een alternatief voor 'de waan van de dag'

9 februari: Twee koningen in de jeugdliteratuur.

In de herfstvakantie van vorig jaar vond ik op de boekenzolder van ‘Puutje Snoep’ in Westerbork twee bekende boeken die ik nog niet gelezen had. Ze kwamen al uit in mijn jeugd: ‘Brief voor de koning’ van Tonke Dragt uit 1962 en ‘Koning van Katoren’ van Jan Terlouw uit 1971.
Allebei de boeken worden geloofd en geprezen als zijnde iconen van de Nederlandse jeugdliteratuur, maar aan mij zijn ze destijds helemaal voorbij gegaan.
Dat ging ik inhalen. In mijn nieuwjaarsvakantie begon ik aan ‘Brief voor de koning’ en leefde mee met de 16-jarige Turi die na een doorwaakte nacht tot ridder zal worden geslagen, maar die door een oude vreemdeling wordt weggeroepen en vervolgens spannende avonturen beleeft.
Drie avonturen heb ik gelezen en toen was het wel klaar, dat hield ik niet nog tientallen bladzijden vol, dus ik las hoe het afliep en legde het boek verder ongelezen weg. Ik ben tenslotte geen dertien meer, het is niet echt meer voor mij bedoeld. Het deed me denken aan de reis die wordt beschreven in ‘De ban van de ring’ en dat vond ik destijds ook niet om door te komen.

Na deze teleurstelling duurde het even voordat ik mij durfde te wagen aan ‘Koning van Katoren’, maar mensen: wát een ander verhaal!
Een spannend en meeslepend boek was het! Ook nu is een jonge jongen de hoofdpersoon, Stach heet hij. Hij wil graag koning van de Katoren worden, maar wordt daarin behoorlijk dwars gezeten door de 6 zittende ministers die na het overlijden van de vorige koning de macht hebben gegrepen. Ze geven hem moeilijke opdrachten, waarvan ze op voorhand denken dat Stach ze niet eens zal overleven. Dan zijn zij mooi van hem af.

Jan Terlouw vertelt een sprookje met een dubbele bodem: de moeilijkheden waar Stach mee wordt geconfronteerd lijken namelijk erg op allerlei bekende maatschappelijke problemen. De krijsende vogels van Decibel bijvoorbeeld staan voor geluidsoverlast, de granaatappelboom van Wapenfelt voor de wapenwedloop en de draak van Smook is een metafoor voor de milieuvervuiling.

De allermooiste vergelijking vond ik de schuifelende kerkgebouwen van de plaats Uikumene.
De kerken bewegen uit zichzelf voorwaarts en verpletteren alles wat zich op hun weg bevindt: huizen, bomen en mensen en zelfs de woning van de burgemeester. Het lukt Stach om kerken naar elkaar toe te laten schuifelen zodat ze midden op de Markt één grote kerk vormen.
Dit probleem symboliseert natuurlijk de grote hoeveelheid religies en kerkgemeenschappen die allemaal een eigen ramkoers volgen.

Het spannendste en meest duistere deel van het verhaal ging over de tovenaar van Ekilibrië; Pantaar heet hij.
Hij vraagt iedere avond van één van de inwoners een aalmoes: iets waaraan men zich gehecht heeft. De vraag is: wat heb je het meeste lief?
Stach komt in het hol van de leeuw als Pantaar hem meeneemt omdat de tovenaar denkt dat hij het meest geliefde object van de burgemeester is.

Ben je 63, sla je nagelbijtend van de spanning de pagina’s om. Een verhaal over politieke spelletjes en machtsmisbruik, over de corrumperende werking van monopolies, maar vooral ook over de kracht van samenwerken.
Ook nog niet gelezen? Alsnog doen!

Vorige

8 februari: Doelen versus conditie.

Volgende

10 februari: Voor mijn kinderen.

  1. Thea

    Beide boeken zijn door mijn dochters verslonden en ik heb ze voorgelezen aan een neefje en nichtje. We hebben alle 5 genoten van de boeken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Type de getallen in cijfers in onderstaand vak * Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén