een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: juli 2019 Pagina 1 van 4

31 juli: Een week, Dik.

Bij het horen van de woorden  “Een week, Dik…” gaat het hart van oude fans van De Dik Voormekaar Show een beetje sneller kloppen.
“The dike for eachother-show, zoals de Fransen zeggen’.
In de jaren ’70 lagen mijn broer en ik op zaterdagmiddag om 13.30 uur  zo’n beetje met het oor aan de radio geplakt om te luisteren naar de idiotie van André van Duin en Ferry de Groot. Hele stukken konden we reproduceren met z’n tweeën.
Sweet memories.

Op 11 juli hoorden Gerard en ik in de auto dat er aandacht werd besteed aan dit programma bij Bert Kranenbarg later die middag in het kader van ‘100 jaar radio’. Dat kon ik niet rechtstreeks horen, omdat ik elders moest zijn, maar gelukkig kun je tegenwoordig bijna alles terugluisteren, ook dit stukje radio.
Ook terugluisteren? Hierbij een  link naar dat item Radio 5 >>>

Alleen al bij het horen van de begintune gaan mijn mondhoeken al omhoog.
“JJJJJJJJJJJaaaaa hooor…daar is ’t ie weer! Is dat lang geleden?! Is dat lang geleden!?”
“Een week, Dik”.
De show die van jingles, rare geluiden, clichés en chaos aan elkaar hing .
Een radioprogramma dat nooit een echt radioprogramma werd omdat er steeds van alles mis ging.
Er popten gelijk weer herinneringen op.
Meneer Kriegel van de NCRV-budgetbewaking die om de klip klap belde omdat dingen te duur waren.
Harry Nak die ‘antentie antentie’ riep en de meest idiote mededelingen deed, bijvoorbeeld dat Ivo Niehe bij de uitgang stond om handtekeningen uit te delen; als je een krabbel van hem kreeg dan kreeg je daar een gulden voor.
Bep die Toos haar ladyshave leende; vervolgens hoorde je het geluid van een betonboor.
Dikke Leo die nog een handeltje had met natuurfilms met Knut en Helga in de hoofdrol.

En altijd daarbij de suffige meneer de Groot en die hysterische Dik Voor Mekaar: ik vind het nog steeds hilarisch.
Die middag op radio 5 hoorde ik dat Dik Voor Mekaar in september terugkomt met nieuwe afleveringen. Meer weten? Hierbij een link naar het bericht op Nu.nl >>>
Ben benieuwd; zou het weer net zo leuk worden?

Reageren

30 juli: Genen en dobbelstenen.

Toen ik vorig jaar weken in het ziekenhuis lag, kwam Carlijn met een nieuw spelletje; het heette Qwixx.
Het is een dobbelspelletje en net als bij Yahtzee moet je dingen aankruisen/afstrepen.
Dit staat er in de reclameteksten:
Bij Qwixx hoef je niet op je beurt wachten – iemand dobbelt en iedereen kan de worp benutten! Hoe meer getallen je op je scoreblad aankruist, des te meer punten je krijgt. Qwixx kan in twee minuten worden uitgelegd en is spannend tot de laatste worp! Dobbel mee en laat je aansteken door de Qwixx-koorts!

Met die koorts valt het wel mee, maar het is een leuk spelletje.
Dat wij nog niet hadden.
Van Carlijn kreeg ik wat losse velletjes om het thuis met Gerard uit te proberen.
Maar ik had niet de goede kleuren dobbelstenen en toen speelden mijn Pa Vrieswijk-genen op. “Dat ku’j toch zölf ok wel maken?’
Tuurlijk. Ik zocht al onze oude spellen na op verschillende kleuren dobbelstenen en vond een rode, een gele en een blauwe. Maar geen groene. Maar wel een zwarte.
“Dan doen we toch net of zwart groen is?” spraken Gerard en ik af en zo leerden wij met gekopiëerde velletjes en oude dobbelstenen het spel.

Toen ik met Coby en dochters in Groningen was brachten we een bezoek aan Wir War, een winkel waar ze alleen maar spelletjes verkopen. LEUK! Zoveel spellen! Ga daar eens kijken, je vindt altijd wel een spel dat je nog nooit hebt gespeeld.
Hierbij een link>>> naar hun website.
Een doosje Qwixx was snel gevonden.
En toen speelden de Opa Vrieswijk-genen van Carlijn op.
“Kun je niet beter zo’n score-blocje kopen en een losse groene dobbelsteen? Die kost maar 50 eurocent. Je hebt immers al een doosje…..”
Dat klopt. Ik had de papiertjes en de dobbelstenen in een klein, groen sigarettenblikje van Chief Whip gedaan. Geërfd van mijn vader; daar bewaarde hij speelkaarten in.

Dat houden we zo.
Sweet memories.

Reageren

29 juli: Jacobszondag. En Lykle-zondag.

Gistermorgen zaten Gerard en ik op de Jacobs-zondag in de Jacobskerk in Roderwolde.
Deze kerk ligt aan de pelgrimsroute ‘het Jacobspad Groningen Drenthe’  met als startplaats Uithuizen en eindpunt Hasselt. Dit deel van het pelgrimspad sluit aan op de eeuwenoude route naar Santiago de Compostela. (Meer weten? Klik hier >>>>).
We hoorden op deze bijzondere zondag het verhaal van de discipel/apostel Jacobus; zijn stoffelijk overschot ligt begraven onder de basiliek in Santiago de Compostella.
Jacobus heeft volgens overlevering geprobeerd om het evangelie van Christus te brengen in Spanje, maar was daar niet in geslaagd. Na zijn marteldood kwam zijn lichaam op miraculeuze wijze in Santiago terecht; na de ter aardebestelling kwam er een bedevaartsstroom op gang van christenen. Jacobus heeft het dus zelf niet meer meegekregen, maar zijn boodschap was wel degelijk aangekomen, zij het in eerste instantie niet op de manier zoals hij het zich had voorgesteld.

In zijn overdenking constateerde voorgang Sybrand van Dijk dat wij zelf vaak niet meekrijgen welke indruk wij op andere mensen maken en hoeveel invloed dat soms heeft.
Als voorbeeld diende het verhaal van een vader die zwaar op de hand was. Hij drukte zijn kinderen op het hart om zich altijd bewust te zijn van het feit dat ze op een dag verantwoording moesten afleggen aan hun Schepper.
Die kinderen zeiden na de dood van hun vader, dat ze van hem hadden geleerd dat ze het leven niet zo zwaar moesten opvatten. Het voorbeeld van hun vader, een zwaarmoedige man, had juist het tegenovergestelde bewerkstelligd!

Net als Jacobus, die zelf niet meer heeft meegekregen wat hij voor het christendom heeft betekend, kunnen wij ook niet overzien wat onze handel en wandel voor anderen betekent. Wij somberen soms tegen elkaar over de toekomst van de kerk. Hoe zou het er over 5 jaar uit zien? Over tien jaar?
‘ Niet doen’ was vanmorgen de boodschap.
‘Vervolg je reis door het leven met een loflied op de lippen.  Heb vertrouwen. Durf oude zekerheden los te laten.  Als je te zwaar aan dingen tilt kom je vast te zitten. En we moeten juist in beweging blijven! Laat je niet ontmoedigen door tegenslag: pak jezelf bij elkaar en ga maar op pad.’

De dominee had het over somberen over de toekomst van de kerk, maar in ons persoonlijke leven loopt ook niet alles op rolletjes. ‘Geen mens komt onbeschadigd het leven door’  hoorden we vanmorgen.
Zo’n preek kon ik even goed gebruiken, het verhaal tilde me echt even op.
Kerkgang is soms zoveel meer dan wat liederen en een preek.

50 jaar organist!

Gistermorgen vierden we ook een bijzonder jubileum in Roderwolde: Lykle de Boer is 50 jaar organist.
Hij werd in de viering in het zonnetje gezet door Wim Vrieling, voorzitter van de club van kerkrentmeesters; Lykle kreeg een oorkonde en een gouden speldje.
Na de viering togen we met alle aanwezigen naar de tuin van Ben en Mathilde, waar we koffie, taart én nog een borrel dronken.
Verder zongen we nog een feestlied voor Lykle.
Meer weten over het jubileum, het tuinfeest en HET LIED?
Klik dan hier >>> voor een link naar een pagina op de website van onze PKN-gemeente.

 

Reageren

28 juli: Als ‘we’ ouder worden….

Deze week was ik bij Hans Anders.
De bedoeling was dat ik een oogmeting ging doen en dat ik dan een nieuw montuur zou uitzoeken. Maar Hans wilde vooreerst geen nieuwe bril voor mij maken.
Mijn rechteroog was meer dan 20% achteruit gegaan; protocol bij Hans is dat je bij zulke grote verschillen een verwijzing krijgt naar de oogarts. Zo’n groot verschil kan een oorzaak hebben die in de toekomst grote gevolgen kan hebben voor je ogen.

De jongeman die de oogmeting had gedaan dacht dat het in mijn geval wel mee zou vallen.
Hij zei: “Zelf denk ik dat het een begin van staar is, maar dat het nog te vroeg is voor een behandeling daarvan, dus waarschijnlijk staat u hier over een paar maanden weer.”
Staar?
Had ik wel eens mensen over gehoord, maar ik wist eigenlijk niet goed wat het was, dus daar vroeg ik naar.
Hij legde het uit.
“Als we ouder worden (hij sprak in de meervoudsvorm, maar hij was duidelijk nog geen 40….) krijgen de ogen steeds meer moeite met het afvoeren van afvalstofjes die je ogen produceren. Die verzamelen zich dan op je lens en daardoor vertroebelt je gezicht.”

Confronterend.
‘We’ worden ouder, dus er komen onherroepelijk ouderdomskwaaltjes.
Dit kan met een sisser aflopen, maar het kan ook tegenvallen.
Een E-bike heb ik al en in de verte doemen het gehoorapparaat en de rollator al op.
Aan de andere kant:
    Een mens lijdt vaak het meest
    door ’t lijden dat hij vreest
    doch dat nooit op komt dagen.
    Zo heeft hij meer te dragen
    dan God te dragen geeft.
Dus Vrieswijk: ophouden met somberen!

Gisteren, zaterdag 27 juli,  zag ik mijn MAVO-vriendinnen van vroeger. In de periode dat we elkaar als groep dagelijks  zagen waren we 15, 16 jaar.
Splinterjong; de hele toekomst nog voor ons.
Nu zij we 58.
Allemaal nog aan het werk ook: kraamverzorgster, RK pastor,  chauffeur van een schoolbus van speciaal onderwijs,  bankmedewerkster en management assistent.
Twee van ons zijn oppasoma,  we doen allerlei vormen van vrijwilligers werk,  kortom: we staan nog midden in de maatschappij. Het leven van  onze moeders, de generatie voor ons,  zag er op deze leeftijd heel anders uit.
Daar hebben we het ook  over gehad gisteren.
Verder haalden we herinneringen op en deelden elkaars lief en leed.

‘We’ worden ouder.

Gelukkig maar; als je niet ouder wordt ben je dood.
We lopen al lang genoeg mee om te weten dat het jammer is om lang stil te staan bij de gebreken die de ouderdom vergezellen.
Ik probeer uit het leven te halen wat er in zit; en dat is best heel veel!

Benieuwd naar vorige blogs over mijn MAVO-vriendinnen?
Klik hier voor het meest recente verhaal uit 2018 >>>, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande edities.

Reageren

27 juli: Gastblog Gerard – Terug bij af.

Het is al even geleden; vandaag een gastblog van Gerard.

Wie Ada en mij een tijd lang kent weet dat niet alleen Ada met gezondheidsproblemen kampt, maar ook ik in 2015 heb leren omgaan met een chronische ziekte, namelijk Multiple Myeloom, ook wel de ziekte van Kahler genaamd.

Het was november 2015 dat ik na chemokuren tenslotte een stamcel transplantatie heb ondergaan. Daarna is het herstelproces heel erg goed gegaan. Natuurlijk in de wetenschap dat het een chronische ziekte is en blijft die nog niet valt te genezen, maar er zijn voorbeelden van patiënten waarbij de ziekte heel lang weg blijft. Daar hoopte ik ook op.

Maar helaas: het tegendeel werd afgelopen februari wel duidelijk.
De bloedwaarden gingen de verkeerde kant op en dat is een teken dat de ziekte weer de kop op steekt. De hematoloog gaf aan dat er nog wel tijd was en zo begon ik in april met de behandeling wat inhield:  4 x 4 weken lang immunokuren, ondersteund met medicatie. Het doel … de M-proteïnen (ook wel Kahler-eiwitten genoemd)  tot een minimum terug te dringen, zodat ik  na die 4 rondes kuren weer een stamcel behandeling kan ondergaan.
Inmiddels zijn die verkeerde eiwitten tot een minimum gereduceerd en kan ik mij opmaken voor het volgende deel van het behandelingstraject.

Afgelopen donderdag en vrijdag kreeg ik mijn laatste kuren en a.s. maandag ga ik voor een algehele controle naar het UMCG. Als blijkt dat alle onderzoeken positief zijn,  dan word ik op 15 of 16 augustus opgenomen voor de stamcel behandeling. De afgelopen tijd werd het bij veel mensen in mijn omgeving bekend dat ik weer terug bij af was en weer behandelingen moest ondergaan. Wij hebben al veel steun en lieve reacties mogen ontvangen en dat helpt echt!! De tijd die nu gaat komen is best pittig en Ada  en ik, wij kijken er niet naar uit. Anderzijds wil ik ook dat ik het maar zo gauw mogelijk weer achter de rug heb, dus laat maar komen, ik ben er wel klaar voor.

Daarom wil ik het net als in 2015* nu ook delen met jou als lezer van de Waarde van de Dag. Vanaf 15 augustus word ik, naar verwachting drie weken, opgenomen in het UMCG en zal ik op passende momenten schrijven over de behandeling en over hoe het met me gaat.  Laten we bidden en hopen dat het een succesvolle behandeling mag worden.
Wordt vervolgd.
Liefs: Gerard.

*Gerard schreef vanaf 14 maart 2015 af en toe een gastblog om ons netwerk op de hoogte te houden van het verloop van zijn ziekte.

Reageren

26 juli: Meroakels houkje.

Hoe krijgt een blog van een verstokte Drent een Groningse titel?
Ik kan het uitleggen.
Vorige week zaterdag nam ik Coby mee naar het Kloostermuseum St. Bernardushof in Aduard. Daar was ik al twee keer eerder geweest; over één van die bezoeken schreef ik al eens een blog onder de naam ‘Het klooster van Aduard’>>>.

We bekeken een informatief filmpje over de bouw van het klooster in de 13e en 14e eeuw, we bezochten de voormalige ziekenzaal van het klooster en we kregen een mini-rondleiding in het museum(pje).
Daarna maakten we een wandeling door het dorp, waarbij we met behulp van de Aduard-app (die we hadden gedownlaod) op onze tablets konden zien hoe het grote complex er destijds uit heeft gezien.
Onderweg kwamen we nog langs het graf van de monnik, waarvan botresten zijn gevonden bij de aanleg van riolering in het dorp, Die zijn plechtig herbegraven op het kerkhof.

Maar tot dusver is er nog geen woord Gronings gevallen.
Vlak voordat we bij de laatste informatiezuil waren, gingen Coby en ik naar binnen bij een huis waar je ijsjes kon kopen.
Daar hadden ze ook flesjes drinken; daar waren wij wel even aan toe na alle verhalen over monniken, bouwstijlen, gebouwen en opgravingen.
We kwamen aan de praat met de mevrouw die ons drinken had gebracht.
Rita heet ze.
Weet ik van de website.
Ze vertelde dat er in Aduard helemaal geen uitspanning meer was waar je even wat kon eten en drinken en dat zij in het gat in de markt was gesprongen.
Het pand was een voormalige bakkerij, waar tot vorig jaar een bloemenzaak in was gevestigd. Ze huurde dat nu en had er een wonderlijke combi van gemaakt.
Er stond een hele mooie, ouderwetse vitrine-toonbank waar vele soorten snoep in lagen uitgestald. Verder kon je kleine cadeautjes kopen, je kon er iets drinken, ze verkocht ijs en je kon er ook snacks krijgen. Het achterste gedeelte van het huis gebruikte ze voor sieraden maken en verkopen.
De bewoners van Aduard waren ‘slim wies met heur’ en vonden het een ‘Meroakels houkje’;  vandaar de naam van dit blog. 

We hadden allebei een flesje cola en we kochten twee ijsjes: een raket en een split.
Ik betaalde met een tientje, dat zou toch wel genoeg zijn?
€ 5,=  kreeg ik terug.
Ouderwets winkeltje; ouderwetse prijzen.
Heel wat goedkoper dan die hippe koffietenten waar je tegenwoordig minstens twee euro betaalt voor een glas heet water.

En alsof het zaakje al niet voldoende functies had, wees Rita ons nog op een vogelhuisje dat bij de deur hing. Zij was namelijk ook stempelpost voor een wandeling die door Aduard loopt (ben even vergeten welke) en als de winkel niet open is kunnen mensen in dat vogelhuisje alsnog een stempel vinden.
Ook een keer naar Rita’s Meroakels Houkje?
Hierbij een link naar haar website >>>.

Reageren

25 juli: Pip – een woonwagenkind.

Vorige week schreef ik over de foto-tentoonstelling bij ons in het Heymanscentrum.
Bij één van de foto’s kwam een lawine aan herinnering naar boven, terwijl ik die tijd niet echt heb meegemaakt.
Je ziet een woonwagen met een een trapje en een mevrouw met een emmer.
Ik kan mij in mijn hoofd een voorstelling maken van hoe het er in die woonwagen uit zag.
Dat komt van het jeugdboek ‘Pip’ van Nel Verschoor-Van der Vlis.
In de jaren ’60 door opa Boelen voor ons uit het oud papier gevist.
Ademloos heb ik het destijds gelezen.

Pip is een meisje uit een woonwagen, dat er met een marmotje en kleerhangers op uit moet om geld te verdienen. In Hoogersmilde waren er in mijn kindertijd geen woonwagens meer en er kwamen ook geen woonwagenbewoners meer langs de deuren met hun koopwaar. Wat mij is bijgebleven is dat ze steeds weer in een andere klas kwam op een andere school, omdat haar ouders van stad naar stad reisden.  Als meisje van 10 in Hoogersmilde stond mijn verstand daar bij stil. Niemand deed aardig tegen haar, ze werd gemeden als de pest. Vreselijk toch?
Hun woonwagen wordt getrokken door het paard Dorus en dat is haar grootste vriend.
Op een dag komt Pip in het volgende dorp waar ze een poosje zullen blijven en dan gaat ze daar naar een Christelijke school.  Ze hoort daar van de  Heere Jezus en leert bidden. Haar vader wil daar niets van weten en noemt alle christelijkheid ‘fratsen’.

Het aller-aller-ergste was dat Dorus ziek werd en op een nacht doodging.
Het hartverscheurende verdriet van Pip werd zo treffend omschreven, dat ik huilend in mijn bed lag te lezen. Maar in het boek liep het gelukkig wel goed af met Pip. Op zekere dag redt ze een jongen die door het ijs is gezakt en als beloning daarvoor krijgt ze een hond.
Een moralistisch kinderboek met een christelijk sausje.
Wist ik veel. Ik vond het prachtig.

Moeder, Pip en Lientje gaan langs de deuren.

Toen onze dochters klein waren heb ik het aan hen alledrie voorgelezen voor het slapen gaan, iedere dag een stukje. Het moralistische en het christelijke sausje konden me niks schelen: ik las het voor net als ‘Rozemarijntje’ en ‘Peerke en zijn kameraden’ van W.G. van der Hulst.
Je kunt aan kinderen heus wel uitleggen dat het verhaal zich afspeelt in een andere tijd, toen opa en oma nog klein waren. Ook de kinderen vonden het verhaal van Pip geweldig.
We hebben het er nog wel eens over.
“Dat PAARD! Dat ging DOOD!”

Door het boek over Pip weet ik hoe het leven in zo’n woonwagen er uit zag.
Van die oude boeken van opa Boelen heb ik heel veel geleerd over de maatschappij van voor de jaren ’60. Door (voor) te lezen kom je in een andere wereld en dat hoeft niet altijd een sprookjeswereld te zijn; ook al heb ik die ook wel heel veel voorgelezen!

Op internet vond ik de pagina ‘Achter de rug’ waar je het hele boek van Pip in PDF kunt lezen: hierbij een link >>>.

Reageren

24 juli: Een boom als een belevenis.

Op het gevaar af te worden vergeleken met prinses Irene schrijf ik vandaag een blog over een boom.
Omdat het tropisch warm is deze dagen ga ik niet op de fiets naar het werk.
’s Morgens zou het nog wel fijn fietsen zijn, maar halverwege de middag, als ik vrij ben, is het te warm.
Omdat ik vind dat ik toch moet bewegen maakte ik vanmorgen een wandeling vóór het werk aan;  ik hoef immers pas om 08.00 u te beginnen.
Even langs het kanaal en door het park naast Heymanscentrum waar ik werk.

In dat park staat een majestueuze boom.
Het is een Kaukasische vleugelnoot; er zitten lange slierten aan.
Die boom is heel dik en oud; de onderste takken hangen op de grond.
Het wandelpad in het park leidt je onder de boom langs.

Het was voor acht uur vanmorgen al 20 graden en de zon scheen uitbundig.
Onder die boom was het prachtig.
Ik liep onder een koepel van takken, bladeren en slierten; het voelde een beetje vochtig warm, het rook lekker (naar bomen en gras) en de vogels floten ontspannen.
De zon scheen buiten de boom door het gebladerte heen en ik bleef staan omdat ik werd getroffen door het moment.
Wat mooi.

Met mijn telefoon heb ik geprobeerd om het gevoel vast te leggen, maar dat is niet gelukt.
De foto’s geven alleen het beeld weer en niet de temperatuur, de geur en het gevoel.
(Klik op de foto’s voor een vergroting).

Een boom als een belevenis in de vroege morgen.
Prinses Irene zou trots op me zijn.

Reageren

23 juli: Stamppot spinazie?

Als we iemand hebben te logeren koken we natuurlijk iets wat de gast graag lust.
Coby wilde graag spinaziestamppot.
Pardon?
Dat hadden wij nog nooit gehad.

“Hoe maak je dat?” appte ik mijn schoonzus.
Het was heel simpel eigenlijk. Dit was haar antwoord:
“Ik kook de aardappels en op het allerlaatst doe ik er verse, rauwe spinazie op.
Die laat ik heel even zacht worden; daarna stamp ik het door elkaar.”
We aten er een een rundervink bij.
Gerard wilde er graag een ei bij, ik deed er kleine blokjes kaas door.
Coby wilde het ‘net als thuis’.
Tuurlijk.
Wou ik vroeger ook.

Als je op internet kijkt vind je allerlei variaties op het thema ‘spinaziestamppot’, dus leef je uit.

Wat wij er van vonden?
Wij hebben de spinazie liever apart bij de aardappels, aangemaakt met een gemalen beschuit, met nootmuskaat er op en met een gekookt ei erbij.
Het liefst met een zelfgemaakte gehaktbal met uien er bij of een slavink.
Net als vroeger bij mij thuis……

Reageren

22 juli: Huiskamercafé ‘Lui’.

Vrijdagmiddag kwam nicht Coby (18, dochter van mijn broer) bij ons logeren.
Eén van de vaste onderdelen van zo’n logeerpartij is Groningen.
Vrijdagmiddag gingen we samen theedrinken in de studentenkamer van Frea en Jon en daarna ging ik met haar, Frea en Carlijn de stad in.
Het is nogal een verschil of ik met mijn tante, schoonzussen of met de dochters ga stadten; ik kom dan vaak in gelegenheden waar ik nog nooit ben geweest.

Voorbeeld? Een game-winkel, waar ze alleen maar computerspellen verkopen.
Schappen vol doosjes met groteske figuren en vreemde titels.
Een groot scherm met een besturingsdoosje waarmee je spelletjes kunt uitproberen.
Mijn dames gingen bezig met een springend, hollend en vallend poppetje dat diamanten verzamelt en schildpadden omgooit.
Echt waar.
Ik stond er bij (met de spreekwoordelijke drup aan de neus) en ik keek er naar.

Tweede voorbeeld? Een huiskamer-café met de naam Lui.
Klik hier voor een artikel op SIKKOM >>> over dit fenomeen.
We streken neer in een zitje met een bank, een clubje en een schommelstoel en ik keek m’n ogen uit.

Menukaart met een luiaard

Een muur naast ons was helemaal bedekt met mos; WAT MOST? stond er op.
Dat kwam een vriendelijke meneer ons ook vragen. ‘Wat most drinken?’
Coby wilde cola.
Hadden ze niet.
Hè?
Ze hadden wel tig soorten thee, daar redden we ons ook prima mee.
In de vensterbank lag een haakwerkje waar je mee verder kon gaan, op tafel stonden kleurpotloden en overal lagen spelletjes.
Carlijn vond een doosje ‘Vertellis’. Er zaten vragen in waarover je met elkaar kon praten.
En zo zaten we samen in huiskamersferen genoeglijk aan de thee en beantwoordden vragen als: “Waar kijk jij erg naar uit?” “Wat is het beste wat je ooit hebt gekocht onder de € 100,=?’
Meer weten over Vertellis? Klik hier >>> voor een link naar hun website.

Verrassend leuk.
Als ik alleen in de stad was geweest, was ik er niet naar binnen gegaan.
Ik had het niet eens gezien denk ik.
Ook eens heen? Het adres is Oude Ebbingestraat 71.

Aan het einde van ons middagje Groningen streken we neer op een terras dichtbij de universiteit.
Daar hadden ze knisperkoude, zoete witte wijn én nacho’s.
En cola.

Reageren

Pagina 1 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén