en nou komp het weer naor boven. En jullie verstaot mij goed…..” Verder wol hij die dag nog eem over de gang lopen. Of ik met hum met wol lopen: hij haar zien schoenen al an.

Vandaag heb ik ofscheid nummen van Guus en Willem. Guus zee in zien prachtige Twents: “Misschien kom ik zo achter oe an en ziet wij mekaar nog dizze wѐk in het UMCG.” Wie zal ’t zeggen. Het bint spannende tieden veur oons allemaol. Wij bint hier, zoas wij in ’t Noorden zegt, op het ‘hoogste adres’; ik vertrouw op het Allerhoogste adres.

Reageren

26 maart: Wat schaft de pot?

Eten. Zelf een Vrieswijk, getrouwd met een Waninge; families waarvan bekend is dat ze erg kunnen genieten van een goede maaltijd. Het liefst genuttigd in groepsverband (gezin, familie, feestjes) en in behoorlijke hoeveelheden. Ook in het ziekenhuis krijg je dagelijks drie maaltijden: ontbijt, lunch en warm eten. Je bepaalt zelf wat je eet: voor de lichte maaltijden komt een kar langs met een enorme keuze aan brood en toebehoren. Het avondeten stel je zelf samen met een keuze menu op internet.

Neem van mij aan: het is eten is lekker hier. Dat het de ene keer beter smaakt dan de andere komt vooral door de omstandigheden. Op de kamer naast mij ligt een oudere meneer die vanuit z’n tenen lijkt te hoesten; daarbij hoor je duidelijk wat er zoal aan ongerechtigheden wordt opgehoest en naast dit gerochel maakt meneer er ook nog heel veel lawaai bij. In de familie Waninge staat dit schreeuwerige blaffen bekend als ‘hoesten als Opa Boer’. Je eet je kom mosterdsoep met zulke bijgeluiden toch anders op dan thuis of aan de lunch met collega’s tussen de middag.

Ook als we zitten te eten gaan de rondes van de verpleegkundigen gewoon door. Als ik achter mijn bord met nasi goreng met kip en saté saus zit wordt Willem op de vierpersoons kamer naast mij ondervraagd. “Heeft u al ontlasting gehad meneer De Vries?” Dan is het even stil (Willem denkt na) en dan zegt hij “Jao, drei maol een beetje.” Maar de zuster is daar nog niet tevreden mee. “Dun, dik of gewoon?” Dat vindt Willem een moeilijke vraag. “Eehhh……gewoon dunkt mie.”

Need I say more? Ik was blij dat de verpleegkundige genoegen nam met het antwoord; meer details kon ik niet meer aan.

Maar het ziet er naar uit dat ik niet lang meer in gezelschap van opa Boer en Willem zal verkeren: morgen (dinsdag 27 maart) word ik naar het UMCG gebracht, waarna ik woensdag de 28e zal worden geopereerd. Spannend.

Reageren

25 maart: Even in Roden.

Heel vaak verwijs ik op dit blog naar de website Kerkomroep om een kerkdienst terug te kunnen luisteren. Maar je kunt de vieringen ook ‘life’ meebeleven en zo zat ik vanmorgen om 10.00 u in mijn ziekenhuiskamer in Groningen als luisteraar in de kerkzaal van Op de Helte.

Palmzondag. De viering die ik met Bart Elbert had besproken en waarvoor we samen liederen hadden uitgezocht. De viering  met medewerking van het Af&Toe-koor, waarvan ik de eerste repetitie op donderdag 15 maart nog meemaakte. O, wat was ik er graag bij geweest vanmorgen; we zongen mooie liederen, o.a. uit Jesus Christ Superstar, Sanna Sannanina en Jerushalaim. En wat deden ze het goed! Ik hoorde verschillende muziekinstrumenten, een prachtige solo van Nienke en alle liederen die we hadden voorbereid klonken prima.

Aan het begin van de viering kreeg ik de groeten van alle mensen die in de kerk waren vanmorgen. Dominee Elbert wist dat ik zat te luisteren en vroeg iedereen tegelijk te zeggen: “We denken aan je en sterkte de komende week!” Hou het dan maar eens droog……

Maar wat een mooie viering was het vanmorgen. Een viering waarin het Af&Toe-koor volledig tot zijn recht kwam. Zonder lange preek, maar met verhalen van Bartimeus, Maria Magdalena en van onszelf als toeschouwer. We waren even in Jeruzalem en stonden langs de kant Jezus op zijn ezel toe te zingen.

Gelijk na afloop van de viering kreeg ik van Netty foto’s toegestuurd van het koor en de kinderen met de Palmpasenstokken; het was een feest geweest. Wat is het toch een zegen van deze tijd dat je met oortjes op bij de dienst aanwezig kunt zijn! Ook benieuwd naar deze bijzondere kerkdienst? Hierbij een link naar .Kerkomroep( Roden, 25 maart, Op de Helte, 10.00 uur).

Vandaag is het onze trouwdag. Net als de verjaardag van Carlijn gisteren vierden we die in het ziekenhuis met een feestelijke lunch in het Martinipaviljoen en een spelletje Kolonisten van Catan. Heerlijk om even in een andere omgeving dan verpleegafdeling B1 te zijn: vanmorgen in Roden, vanmiddag tussen de bossen, het graan en de schapen van Catan!

Andere blogs over deze dag:
‘Ja!” 25 maart 2015
Hier wordt gewacht 25 maart 2017

Reageren

23 maart: De Amerikaanse prinses.

Wachten is vervelend. Vanmiddag brak het weekend aan zonder nieuws over een opname in het UMCG, dus geen ontwikkelingen aan het front.  Even tijd voor iets anders dan ziekenhuisverhalen. In februari kreeg ik van een vriendin het boek ‘de Amerikaanse prinses’ van Annejet van der Zijl te leen. Net iets voor mij, dacht ze; geschiedenis met een vleugje royalty. Thuis was ik er al in begonnen, maar thuis zijn ook duizend-en-één andere dingen die mijn aandacht vragen. In het ziekenhuis niet. Helemaal niet meer sinds Guus, Willem en Piet uit mijn blikveld verdwenen zijn.

Wat een heerlijk boek. Net als het boek over Jan Six (van Geert Mak) las ik deze ook met mijn tablet naast me. Het boek begint met het ontstaan van Jamestown in de Verenigde Staten. Dat is geschiedenis waar ik nog maar heel weinig van wist, dus regelmatig zocht ik dingen op op internet. Waar ligt dat dan? Wat staat erover op Wikipedia?  Wanneer was dat dan? Om vervolgens weer te verdwalen tussen interessante sites met weer andere en toepasselijke informatie.

Het boek vertelt het levensverhaal van Allene Tew. Ze trouwde vijf keer en kreeg drie kinderen die ze alledrie moest afstaan aan de dood. Ze werd rijk, maar verloor veel  van die rijkdom tijdens en na de beurskrach van 1929. Ze kwam naar Europa en werd de peetmoeder van prinses Beatrix. Een boeiend verhaal van een vrouw wiens levensmotto was: “Courage all the time: altijd moed houden.”

Met het levensverhaal van Allene wordt ook de geschiedenis van Amerika verteld van de 19e en 20e eeuw. De grote aantallen landverhuizers die naar Amerika kwamen, de onwaarschijnlijke rijkdom van The Gilded age (vergulde eeuw), de ramp met de Titanic en natuurlijk de 1e en 2e Wereldoorlog. Wat ik ook heel bijzonder vond was het enorme verschil tussen de nieuwe wereld (Amerika) en de oude wereld (Europa).

Een van de leukste onderdelen van dit boek zijn de foto’s die er in staan. Allene, haar mannen, haar kinderen, haar huizen: fascinerend dat de hoofdpersoon in dit bijzondere verhaal echt geleefd heeft.

Waar gebeurd, mooi beschreven; weer veel geleerd! En binnen een week uit……dankzij de ongewone omstandigheden.

Reageren

22 maart: Totalitair regime.

Donderdagmorgen 07.15 uur. “Goedemorgen mevrouw Waninge, heeft u goed geslapen? Wat wilt u eten als ontbijt?” Mevrouw Waninge slaapt nog en is ’s morgens niet op haar best. Als ik met m’n duffe hoofd heb geformuleerd wat ik wil eten en zit te suffen bij mijn dienblad met beschuitje en thee komen twee verpleegkundigen langs. Opgewekt beginnen ze met de dagelijkse riedel: bloeddruk, zuurstofgehalte en temperatuur meten. “Heeft u goed geslapen? Heeft u ergens pijn? Heeft u al ontlasting gehad?”

In een ziekenhuis bestaat de dag uit opeenvolgende rondes van personeel. Verpleegkundigen, doktoren, voedingsassistentes, verzorgenden, schoonmaaksters en vrijwilligers, allemaal bezig met het welzijn van de patiënt, in casu mevrouw Waninge. Het voelt aan als een totalitair regime: een politiek stelsel waarin de staat in beginsel het gehele leven van zijn onderdanen in elk opzicht beheerst en alles en iedereen ondergeschikt is aan het staatsbelang. 

Voor mijn eigen bestwil heb ik een kastje om mijn nek dat mijn hart in de gaten houdt en ik mag niet van de afdeling af. Doe ik dat wel, dan gaan er ergens alarmbellen rinkelen. Men houdt precies bij wat ik eet, wat ik drink en waar ik uithang. Iedereen stelt zich joviaal voor als Annemarie, Joop of Tineke. Ik roep dan heel hoopvol dat ik Ada heet, maar ik blijf voor iedereen mevrouw Waninge.

Mensen die mij kennen weten dat ik niet het prototype van een ‘mevrouw’ ben. En dat ik niet zo goed tegen gebemoei kan. Dat ik de dingen graag zelf regel en dat ik graag zelf bepaal wat goed voor mij is. Alles in mij komt in opstand tegen het bovenbeschreven ziekenhuisregime.

Maar.

In deze omstandigheden is het nodig. Ordnung muss sein; het zou niet werken als iedereen hier maar deed wat hij graag zou willen. Het is hier werkelijk allemaal prima geregeld. Het eten is lekker, de verzorging is goed en de medewerkers zijn erg vriendelijk en begripvol. Mevrouw Waninge mag haar handjes dichtknijpen dat ze in Nederland woont. Met mijn lotgenoten probeer ik er het beste van te maken; “Bezit uw ziel in lijdzaamheid” kon mijn vader vroeger zo treffend zeggen. Mijn ziel en ik doen ons best.

Reageren

21 maart: Lente!

Vandaag begint de lente. Wat ben ik al vaak langs de borders in onze tuin gelopen, speurend naar nieuwe groene sprietjes van krookjes, blauwe druifjes, hyacinten en en narcissen. Ik kon ze de zwarte grond wel uitkijken! De krookjes heb ik al gezien, maar op de andere soorten moet ik nog even wachten: de komende weken zal ik onze tuin niet zien.

Vanmorgen kwam de cardioloog vertellen dat de uitslagen van het UMCG binnen waren. De vernauwing in mijn kransslagader kan niet met een dotterbehandeling/stents worden opgelost. Er wordt gekozen voor een bypassoperatie, waarbij het slechte stuk van de ader wordt vervangen door een ader uit mijn borstbeen. Hopelijk kan dat voor Pasen nog gebeuren. Die operatie vindt plaats in het UMCG; daarna blijf ik dan nog een week in het Martiniziekenhuis voor stabilisatie en het eerste stukje van de revalidatie.

Dat kwam wel even binnen. Had ik in de dagen hiervoor nog niet echt rekening mee gehouden. De cardioloog aan het woord: “Bij voorgaande ingrepen was er steeds sprake van een acuut infarct. Zo’n stent is dan een noodoplossing, maar op dat moment wel effectief. Nu is er geen sprake van een infarct, dus hebben we tijd om ons voor te bereiden op een meer duurzame oplossing. Voor de lange termijn is dit beter.”

Daar zit je dan met je informatie folder van de Hartstichting. Voor, tijdens en na de operatie. 

Het moet allemaal nog bezinken. Net als bijna iedereen heb ik mijn leven graag onder controle. Maar ik moet de touwtjes uit handen geven. Een collega appte: “Rot dat het moet, fijn dat het kan.” En zo is het.

De komende weken zal ik, als het lukt en als ik er zin aan heb, een blog schrijven. Daar geniet ik van en het geeft mij afleiding. Ben ik er een dag niet, dan lukt het even niet.

Wat die lente betreft: vanmorgen kreeg ik een foto toegestuurd van Gerard. Ik dacht “Wat leuk, Gerard stuurt een foto van de krookjes in onze tuin!” Maar het ging helemaal niet om de krookjes, het ging om de perenboom. Welke perenboom? Die omgezaagde….

Toenik een beetje inzoomde op de foto zag ik naast de gele krookjes nog andere gele bloemetjes. NARCISJES! Toch nog een beetje lente op 21 maart. (Klik op de foto voor een vergroting.)

Reageren

20 maart: Iets meer duidelijkheid?

Gistermorgen stond er nog een afspraak voor een fietstest. Daar zou ik nog wel naar toe moeten maar de cardioloog vond het niet nodig. Gelukkig maar; ik zag er als een berg tegenop. Gistermiddag om 15.00 uur ben ik gekatheteriseerd. Dan wordt er een contrasterende vloeistof in je aderen gebracht, zodat ze kunnen zien waar de verstopping zit. Er zat een fikse vernauwing in een van de aderen bij het hart; met het UMCG zou overleg plaatsvinden over de vervolgstappen. Het duurt dan bijna een dag voordat je weet wat er vervolgens gaat gebeuren; daarvoor moet je wachten op ‘de optocht’.

Wat is de optocht? ’s Morgens rond half tien komen vijf, zes mensen in colonne met wapperende witte jassen de kamer opstiefelen:  cardioloog, co-assistent, verpleegkundige, stagiaire en nog wat onduidelijke functies die ‘meekijken’. De dokter loopt visite. Het bericht dat ze voor mij hadden bracht nog geen duidelijkheid. In het UMCG wil men nog meer onderzoeksgegevens, dus vanmiddag moest ik nog een echo laten maken om de hartcapaciteit te bepalen; die uitslagen moeten dan eerst weer naar het UMCG. Wat dan het definitieve behandelplan zal zijn weten we morgen. Of donderdag.

De bevindingen van de ‘optocht’ worden nog net niet in groepsverband besproken, maar je medekamerbewoners krijgen wel alles mee van wat de dokter vindt van jouw toestand. Dat geldt ook voor je temperatuur, bloeddruk, gewicht en het zuurstofgehalte in je bloed. Allemaal geen geheim hoor, maar ik voel niet de behoefte om met Guus, Willem en Piet te delen of ik al dan niet in overgang zit en van welke bijbehorende symptomen ik last heb.

Vanmiddag was er een nieuwe opname op onze gang. Weer een meneer. Hij zou eigenlijk een kamer voor zich alleen krijgen, maar een van de verpleegkundigen vroeg heel lief: “Wil jij misschien in die kamer? Dan leggen we die nieuwe meneer bij de andere mannen.” Ik kon haar wel zoenen.

Guus vond het jammer. Morgenvroeg ga ik bij de mannen koffiedrinken.

Reageren

Pagina 1 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén