een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: november 2022 Pagina 1 van 3

30 november: Iets om te verbergen? Of juist niet?

Van zwemvriendin Ans kreeg ik het laatste boek te leen van Elizabeth George in de serie over Inspecteur Thomas Lynley: ‘Iets te verbergen’.
Toen ik het uit had vond ik dat de titel de lading van deze dikke pil volledig dekt.

Het hoofdonderwerp in dit boek is vrouwenbesnijdenis (Vrouwelijke Genitale Verminking). We maken kennis met een Nigeriaans gezin in Londen, waarbij de vader én de moeder hun dochtertje Simisola van 8 jaar deze gruwelijke ‘behandeling’  willen laten ondergaan.  Die dreiging hangt het hele boek boven de bladzijden. Lukt het de vader, die een Nigeriaanse ‘snijder’ heeft gevonden die het voor een schappelijk tarief wil doen? Of het lukt het de moeder, die een kliniek heeft gevonden waar de (dan veel duurdere)  ingreep onder verdoving en ‘medisch schoon’ plaatsvindt?
Of lukt het haar broer Tani  om zijn zusje voor de gruwelijke verminking te behoeden, door haar ergens anders onder te brengen?
In Engeland is het uitvoeren deze ingreep strafbaar, dus alle voorbereidingen daarvoor moeten in het grootste geheim plaatsvinden.

Een andere verhaallijn vertelt over de politierechercheur Teo van Nigeriaanse afkomst die zelf besneden en dichtgenaaid is, waarvan ze erg veel hinder ondervindt.
Zij is vastbesloten om de illegale praktijken, die in de Nigeriaanse cultuur nog gebruikelijk zijn, op te sporen om er zo een einde aan te maken.
Zij wekt te veel weerstand op en moet het met de dood bekopen.
Dan komt Inspecteur Lynley in beeld, met in zijn kielzog Barbara Havers en Winston Nkata.

Vond ik het vorige boek nog te langdradig en soms niet om door te komen (zie: ‘De twintigste Lynley‘), deze pakte me weer als vanouds.
Dat wil niet zeggen dat het allemaal even leuk is wat je leest.
Een brute vader die geweld en intimidatie niet schuwt, als een tiran regeert over het gezin en er daarnaast doodleuk nog een ander gezin op na houdt.
Een moeder die haar kind hetzelfde aan wil doen als wat haar zelf is overkomen, omdat het nu eenmaal zo hoort.
De verschrikkelijke gevolgen van VGV voor de vrouwen die het door hun ouders destijds is aangedaan.

Maar tussen alle narigheid door valt er ook weer genoeg te genieten.
Het is leuk om te lezen hoe het verder gaat met alle personages die we in de vorige twintig boeken in deze serie hebben leren kennen.
Vriendin van de familie Deborah St. James bijvoorbeeld speelt met haar man en haar vader ook een rol in dit boek.
Brengen haar foto’s de oplossing van de moord dichterbij?
En wordt het nou eens wat tussen Thomas Lynley en Deidre?
Lukt het Dorothea om Havers wat bij te schaven?
En van wie is die geheimzinnige bos bloemen waar Barbara zo van moet blozen?

In dit boek heeft bijna iedereen iets te verbergen: relaties, werkzaamheden, verdriet, er komt van alles aan bod.
Ook VGV wordt bijna altijd verborgen; in het openbaar wordt er bijna nooit over gesproken, er is een grote schaamte.
Toch is aandacht voor dit probleem de beste manier om VGV de wereld uit te krijgen.

Reageren

29 november: Vieren.

In 1993 begon onze toenmalige dominee Hotske Postma met de gespreksgroep ‘Jong Volwassenen’. 33 was ik toen en we hadden twee kinderen van 4 en 6. De gespreksgroep ging van start met ongeveer 10 leden en het was een schot in de roos. We kwamen één keer in de maand bij elkaar en bespraken allerlei onderwerpen die betrekking hadden op het geloofsleven, de kerk. Soms bereidden we een kerkdienst voor of deden we groepsgewijs mee aan een kerkelijke activiteit.

In de loop van jaren ontstond een vaste groep, we deelden lief en leed en werden ouder.
De naam paste op een gegeven moment niet meer goed bij ons. We hebben onszelf een tijdje ‘Jong belegen’ genoemd, maar er kwam een tijd dat het woord ‘jong’ er uit moest.
We heten sinds 2010 ‘Gespreksgroep ‘93′. Eén van de predikanten noemde ons ooit al eens schertsend ‘een gespreksgroep uit de vorige eeuw’. Ja hoor, ja.

Vorig jaar ben ik afgehaakt.
Er stonden vaak te veel dingen in mijn agenda en na corona wilde ik het anders gaan doen; maar omdat we elkaar al zo lang kennen en al zo lang met elkaar meeleven bleef ik wel lid van de app-groep.
Na de zomer was de gesprekgroep nog niet weer bij elkaar geweest.
Eén van onze groepsleden werd getroffen door kanker en moest een zwaar traject in en één van ons kreeg in augustus een zwaar verkeersongeluk waarbij hij ernstig gewond raakte; hij is net twee weken weer thuis uit het ziekenhuis.
In de appgroep kwamen berichten voorbij over ‘een keer weer afspreken nu er zoveel gebeurd is’ en ik vroeg of ik ook mocht komen op de 28e: maar natuurlijk!

Het onderwerp van de avond was: hoe is met iedereen.
Nog aan het werk? Hoe is het met de kinderen? Al opa en oma?
Maar natuurlijk ging het ook over wat sommigen was overkomen.
Hoe herstel je van zo’n zwaar ongeluk en hoe kom je door zo’n kankerbehandelingstraject? Wat doet het met jou en je gezin?
We hadden het niet alleen maar over de lichamelijke gevolgen, maar ook wat het mentaal met je doet.
Over de vragen die je jezelf stelt: waarom ik? Waarom ik niet?
Dat je leven helemaal stil staat en dat je niet kunt overzien hoe het over twee jaar met je zal zijn als de revalidatie helemaal achter de rug is.
Over hoe lief het is dat mensen kaartjes en bloemen sturen, maar dat je eigenlijk maar één ding wilt: dat alles weer GEWOON is.
En dat als alles weer gewoon is je daar te weinig bij stil staat.

Gisteravond hadden we gebak bij de koffie.
Volgens onze gastvrouw: “omdat we het leven moeten vieren”.
Wat fijn dat ik in die app-groep ben gebleven en dat we het leven in al zijn facetten even weer met elkaar hebben kunnen delen.

Reageren

28 november: De eerste zondag van Advent.

De eerste zondag van Advent valt dit jaar op 27 november. Dat is de vroegste datum waarop de 1e zondag van Advent gevierd wordt: dit jaar valt 1e kerstdag ook op een zondag.
Advent is de naam voor de aanloopperiode naar kerst. Het is afgeleid van het Latijnse woord ‘adventus’, dat ‘komst’ betekent.
In de kerk verandert de liturgische kleur in de adventsperiode van groen naar paars; op de afbeelding hiernaast kun je zien dat vanaf Pinksteren de kleur groen centraal stond. In kerken en huizen maken we advent symbolisch zichtbaar door een kaarsenstander of een adventskrans waarop vier kaarsen staan.
Op iedere zondag wordt een extra kaars aangestoken.

Wij proberen in de adventstijd iedere zondag naar de kerk te gaan, maar dat gaat dit jaar al niet lukken.
Gerard was nog niet helemaal klachtenvrij na corona, dus wij kozen er gistermorgen voor om de viering vanuit de Catharinakerk thuis te bekijken.
Het bracht ons weer terug bij de herinnering aan de advent-&kersttijd in 2020 en 2021, toen we als gemeente niet bij elkaar mochten komen.
Natuurlijk: we zijn blij dat we op deze manier toch de viering kunnen meebeleven, maar ik weet na zo’n zondagmorgen ook weer hoe vervelend het was.
Het blikkerige orgelspel, de gemeentezang die heel anders klinkt als je er niet midden tussen in zit, de sfeer die je heel anders beleeft met je haakwerkje op de bank en tenslotte het avondmaal, waar je naar kijkt, maar waar je niet fysiek aan deelneemt.
Maar het verhaal dat voorganger Sijbrand van Dijk ons vertelde kwam net zo goed binnen als anders: bij al het geschreeuw in deze wereld is het onze taak om niet terug te schreeuwen, maar doen wat we kunnen doen als tegenbeweging. Kijken naar wat er gebeurt, helpen, aandacht geven, luisteren, de rust bewaren en recht doen.
Volgende week hopen we weer gewoon in de kerk te kunnen zitten: dan zingen we met de cantorij!

Aan het eind van de week had ik voor ons thuis alvast een adventsbloemstuk gemaakt met vier kaarsen; gisteren staken we de eerste kaars aan.
Dit jaar kon ik eigenlijk geen gebruik maken van de hortensia’s; twee weken geleden vroor het voor het eerst en dan worden de bloemen van die struik bruin.
Achteraan de struiken tegen de heg aan vond ik drie kleine bollen waar nog een beetje kleur in zat, die heb ik toch nog kunnen gebruiken.
Wel kreeg ik van de achterbuurman (die van de karmozijnbessen) een tip: “Deze hulststruik gaan we uit de tuin halen, dus als je er nog iets af wilt plukken voor een bloemstuk ben je van harte welkom.”
Mooie, stevige takken, met behoorlijk veel besjes er nog aan: buitenkansje!
(klik op de afbeelding voor een vergroting)

Vind je het leuk om terug te kijken naar de Adventstukken van voorgaande jaren?
Geen bloemstuk is namelijk hetzelfde.
Andere schaal, andere vorm, andere kaarsen, ander groen: nog 8 ideeën om advent symbolisch zichtbaar te maken.
Hierbij de links naar de betreffende pagina’s:
2021>>>
2020>>>
2019>>>
2018>>>
2017 >>>
2016 >>>
2015 >>>
2014 >>>

Reageren

27 november: Ruhe im Zelt.

Het was ongewoon rustig dit weekend in huize Waninge.
In onze agenda stond bij zaterdag 26 november al een half jaar ‘Sinterklaasfeest’, maar omdat Gerard nog niet vrij was van coronaklachten moesten we dat afblazen. 
Verder konden we ook nergens heen want Gerard mag er nog niet uit, dus we bleven thuis en hadden niks. 
Raar. 
Geen boerenkoolstamppot voor 8 personen, geen full-house en geen slapers.
Het duurt altijd even voordat ik me daar bij heb neergelegd.
Natuurlijk: we hebben een nieuwe datum gepland en dan gaan we het alsnog vieren. 
Maar als je de hele week aan het dichten en inpakken bent geweest en je hebt je zitten verheugen op één van de leukste avonden van het jaar is het ineens vreemd leeg.

‘Ruhe im Zelt’ placht mijn vader dan te zeggen. 
Ik maakte een grote pan uiensoep en probeerde de heerlijke smaak van het Soep-zooitje van gisteren te benaderen. 
Verder zette ik een aantal blogs in de grondverf, maakte mijn mailbox leeg, speelde een half uur accordeon en at ter compensatie van het gemis van het Sinterklaasfeest te veel suikerbeesten en pepernoten. 
Het tweede zakje kikkers en muizen borg ik weg. 
Voor over twee weken…..




 

Reageren

26 november: Brus-dag.

In het Engels is er één woord voor ‘broers en zussen’: sibling.
Kinderen uit hetzelfde gezin.
In het Nederlands is voor dat begrip geen woord beschikbaar, maar van vaste lezer Willem hoorde ik de term ‘brussen’.
Die houden we er in: éėn keer per jaar trek ik een dag op met mijn broer, Brus-dag dus.
Vrijdag 25 november lag al een tijdje vast in onze agenda’s.
Toen ik hem vroeg of hij al iets in gedachten had kwam hij met de oude hanzestad Kampen; een stadswandeling en een bezoek aan de historische sigarenfabriek ‘de Eenhoorn’.
Hij regelde daar een rondleiding waar we om 14.00 u terecht konden.

Vlak voor we de auto wegzetten zag ik al ‘iets moois/iets ouds’ tussen de bomen door schemeren, dus toen het parkeerkaartje betaald was gingen we dat eerst opzoeken, nog vóór de koffie.
Het bleek de ‘Broederpoort’ te zijn, een stadspoort uit 1465.
Kampen was in de veertiende en vijftiende eeuw een belangrijke en machtige stad binnen het Hanzeverbond: “het Rotterdam van de Middeleeuwen”.
Maar toen moesten we ook nodig koffie.
In de oude binnenstad vonden we een tafeltje in Konditorei Smit, gevestigd in een Jugendstill-pand uit 1900.
En daar hadden ze ook nog hazelnootschuimgebak.

Na de koffie zochten we eerst de IJssel op; een brede rivier met een mooie haven waar ook een oude ‘koggewerf’ te vinden is.
We maakten een wandeling langs de rivier, bekeken de mooie, grote schepen die er lagen en daarna was het al weer tijd om te lunchen.
We bestelden allebei een ‘soep-zooitje’: een kom heerlijke, ouderwetse uiensoep met een plat broodje.
Aan ons bezoek aan het sigarenfabriekje wijd ik binnenkort een apart blog, dat kan er vandaag allemaal niet meer bij.

Er zijn in Kampen drie stadspoorten bewaard gebleven, dus die andere twee gingen we ook nog opzoeken: de Koornmarktpoort en de Cellebroederspoort.
Meer weten over deze prachtige restanten van de stadsmuur? Hierbij een link naar de website ‘Ditisleuk.nl‘ met foto’s, informatie en een YouTube-video.
We maakten nog een wandeling langs de gracht en namen nog een afzakkertje in een stadscafé waar we het 1-0 zagen worden.

Onze gezamenlijke liefde voor geschiedenis is de kapstok waaraan deze dag  wordt opgehangen,  maar onze onderlinge gesprekken vormen ook een essentieel onderdeel van deze dag.
Over het gezin dat wij vormden met onze ouders en over opa’s  en oma’s.
Over Hoogersmilde en de kerk van vroeger.
Onze eigen gezinnen en de kinderen.
Over voortschrijdend inzicht in de Zwarte Pieten discussie, over Matthijs van Nieuwkerk, woke,  Black Fryday. muziek…..
Je snapt wel: aan een dag hebben we amper genoeg.

Aan het eind van de dag gingen we samen uit eten bij Van der Valk in Emmeloord.
Dat etablissement was al helemaal aangekleed in kerstsfeer.
Vinden we allebei belachelijk vroeg.
“Wat ’n verstaand.’
Onder ‘brussen’ heb je aan een half woord genoeg.

Vorige ‘brus-dagen’:
2019: Catharijneconvent Utrecht
2020: niet ivm corona
2021: Gorssel en Zutphen

Reageren

25 november: Vrijwilliger.

Onze maatschappij drijft op vrijwilligers: bijna de helft van de Nederlanders van 15 jaar en ouder doet een vorm van vrijwilligerswerk.
Daarvoor geven mensen verschillende redenen aan: staat goed op je CV, het is gezond, je blijft actief en voelt je nuttig, je hebt sociale contacten en  vrijwilligerswerk is onmisbaar in onze samenleving. 
Ook ik doe wat kleine vrijwilligersklusjes; ik ben o.a. webmaster in de websitegroep van onze kerk.
Iedere week vul ik op de website van onze kerk de gegevens in van de dienst van a.s. zondag en hou die rubriek actueel: hierbij een link naar die pagina.
En ja…. zondag is het alweer 1e advent! 

Twee keer per jaar zie ik de andere vrijwilligers van het website-groepje; gistermorgen hadden we weer een vergadering.  
We doen ons best om ons aan de agenda te houden, maar we moeten ondertussen ook nog veel andere dingen bespreken, zoals daar zijn de coronaperikelen, de isolatie van onze huizen, al dan niet zonnepanelen, het nieuwe elektronische patiëntendossier van mijn werk en de tandarts die er meer was gestopt. 
Voorzitter Frits houdt ons bij de les. 

Collega Zwanny doet verder alles op het gebied van het bijhouden/actueel houden van de site; zij bracht een lastig onderwerp in.
Zij is het meest ‘ingewerkt’ in de achtergronden van onze website.
Zij weet hoe het allemaal werkt met de pagina’s, de menu’s, de linken en aan de website hangende mailboxen. 
“Het is nog goed te doen, maar het is heel veel. Ik realiseerde me laatst dat het lastig wordt om mijn kennis straks over te dragen aan iemand anders.”
Zwanny is vanaf het begin bij de website betrokken en is dus in die jaren in kennis en ervaring ‘meegegroeid’.
Ook Theo, de man die alles weet van Joomla, het systeem waarmee onze website is gebouwd, constateerde dat hij de enige is die dit werk kan doen binnen onze club. 
Ik vertel geen geheim als ik zeg dat de meesten van ons de zeventig gepasseerd zijn.: het wordt tijd dat wij rond gaan kijken naar jongere ‘webmasters’ die te zijner tijd het stokje van de mensen van het eerste uur gaan overnemen. 

Ben jij iemand of ken jij iemand die ons team zou kunnen versterken?
Welkom!
Als ik even voor mezelf spreek: dit vrijwilligerswerk past mij als een handschoen. Ik draag de kerk een warm hart toe en ik hou van ‘prutsen op de computer’.
Het meeste werk kan ik doen op momenten dat het mij het beste uitkomt en ondertussen leerde ik werken met Joomla.

Toen ik gistermorgen wegging waren de gesprekken kennelijk nog niet af: met de jas aan stonden we nog te praten.
Want ook dat hoort er bij: even horen hoe het met iedereen is.
En dan mag het ook best even over de tandarts en zonnepanelen gaan.
Vrijwilligerswerk is niet alleen maar ‘werk’.

Reageren

24 november: Saar en Aaltje.

Van de kinderen kreeg ik op mijn verjaardag in oktober een abonnement op het tijdschrift Saar, een blad voor vijftigplus-vrouwen.
Dit blad hoort bij de Saar-website en de Saar-podcast, waar ik al vaker over schreef.
Dit is de reden waarom het platform Saar er is:

Vijftigplus vrouwen zijn net gewone mensen.
We trouwen, we scheiden, we werken, we beginnen start-ups, we daten, we gaan naar popfestivals. We zijn ook met steeds meer: in 2019 is meer dan de helft van de Nederlandse bevolking ouder dan vijftig. Wel een beetje jammer dat het in de media nog steeds draait om jongere mensen. Beter gezegd: jongere vrouwen. Vrouwelijke televisiepresentatoren krijgen een schop onder de kont als ze te veel rimpels krijgen: hoepel maar op naar Omroep Max. Vrouwenbladen, actualiteitenprogramma’s, praatprogramma’s, journaals en reclamemakers – iedereen laat het liefst veertigminners zien.

Tot saarmagazine.nl werden ook op internet vijftigplussers neergezet alsof ze louter op een elektrische fiets door de duinen fietsen, gekleed in identieke jacks, daarna lekker wegzakken in hun Sta Op Stoel die hen vervolgens hup het bed in torpedeert. En morgen gezond weer op, want dat is hét moment om je testament te wijzigen voor je geruisloos de pijp uit gaat.

Hoog tijd dus voor saarmagazine.nl: een website voor vijftigplusvrouwen die midden in het leven staan.
Die zich jong voelen, kleden en gedragen, maar die je nauwelijks terugziet op tv en in tijdschriften. De media en de maatschappij zijn gericht op kinderen, jongeren, gezinnen – en bejaarden. Daartussen zit een heel leven waar wij een gezicht aan geven. Zo’n zeven keer per dag schrijven we op saarmagazine.nl over alle leuke, dramatische en hilarische kanten van ouder worden.

Bron: Saarmagazine.

Het blad lijkt op de Linda.
Het leest als een trein en het is over het algemeen herkenbaar wat er wordt gebracht.
Alhoewel….het artikel over facelifts, buikwandcorrecties en injectables was wel een ‘heel-ver-van-mijn-bed’ show.
Hilarisch was het verhaal over een ouder stel dat besloot om te gaan trouwen en terecht kwam in de wereld van de weddingplanners en ‘wat beslist moet op de mooiste dag van je leven!’
Ze deden (net als Frea en Jon overigens) gewoon wat ze zelf wilden en hadden een fantastische dag.

Als ik het blad uit heb kom ik tot de conclusie dat ik weer een blad heb gevonden dat bij mij past. Leuk; ga ik van genieten!
Dat wil overigens niet zeggen dat ik er in zou passen.
Mijn leven is veel te gewoon (lees: niet hip) en veel te voorspelbaar.
Het blad lees ik net zoals ik de podcast beluister: met een lichte verwondering over wat andere vrouwen van mijn leeftijd vertellen over hun leven.
Soms ben ik een beetje jaloers (‘dat durf ik toch nooit’)  en soms ben ik blij dat ik niet hoef.

Eigenlijk heb ik zelf al meer dan 8 jaar een eigen digitale versie van de Saar: deze website met iedere dag een artikel uit het leven van een 50+plus-vrouw.
Die in het Noorden van het land woont en al meer dan veertig jaar bij dezelfde man is.
Een deeltijdbaan en een E-bike heeft.
Naar de kerk gaat.
Van handwerken en zingen houdt.
Pietsie degelijk en saai misschien…… maar wellicht een gat in de markt: komt er na de Maarten en de Linda straks nog een ‘Aaltje’ 😉 !

Reageren

23 november: Blues voor Slauerhoff

Woensdagavond 26 oktober moest ik op een raar tijdstip nog even weg met de auto: iets ophalen uit Hoogkerk.
21.40 uur stapte ik in de auto. Dan hoor je op Radio 5 het programma Volgspot van Hijlco Span.
Daar moet je een beetje geluk mee hebben; soms heeft hij een leuke gast met fijne luistermuziek, soms is het gewoon niet mijn soort artiest.
Die avond had ik geluk: Jeroen Zijlstra was er.
Van hem staat er één nummer op mijn Spotify afspeellijsten: Durgerdam slaapt.

Ik kreeg alleen het laatste kwartier van de uitzending mee en het ging over welke muziek Jeroen graag in de Evergreen Top 1000 zou zien.
De show werd afgesloten met een lied van Jeroen zelf: niet Durgerdam, maar ‘Blues voor Slauerhoff’.
Nooit van gehoord.
Slauerhoff?
Dat is toch een dichter?

Was ook zo.
(Meer weten: hierbij een link naar Wikipedia.)
Jeroen vertelde dat het lied ging over het gevoel dat ook de gedichten van Slauerhoff ademen: aan de ene kant de heimwee naar de zee en op zee altijd heimwee naar het vaste land.
Het lied begint met een enkele trompet, miniem begeleid op piano en een bas; later komen er meer instrumenten bij.
Daar zat ik alleen in de auto met die mooie trompet en die bijzondere stem.
‘Ik volg de bakens en het vuurtorenlicht….’
Oeh.
Wat ja mooi.

Nu staan er twee nummers van Jeroen Zijlstra op mijn Spotify afspeellijsten.
Benieuwd naar het lied?
Hierbij een link naar een YouTube-video met het nummer.
Hieronder vind je de tekst.
Als je de link opent en teruggaat naar mijn website kun je meelezen.
Let dan ook even op de trompetten, het blijft namelijk niet bij één.
Je hoort er steeds meer in een prachtig arrangement.

Genieten.

Wat is een haven
Een kruis op een zeekaart gekrast
Ik zoek een haven
In ’t kraaiennest hoog in de mast
Ooit komt een haven, mijn haven in zicht
Ik volg de bakens, en ’t vuurtorenlicht
Ooit, ooit, ooit, ooit
Ik volg de bakens en het vuurtorenlicht.

Waar ligt de haven
Ik zoek kust voor kust naar mijn plek
Waar is de haven
De heimwee die maakt me haast gek
Ver blijft de haven en ver blijft mijn huis
‘k vaar met de sterren, wanneer kom ik thuis
Ooit, ooit, ooit, ooit
Ik vraag de sterren: “Wanneer kom ik thuis?”

Wie is mijn haven,
Wie roept er mijn naam in de wind
Wie is mijn haven
Een vrouw bij de zee of een vriend
Die als ik aankom, bij storm en bij nacht
Straalt als een baken en mij heeft verwacht
Ooit, ooit, ooit, ooit
Ooit komt de haven mijn haven in zicht
Ik blijf je schrijven
einde bericht.

Reageren

22 november: Nothing on the hand.

De gevolgen van het coronavirus nemen duidelijk af: ik ben er volgens mij bijna doorheen.
Nog niet helemaal klachtenvrij, hoor: een hoestje, een rare stem en nog geen trek in eten.
Ook de vermoeidheid speelt me nog parten.
Gerard heeft het inmiddels toch van mij overgenomen, maar heeft er hoegenaamd geen last van.
Gistermorgen voor hij naar zijn werk ging deed hij gewoontegetrouw nog even een test.
Met de broodtrommel onder de arm en de jas al aan zag hij tot zijn stomme verbazing twee rode streepjes verschijnen.
Huh?
Toch nog corona.

Twee en een half jaar bang voor geweest.
In het begin zelfs panisch.
De hematoloog was er duidelijk over: “U moet het niet krijgen.”
Gerard zou zich onmiddellijk bij het UMCG moeten melden; tot begin dit jaar was dat nog het scenario.
Deze zomer raakte de brand er pas uit en nu merken we dat het virus Gerard amper iets doet.
Nothing on the hand, om maar eens een prachtig ‘Engels’ spreekwoord te gebruiken.
Hij kreeg steeds mooi op tijd zijn boosterprikken en zijn lichaam heeft kennelijk genoeg bescherming opgebouwd om het virus te weerstaan.
Gerard is gewoon aan het werk; vanuit huis weliswaar, maar hij maakt zijn normale uren.
Wat een opluchting!

Ook opluchting bij ons gezin, enerzijds vanwege het meevallen van de coronagevolgen, anderzijds omdat het Sinterklaasfeest dat we a.s. zaterdag gaan vieren waarschijnlijk door kan gaan.
Er was door mijn coronagedoe al een beetje rekening gehouden met een SinterKerst-viering dit jaar.
Maar we prijzen ons nog niet rijk: eerst zien dan geloven.
Het coronavirus is erg grillig gebleken, dus tot zaterdagmorgen houden we tien slagen om de arm.

Er is vanuit ons netwerk hartelijk en warm met ons meegeleefd: dank daarvoor, ook namens Gerard!

Reageren

21 november: Eigenbelang.

De afgelopen weken heb ik de afleveringen van ‘1672 het rampjaar’ op de televisie gevolgd. Als je van geschiedenis houdt een heerlijk programma.
Je krijgt een goed beeld van wat er in die periode  gebeurde: wie waren de hoofdrolspelers, wat waren hun belangen en hoe was het voor de burgers.
Er waren opnames gemaakt in oude steden en regelmatig zag ik bekende gebouwen voorbij komen die wij de afgelopen jaren met z’n tweeën bezocht hebben. Dan hoor je welk deel van de geschiedenis zich daar heeft afgespeeld en wat het strategische belang was van dat gebouw of dat stadsdeel.

Dit geschiedenisprogramma leerde me iets over de (nog steeds bestaande) afstand tussen ‘Holland’ en de overige provincies.
De Republiek der Nederlanden werd in 1672 geregeerd door rijke regenten onder leiding van Johan de Wit. Die rijke bovenlaag had zich vooral gericht op de handel en het vergaren van meer geld en goed en was de verdediging van het land een beetje vergeten. De vestingen waren niet goed onderhouden en er was niet genoeg wapenvoorraad.
Toen de Franse en Duitse legers oprukten werd de Hollandse waterlinie in stelling gebracht en dat betekende dat er grote delen land tussen de Zuiderzee en de Merwede onder water werden gezet om het leger van Franse Zonnekoning tegen te houden. Het rijke westen van het land was daarmee beschermd, de rest moest zich maar zien te redden. Die redde zich eigenlijk niet; Zuid- en Midden Nederland werd onder de voet gelopen door de Fransen en Oost Nederland werd bijna helemaal ingenomen door de bisschop van Münster, Bommen Berend.
Het lijkt een beetje op het verhaal van de Galliërs tegen de Romeinen, maar het vestingstadje Bourtange en de stad Groningen hielden stand tegen de Duitse bisschop. Daarmee werd ook de weg naar Friesland voor het Münsterse leger afgesloten. Het Gronings ontzet, dat ieder jaar nog op 28 augustus wordt gevierd was van groot belang voor ons land.

Kort door de bocht, deze bovenstaande samenvatting.
Wat je ziet is dat vooral de boeren, burgers en buitenlui heel erg te lijden hebben gehad van de oorlog.
Er werd door de Fransen en Duitsers geplunderd, geroofd en verbrand.
Wat je ook ziet is dat de strijd tussen protestant en katholiek nog lang niet gestreden was.
In naam was de Republiek der Nederlanden protestant, maar in de praktijk waren er nog grote gebieden waar men sympathiseerde met de katholieke kerk.
De inval van de roomse Zonnekoning en Bommen Berend kwam voor die Nederlanders dus ook als geroepen: nu kon het katholieke geloof weer openlijk beleden worden.

Dit televisieprogramma levert mij inzicht op in de ingewikkelde problematiek van die tijd.
Het is nooit zwart/wit; Johan de Wit was niet heilig en Willem van Oranje III ook niet.
Nederland werd van drie kanten aangevallen omdat het een stinkend rijk land was en de andere landen wilden daar een stokje voor steken: zij wilden zelf rijk worden.
Afgunst en eigenbelang lag hieraan ten grondslag.
En burgers zijn altijd de dupe van het eigenbelang van de hoge heren.

Heb je het Rampjaar 1672 gemist?
Deel 6 komt a.s. vrijdag en je kunt alle delen nog terugkijken.  (ik zou het doen!)
Hierbij een link naar de NPO-website.

Reageren

Pagina 1 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén