een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 1 van 269

21 december: Kransen, kransjes en kransnoten.

Koken en bakken.
Het lukt me altijd redelijk goed, maar ik ben niet van de verfijnde en exquise gerechten.
Stamppotten, ovenschotels, AVG-tje, soep, nasi, pasta: er komt van alles bij ons op tafel, maar het is gewoon.
Geen tierlantijnen.
Afgelopen week waren we te gast bij één van onze PKN-gemeenteleden die dat wel heel goed kan.
Hij trakteerde ons op een vier gangen menu  dat begon met een Poolse bietensoep en als tweede gang gebakken champignons met een sausje en een gepocheerd ei.
De derde gang was een soort hartige taart van filodeeg met een groente/kruidenmix als vulling en we sloten het etentje af met een klein glaasje witte chocolademousse met kersen.
En dit alles geserveerd op een prachtig gedekte tafel met oud servies en een heuse soepterrine.
O, wat kan ik daarvan genieten!
En daarbij bedenk ik: ga ik niet doen.
Daarvoor ben ik te veel ‘van de praktische’ zou Kluk-kluk zeggen.

Maar één dezer dagen waagde ik me toch aan het bakken van iets moeilijkers dan boerenappeltaart.
Van Sinterklaas/Renny kreeg ik een mooi cadeau en later het recept voor die lekkere speculaas die bij het cadeautje zat. Bij dat recept zat nog een andere bakbeschrijving: kerstkransjes.
Met de hand uitgeschreven en de bron stond er bij: Trouw december 2020.
Vrijdag was mijn eerste kerstvakantiedag en ’s morgens bij de boodschappen nam ik de ingrediënten die ik nog niet in huis had mee.
Je moest de schil van een citroen raspen.
Dat zie ik ze ook wel eens doen in Heel Holland Bakt, maar ik begreep nooit zo goed waarom.
Nu wel.
Die schil bevat veel aroma’s die extra smaak geven.

Het was best een avontuur.
“Steek met een kransjessteker kransjes uit het deeg.”
Heb ik niet.
Maar het mocht ook met een glas en een appelboor.
Die heb ik wel.
De eerste kransjes werden kransen, omdat ik een te groot glas gebruikte.
Volgens mij had ik het deeg ook te dik, want het waren enorme kransen die aan elkaar gegroeid waren op de bakplaat.

Van het deeg dat ik over had draaide ik een nieuwe bal, rolde het deeg nog een keer uit en maakte nu met een kleiner glas kleine kransjes.
Die waren ook wat dunner.
Een hele bakplaat vol kleine kransjes had ik en ze waren lekker en bros.
De rondjes die ik er had uit gestoken had ik ook gewoon meegebakken, zodat we nu ook ‘kerstkransjespepernoten’ hebben.
Lekker!

Maar het blijft bij één avontuur.
Het is voor mij gewoon te veel gedoe; ik koop wel een pak kerstkransjes bij de bakker.
Het is best veel werk, als je de ingrediënten bij elkaar optelt ben je nogal wat kwijt en ik mag zelf niet zoveel koekjes eten.
Ik geef wel wat weg hier en daar.

Wil je deze kerstkransjes ook eens bakken?
Hierbij een afbeelding van het recept.
Als je op de afbeelding klikt, komt hij groter in beeld.
Succes!

En die lekkere speculaas?
Die ga ik rond Oud&Nieuw uitproberen!
Wordt vervolgd dus.

 

Reageren

20 december: Kerstpakket

December is de maand van het kerstpakket.
Gistermiddag was er een feestelijk eindejaarsmoment met alle afdelingen bij ons op de gang, waarbij de pakketten aan ons werden uitgereikt.
Het was de bedoeling dat we een beetje gingen mengen met de medewerkers van de andere afdeling waar wij in de toekomst meer mee gaan samenwerken.
Er was drinken en er was lekkers in de vorm van oliebollen, lekkere koeken en chocola.
En weer mocht ik het verhaal over Pieter en de kerstgedachte voorlezen.
En waar in Roderwolde 90% van de aanwezigen de streektaal zelf spreekt: dat was gistermiddag met mijn collega’s wel anders.
Natuurlijk, het blijf een feest om het voor publiek voor te lezen, maar mijn beleving is heel anders, ik heb het gevoel dat ik mijn nek behoorlijk uitsteek.
In Roderwolde voelt het als ‘onder ons’, maar op mijn werk spreek ik bijna nooit Drents.
Niemand eigenlijk; we werken in de binnenstad van Groningen.
Natuurlijk zijn er nog genoeg collega’s die een streektaal spreken, Gronings of Fries bijvoorbeeld, maar bij ons op de afdeling hoor je het nooit.
Maar het verhaal viel goed in de smaak.

Het mooie is dat de gesprekken na zo’n verhaal gaan over de streektaal.
“Mijn vader kwam uit Utrecht, mijn moeder uit het zuiden van Drenthe. Ik versta het wel, maar spreek het niet meer.”
“Wij spreken thuis Westerkwartiers, maar we hebben onze kinderen in het Nederlands opgevoed.”
Wat leuk, zulke gesprekken!
Verder ontmoette ik een aantal collega’s die ik al wel van naam kende, maar waar ik geen gezicht bij had.
Ook maakte ik kennis met Hetty Waninge.
Altijd als ik haar naam zag dacht ik: ‘Zou zij familie van Gerard zijn?’ en gistermiddag heb ik haar gesproken en het gevraagd.
Geen familie. Zij is van de Friese tak. Maar we hadden een genoeglijk gesprek; alleen daarom al is het leuk om elkaar af en toe buiten het werk om te zien.

En dan het kerstpakket.
De doos met kerstpakketten stond al een tijdje in een kast bij ons op kantoor en een blind paard kon nog zien dat daar geen 120 verrassings-pakketten in zaten.
Het was een vrolijke, kartonnen enveloppe met een bedankje voor onze inzet van de grote baas en een link met een inlogcode naar de website ‘Keuzekado’
Je kunt er van alles van vinden, maar ik geniet altijd van het cadeautje dat ik aan het einde van het jaar van mijn werkgever krijg.
Er waren verschillende categorieën, zoals ‘Body Mind & Sport’ , ‘Home and Living’ ‘Koken en tafelen’ en ‘Tuin en vrije tijd’.
Wát een keuze…!

Toen ik alles had bekeken wist ik het niet.
Te veel.
Zoveel leuke dingen!
Een zeegroen strandlaken voor de FysiYoLates-lessen?
Een ouderwets, mechanisch horloge?
Goed doel?
Lampjes in de tuin op zonne-energie?
Een stoere fietsrugtas?
Het werd uiteindelijk het strandlaken; de punten die ik over had verdeelde ik over de goede doelen.
Dit jaar dus geen dingen in mijn aanrechtkastjes die we uiteindelijk toch weggooien omdat ze over datum zijn: fijn kerstpakket!

Reageren

18 december: Verhalen in Roderwolde.

“Heb jij zin/tijd om mee te werken aan het kerstfeest voor ouderen in Roderwolde?”
Die vraag kreeg ik vorige maand van onze voorganger Sybrand van Dijk.
Zin? Altijd.
Tijd? Gemaakt.
Wat geschoven met mijn werkdagen/tijden zodat ik er toch bij kon zijn: om 16.00 uur in Roderwolde was nog ruim op tijd.

We hadden een aantal bekende kerstliederen uitgezocht en een klein programma samengesteld: samenzang afgewisseld met duo/solozang en twee korte kerstverhalen.
Er was koffie/thee, er waren lekkere kerstkransjes en chocolaadjes en we hadden een genoeglijke middag.
Nou gaat het zingen mij tegenwoordig niet meer zo gemakkelijk af als vroeger.
Sinds de problemen met mijn stem tijdens de coronaperiode is het wel wat opgeknapt door de bemoeienissen van Betty, (de zangpedagoge die me hielp), maar ik moet het toch echt wel wat doseren. Een half uur achter elkaar zingen gaat niet meer.
Maar dat hoefde gelukkig ook niet!
Sybrand zong heel veel liedjes met mij mee: hij zong dan de sopraan partij, dan kon ik de alt zingen.
We zongen kleine blokjes met 2 of 3 kerstliederen en we zongen het ook wat lager dan in het liedboek staat.
Soms wat te laag.
Organist Ad van Nes, die naast mij zat, bromde halverwege een lied in mijn oor: “Je moet het een terts hoger zingen, het is zo te laag….”
Hij had groot gelijk: daarna klonk het beter.

Bij zulke kerstmiddagen dwalen mijn gedachten altijd even af naar de talloze kerstbijeenkomsten die ik in mijn leven al heb bijgewoond.
En waar een groep mensen met kerst bij elkaar is hoort een kerstverhaal; tientallen verhalen heb ik inmiddels al gehoord.
Vroeger op de zondagschool was het vrije kerstverhaal tijdens het kerstfeest voor mij één van de hoogtepunten tijdens de kerstdagen. Roelof Hoeks was mijn favoriete verteller. Hij vertelde uit het hoofd en kreeg de zaal muisstil met verschillende stemmetjes en een mooi verhaal. Ademloos zat ik op het puntje van mijn stoel. In mijn geheugen gegrift staat het verhaal ‘Wolven in de kerstnacht’. In een tijd dat er bij ons al lang geen wolven meer in het land leefden zat ik als kind te griezelen bij de beelden die Roelof opriep: een vader die op kerstavond met de slee met een ton vol lekkers en cadeautjes uit de stad kwam, maar die het vege lijf moest redden door het eten en de pakjes uit de ton te gooien en zichzelf in die ton te verbergen.
Die moeder en die kinderen waren later zonder lekkers en pakjes zielsgelukkig dat hun vader nog leefde.
Ik kan de zucht van verlichting over een goede afloop en het gevoel dat daarbij hoorde nog zo oproepen.

Gistermiddag hoorden wij Sybrand het verhaal ‘De spin en het Christuskind’ voorlezen.
Het is een legende over waarom we engelenhaar in de kerstboom doen.
Wil het ook lezen? Hierbij een link naar het verhaal.
Ook ik mocht een verhaal voorlezen.
Over Pieter en de kerstgedachte.
En hoe vaak ik het ook al heb gedaan: voor mij blijft het een feest om het voor publiek voor te lezen.

Reageren

17 december: Hoe je een boom kunt missen.

Misschien had je het al gezien: sinds gisteren heeft deze website een nieuwe header met een kerst-tintje.
In voorgaande jaren had ik dat ook, alleen toen stond de grote, Koreaanse zilverspar nog in onze tuin. Om je herinnering even op te frissen: hiernaast een kleine weergave van de toenmalige header.
Toen de grote boom in dit voorjaar werd gekapt voorzagen we al dat we hem met kerst ontzettend zouden missen en dat is ook zo.
Maar natuurlijk kwam er wel weer wat anders.
Onze achterbuurvrouw had een sparretje in haar tuin staan dat ze eigenlijk wel kwijt wilde: of wij daar belang bij hadden.
Ja; leuk!
Gerard haalde het boompje uit haar tuin, zette het in een grote pot waar tot begin november mandevilla’s in stonden te bloeien en hing de lampjes erin.
Ik had nog wat plastic ballen en een ster met een rood-groene strik erom voor bovenin.
Na de kerst krijgt deze spar een mooi plekje ergens in onze tuin.

Als je goed op de foto rechts kijkt zie je rechts onderaan onze Gradus staan.
De laatste keer dat ik over hem schreef was eind oktober.
Hij had een nieuw plekje gekregen onder de jonge, Spaanse zilverspar, nadat onze oude Koreaanse zilverspar was omgezaagd.
Een foto van de trotse tuinkabouter vind je op het blog ‘Is dit nu mijn leven?‘ uit mei van dit jaar.
Maar helaas: die Spaanse zilverspar was helemaal bruin en dood toen wij uit Italië terugkwamen.
Gradus stond met zijn laarsjes tot de enkels in de bruine sprietjes.
Daarna hield hij de wacht onder de zonnewijzer tussen de twee zomerpotten met mandevilla’s in, maar dat is natuurlijk niet echt een goede plaats voor een houthakker.
Sinds vorige week staat hij nu met een kerstbal aan zijn muts voor de buitenkerstboom.
Tussen een zilveren ster en een zilveren bal in.
Onze kleine houthakker staat weer voor een boom!

Inmiddels hebben we een nieuwe Koreaanse zilverspar.
Die staat nu versierd in onze woonkeuken voor kerstboom te spelen en dat gaat hem goed af.
Na de jaarwisseling zal dit boompje ook in de tuin komen te staan en gaat Gradus weer op hem passen.

Reageren

16 december: Ophouden?!

Het was een weekend met veel ‘kerk’ omdat ik twee dagen gastvrouw was in de Catharinakerk tijdens de Weihnachtsmarkt Roden.
Daarom gingen wij gistermorgen niet naar de PKN-viering op de 3e zondag van Advent, maar ik wilde wel graag naar de vesper om 19.00 uur: in die avondviering konden we luisteren naar

Kamerkoor Cantus (afbeelding website van het koor)

Kamerkoor Cantus onder leiding van Karel Stegeman, ook cantor van onze cantorij.
Dit stond er over op de website van de kerk:
Hij heeft dit koor zelf opgericht. Jonge, geschoolde zangers zingen prachtige advents- en kerstmuziek.
Het wordt een mooie avond, aangevuld met onze gebeden, zang en aandacht. 
Van harte bij iedereen aanbevolen!”

Voor vesper-begrippen was de kerk behoorlijk vol; dat kwam ook omdat er heel veel cantorijleden aanwezig waren die ‘dat andere koor van Karel’ wilden horen zingen.
Het was prachtig; absoluut prachtig!
Jonge stemmen die met gemak de hoge noten haalden.
We hoorden en zongen mee met bekende stukken, zoals ‘Once in royal Davids city’ en ‘O come all ye faithfull’ maar ook (voor mij) onbekende stukken, zoals ‘Die drei Könige’ en ‘Ein kind geboren zu Bethlehem’. Mooi, die oude Duitse kerstmuziek. Ik vroeg me gelijk af waarom in Nederland eigenlijk vooral de oude Engelse carols worden gezongen: die Duitse liederen zijn ook mooi.
Maar wel minder bekend natuurlijk.
Waar ik dacht dat ik een lied kende, ‘In the bleak midwinter’, bleek het toch een iets andere versie te zijn.

Er was ook een lied dat ik wel goed kende: ‘In dulce jubilo’, dat we ook met de cantorij zingen.
En daar houdt dan ook iedere vergelijking op.
Kamerkoor Cantus splitste zich op in twee delen en zongen een betoverende uitvoering van dit lied.
Tip: ze zingen dit lied aan het eind van de vesper op verzoek van voorganger Sybrand van Dijk nog een keer, je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.

Toen we na de dienst met elkaar naar de uitgang liepen zei één van de cantorijleden: “Nou, wij kunnen wel ophouden met ons koor…”
Met andere woorden: zo mooi als zij zingen wordt het bij ons nooit.
Nee.
Natuurlijk niet!
Wij hebben geen geschoolde stemmen, wij zijn gemeenteleden die in een koor zingen om de gemeentezang te ondersteunen.
En wij hebben een fantastische dirigent die er uit haalt wat er in zit en daar heeft onze PKN-gemeente én wij plezier van.
Bij een kerkdienst gaat het om andere dingen dan perfecte zang; maar het is wel fijn als je als cadeautje eens zo’n koor in een viering hebt.

Meer weten over Kamerkoor Cantus? Hierbij een link naar hun website.

Reageren

15 december: Kale boom.

Sinds vorige week, 2e advent, staat er in de Catharinakerk een metershoge kerstboom.
Versierd met lichtjes, slingers en een paar ballen.
Het onderste stuk van die boom was niet versierd met ballen: tijdens de Roder Weihnachtsmarkt  (14 en 15 december) kon je in onze kerk een bal kopen waar je iets op kon schrijven: en wens, een spreuk, of bijvoorbeeld de naam van een geliefde.

Er werd massaal gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een bal in de boom te hangen.
Op zaterdag én op zondag stond ik drie en een half uur als gastvrouw/gids in de kerk en raakte regelmatig ontroerd door wat ik zag en hoorde.
Mensen dachten serieus na over wat er op de bal moest worden geschreven.
Er kwamen wensen op te staan, zoals ‘Hoop op vrede’ en ‘een vredig kerstfeest’, maar ook namen van mensen die overleden zijn.
Twee kleine meisjes hingen met een serieus snoetje een bal in de boom voor opa, die kanker had.
Oma, die van opa was gescheiden, stond er emotioneel bij.
‘Ik kom nooit in een kerk. Ik word hier helemaal week van…’

Het viel me op dat vooral kleine kinderen heel erg onder de indruk zijn van het grote, oude gebouw en van de enorme kerstboom.
Die komen binnen aan de hand van papa of mama en op hun gezicht zie je de verbazing en verwondering.
Moeten zo hoog kijken om de ster boven in de boom te zien, dat ze bijna achterover vallen.
Staan met de kerstbal met ‘voor oma’ erop  in hun handjes te zoeken naar een vrij takje; als de bal hangt kijken ze trots omhoog naar hun ouders, die dan natuurlijk nog even een foto maken.

En natuurlijk vertel ik op zo’n middag wel over de kloostermoppen die in de 13e eeuw werden gebruikt bij de bouw van de kerk en over de crypte van Coenraad Wolter & Gezina, maar je hebt gewoon heel ander publiek dan op een zomermiddag in augustus.
Het was een drukte van belang in de kerk en soms willen mensen ook alleen maar even schuilen tegen de regen.
“Hai jong. Nou. Eem zitt’n heur.”
Gesprekjes over kerk en vroeger.
“Karken jullie hier nog ’s zundags? Gien banken meer maor nog wel lange preken zeker…”
“We zijn in deze kerk getrouwd!”
Wie ik wel van alles over de geschiedenis van de Catharinakerk mocht vertellen waren mijn buurvrouw en mijn overbuurvrouw.
Die sprak ik tijdens de buurt-barbecue eind augustus en toen ik vertelde over mijn vrijwilligerswerk waren ze nieuwsgierig.
“Mogen wij ook eens bij jou langskomen?”
Dit weekend was natuurlijk een mooie gelegenheid en zo vertelde ik ze vanmiddag van alles over onze oude kerk en waar het spreekwoord ‘Gods water over Gods akker laten lopen’ vandaan komt.

Hoe liep het af met die kale boom?
Toen ik wegging gistermiddag hing hij helemaal tjokvol.
Zo wordt er ook aan de mensen van voorbij gedacht en hangen er hele lieve woorden in de kerstboom waar iedereen van mag genieten.

Reageren

14 december: Kerststal.

Meestal zingen we met onze cantorij in één van de kerken van onze PKN-gemeente, maar heel af en toe zingen we ergens anders.
Gisteravond moesten we om 18.45 uur verzamelen in de recreatiezaal van de Noorderkroon, een woon/zorgcentrum aan de rand van Roden: we werkten mee aan de kerstviering georganiseerd door het wijkteam van onze kerk. Cantor Karel had een dubbelrol: hij was de pianist die de gemeentezang begeleidde en hij was onze cantor.
In die rol vertelde hij af en toe iets over de muziek die we gingen zingen.

De zaal waarin dit soort bijeenkomsten altijd plaatsvinden had een metamorfose ondergaan.
Het heet nu ‘Bij de buren’ en ik ontdekte dat dat een concept van Zorggroep Drenthe is, dat is uitgerold over verschillende woon/zorgcentra in de omgeving. zoals de Vijverhof in Assen en Mozaïk in Zuidlaren. Dit is wat ik erover vond op hun website: ‘Bij de buren’ kun je ontspannen, sfeervol en lekker eten en kennis opdoen. Het is er gezellig en er is altijd wat te doen. Ons team van medewerkers biedt u een gastvrij onthaal. Kom gezellig eens langs bij de buren!
Het is ook geopend voor bezoekers van buitenaf, als je er wilt eten moet je vooraf reserveren.
Meer weten? Hierbij een link naar de website. 

Er waren zitjes ingericht en ter gelegenheid van kerst was de hele ruimte mooi versierd.
Op het podium stond een heuse, levensgrote kerststal.
In eerste instantie zagen we daar niet zoveel van omdat we aan de zijkant van de zaal ‘verstopt’ zaten achter de piano
Het was een fijne kerstviering en het zingen ging goed; het was hooguit wat te warm.
Het was niet helemaal foutloos en het ging anders dan in een gewone kerkdienst, maar het was wel hartverwarmend.
We zaten als cantorij een beetje door elkaar heen, daardoor klonk het mij wat anders in de oren.
De bassen zaten aan de linker-zijkant en als gevolg daarvan zat ik naast de sopranen.
Voor ons zaten de tenoren, die af en toe zorgelijk achteromkeken; alten hebben kennelijk meer lawaai dan bassen.
Verder was er een mooi verhaal, bekende liederen en een korte, pakkende overdenking van pastor Geertje van der Meer.

gehaakte collectezak

En het collectegeld werd opgehaald met een zelfgemaakte collectezak!
Die moest ik natuurlijk even  van dichtbij bekijken: is het gehaakt? Of gebreid?
Het was gehaakt met stokjes en er was met een ketting van lossen een D op geborduurd. Van Diaconie.

De nazit was trouwens ook erg gezellig.
Er waren gesprekken met verscheidene oudere gemeenteleden, er was koffie/thee, heerlijk appelgebak mét slagroom en we kregen allemaal een glaasje glühwein.
Toen konden we de toestanden rondom de geboorte van het Christuskind op het podium wat beter bekijken.
Toen zagen we pas dat voor het kolossale schaap een kameel stond!
Die had zijn kop in het zand gestoken, maar Ilse trok dat voor de foto even omhoog.
Later ontdekten we dat achter de piano nóg een kameel stond en dos & dezel stonden warempel ook nog in de stal!
Zie jij ze ook?

Reageren

13 december: Wat voor hemeltje?!

Het was maar één middag die ik doorbracht met neef Cor in en om Assen, maar ik kan er wel drie blogs over schrijven.
Een stukje stad, een hunebed en grafheuvels hadden we al gehad toen Cor mij in het stroomdalgebied van het Deurzerdiepje (tussen Assen en Rolde) over een vlonder meenam naar het zogenaamde ‘Poepenhemeltje’ ook wel ‘Het schansje van Van Galen’ genoemd.
Zonder vlonder zou je daar niet kunnen lopen; in dat stroomdalgebied is het zompig, moerassig en als het veel geregend heeft staat het onder water.
Bisschop Bernard van Galen (Bommen Berend) zou hier in 1672 overnacht hebben toen hij de stad Groningen belegerde.
Het schansje kreeg zijn bijnaam door de Duitse seizoenarbeiders  (‘Poepen’), die in de schans een plek vonden om te overnachten in de 18e en 19e eeuw.
Het was halverwege de vorige eeuw aardig in verval geraakt (het was haast niet meer te herkennen in het landschap), maar in de jaren ’80 werd de schans gerestaureerd c.q. gereconstrueerd door Landschapsbeheer.

Het is daar trouwens prachtig.
Woon ik al mijn hele leven in Drenthe, was ik nog nooit in Deurze geweest.
Het is een piepklein gehuchtje tussen Assen en Rolde; het is al best wel oud.
Als nederzetting wordt het voor het eerst genoemd in 1259, toen heette het nog Durse.
Het bestaat uit een lint van boerderijen en het is onderdeel van het Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa. Durse was nog veel kleiner dan het huidige dorp: eerst was het één boerderij met een watermolen met bijbehorende landbouwgrond.
De eerste eigenaar was de graaf van Bentheim, maar door een ruil hoorde het daarna bij het klooster Mariënkamp, dat naar aanleiding van de slag bij Ane verhuisde van Coevorden naar Assen.
Toen dat klooster in 1601 werd opgeheven had Deurze vier boerderijen. In 1832 was dat aantal gegroeid naar zeven en had het dorp een herberg.

Cor en ik sloten ons middagje uit af met een bezoek aan de boerderijwinkel van De Balloohoeve.
Thee met pepernoten.
En met de belofte dat Cor in het voorjaar van 2025 mij opnieuw uitnodigt voor een middag historie in zijn woonomgeving.
Ik kiek der al weer naor uut.

Hierbij een link naar de twee vorige blogs die ik schreef over deze dag.
2 november: Stadswandeling
28 november: ….. de asch van hem….

Reageren

12 december: 12 minuten.

“Wat doe jij dan voor oefeningen ’s morgens?’
Mijn collega’s waren benieuwd naar mijn ochtendritueel en dan met name het rekken en strekken dat ik iedere morgen doe.
“O, dat wil ik wel laten zien, hoor. Doen jullie dan mee?”
Gisteren was er één collega die meedeed en één die foto’s maakte; het hele ochtend-riedeltje aan Pilates-oefeningen kwam voorbij.
Vanmorgen was ik weer op het werk en de mare was al rond gegaan dat ik gisteren de oefeningen had voorgedaan.
Nu waren er twee collega’s die meededen en één die een filmpje maakte.
Die dat gelijk even doorstuurde naar de teamleider.
“Kijk wat wij hier tussen de middag doen.”
Teamleider stuurde een foto terug van zichzelf met een collega; allebei een kersttrui aan en een kerstmuts op…..
Verbaast u niet, verwondert u slechts.

Als je iedere morgen dat riedeltje doet dan is je lichaam daar aan gewend, maar de collega’s die meededen doen dat niet.
En ze vonden het ook best pittig.
Iedereen was het er over eens dat Pilates iedere morgen heel verstandig zou zijn.
Maar er werd ook gesomberd over het vervolg.
“Dat gaat me vast niet lukken, dat hou ik toch niet vol.”
Jammer.

Want als je boven de vijftig komt wordt je lichaam strammer en dit is een goede manier om je lijf wat soepel te houden.
Iedere dag 12 minuten.
12.
Van de 1440 minuten die je iedere dag tot je beschikking hebt.
12 minuten minder scrollen en/of spelletjes doen op je telefoon.
Of 12 minuten minder op Facebook/Instagram.

Wil je weten welke oefeningen ik ’s morgens doe?
Kijk dan op het blog  Yogaclinic in Bakkeveen >>>.
Daar vind je een link naar een PDF met een beschrijving van de oefeningen.
En bedenk: je hoeft niet gelijk alles te doen; drie of vier is ook al goed.
Soms vind ik mezelf een bewegings-Jehova; ik loop nog net niet met foldertjes langs de deuren.
Maar net als bij de échte Jehova’s: het is voor een goede zaak.
Roept uit aan alle stranden, verbreidt van oord tot oord…..

Reageren

11 december: Toscane -12. Marina di Pisa

Als je ‘Marina di Pisa’ letterlijk vertaalt betekent het Haven van Pisa, maar dat is niet helemaal waar.
Toen in de middeleeuwen de haven van Pisa verzandde, verlegde de handel van overzee zich naar Livorno, dat een een paar kilometer zuidelijker ligt.
Vanaf het strand van Marina di Pisa zagen we Livorno even verderop liggen; enorme cruiseschepen meerden daar aan in de haven.
Van daaruit worden bussen vol toeristen naar Pisa gereden om ‘de foto’ te maken.

Maar wat is Marina di Pisa dan?
Het is het plaatsje dat ligt bij de monding van de Arno, die daar in de Ligurische zee stroomt.
Het is ontstaan  in de late 19e eeuw als badplaats die voornamelijk wordt bezocht door Italianen; vooral in het weekend komen heel veel badgasten uit Pisa naar het strand en/of de boulevard om ’s avonds de zon in de zee te zien zakken.
Ook op deze dag zetten we de auto een stukje van het strand af en fietsten het laatste stuk.
Tot onze grote verrassing was er een prachtig fietspad, dat ongeveer 500 meter van de Arno aflag en ons naar Marina di Pisa voerde.

Ook nu was het strand trouwens amper te bereiken; we zetten onze fietsen doodleuk in een fietsenstalling bij een hotel en wandelden met onze tassen naar de zee. Het leek ons wel leuk om nog even een strandstoel op te halen om nog even bij het de zee te zitten.
Toen we vroegen wat het huren van een strandstoel kostte zei de mevrouw achter de balie met droge ogen “Twenty five euro”.
Let wel: het was toen 16.30 uur. Moesten we € 50,=  betalen voor twee strandstoelen.
We vertelden de dame in kwestie dat we Nederlanders waren en dat we deze prijs niet normaal vonden.
DOEI!

We ploften maar gewoon in het zand, maakten nog een mooie strandwandeling en zochten toen de boulevard op.
De zee en het strand waren natuurlijk prachtig, maar het leukste op deze dag was toch wel het fietspad.
We wachtten de zonsondergang niet af, maar fietsten terug door een stuk bos en nog een stukje langs de jachthaven en zochten toen onze auto weer op.
Je kunt je er vast wel iets bij voorstellen: ’s avonds om 20.30 uur na een warme dag, de zon is bijna onder en dan met z’n tweeën nog twintig minuten fietsen langs de kust. (klik op de afbeeldingen voor een vergroting) We volgden de bordjes Lungarno in bici;  ‘Lungarno’ betekent: langs de Arno en ‘in bici’ op de fiets.
We wilden nog even bij de Arno kijken die avond, maar we konden niet bij het water komen; aan de oever stonden stacaravans/bungalows/huisjes zij aan zij en de hekken en schuttingen boden geen mogelijkheid om met de fiets bij de rivier te komen.
Je mag als toerist in Italië wel overal voor betalen, maar de Italianen willen je niet overal hebben.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

Pagina 1 van 269

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén