een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 1 van 256

14 juli: Schuld.

“Vanmorgen doe ik het anders dan anders, ik wijk af van de orde van dienst die we op andere zondagen volgen.”
Dat zei Geertje van der Meer, onze pastoraal werker ouderen, die vanmorgen voor het eerst voorging in Op de Helte.
Ze had gekozen voor het thema ‘schuld’ en liet ons vanmorgen als gemeente een schuldbelijdenis uitspreken.
Vroeger in de kerkdiensten in Hoogersmilde hoorden we die iedere zondag, evenals de tien geboden.
In onze moderne liturgie heeft die traditionele schuldbelijdenis zijn vaste plaats verloren en wordt bij de verschillende andere onderdelen (zoals gebeden) soms wel genoemd.
In de katholieke kerk, waar Geertje ook af en toe kerkt omdat veel vrienden/familieleden katholiek zijn, is de schuldbelijdenis wel vast onderdeel van de orde van dienst.
“Ik schiet altijd vol bij de woorden ‘Mijn schuld, mijn schuld, mijn grote schuld…” vertelde ze.

We kennen allemaal het schuldgevoel dat mensen nu eenmaal hebben.
Te veel vlees eten bij de barbecue, te weinig bewegen….. ik hoef het vast niet uit te leggen.
Maar in deze viering ging het om wat anders.
Geertje legde in haar overdenking heel duidelijk uit waar het probleem zit:

Wij mensen zijn heel goed in het afschuiven van de schuld.
We geven de migranten de schuld van onze problemen.
Of we verwijten het de media/de journalisten.
Je hoeft maar terug te kijken naar het eerste openbare debat van onze nieuwe regering en je weet precies hoe het tegenwoordig in onze maatschappij gaat: de ander doet het fout, de ander ziet het verkeerd, de ander heeft het gedaan.
Maar bij schuld gaat het er volgens Geertje om dat je niet naar de ander wijst, maar naar jezelf.
Een klein stukje uit haar verhaal:

We moeten iets doen met schuld of vermeende schuld als je dat in weg zit, anders kom je als mens geen steek verder.
We moeten ons van onze schuld bewust worden en aanvoelen waarin we de ander of onszelf te kort doen.
Die schuld moeten we erkennen door excuses te maken, door mensen uitleg te geven, te vragen, door iets proberen heel te maken.
Alleen dan kun je vrij staan tegenover andere mensen en tegenover God; dan kunnen we ons met elkaar verbinden, kunnen we verder. Constructief omgaan met schuldgevoel: je verstopt je niet, je moffelt het niet weg, je neemt de verantwoordelijkheid en grijpt het aan als uitdaging om het leven beter te maken en daarmee de samenleving.

Gerards buurman zei vanmorgen na de preek tegen hem: “Ik heb in mijn leven heel wat preken gehoord waar ik na een uur al niks meer van kon navertellen, maar deze zal ik onthouden.”
Ik ook.

Benieuwd naar Geertjes hele verhaal?
Je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.

Reageren

13 juli: Naar binnen.

De ‘Oranje-vlag’ werd woensdagavond al weer binnengehaald.
Donderdagmiddag haalde Gerard de vlaggetjes-slingers weer weg en borg de Oranje-tas op in de kast.
Vrijdagmorgen, toen ik Nederland in Beweging aan het doen was, waren er twee ogen op mij gericht vanaf het de televisie.
Het oranje beessie zat nog op de rand van het TV-scherm.
En toen ik de gordijnen open deed zag ik nog veel meer in de vensterbank staan/liggen….
Na de Nederlandse beweging verzamelde ik het spul en legde het op het aanrecht.
Voor in de tas.
Voor over twee jaar.
Als ‘we’ ons plaatsen.

Inmiddels staat er iets anders op het aanrecht: het multifunctionele kerstpakket dat ik in 2019 kreeg.
Het is een fesztoon: een metalen rekje met verschillende maten glaasjes dat je op tafel kunt zetten en dat je voor van alles kunt gebruiken.
Benieuwd naar wat er zoal in zat? Hierbij een link naar het blog dat ik in 2020 schreef.
De naam fesztoon is afgeleid van het woord ‘festoen’, dat staat voor feest- of bloemenslinger.
In de loop van de jaren heb ik het ding al voor van alles en nog wat gebruikt, maar gisteren haalde ik een paar een paar bloemen uit de tuin en maakte op die manier van de fesztoon een echte bloemenslinger.

Gisteren, vrijdag, regende het vanaf 11.30 uur.
De tuin, die donderdagmiddag nog zo straalde in de zomerzon, lag er gisteren aan het einde van de dag sjompie-nat en troosteloos bij: de gootjes naast het pad slicht vol water en plassen tussen de struiken.
De zomerbloemenslinger fleurde ons huis van binnen gelukkig wat op.

Reageren

12 juli: Wintersprookje in de zomer.

‘The winter’s tale’ heet het stuk eigenlijk dat Shakespeare schreef in 1610/1611.
Klinkt als ‘lang geleden’ en ‘moeilijk’, maar als je naar het openluchttheater in Diever gaat heet het stuk ‘Een wintersprookje’ en geniet je van een heerlijke theateravond met toneel, muziek en dans.
Wij hadden kaarten via het Dagblad van het Noorden en 986 krantenlezers met ons: het was een besloten voorstelling, één van de laatste try-outs en we werden toegesproken door hoofdredacteur Evert van Dijk himself.

Het stuk dat Carlijn, Wim, Gerard en ik donderdagavond zagen is een verdrietig verhaal, dat na 20 jaar een vrolijk sprookje wordt.
Op dit blog ga ik het hele verhaal niet vertellen: kijk op de website van het Shakespearetheater, daar vind je alle informatie en een aantal mooie foto’s.

Wat maakte indruk op ons?

– Hoofdrolspeler Floris Albrecht die de onsympathieke koning Leonides zo menselijk neerzet: je houdt van hem en je haat hem. Hij leeft zich zo in in zijn rol, dat hij bij een tirade letterlijk het schuim op de mond had staan: er ontsnapte een kloddertje spuug aan zijn lippen.
– Het muziekorkestje met de bijzondere combinatie van instrumenten (gitaar, saxofoon, accordeon sousaphone) dat samen met de twee zangeressen o.a. het oorstrelende ‘Parole’ zong. Het bandje heet Billy and the blue Boar.
– De hilarische vertolking van de rol van Autolycus (liefhebber van oplichterij) door Inge Wijers die als een soort marskramer met een koffer vol zooi op het op het podium komt, waar tot groot plezier van het publiek zelfs warme rookworsten uitkomen. Ook zit er een hengel in, die ze er in een slap-stickachtige setting uithaalt en waar dan een mensenhand/arm aan vast zit die gedecideerd de koffer weer dichtklapt.
In het tweede deel wisselen Autolycus en de zoon van de koning van Bohemen van kleren. Dat moet op het podium gebeuren, dus het publiek moet witte doeken omhooghouden, waarachter de toneelspelers zich kunnen verkleden. Dit gaat niet zonder slag of stoot. Op een gegeven moment riep één van de toneelspelers tegen een doekophouder die het allemaal best lastig vond: “Nou kom op, je hebt maar een tientje betaald, doek ophouden!” Toen de prins was omgekleed hield de buurvrouw van een doekophouder hem een bakje voor: “Wil je nog een stukje worst mee?” “Ja, TOP!”
Dat kan alleen in Diever.
– De ondertitel van deze voorstelling is ‘De tijd zal het leren’. ‘De tijd’ had ook een rol in dit toneelstuk; acteur Dick van Veen gaf onnavolgbaar gestalte aan de tijd: zette het stuk soms stil, draaide de tijd terug en nam zo het publiek mee door de tijd.
– Erg grappig: dat de baby niet een broertje, niet een zusje, maar in het kader van de genderdiversiteit een brusje werd!

En net zoals voorgaande keren genoot ik ook nu weer van het sfeertje in het theater: altijd weer bijzonder om te zien hoe duizend mensen rustig van en naar de in/uitgang gaan en hoe gemoedelijk het er aan toe gaat. Wij hadden natuurlijk wel ontzettend geluk met het weer: droog en niet koud.
Het trouwe publiek is altijd welwillend; ook gisteravond veranderden de toeschouwers ogenblikkelijk in blatende schapen toen hen dat werd gevraagd.
Wat een feestje was het weer.
Nog nooit bij Shakespeare in Diever geweest?
Foei.

Op het Instagramaccount van deze website vind je nog wat  foto’s van deze avond.

Deze voorstellingen hebben wij in de tijd dat ik deze website heb bezocht:

september 2014 Love’s Labour’s Lost
augustus 2017 De getemde feeks
augustus 2021 Mac Beth in het bos

Reageren

11 juli: Veur oons.

Al ies eerder schreef ik over de podcast ‘De Nedersaksen’.
He’j dat toen niet metkregen? Hierbij een link naor dat blog uut 2021.
Het mooie van een podcast is, da’j trugge kunt luustern; ik haar naomelijk hielemaol niet metkregen dat der al weer wat neie ofleverings waren die ik nog niet beluusterd had.
Vandage, op fietse hen Grunn’n, luusterde ik naor oflevering 25 uut november 2023.
Die oflevering was live opnummen in Raolte in de Plaskerk ter gelegenheid van het 900-jarig bestaon van Raolte.
Te gast waren een amateur archeoloog en een echte archeoloog en het was warkelijk een ontzettend interessant gesprek over de geschiedenis van dat gedielte van Nederland.

Gerard Oosterlaar was ok te gast; dat zeg joe misschien zo niks, maor dat is ien van de leden van Höllenboer, de band die ooit ‘Busje komt zo’ zung. Ken ie vast wal.
Dat die band niet allennig van die onzinmuziek uutbrengt bleek uut het liedtie dat op verzuuk van Gerard draaid weur.

Het was een vassie over vrijwilligers, over hoe dat giet op een dörp a’j allemaole de scholders der under zet as der wat gebeuren möt.
Clubgebouw bouwen bijveurbeeld veur de voetbalclub.
Het lied het ‘Veur oons’ met as subtitel: Niet veur mij, niet veur oe, maor veur oons.’
Luuster maor ies; veur oons.
A’j uut een klein dörp komt, komp het je vast bekend veur: de trommel vol stoete, een liedtie van Skik op Radio Oost en Annie en Mans die gebak komt brengen.
De wonderlijke mengeling van harde warkers:  schoelmister, huisarts, Anton en Riek, zomaor vrijwillig, iederiene is geliek en natuurlijk: de slager die halverwege de middag warme gehaktballegies komt brengen.

Niet veur mij, niet veur oe, maor veur oons: het plattelandsbegrip ‘naoberschap’ hiel mooi weergeven in een lied.

Beneid naor de podcast?
As bonus bij mien blog vandage een link naor de website van ‘de Nedersaksen‘.

Reageren

10 juli: Wat is pastrami?

Met mijn moeder ging ik vroeger wel eens ergens lunchen. Vond ze gezellig.
Eerst een kopje thee.
De eerste keer dat ze een glas heet water kreeg en een theedoos waaruit ze een zakje kon kiezen keek ze mij vragend aan.
“Hebben ze hier geen gewone thee?”
Haar gezicht sprak boekdelen: ‘Wat een onzin’ was deel 1 en ‘Wat een flauwekul’ was deel 2.
Voor de lunch nam ze eigenlijk altijd een broodje met een kroket, want dat vond ze het lekkerst.
Soms keek ze voor de vorm even op de kaart, maar daar stonden steeds vaker dingen op waarvan zij het bestaan nog niet had opgemerkt.
‘Wat is nou weer karpakkio” riep ze ooit eens verontwaardigd en bestelde, toen ik had uitgelegd wat het was, toch maar een broodje kroket.

Toen ik met tante Trijn in juli een dagje Zuidwolde/Tiendeveen deed trakteerden we onszelf op een lunch in restaurant De Zuudwoldiger Huuskamer.
“Zullen we een twaalf uurtje doen?”
Op de kaart stond: Broodje kroket, broodje pastrami met Big Mac-saus en een soepje naar keuze.
“Wat is pastrami?”
We vroegen het bijna tegelijk aan elkaar.
Meneer Google weet alles en even later wisten we dat pastrami gepekeld, gerookt en gekruid vlees is.
Het vindt zijn oorsprong in de binnenlanden van Roemenië, waar het met name van schapenvlees wordt gemaakt, maar het kan ook met rundvlees worden bereid.
Eerlijk gezegd wist ik ook niet hoe Big Mac-saus smaakt, maar die gok durfden we wel te wagen.

Weet je ook niet hoe pastrami smaakt?
Gewoon eens proberen. Wij vonden het heerlijk. En die Big Mac saus ook!

Reageren

8 juli: Mode & ‘ver-weg-familie’.

Op de dag dat ik met tante Trijn naar de tingieterij in Zuidwolde ging hadden we ’s middags nog twee andere activiteiten: in Zuidwolde bevindt zich namelijk een kledingwinkel die ze kende van de reclame op RTV Drenthe. Ze zong de jingle even voor mij: “Modehuis Dékker..!”
Nooit van gehoord. Ik luister altijd naar Radio 5. Ons bezoekje aan het modehuis leverde twee shirts en een gilet op; tante Trijn liep zeer tevreden de winkel weer uit.
Verder hadden we een bezoek gepland aan camping ‘de Bulte‘ in Tiendeveen. Die werd tot voor kort bestierd door Hendrikus en Mieny Drogt, een nicht van tante Trijn.
Haar broer Kees en zijn vrouw Diny staan ook altijd op die camping  en zij kwamen ook even langs.
Voor mij zijn  Kees en Mieny achterneef en achternicht.
Klinkt als ‘ver-weg-familie’ maar zo voelt het niet.
Ik heb namelijk ‘dichter-bij-familie’ waar ik minder een klik mee heb als deze mensen.

Zittend in de kring voel ik mij als op een verjaardag bij mijn ouders thuis.
Verhalen over richtingsgevoel, kaartlezen, de huidige politiek en het campinggebeuren worden afgewisseld met gesprekken over de dood (“Heb je het daar wel eens over?”), over het missen van een vader op jonge leeftijd, onze gezamenlijke familie en de omgeving van Tiendeveen.
En dat alles gelardeerd met een hapje, een drankje, vrolijkheid en foto’s.
Net als mijn vader heeft ook Kees de eerste acht jaren van zijn leven op een turfschip doorgebracht en weet daar ook nog veel over te vertellen.

Hendrikus en Mieny hebben hun camping overgedaan aan hun zoon en schoondochter, maar omdat ze er zo dichtbij wonen zijn ze natuurlijk nog wel betrokken.
Er werd dan ook onbekommerd gemopperd op het weer: “Dit is toch geen zomerweer, het is toch verschrikkelijk, alles waait kapot of het wordt opgevreten door de slakken!”
Het is de bedoeling dat zij in een nieuw huis gaan wonen dat naast hun oude huis wordt gebouwd: de kinderen trekken dan in hun oude woning.
“Als de nieuwe woning klaar is komen jullie maar eens weer kijken” zei de gastvrouw.
Goed idee!

We zouden eigenlijk niet langer blijven dan tot 16.00 uur (ik moest nog weer naar Klazienaveen en daarna naar Roden) maar dat lukte natuurlijk niet. Geeft ook niks. We hadden weer een waardevolle dag met z’n tweeën en Gerard en ik aten wat later.

Met de foto links geef ik nog een kleine toelichting op de familiebanden met Kees en Miny.
Het is het gezin waar mijn grootvader Andries Vrieswijk uit kwam. Een klein gezin. Op de foto zien we vader Cornelis Vrieswijk en zijn vrouw Trijntje Gringhuis (mijn overgrootouders).
Tussen hen in staan mijn opa Andries en zijn zusje Trijntje. Mijn opa is op deze foto ongeveer 15 jaar, zijn zus ongeveer 5 jaar.
Miny en Kees zijn de kinderen van Trijntje.

Reageren

7 juli: “We” winnen.

Mijn anders toch redelijk serieuze en stabiele Gerard wordt als het om voetbal gaat een andere man.
Bij gewoon voetbal valt het nog wel mee.
Hij is ‘voor’ Ajax, leeft mee met FC Groningen en zondagavond om 19.00 uur kan hij genieten van een uurtje Studio Sport.
Maar bij EK’s en WK’s, als het Nederlands elftal/Oranje speelt wordt hij enthousiast.
Bij de eerste drie wedstrijden in het EK van dit jaar viel het voetbal tegen.
Hij zat te mopperen in zijn stoel en tijdens Nederland-Oostenrijk en ik zei: “Ik wou dat je er wat meer van genoot….”
“Ja! Dat wou ik ook” was het antwoord en toen liet ik hem maar weer alleen.
Voor de wedstrijd tegen Roemenië kwamen Hans en Bea bij ons en toen werd het leuk.
De mannen genoten van het voetbal en ineens was het oranje vuur weer aanwezig.

Gisteren speelde Nederland tegen Turkije en dochter Harriët zou langs komen om bij ons te kijken.
Gezellig!
“Ik kijk nog even naar iets oranjes bij de koffie, tompoezen of zo” zei ik voordat ik boodschappen ging doen, maar bij de Jumbo was niks te koop op dat gebied. Was het allemaal al uitverkocht om 13.30 uur? Of geloofden ze er niet in?
Toen ik thuis kwam hing de oranje voetbalvlag al te wapperen, de vlaggetjes hingen voor de ramen en twee leeuwen en een koe stonden al voor Oranje te supporteren in onze vensterbank.
En de de oranje voetbalstropdas lag klaar.

…twee leeuwen en een koe…..

Maar er moest wel iets speciaals bij de koffie komen, dus Gerard wandelde nog weer het dorp in en kwam een half uur later thuis met een doosje “Ik heb de laatste oranje tompoezen van Roden gekocht!”
Ze waren rose.
“Ja, maar ze hebben een oranje gloed. Meer oranje dan blauw.”

Rose of oranje: ze waren lekker.
En waar ik anders nooit voetbal kijk, bleef ik nu op de bank meekijken.
Van 21.00 – 22.50 uur had Gerard een oranje sjaaltje om zijn zijn hals geknoopt, zat Harriët hoopvol met de voetbalstropdas om en hadden ze allebei een verhoogde hartslag.
Twintig minuten in de tweede helft, toen Oranje met 0-1 achterstond, zonk Gerard de moed al in de schoenen.
“Nou, dat wordt niks meer. Ik geef het op.”
Toen het 10 minuten later 2-1 was riep hij: “Zie je wel! Had ik al wel gezegd!”
(….)

Spanning en sensatie.
De laatste minuten waren zenuwslopend; we konden de Turken wel bij het Nederlandse doel wegkijken.
“Weg daar met die bal!!”
“NIET!!”
“NNEEE!”

De oranje prullaria blijft nog even onze ramen sieren.
In ieder geval tot en met woensdag, en misschien wel tot zondag.
Gerard gaat voetbal kijken.
Ik ga naar Gerard kijken.
En moet daarbij altijd denken aan wat hij nog vaak vertelt: dat het jongetje van 13 dat hij was in 1974 ontroostbaar was toen Nederland destijds van Duitsland verloor. Trauma is een groot woord, maar het zit diep.
In dat licht hoop ik dat ‘we’ winnen.

Reageren

6 juli: Van tin? Of vertind?

Gisteren ging ik op verzoek van tante Trijn met haar naar Zuidwolde; daar wilde ze graag de Edel-tingieterij Tin Art bezoeken.
Ze had een oud theekannetje waar een deuk in zat en waar de tuit van was afgebroken; maar voor haar is het waardevol omdat het uit de familie van haar moeder komt. Het werd niet meer gebruikt om thee uit te schenken, maar ze had het als aandenken aan haar oma op tafel staan met een glas erin waar ze bloemen in kon zetten.
Ze had het kannetje meegenomen en vanmorgen liet ze het zien aan de jongeman die in de tingieterij aan het werk was.
“Dit kannetje is niet van tin gemaakt, maar het is ‘vertind’, dat wil zeggen dat er een laagje tin omheen zit.”
Er lagen nog een aantal opdrachten, dus hij kon er niet gelijk mee aan de slag en hij wilde van tevoren bekijken of het de moeite waard was om het restaureren. “Ik zal het bekijken, overleggen met de collega’s en een schatting maken van de kosten. Dan bel ik u op en overleggen we wat we gaan doen.” We lieten het kannetje achter in de werkplaats.

Maar toen waren we nog niet uitgekeken: wanneer kom je nou in een tingieterij?
We zagen sieraden, souvenirs, beeldjes en alles gemaakt van tin. Je kunt er naar een tin-gietshow komen kijken, je kunt er een workshop tingieten volgen, je kunt tinnen spullen kopen waarmee je je interieur opvrolijkt, ze doen aan reparatie, maken geboorteproducten, maar ook urnen.
In een vitrine kast meende ik een leger van tinnen soldaatjes te zien, maar het waren allemaal poppetjes die een beroep uitbeeldden.
De meneer die ons had geholpen maakte ons nog attent op een andere activiteit van zijn bedrijf: troostgeschenken en rouwartikelen die worden gemaakt en gekocht voor ‘Ik rouw van jou’, waarvoor ze een aparte website hebben opgezet.
Als voorbeeld noemde hij een klein asbusje in de vorm van een hart, waar hij voor een familie een tinnen motortje had gemaakt om op dat asbusje te zetten, omdat de overledene een fervent motorrijder was. Ook had hij al eens een tinnen dolfijntje gemaakt ‘omdat opa dol was op dolfijnen’. Een mooie manier van herinneren.

Toen we ons nog even bogen over een paar dingetjes onder de titel Kerst, zagen we een miniatuur-kerststalletje in een notendop.
Van tin wel te verstaan. Er zat een oogje aan waar een kerstboomhaakje door kon, zodat je het in de boom kunt hangen.
Die kreeg ik!
Het is niet groter dan een centimeter of 5, maar alles is te zien: Maria, Jozef en het kindje Jezus in de kribbe.
En de ster.
Zonder dos en dezel weliswaar, maar de kern van het kerstverhaal is vertegenwoordigd.
Het mini-stalletje staat nu in de woonkamer achter een glazen kastdeur te wachten tot de boom in huis komt.
Nog 5 maanden…..

Meer weten?
Hierbij een link naar de website van de edel-tin-gieterij en naar ‘Ik rouw van jou’.

Reageren

4 juli: Geheim.

“Wij zitten de komende weken op camping ‘de Lindenhof in Gees.” appten vrienden Hans en Bea vorige week.
“Wij zitten in Casa Grada in Westerbork. Komen jullie dan bij ons voetbal kijken?” appten wij terug.
Leuk man.
Twee mannen met evenveel verstand van voetbal, commentaar gevend naast elkaar op de bank.
“Heeft die nou een haarnetje? Lijkt wel een theemuts….”
Met af en toe wat arm- of beenbewegingen.
We dronken samen een glas; ik had gezorgd voor een knabbeltje én een hartige taart met gerookte zalm en broccoli voor in de pauze.
Wel fijn dat ‘we’ wonnen!

We waren onze gezamenlijke middag begonnen op de camping in Gees.
Wij waren wel benieuwd naar hun plekje daar en zij namen ons mee op een fietstochtje door de omgeving.
Mooie wereld daar! We fietsten door de Mepper Hooilanden, door Oud Aalden en niet te vergeten het dorp Gees.
In Meppen waren we te gast bij ‘Theeschenkerij Meppen’.
Daar kon je kiezen voor een aantal bijzondere soorten thee: ik wou ‘gewoon rooibos’, maar dat heette daar: Chai Massai. Een pittig mengsel van rooibos met kaneel, kardemom, gemberstukjes en steranijs. Het zat in een thee-ei-aan-een-stokje en het rook al heerlijk.
Je kon er ook nog iets lekkers bij de thee nemen.
Hans en Bea kozen voor de appeltaart, maar wij hadden op de vitrinekast een glazen taartstolp zien staan met groot, bruin, rond ding er in.
“Wat is dat dan?”
“Bananen-roomtaart”.
Die namen Gerard en ik.
O mann, wat was dat lekker.
“Heb je het recept van deze taart?” vroeg ik de vriendelijke jongeman die ons bediend had.
Nou………

Het was een heel verhaal.
De taart was gemaakt naar een geheim familierecept van de eigenaresse die de theeschenkerij 25 jaar had gerund.
Die maakte de taarten die ze serveerde allemaal zelf, maar deze bananen-roomtaart was het populairst.
Vijf jaar geleden had iemand anders het bedrijfje overgenomen, maar het familierecept was niet meegegeven.
De gasten vroegen wel naar die bananenroomtaart, maar het werd niet meer geserveerd.
In mei van dit jaar was de theeschenkerij overgenomen door Arjan, de meneer die ons bediend had.
Die woont zijn hele leven al in Meppen en hij had vorige week het originele familierecept van de eerste eigenaresse gekregen.
Wat wij bij de thee hadden opgegeten was een stukje van de derde bananenroomtaart die hij zelf gemaakt had.

Kreeg ik het recept?
Nee.
Geheim.
Wil je overheerlijke taart ook proeven?
Dan moet je naar de ‘Theeschenkerij Meppen’, adres: Brinken 1.
Arjan ontvangt je met open armen en serveert met liefde een stukje taart.
En een kop koffie of bijzondere thee.
Gerard had Boeren- en boerinnenmix: hoogverbouwde, zwarte thee met vanille-notensmaak. Met vanillestukjes, hazelnoot, amandel, cactus- en theebloesem.
Daar fiets je toch graag een paar kilometer voor om?

Reageren

3 juli: Wat gaan we eten?

De afgelopen dagen bleef er wat weinig tijd over om te bloggen: vandaag een verhaal dat ik al eerder schreef over de warme maaltijden toen wij in het Pinksterweekend met de kinderen de Gradagen vierden.
Al een aantal jaren hebben we met de kinderen de afspraak dat ieder stel dan een warme maaltijd verzorgt.

Harriët en Cees hadden bedacht dat ze deze keer iets gingen ophalen voor ons: we kregen patat met een snack.
Halve kippen, berehappen, er kwam van alles op tafel, maar het lekkerste was voor mij: een portie bitterballen!

Frea en Jon waren zaterdagmorgen al in de weer,  want zij hadden hun slowcooker mee.
Ze wilden eigenlijk een Shepherds-pie maken, maar konden niet aan lamsvlees komen en hadden in plaats daarvan rundvlees meegenomen. “Dan wordt het een ‘Cottage-pie’ ” hadden ze bedacht.
Die maak je door 800 gram rundvlees, 1 ui, 1 teentje knoflook, 1 eetlepel worcestersaus, 1 eetlepel tomatenpuree, een halve liter bouillon en 2 takjes tijm in de slowcooker te doen en een paar uur te laten trekken.
Als die bijna klaar is maak je aardappelpuree.
Dan doe je de runderstoof in een ovenschotel en bedek je die met aardappelpuree.
Daar doe je dan geraspte cheddarkaas overheen en zet je hem nog een half uurtje in de oven.
We hebben er heerlijk van gegeten!

Ook Carlijn en Wim hadden hun slowcooker mee, maar zij maakten iets heel anders: Murg makhani. Murg (kip) makhani (met boter) kennen we het best onder de Engelse naam ‘butter chicken’ en is een relatief jong gerecht in de Indiase keuken.
Op de website van Albert Heijn vind je een recept: hierbij een link.
We kregen er rijst en naanbrood bij.  Het was voor het eerst dat Gerard en ik dit aten en het was erg lekker.

Maandag was het onze beurt.
Wij traden in de voetsporen van de koks van vrijdag: wij namen iedereen mee naar het pannenkoeken restaurant De Strohoed!

De Gradagen vielen in onze vakantie van twee weken in Westerbork.
Met z’n tweeën kunnen wij ook prima vakantie vieren, maar o, wat geniet ik van ons full house.
Vier dagen lang volle tafels met daarop eten waar ik niet alleen voor hoef te zorgen.

Toen wij dinsdagmorgen de boel weer in tassen pakten voor de terugreis naar Roden was de koelkast bijna leeg.
Chips, droge worst, kaas, port, bier, nootjes: het was allemaal op.
En zo hoort het ook.

Reageren

Pagina 1 van 256

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén