een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: juli 2019 Pagina 2 van 4

21 juli: Martha of Ada?

In mijn leven als protestant heb ik al heel vaak het verhaal gehoord over Martha en Maria.
Martha die druk in de weer is met van alles en Maria die aan de voeten van Jezus zit en luistert. Maria was de sympathieke figuur in dat verhaal en Martha werd vaak weggezet als een overspannen huisvrouw.
Mensen die mij een beetje kennen weten dat ik niet het type Maria ben.
Niet dat ik nou zo’n propere huisvrouw ben, maar ik ben wel een bezige bij en druk met van alles en nog wat.

Altijd werd bij dit verhaal benadrukt dat Maria het beste deel had gekozen.
Maar als je geen Maria bent maar een Martha valt er niet veel te kiezen.
Vanmorgen in de viering in Op de Helte hoorden we van voorganger Sybrand van Dijk een nieuwe visie waar deze bloggende Martha mee uit de voeten kan.
Je hoeft niet zo te worden als de ander; je mag bij God gewoon zijn wie je bent.
Martha wordt namelijk niet terechtgewezen door Jezus omdat ze zo druk bezig is, ze wordt aangesproken op het feit dat zij vindt dat Maria óók iets moet doen. Net als zij.
Nee dus.
Maria kiest er voor om bij Jezus te zitten en te luisteren, Martha kan dat ook doen.
Zij maakt haar eigen keuzes en hoeft niet voor Maria te beslissen of ze al dan niet aan het werk moet.

Wat een verhelderende zienswijze.
Tijdens de collecte hoorden en zagen we de video-clip van Veldhuis en Kemper: “Ik wou dat ik jou was’.
Met mijn kinderkoor- en Elly&Rikkert-achtergrond had ik de hele dag een ander liedje in mijn hoofd; ik kwam er werkelijk niet van los.
Benieuwd welk liedje dat was? Klik hier>>>.

Wil je ook horen wat Sybrand precies zei?
Hierbij een link naar Kerkomroep >>> : Roden, Op de Helte, 21 juli 09.30 uur.

Reageren

20 juli: Lezer van de maand – Jaap Ruitenbeek

Hoe kennen wij elkaar?
Wij kennen Ada en Gerard van de kerk, het kinderkoor, de cantorij en het kwartet waar in we samen zongen.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben geboren in Delft in de Nieuwe Kerkstraat op 16 Januari 1940 als vierde kind van Pieter en Maaike Ruitenbeek.

Verliefd, verloofd, getrouwd?
Gladys en ik hebben ons verloofd in augustus 1965 en zijn getrouwd  op 21 december 1966 in Delft. Wij hebben 5 kinderen gekregen n.l. Dorien, Pieter Jaap, Jasper, Jos en Janneke  en later kregen we 6 kleinkinderen in de leeftijd van 2 t/m 18 jaar.

Levensfase
Ik ben in 2001 met de VUT gegaan en sinds 2005 gepensioneerd.
Momenteel doe ik werk voor het beamteam en zing ik in de Cantorij Roden. Ook zing ik  in een landelijk mannenkoor waarmee wij eens in de 3 weken een zaterdag repeteren in Harderwijk, met dit koor hebben we 4 concerten in het jaar in een willekeurige plaats in Nederland.  En niet te vergeten : ik ben hobby imker geworden!

Wat wil je graag met de lezer delen?

Ik krijg altijd veel vragen over de bijen en ik wil iets vertellen over het leven in de bijenkast. Dus hierbij mijn bijdrage: hoe werkt het in de bijenkast?

Een bijenvolk bestaat uit  één koningin, tienduizenden  werkbijen en enkele honderden darren. De koningin is duidelijk te herkennen, zij is veel groter  dan een werkbij.
In tegenstelling tot onze vroegere koningin is de bijen-koningin geen koningin omdat haar moeder het was, maar elk larfje in het bijenvolk maakt een evenredige kans om koningin te worden.

Dat gaat zo: een koningin, (de enige vruchtbare bij)  legt per dag zo’n 2000 eitjes, die na drie dagen allemaal uitkomen en dan larven worden en daar begint het proces.

De eitjes die uitgekomen zijn worden larfjes genoemd en worden allemaal gevoed door  vrouwtjesbijen(de werksters). Maar enkele larfjes krijgen extra voeding, de zogenaamde koninginnen gelei. Dat is een goedje dat ze zelf bij zich dragen in hun voedersap klieren. Deze larfjes groeien uit tot koninginnen en na 15 dagen komen ze uit hun cocon.

De oude koningin heeft dit aan zien komen en is met de helft van het volk vertrokken.
Na ongeveer 8 dagen is de jonge koningin geslachtsrijp en gaat zij opzoek naar de darren voor de bruidsvlucht. Deze darren hebben zich ergens op een plek verzameld en wachten daar of er een koningin langs komt vliegen. Als het zo ver is vliegen zij met z’n allen achter haar aan; dit kunnen wel honderden darren zijn!
Dan wordt de koningin in de vlucht bevrucht door enkele darren (tussen de tien  en de twintig). Voor die  darren  is het leven dan afgelopen; die hebben hun kunstje volbracht en gaan dood. De koningin kan voor de rest van haar leven (4 tot 5 jaar} eitjes leggen.

De rest van de larfjes die over blijven  worden na het uitkomen (22dagen) eerst werkbij en gaan  3 weken binnendienst doen.
Dit werk bestaat uit larfjes voeren, cellen bouwen en schoonmaken en op wacht staan.
Daarna gaan ze de buitendienst in en worden ‘haalbij’; dan gaan ze stuifmeel en nectar verzamelen en opslaan in de raten voor de larven en de wintervoorraad.
Na 3 weken in de buitendienst gewerkt te hebben sterven de haalbijen en worden ze weer opgevolgd door nieuwe werkbijen Eind augustus worden de darren die nu overbodig zijn geworden gedood of verjaagd, zij hebben geen nut meer (darrenslacht).

Jaap bij zijn bijenkasten.

En de koningin?
Die blijft eitjes leggen, zo’n 2000 per dag tot eind oktober/begin november; eind januari begint ze weer te leggen. 2000 lijkt veel,  maar de winterbijen (die ongeveer 6 maanden leven) sterven nu langzamerhand en dan begint het hele proces weer opnieuw.

In februari-maart, bij een temperatuur van ongeveer 12 graden, komen alle bijen naar buiten voor de zogenaamde reinigingsvlucht om zich te ontdoen van de opgeslagen fecalien.

Detail van de bijen.

Dit is een prachtig gezicht voor de imker: al die bijen voor zijn kast zien dansen is voor hem een teken dat hij voorzichtig een voorjaars inspectie kan houden.

Het is misschien wel goed om te vertellen dat de imker regelmatig de honing uit de raten slingert  en deze zodanig bewerkt dat ze te consumeren  is.

Het verlies van de honing wordt gecompenseerd door de bijen in september ongeveer 12 kilo suiker te voeren zo dat ze weer wintervoorraad hebben.
Ik heb geprobeerd om een zo goed mogelijke indruk te geven van het leven in de bijenkast. Als er dingen zijn die je nog wilt weten ben ik altijd bereid om uitleg te geven.

Reageren

19 juli: Paulussie! ‘k Zajepakke!

Soms hoor ik een flard van iets van vroeger en dan heb ik ineens mijn hoofd vol herinneringen. Vorige week liet Jeroen van Inkel een klein stukje horen uit Paulus de Boskabouter. Het begon met het liedje “Zééég kennen jullie Paulus al, Paulus de Boskabouter…!”
Paulus maakt een wandelingetje door het bos, roept dat het zo’n mooie dag is en Eucalypta hoor ik op de achtergrond zeggen; “Paulussie! ‘k Zajepakke!

Mijn leeftijd zal hooguit 7 of 8 geweest zijn, maar ik vond het spannend!
Die heks! Daar droomde ik altijd van. Dat heksen achter me aan zaten op bezemstelen.
Ik durfde soms niet te gaan slapen omdat die heksen dan misschien weer kwamen.
In alle verhalen en sprookjes kwamen ze voor: je had madam Mik Mak en Zwarte Magica in de Donald Duck, de heks van Hans en Grietje, de boze tovenaar Gargamel van de Smurfen, een boze tovenaar in mijn Pinkeltje-boek en de aardbeienfee uit mijn ‘Kleutervertellingen-boek’ die een heks bleek te zijn.

Supereng.
Maar ook superspannend.
Heksen zijn niet echt; dat weet je op die leeftijd al wel, maar je kinderbrein ‘ziet en denkt’ anders.
Heksen bestonden dan wel niet, maar achter bij ons in de straat woonde een oude vrouw die mij eens uit haar tuin had weggestuurd omdat ik me daar tijdens het verstoppertje spelen had verstopt achter een struik. Die dacht dat ik daar zat te poepen.
In mijn heksen-dromen kwam zij ook altijd voor, al dan niet op een bezemsteel.

Eén zo’n fragment uit Paulus de Boskabouter en de heksen-beelden uit mijn kindertijd spoken weer door mijn hoofd.
Hierbij een link naar één aflevering >>> waarin Eucalypta ook voorkomt.
Je snapt gewoon niet dat ik daar als kind ademloos naar zat te kijken!
Als je goed luistert hoor je de stemmen van de Fabeltjeskrant-dieren erdoor heen….

Met de heksen en mij is het trouwens helemaal goed gekomen.
Eén vriendinnetje uit mijn jeugd is zelfs een heks.
Benieuwd? Lees dan het blog ‘Foeksia en Halloween’ >>> uit oktober 2015.
Het is zelfs zover gekomen dat mijn dochter zich af en toe als heks manifesteert.
Maar daar droom ik gelukkig niet over.
Meer weten over deze verschijning?
Klik dan hier >>>.

Reageren

18 juli: Groningen, maar dan 100 jaar geleden.

In de gang van het verzorgingshuis waar mijn werkplek is, het Heijmanscentrum, is in deze maanden een speciale foto-tentoonstelling.
Het was onderdeel van een ‘Activiteitenproeverij’ voor ouderen in de wijk Zuid Groningen. Meer weten? Klik hier voor een persbericht >>> met foto’s.
De tentoonstelling heet ‘Groningen in 3D – de stad in stereofoto’s 1868-1940’, een initiatief van de Groninger Archieven en het Noordelijk Scheepvaartmuseum.
Met een speciale 3D-bril op sta je als bezoeker oog in oog met de Stadjers van 100 jaar geleden.

De aftrap van dat 3D-fotogebeuren was al op 12 juni en daar was ik zelf niet bij.
De eerste keer dat ik die 3-D fotos in de gang zag hangen dacht ik: “O leuk! Oude foto’s!”
Toen ik er dichterbij ging staan bleken ze wazig en blokkerig te zijn.
“Waarom zou je zulke foto’s ophangen?’ vroeg ik me af en ging over tot de orde van de dag.

De volgende keer dat ik weer binnen ging zag ik aan het begin van de gang een grote zak met 3D brillen staan.
“Waarvoor heb je die brillen hier staan?” riep ik naar Irene van de balie.
“Dan kun je foto’s in 3D bekijken. Kijk, hier staat een aankondigingsbord.”
Niet gezien. Steil aan voorbij gelopen.
Gistermiddag nam ik na de soep even de tijd om de foto’s goed te bekijken.
Stond ik met zo’n hippe, groen-rode bril in de gang.
“Wat dust?” vroeg een oudere heer die voorbijliep.
“Foto’s kieken.”
“Jao. Daor hadden ze ’t aal over”.
Gronings (on)geïnteresseerd.
Met de bril op kon ik de foto’s goed zien.
Zo bijzonder! Wat een mooi beeld krijg je zo van de stad en de stadjers zoals ze er 100 jaar geleden uitzagen.

Lijkt het je leuk om deze expositie nog bekijken?
De fototentoonstelling én de mini-expositie ‘Herinnerings in beeld’ zijn nog tot en met 1 oktober a.s. te zien in het Heymanscentrum in Groningen (dagelijks geopend). Ook kunnen alle bezoekers, jong en oud,  nog kans maken op een prachtige prijs door mee te doen aan het “geheugenspel”. De hoofdprijs is een rondvaart in Groningen aan boord van het museumschip van het Noordelijk Scheepvaartmuseum ‘De Emma’. De prijsuitreiking vindt plaats op 1 oktober om 16.00 uur in het Heymanscentrum, Henri Dunantlaan 20 in Groningen.
Kom maar eens langs; vinden we leuk!

Reageren

17 juli: “Nie knapp’m, maor zoeg’n.”

Deze week wordt de Drentse Fiets-4-daagse >>> gehouden.
Vanuit de startplaats Norg komt de karavaan dit jaar ook door Roden. Om de fietsers in de gelegenheid te stellen om de Catharinakerk op de Brink te bezichtigen was er op dinsdag 16 juli een extra openstelling van 10.00 – 16.00 uur.
Daarvoor zijn natuurlijk extra vrijwilligers nodig, dus ik had me opgegeven voor het blok van twee tot vier uur.

Tijdens zo’n fietsvierdaagse krijg je heel veel publiek binnen.
Maandag kocht ik bij de Jumbo twee grote zakken Wilhelminapepermunt en gistermiddag heette ik de mensen die binnenkwamen van harte welkom en bood ze een pepermuntje aan. Wat een schot in de roos was dat.
“O ja! Dat hoort bij de kerk hè?”
Meestal zei ik dan: “In het Drents zeggen we daarbij: niet knapp’m, maor zoeg’n.” Het is per slot van rekening de Drèntse Fiets-4-daagse.

Bijna iedereen nam er één en ook bijna iedereen reageerde op mijn opmerking.
Dan hoor je ook gelijk waar mensen vandaan komen,
“Wat seg je nou? Soege? O haha … suige!”
Soms kreeg ik alleen maar een glimlach of een knipoog.
Eén mevrouw vertaalde het voor haar man in het Fries.

Met zo’n pepermuntje is het ijs al gebroken.
“O, wat luxe, een écht Willemientje!”
Er was een meneer die vond dat we iets op de rand van het pepermuntje moesten zetten om reclame te maken voor het woord Gods.
Goed idee, doen we niet.
Drie Amerikaanse gasten wisten niet wat een pepermuntje was…. maar ze namen er wel één. Daarbij kregen ze gelijk het verhaal te horen dat de kerkgangers  die pepermuntjes namen tijdens de preek en dat die preek soms langer duurde dan je op de pepermunt kon zuigen.
Met zoveel publiek kom je minder toe aan ‘rondleiden’. Er kwamen wel wat gerichte vragen, maar niet zoals anders.
Mensen weten soms niet eens waar ze zijn.
“Hoe heet het hier?”
“De Catharinakerk.”
“Nee, het plaatsje.”
“Roden.”
“O!? Zijn we hier al in Roden? We zijn al in Roden Pieter, dan hoeven we niet meer zo ver.”

Aan die twee zakken Wilhelmina’s had ik maar net genoeg.
Welgeteld 5 stuks had ik er over.
Dit soort vrijwilligerswerk is op mijn lijf geschreven.
Als ik ooit met pensioen ga……

Reageren

16 juli: Zo dichtbij…zo mooi.

Als ik in Roderwolde ben dan ben ik daar vaak om met de cantorij  te zingen in de Jacobskerk.
Mooi kerkje.
Het dorp Roderwolde is ook erg leuk, maar daar komen we niet zo vaak.
Als ik naar Groningen fiets, ga ik altijd over Peize-Eelderwolde, dus ik zie het dorpje altijd in de verte liggen. Aan de horizon zie je dan het silhouet van de molen en de kerk.

Gisteravond gingen Gerard en ik na het eten nog even fietsen en we besloten richting Roderwolde te fietsen.
Bij het haventje zetten we de fietsen even weg.
Over het water bij de haven kwam heel langzaam een roeiboot dichterbij en we genoten van de stilte die er in de avond kan hangen in Noord Drenthe.

In een foto heb ik geprobeerd om de sfeer te vangen.
Helemaal rechts zie je de monumentale molen, helemaal links de Jacobskerk. (klik op de foto voor een vergroting).
Meer weten over de molen? Hierbij een link naar hun website >>>.
Op onze eigen PKN-website vind je meer informatie over de kerk.
Klik hier >>>> voor een link naar die pagina.

Na het eten even een eindje fietsen.
Wij wonen in een omgeving waarin je als toerist je ogen uitkijkt; wij zijn ons daar niet altijd van bewust, maar gisteravond dacht ik even ‘Noord Drenthe. Je zal er maar wonen….”

Reageren

15 juli: Daniël of Rob. Als ik mag kiezen…..

Zondagmorgen.
De afgelopen week veel aan het hoofd gehad en zondagmiddag een verjaardagsvisite aan de Boskamp, dus we kozen er voor om zondagmorgen niet naar de kerk te gaan.
Uitslapen, rustig ontbijten, koffie, borduurwerkje.
Vroeger draaiden we dan een CD, maar tegenwoordig hebben we een hocker met een geluidsboxje er in.
Een multifunctioneel meubelstuk: het is een rechthoekige poef, waarvan de bovenkant open kan. Daar liggen mijn handwerkspullen in. Verder is het een voetenbankje dat Gerard regelmatig gebruikt én we kunnen hem dus als geluidsversterker gebruiken.
Dan verbind ik mijn telefoon via Bleutooth met de hocker en dan kan ik bijvoorbeeld muziek van Spotify afspelen. Of mijn favoriete muziek die op mijn telefoon staat.

Zondagmorgen zocht ik de CD ‘Gunder’ van Daniël Lohues op.
Het laatste nummer daarop is ‘Het ienige geluud’.
Hij zingt dat hij alleen thuis is, de telefoon en de televisie uit heeft dat ‘een man die zacht een liedtie döt’ het enige geluid is.
Hierbij een link naar een video >>> dat nummer op YouTube.

Als je een lied goed kent, gezongen door een bepaalde artiest, dan is het heel gek om zo’n nummer in een andere uitvoering te horen. Dat overkwam mij toen ik een ‘Het enige geluid’ hoorde van Rob de Nijs
Het staat op zijn CD ‘Eindelijk vrij’ uit 2010.
Hierbij een link naar een video >>> van de uitvoering van De Nijs.

Rob de Nijs bracht het nummer uit in 2010, Daniël Lohues in 2012.
Die van Lohues kon ik al dromen, toen ik het nummer van De Nijs voor het eerst hoorde.
Maar dat was raar! Niet Drents maar Nederlands.
En de tekst was ook een beetje anders, maar de sfeer is hetzelfde.
Dat komt omdat Lohues die CD van De Nijs uit 2010 heeft geproduceerd.

De Nijs zingt het ook best mooi, hoor.
Maar als ik mag kiezen……

Reageren

14 juli: Gruuntesoep met worst.

Veurige weke zundag maakte ik gruuntesoep; ik haar allent gien gehakt meer in de diepvries veur ballegies, dus ik zol een vegetarische gruuntesoep maken.
“Ik zal zien dat ik eem wat verse worsten in de diepvries krieg, dan maak ik weer ies gruuntesoep met worst.” zee ik tegen Gerard.
Wat ja een goed idee. Dat bracht hum op een aander idee.
“Is de Jumbo vandaag ok niet lös? Dan haal nou toch nog eem een zu’n worst op.”
Vegetarisch is prima, maor het huuft niet zo vake.

Daniël Lohues zingt over dizze typisch Drentse soep in zien lied  ‘Hier kom ik weg”.

Ruumte smoort de drokte, stilte gef rust
ik ben me d’r niet alle dagen hielmaol van bewust
hoe graag ik hier mag wezen: gruuntesoep met worst,
leem hier helpt net zo goed as drinken tegen de dörst……

Toen ik drie weken leden op vesite was bij mien tante op Klazienaveen belde heur schoondochter.
“Is Paul bij joe? Mag ik die wel eem?”
D’r weur wat hen en weer overlegd over het eten.
“Wo’j gruuntesoep eten vandage? Ja? Dan haal ik eem een worst uut de diepvries.”
Nou bin ik d’r niet hielmaol zeker van of het nou allent een Drentse gewoonte is om verse worst in de gruuntesoep te koken; misschien in Grunn’n ok wel? Of in Overiessel?
Of allent in het Noorden van oons laand?
Wie ’t wet mag het zeggen.

Ok gruuntesoep met worst maken? Zo doe’j dat:

– Anderhalve liter water
– Gatties prikken in de worst en koken in het water.

– Ien grote siepel/ui of twee kleinties snipperen en in het water doen.
– zakkie soepgruunte van 200 gram d’r bij in.
– 1 of 2 bouillonblokkies naor eigen smaak (tuunkruden-, gruunte-of rundvleesbouillon)
– halve streng krulvermicelli (middel)
– maggiplant. Wee’j niet wat dat is? Klik hier veur een blog daorover uut 2015 >>>

As de worst gaar is uut de soep halen en in kleine schijfies snieden.

Maor ie kunt ok, net as bij opa en oma vrogger, iederiene een stuk worst in de soep geven.
Eet smakelijk.

Reageren

13 juli: De meanderende Geul.

Op een fietsbruggetje over de Geul.

De Sunwebploeg vertrekt.

Tijdens de tweede fietstocht die we maakten in Zuid Limburg voerden de knooppunten ons langs het beekdal van de Geul. Aan de hand van vijf foto’s zal ik proberen een beeld te schetsen van deze zeer afwisselende fietstocht.
Net als bij ons in Drenthe zijn de vroegere kanalisaties opgeheven en meandert het riviertje weer vrij door het landschap.
Wij kwamen tijdens het fietsen superlatieven te kort.
Wij roepen wel eens tegen elkaar dat wij in Drenthe ‘in de eredivisie van Nederland wonen’, maar dit gebied komt daar heel dicht bij; het mooie weer speelde daarin natuurlijk ook een rol, maar het was heel mooi wat we zagen.

Kasteel Oud Valkenburg

In de buitenwijken van  Valkenburg waren we toevallig getuige van het vertrek van de Sunweb-ploeg richting de Tour de France. Het wielergebeuren neemt in die streek een zeer grote plaats in.

De knooppunten brachten ons langs prachtige kastelen.
Steeds weken we dan even van de route af en liepen nieuwsgierig richting de toegangshekken. Soms kun je even om het gebouw heen, maar even zo vaak ben je  een ‘onbevoegde’ en is het voor jou verboden toegang. Maar ik onthoud dan wel even de naam van het kasteel; eenmaal weer in ons hotel zoek ik dan op internet op hoe oud het is en wie er gewoond hebben etc.

Mini-binnenplaatsje

We kwamen op de fiets langs plaatsen als Schin op Geul , Wijlre en Gulpen. Wat we in die omgeving erg veel zagen waren carréboerderijen, ook wel binnenhofboerderijen genoemd. Je ziet een groot vierkant gebouw met een inrij-poort. Als de deuren van die poort open staan zie je een binnenplaats, die vaak heel mooi is ingericht; in vroeger tijden had de gesloten carrévorm tot doel de bewoners en hun bezittingen te beschermen. Veel van deze gesloten boerderijen kwamen tot stand in de 18e eeuw in dit gebied waar de roversbenden van de de Bokkenrijders actief waren. Midden in Gulpen waren we te gast op zo’n mini-binnenplaatsje voor een kopje thee.

Uitzicht bij Gulpen.

Omdat het gebied rond Valkenburg heuvelachtig is, heb je soms schitterende uitzichten. Toen we Gulpen uitfietsten hadden we de elektrische ondersteuning echt wel weer nodig om de heuvel op te komen, maar eenmaal boven was het uitzicht geweldig.
Als je klikt op de foto’s op deze pagina krijg je een vergroting.

Eigenlijk waren vier dagen  Zuid Limburg wat te kort.
Er is daar nog zoveel te zien en te ontdekken: die fietsknooppuntenkaart hebben we vast nog weer een keer nodig!

Reageren

12 juli: Jacquelien en Helmantel in de Mensinge

Eergisteren, woensdag 10 juli, had ik een teamuitje.
Ons team is maar heel klein: Jacquelien, mijn duobaan-collega, en ik.
(klik hier >>> voor blogs over onze vorige teamuitjes).
Deze keer was ik weer aan de beurt om het te organiseren.
We hadden om 12.30 in Roden afgesproken, lunchten samen bij Brink 15 en daarna nam ik haar mee naar de Havezathe Mensinge.
Daar is tot en met september een expositie van het werk van Henk Helmantel te zien.

Het was een beetje veranderd in de Mensinge.
De kassa was verplaatst van de borg naar het koetshuis.
Daar stonden al wat spullen uit de borg tentoongesteld, o.a. enkele jurken uit vroeger tijden. Ook kon je daar  voorafgaand aan je bezoek aan de de havezathe een video zien met een interview met Reina Kymmel, de laatste bewoonster van het oude huis.
Maar dat was leuk! Ze vertelde hoe verbaasd haar ouders waren dat ze het huis in 1949 erfden van de joffer; hoe het was om daar te wonen.
We zagen beelden van haar kinderen die schaatsten op de gracht en we zagen een foto van hoe het huis er in 1949 aan toe was: de wingerd was door het dak naar binnen gegroeid en de vogels vlogen in en uit……

Toen we daarna in de Mensinge liepen herkenden we dingen die Reina had verteld.
Het was weer heerlijk om daar rond te lopen. Als vaste klant geniet ik telkens weer van de sfeer en de mooie, authentieke inventaris van het gebouw.
Ga er eens kijken, zou ik zeggen.
Hierbij een link naar hun website >>>. 
Ga dan vooral kijken vóór zondag 15 september.
Tot die datum exposeert Henk Helmantel een aantal van zijn schilderijen in de Mensinge.
Jacquelien en ik hadden het er maar druk mee.
We liepen rond met twee A-viertjes: eentje met een beschrijving van de bezienswaardigheden in de afzonderlijke ruimtes van de Mensinge en één met een beschrijving van de schilderijen van Helmantel.

Wat mooi mensen.
En wat komen die schilderijen daar prachtig uit.
Als voorbeeld daarvan deze foto rechts: een schilderij van een dode ekster in een stemmig decor van zwart-wit tinten.
Daar is over nagedacht.
Meer weten over Henk Helmantel?
Hierbij een link naar zijn website >>>.

Tijdens de wandeling door Roden keek met de ogen van een toerist naar ons dorp. Best mooi eigenlijk…..
Vooral de bloemen in het centrum vielen me op.
Vorig jaar had ik gelezen dat er een bloemist is, die in het voorjaar al begint met het oppotten van hangers die nu heel mooi in bloei staan.
Die bloemist verdient een groot applaus: Roden krijgt een erg vriendelijke uitstraling van al die bloemen.
Mocht je weten wie die bloemist is?
Breng hem of haar dan vooral onze complimenten over.

Het teamuitje sloten we af met een eenvoudige doch voedzame maaltijd aan de Boskamp: bloemkool, aardappels en een gemarineerd worstje. Toen ik Jacquelien na het eten uitzwaaide waren we eigenlijk nog niet uitgepraat; wat een voorrecht dat we als collega’s het zo goed kunnen vinden!

Reageren

Pagina 2 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén