een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: september 2020 Pagina 3 van 4

11 september: Vorstelijk Baarn.

Een vriendin van ons woont in Baarn. Zij was op zoek naar iemand in het noorden die met haar voor een week van woning wilde ruilen en wij hadden daar wel oren naar. Donderdag 3 september kwam ze bij ons lunchen en overhandigden wij de sleutels aan elkaar.

Dus wij woonden een week in Baarn!  Van te voren was ons al verteld dat het een mooie omgeving was en dat kunnen we alleen maar beamen. Het was maar goed dat Gerard de fietsknooppunten app op zijn telefoon heeft, want ik zag geen bordjes en geen kaarten;  ik zag alleen maar landgoederen met kasten van kasteelachtige huizen,  paleizen en lanen met eeuwenoude bomen. ‘Vorstelijk Baarn’ is de slogan die de plaatselijke VVV gebruikt. Na een dag fietsen zat ik al te speuren op internet naar de achtergrond van al die rijkdom; de weelderige panden zijn bijna allemaal ontstaan als buitenhuis voor rijke Amsterdammers. Die verdienden in de 17e eeuw goudgeld en belegden dat in exclusieve panden. De oude adel haalde eigenlijk de neus op voor deze ‘nouveau riche’ van die tijd;  ze kwamen uit een lagere sociale klasse en misten meestal de omgangsvormen van de sociale laag waarbij ze op grond van hun bezit meenden te behoren.

We fietsten langs landgoederen met klinkende namen als Groeneveld (zie foto links),  De Hoge Vuursche, Pijnenburg en Eykenstein. Met enorme parken en waterpartijen en prachtige borders. Maar de omgeving van Baarn bestaat natuurlijk niet louter en alleen uit luxueuze huizen.  We kwamen bijvoorbeeld ook door plaatsen als Eembrugge (130 inwoners maar wel met stadsrechten!) en Maartensdijk, een voormalig lintdorp dat één van de eerste ontginningsassen van het oorspronkelijke veengebied was. Met een gewone mengeling van huizen: nieuw,   oud,  modern en authentiek.

Wonen in Baarn betekent niet automatisch dat je in een paleis woont.  Wij woonden deze week niet in een kasteel, maar wel in een rijksmonument. Het huizenblok staat zelfs beschreven op Wikipedia! Het hofje  is in 1858 gebouwd door de eigenaar van het landgoed Schoonoord en was bedoeld voor het gepensioneerde personeel van de jonkheer.

Wij vierden echt vakantie: op maandagmorgen 7 september bijvoorbeeld had ik geen ‘witte tornadodag’ maar zat ik anderhalf uur in de zon te borduren met de Arbeidsvitaminen op de oortjes. Wat een zaligheid.

Vonden wij Baarn al spectaculair op huizengebied, toen we na een stadswandeling in Naarden terugreden via Huizen, Blaricum en Laren reden we met ogen op stokjes langs de uitgestrekte villawijken.

Wel een heel hoog ‘hoge hekken gehalte’…..meer over deze nouveau riche in een volgend blog.

Reageren

10 september: AVRO’s Toppop

Twee weken geleden was mijn broer een morgen bij ons: hij hielp bij de installatie van een nieuw ding in onze computer.
Radio 5 stond aan en we hoorden Willeke Alberti met ‘Morgen ben ik de bruid’.
Ik hoorde mijn broer grinniken en ik wist waarom.
Dat kwam van het programma ‘de Dik voor Mekaar-show-  waar wij in de jaren ’70 elke zaterdag naar luisterden. 
Willeke kwam dan optreden in de show en op het moment dat de bruidsklokken luidden in het lied hoorde je een overspannen klokkenluider het hele lied overstemmen, wat weer geschreeuw opleverde van Dik. Wij beleven zo’n lied allebei op dezelfde manier en hebben dan samen even grote pret.

Later aan de koffie haalden we herinneringen op aan vroeger.
“Deze week keek ik naar oude beelden van AVRO’s Toppop” vertelde hij.
“Mijn dochter (19) zat met de wenkbrauwen tot in de haargrens mee te kijken. “Wat is dit!?! Keken jullie hier naar?!?”
Iedere week, verzekerde ik haar, het was het enige popprogramma op de Nederlandse televisie, dat wilde je niet missen.”
Ik had die hele beelden niet gezien; het was steeds veel te mooi weer.
Naast het Journaal en de Slimste mensen zagen we niets; we zaten buiten bij kaarslicht.
We gaan het nog wel even terugkijken.

Later in de week spraken we dochter Harriët; zij had TopPop ook gezien.
Ze was afgehaakt bij ‘Vanessa’ met ‘Upside down’; dat kon ze niet meer aanzien.
Wij vertelden haar hetzelfde wat mijn broer aan zijn dochter had verteld.
Gerard had nog een mooi verhaal over zijn oudere broer Henk.
“Op het tijdstip dat TopPop in die jaren op de televisie kwam, was er bij ons op de boerderij nog veel werk te doen. Mijn ouders waren altijd druk en wij moesten helpen.
Henk wilde persé toch naar TopPop kijken. Hij was met het paard op het land aan het werk; toen het tijd was voor TopPop bond hij het paard vast aan het hek en ging televisie kijken. Vader Waninge trof tot zijn stomme verbazing het paard vastgebonden aan en vond Henk ten langen leste voor de televisie.
” ’t Wordt eem wat later…..ik wil dit eerst eem zien.”

Onze ouders begrepen destijds net zo weinig van onze fascinatie voor TopPop als onze kinderen nu.
De generatiekloof kent veel verschillende verschijningsvormen.

Reageren

9 september: Voeg leven toe aan de dagen (3) – Niet afgeschreven.

Vandaag deel 3 in deze serie: Ouder. Maar niet afgeschreven.

Met veel plezier heb ik gekeken naar de twee tv-series over Hendrik Groen en zijn medebewoners van het verzorgingshuis.
Het ‘Ouder. Maar niet afgeschreven’ werd door club om Hendrik Groen heen omarmd onder de afkorting OMANIDO: Oud, maar niet dood.
Deze positieve instelling maakte, dat er op het gebied van uitstapjes en reizen veel meer mogelijk bleek dan eerst gedacht.

Het is al lang bewezen: positief ingestelde mensen leven langer dan hun depressieve leeftijdsgenoten. De positivo probeert altijd iets te maken van zijn of haar leven.
Ze doen hun best om de humor van situaties in te zien en blijven dingen doen, waardoor ze in beweging komen en meer meemaken.

We kennen ze allemaal wel: ouderen die altijd klagen.
PHPD (pijntje hier, pijntje daar), de kinderen komen te weinig, het hoeft van mij allemaal niet meer, ik begrijpt niets meer van deze tijd…
Zonder het te willen zijn ze niet zulk leuk gezelschap en doen ze zichzelf te kort.
Als je ouder wordt, ben je niet afgeschreven.
Stel, je bent 70. Misschien wordt je wel 90 en blijkt achteraf dat je twintig jaar op je dood hebt zitten wachten.

Ook de laatste jaren van een mensenleven zijn het waard om ten volle geleefd te worden.
Deze jaren zijn minstens zo waardevol als je jaren tussen je twintigste en je veertigste.  Toen had je ook wel eens ergens last van, sliep je slecht of had je het veel te druk, maar toen ‘hoorde het erbij’; je werk en je gezin kostten veel energie, je zette je schouders er onder en door maar weer.
Als je ouder wordt en niet meer druk bent met werk en/of gezin is er gewoon meer tijd om dingen te voelen en stil te staan bij minder leuke dingen.
Vul die tijd dus vooral met leuke dingen, zodat je niet alleen maar zit en piekert.
‘Een zittend gat hef altied wat’.
Je kunt maar beter blij zijn dat je ouder wordt en er iets van maken.
Vooral als je kijkt naar het enige alternatief.

Levensquote 3: Of je als oudere ‘afgeschreven’ bent, heeft voor een groot deel met je eigen instelling te maken.

Klik hier voor de andere delen van deze serie:
1. Leeftijd
Leeftijd is maar een getal en volledig irrelevant, tenzij je een fles wijn bent.
2. Gezondheid
Voor je lichaam zorgen is een investering; je krijgt er iets voor terug dat onbetaalbaar is.
3. Niet afgeschreven
Of je als oudere ‘afgescheven’ bent, heeft voor een groot deel met je eigen instelling te maken.
4. Er op uit gaan 
Als je het zonnetje in huis wilt worden, moet je naar buiten om de kunst af te kijken.
5. Niet te snel opgeven
Rust roest
6. Gezelschap
Zoek het gezelschap van diegenen die het beste in je wakker maken.
7. Nooit te oud om te leren
Op het moment dat je je ergens te oud voor voelt, moet je het juist gaan doen.
8. Hulpmiddelen. Ook voor jou.
Één van de moeilijkste dingen, die je in je leven zult leren,
is dat het lot je ooit zal dwingen,  om hulp te accepteren.  (gedicht: Martin Gijzemijter)
9. Geen spijt.
Voordat je dood gaat…..LEEF.

Reageren

8 september: Universele figuren.

Maandagmorgen 24 augustus las ik bij het ontbijt de krant online.
Er stond een interview in met Marijke Bakker, de vrouw die van 1966 tot 1979  Mamaloe speelde in de serie Pipo de Clown.
Ze vertelde dat ze als actrice vastgeplakt zat aan het personage Mamaloe, net als Joop Doderer  aan Swiebertje; daardoor had ze niet veel andere rollen meer gespeeld.
Ze leek er niet echt mee te zitten.

Pipo de Clown en Mamaloe.
Een serie die in mijn brein gegrift staat.
Natuurlijk werd het op een gegeven moment te kinderachtig, maar wat heb ik genoten van die serie. Het leukst vond ik die oliedomme boeven ‘Snuf en Snuitje’. Die ene stotterde een beetje en alhoewel ik dat als kind ook erg heb gedaan, kon ik daar bij Rudi Falkenhagen, die Snuf speelde ontzettend om lachen.
“M-m-mooie p-parels, f-f-fijne p-p-parels!”

Marijke beschreef in het interview de achterliggende gedachte bij de serie Pipo de Clown.
Volgens haar was het  (ik citeer):
een ijzersterke serie dankzij de universele figuren die een prachtige weerspiegeling geven van de maatschappij. Pipo is onconventioneel. Hij staat voor liefde en licht en voor vrijheid en natuur.  Mamaloe is de vrouw die hem met beide benen op de grond houdt.
De circusdirecteur heet Dikke Deur: een verbastering van het woord ‘directeur’; een man met een groot ego die eigenlijk vooral onmacht uitstraalt. De indiaan Klukkluk is het kind in ons en de boeven Snuf en Snuitje zijn de rommelaars in onze maatschappij. Schrijver Meuldijk slaagde er steeds weer in om mooie, afgeronde verhaaltjes te maken met een kop, een staart en een body.’
Tot zover Marijke.

Als kind heb je geen notie van een achterliggende gedachte.
En toen ik kind was dacht nog niemand na over een karikaturale indiaan.
Wie niet wordt genoemd in het relaas van Marijke is Petra, het dochtertje van Pipo en Mamaloe. Zij was een soort beschouwer in de serie en nam de plaats in van de kijker.
Door haar zag je wat die domme volwassenen allemaal fout deden.
Daarom was het ook zo’n leuke serie!
In mijn jeugd heb ik ooit het boekje ‘Pipo en de wonderaarde’ cadeau gekregen. In dit boekje stond het spannende verhaal van die wonderaarde mét op iedere pagina een foto van de acteurs; ik heb het gekoesterd als een schat.

Op YouTube vond ik nog een oude aflevering van Pipo de Clown.
Ook nog even van genieten voor het slapen gaan? Hierbij een link naar de aflevering over de taart voor Mamaloe. 
“Dag vogels, dag bloemen, dag kinderen….. welterusten!” 

Reageren

7 september: Groentetaart met tonijn, tomaat & courgette

Het is echt courgette tijd!
Kreeg Gerard twee weken geleden nog een courgette van zijn collega, vorig weekend kregen we er twee van onze vrienden in Peize.
Van de ene maakte ik soep voor zondag, de andere ging in een groentetaart.
Daarvoor kreeg ik het recept van Bea er bij:

Dit heb je nodig:
– 2 of 3 blikjes tonijn 
– 2 uien
– 4 tomaten
– 1 courgette
– 6-8 plakjes bladerdeeg
– 2 teentjes knoflook
– 2 el Italiaanse kruiden
(eventueel geraspte Parmezaanse kaas)
– ovenbakplaat en bakpapier.

Dit moet je doen:
– Oven voorverwarmen op 220 graden, bladerdeeg ontdooien, bakplaat met bakpapier bekleden en daarop de plakjes bladerdeeg verdelen. Laat de tonijn uitlekken en vang de olijfolie op.
– Snipper de uien en snijd (of pers) de knoflook fijn; fruit vervolgens de uien in de helft van de uitgelekte olie van de tonijn.
– Na tien minuten de tonijn, de helft van de knoflook en helft van de kruiden bij de uien in roeren en 2 minuten  al omscheppend bakken. Dan dit mengsel verdelen over het bladerdeeg.
– Courgette en tomaat in plakjes snijden en  in lange rijen verdelen over de bakvorm  (in mijn geval 4 rijen courgette en 3 rijen tomaat). De bovenkant bestrijken met de rest van de uitgelekte tonijnolie en de rest van de knoflook en de Italiaanse kruiden erover verdelen.
(Ik strooide de eventuele Parmezaanse kaas er ook nog overheen, maar dat staat niet in het recept. Vonden wij wel lekker.)

Bak de taart onder in de oven 30 minuten goudbruin en gaar.
Op de afbeelding zie je de helft van de taart.
Eet smakelijk!

Reageren

6 september: Blauwe Meer

Op de eerste warme dag van april besloten Gerard en ik een eindje te gaan rijden: even een andere horizon zien.
We reden naar Hoogersmilde, back to the roots.
We vroegen ons af: “Hoe zou het bij het Blauwe Meer zou zijn?”
In onze jeugd was dat ’the place to be’ als je jong was en als het zwemweer was.
Om daar te mogen recreëren moest je een seizoenskaart kopen, maar omdat mijn vader bij de Kalkzandsteenfabriek Roelfsema werkte hoefde ik niet zo’n kaart. Tonnie Berends was de opzichter rondom het Blauwe Meer en hij kende ieder kind van elke medewerker.
Dat kon toen nog.

Inmiddels is er een stuk strand afgebakend met een kurk-lijn en om het oude meer heen mag nu met een dag- of seizoenskaart gezwommen en gezond worden.
Omdat het gebied nu niet meer vrij toegankelijk is zochten we een parkeerplaats op en vonden een eind verderop het meer.
Hier en daar zaten wat stellen, soms met kinderen en voor de rest was het erg rustig.
Wij besloten de aangegeven wandeling te maken: een rondje om het meer. 2 kilometer was die en het werd aangegeven met gele pijlen.

We begonnen aan het rondje bij de verlaten kassa. We vonden geen gele pijlen, maar verdwalen kan bijna niet, want je loopt om het meer heen, dus als je het water steeds aan je rechterkant houdt, kom je vanzelf weer bij het kassahuisje uit. Op de foto zie je het oude meer, waar je mag zwemmen.  Als je op de foto klikt wordt hij groter en kun je de televisietoren zien.
Halverweg kon je even een stukje rechtdoor lopen; in de verte zagen we Hoogersmilde liggen en je kon uit kijken over het nieuwe meer, de plek waar men nu het witte zand naar boven zuigt.  Daar mag je absoluut niet zwemmen, omdat dat heel gevaarlijk is.
Dat water is zo mogelijk nog blauwer als het oude meer.
In het zand van het Blauwe Meer komt plaatselijk glauconiet voor, een mineraal met een donkergroene kleur dat gemakkelijk verweert.
Samen met de diepte zorgt dit voor de blauwgroene kleur van het water.
In het verleden zijn er mensen verdronken in het Blauwe Meer; de echo van de ettelijke waarschuwingen van mijn ouders in mijn jeugd klinken nog na in mijn oren.
“Niet te ver het water inzwemmen (te koude onderstroom) en niet op zandkoppen gaan staan!” (wegens instortingsgevaar)

Wat een heerlijke wandeling!
Het was soms zo stil, dat we alleen de vogels hoorden en het zachte klotsen van de golfjes tegen de wal.
Al wandelend kwamen de herinneringen naar boven.
Van de eindeloze, warme zomerdagen die we doorbrachten aan het water met een boek en een oud transistorradiootje van mijn vader.
Van het maken van onze trouwfoto’s bij het Blauwe meer.
Hoe ik, mijn trouwjurk omhoog houdend, over de paden balanceerde met mijn witte pumps.

Meer achtergrond informatie bij het Blauwe Meer >>>

Reageren

5 september: Guus en Donald.

Na het avondeten lezen Gerard en ik altijd uit een soort dagboekje: de bijbelse dagkalender.  Je leest een klein stukje uit de bijbel en een dominee schrijft daar dan een kleine uitleg of beschouwing bij.
Het komt mij nogal krek: wij zijn hier in Roden nu en in het verleden beslist verwend met voorgangers die  voor hun overdenkingen ook echt aan het denken zijn geweest, zodat je er (bijna) altijd iets van opsteekt. Het maakt dus voor mij veel uit welke dominee een stukje schrijft in het dagboekje.
Een paar weken geleden hadden we iemand die het stukje schriftlezing dat we net hadden gelezen in zijn eigen woorden nog eens beschreef en er één zinnetje ‘algemeenheid’ aan toevoegde. Mooi proza, maar daarvoor heb ik niet zo’n dagboekje.

Deze weken hebben we als schrijver iemand (Ds. C.S van Andel, protestants predikant uit Houten) die me een beetje doet denken aan onze huidige predikanten.
Ze vergeleek de toewijding die Aäron en zijn zonen voor de voorbereiding van de ontmoeting met God in de tabernakel moeten treffen met het in verwachting zijn van een kindje: de toewijding waarmee je dan tot in detail de komst van de baby voorbereid.
Die toewijding doet er er toe: degene die ontmoet zal worden is het waard.
Ze besluit met de zin: De aandacht voor de details houdt gelijke tred met de toewijding aan degene die je verwacht.
Mooi hè?

Eergisteren stal ze m’n hart door haar schrijfsel van die dag te beginnen met de constatering: “Guus Geluk bestaat niet’.
Iemand die een Donald Duck-figuur durft te benoemen in zo’n serieus boekje staat bij mij al met tien punten voor.
Ze schreef dat niemand een leven van louter geluk leeft zoals Guus in Duckstad.
De meesten van ons kunnen zich gemakkelijker identificeren met Donald Duck, die zich met vallen en opstaan een weg door het leven ploetert.

Och ja.
Wat heb ik wat verhalen gelezen over Donald Duck, de eeuwige underdog, wiens goede bedoelingen altijd in schoonheid sterven. De dominee in het boekje had het over ‘een levenslied in Psalmen’ over een leven waarin het wel eens goed gaat, maar ook wel eens heel slecht. Psalmen zijn niet ontstaan vanachter een tekentafel ; het zijn liederen van mensen zoals Donald Duck, die zingen van God die luistert, die antwoordt, bemoedigt en sterkt.

Gelukkig voor Donald zijn er dan ook altijd nog Kwik, Kwek en Kwak waarop hij kan terugvallen; zijn neefjes hebben hem meer dan eens voor nog groter onheil behoed…..
Die was de dominee nog vergeten te noemen; volgens mij staan die voor je netwerk waar je op terug kan vallen.

Reageren

4 september: It’s over….nobody wins.

Soms vind ik per ongeluk een lied.
Eigenlijk zocht ik het nummer ‘Lovin her was easier’ van ‘Kris Kristoffersen, maar ik vond van diezelfde zanger ‘It’s over, nobody wins’.
Een melancholiek lied over een huwelijk dat het niet heeft gered.
Met mooie, droevige zinnen als ‘The lovin’ was easy, it’s the livin’ that’s hard’.
Het lied is in 1972 geschreven door Kristoffersen.
Als je zijn levensbeschrijving leest kun je je helemaal voorstellen wat hij bezingt.
Klik hier voor een uitvoering op YouTube

Later zijn er veel meer uitvoeringen gemaakt van dit nummer; in dit blog laat ik je kennismaken met de twee bekendsten:

De eerste is van Brenda Lee, zij nam het op in 1973.
Een heel andere beleving, een beetje smartlapperig haast.
Hierbij een link naar haar uitvoering op YouTube

De tweede is van Frank Sinatra, ook uit 1973.
Als je net Brenda Lee hebt gehoord, kun je je haast niet voorstellen dat het hetzelfde nummer is. Sinatra maakt er een heel ander lied van door het in zijn eigen stijl op te nemen. Luister hier naar zijn versie.

Kristoffersens opname vind ik het mooist.
Hij is tenslotte ook de schrijver en de manier waarop hij het zingt, met die mooie meerstemmigheid op de achtergrond, spreekt me erg aan.
Het lied ademt de trieste constatering dat ze het niet hebben gered, niemand heeft gewonnen.

Reageren

3 september: Leeuwarden – Blokhuispoort en hééérlijke nacho’s.

“Heb je zin om met mij een dagje uit te gaan? Maandag ben ik de hele dag vrij.”
Deze vraag stelde ik vorige week aan jongste dochter Carlijn en ze vond het een heel goed idee. We gingen naar haar studentenstad Leeuwarden, waar we samen herinneringen ophaalden aan de jaren dat ze daar woonde.
“Dan gaan we ook even naar de Blokhuispoort: dat hebben ze nogal veranderd, ik ben benieuwd hoe het is geworden” opperde ze.
Zo gezegd, zo gedaan.

Toen Carlijn studeerde in Leeuwarden had men in de Blokhuispoort, de oude gevangenis, een experiment waarbij de oude gevangeniscellen werden gebruikt als klein ateliertjes voor kunstenaars. Een soort markt waar je allerlei dingen kon kopen.
Het experiment is kennelijk goed bevallen, want de kunstenaars zitten er nu nog, alleen in een ander deel van het gevangeniscomplex, meer achterin.
Het voorste deel is omgetoverd tot bibliotheek en wat voor één.
Ben je een keer in Leeuwarden, loop er dan eens binnen: je kijkt je ogen uit.
De indeling van de oude penitentiaire inrichting is nog intact, het is alleen anders ingericht.

….combi met tralies….

Carlijn wees me op de kasten en boekenrekken, die een hele mooie combi vormden met de traliehekken voor de ramen.
We vonden het al met al prachtig.
Je kunt logeren in het Alibihostel, er is een Bajes-beach ingericht voor een borrel en het restaurant in het complex heet Proefverlof.
Verder kun je dus terecht bij kunstenaars in de bovengenoemde gevangeniscellen, dat heet nu: het cultureel bedrijvencentrum.
Wel vier blogs kan ik vullen over de herbestemming van dit historische gebouw, maar ik kan veel beter verwijzen naar hun website: kijk en geniet.

Daarna wandelden we het centrum van Leeuwarden in.
“Hier had ik toen een studentenfeestje. Hier waren we toen met vriendinnen. O, wat mis ik die kroeg soms nog….”
We gingen even binnen bij Sikkes voor stofjes en knoopjes, we pasten nog wat kleren bij M&S Mode en pikten een terrasje op een brug over een gracht. Het terrasje hoorde bij ‘Huize Kwast‘.
We bestelden jus d’orange en thee en vonden dat daar best nacho’s bij konden.
Ben je een keer in Leeuwarden, zoek dan naast voornoemde bibliotheek ook Huize Kwast op, bestel wat te drinken en verwen jezelf met een portie nacho’s.
Die waren namelijk niet te scherp, niet te zout, er zat genoeg kaas op, er zaten maar liefst drie sausjes bij en het was niet te weinig.
YUM!

Reageren

2 september: De vijfde zus en de Flamenco-danseres.

Al weer een deel uitgelezen van de Zeven Zussen-reeks van Lucinda Riley: deel 5 getiteld ‘Maan’ over de vijfde zus Tiggy.
Bij dit boek had ik een beetje last van het feit dat er in ieder deel een prachtig historisch verhaal wordt verteld over de voorouders van één van de zussen,  maar dat dat steeds gebeurt met op de achtergrond een liefdesgeschiedenis van de betreffende zus.
Bij dit boek met een hoog kasteelroman-gehalte.
Was het romantische verhaal van de vorige vier zussen goed te lezen, bij deze vond ik het niet meevallen: een Lord die ongelukkig getrouwd is en helemaal verliefd wordt op een gevoelig Zwitsers meisje dat op zijn landgoed werkt. Het kabbelde maar door en daardoor kwam ik in het begin niet echt in het verhaal. Ik zal eerlijk zijn: de kasteelroman zou ik niet hebben uitgelezen als het een op zichzelf staand boek was.  In combinatie met de historische roman moet je hem wel uitlezen om te weten hoe het afloopt.

Het verhaal van het voorgeslacht van Tiggy was onderhoudend en interessant. Het boek nam me mee naar Granada, want deze zus  heeft haar roots in de zigeunerscene in deze Zuid Spaanse stad; de buurt waar ze opgroeit heet  Sacromonte. Die buurt grenst aan de oude Arabische wijk El Albaicín. Het is de plaats waar in de 15e eeuw een grote groep Spaanse zigeuners (ook wel gitano`s of Roma genoemd) ging wonen.
In een interview met schrijfster Lucinda Riley  las ik dat ze een biografie van een bekende  flamencodanseres, Carmen Amaya,  heeft gebruikt voor haar verhaal.
In dit boek heet ze Lucia Albaycin . We maken kennis met haar als ze nog maar een kind is; op jonge leeftijd kan ze al uitzonderlijk  goed  dansen. Haar vader neemt haar mee naar de grote stad, ze krijgt een steeds groter publiek en wordt op den  duur wereldberoemd.
Daarnaast lees je over de burgeroorlog  (1936-1939) die Spanje  verscheurde en waarbij hele families werden omgebracht.

Halverwege het boek was ik nieuwsgierig of ik nog iets kon vinden over die danseres Carmen Amaya en tot mijn verbazing ontdekte ik foto’s en video’s waar ze ‘alive and kicking’ te bewonderen is. (hierbij een link naar een YouTube-video)
Verder lees je in dit boek veel over de cultuur van de gitano’s.
Kennis over geneeskrachtige kruiden wordt binnen de familie doorgeven en binnen bepaalde families zijn er mensen met ‘de gave’: zij kunnen de toekomst voorspellen omdat ze dingen ‘zien’ en aanvoelen.

Met deze vijfde zus heb ik al een groot deel van het pleeggezin van Pa Salt leren kennen.
Je hoort af en toe iets van de andere zussen waar je het verhaal al van kent en tweede zus Ally krijgt zelfs een rol in dit verhaal van Tiggy.
Ook worden er steeds meer vragen opgeworpen over de overleden vader: is hij wel overleden?
En wat is er toch steeds met die Zed?

Benieuwd wat ik vond van de andere delen?
Hierbij een link naar een overzichtspagina: ‘De zeven zussen-serie’ met links naar de afzonderlijke blogs.

Reageren

Pagina 3 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén