een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Kerk & gemeente Pagina 27 van 50

Kerkdiensten, bijeenkomsten van de PKN-gemeente Roden-Roderwolde

27 februari: Een leeuw. Niet? Lion dan…..

Maandagavond fietste ik met m’n gitaar op de rug en een fietstas vol kleine muziekinstrumentjes naar de De Deel: ik was uitgenodigd om een uurtje te komen zingen bij de Maandagavondclub. Een héle gezellige club voor mensen met een verstandelijke beperking uit Roden, Leek en omgeving.

We begonnen met een namenspelletje: hoeveel lettergrepen heeft je naam?
Je kunt je naam klappen en je kunt je naam zingen.
Dit spelletje was ook voor mij wel handig: zo leerde ik alle namen kennen!

Vanuit ons oude Memory-spel had ik een aantal setjes plaatjes meegenomen.
Wie heeft een rode vogel? Tineke.
Wie weet daar een liedje over?
Van het roodborstje!
O ja, deze vogel heeft natuurlijk ook een rood borstje. “Roodborstje tikt tegen ’t raam tik tik tik….”

Een leeuw. Een liedje over een leeuw? Niemand. En in het Engels; een lion?
Pieter, die al mooie rode wangen had van de opgewonden spanning begon al te zingen: “In the jungle, the mighty jungle, the lion sleeps tonight”, even later gevolgd door “A wieieieieieieiei, oe wie oe wie o um ma weeee!”
Dat zongen we ook nog door elkaar heen.
Prachtig om te zien dat iemand zo van zingen kan genieten.

Bij het plaatje van de uil herinnerde Jan zich ‘de Fabeltjeskrant’.
“Hallo meneer de Uil, waar breng je ons naar toe?
Het hele lied werd gezongen, inclusief de gesproken tekst “want dieren zijn precies als mensen, met dezelfde mensen-wensen etc.”
Maar natuurlijk zongen we ook ‘de uil zat in de olmen/koekoek’.

De koster kwam eens even luisteren. Die had buiten ons zingen al gehoord en was nieuwsgierig wat daar toch voor mooi koor binnen zat te zingen.
Glunderende gezichten.

Theo had een plaatje van een boot.
Die had al die tijd met dat plaatje in zijn hand zitten bedenken welk liedje hij kende met een boot; toen hij aan de beurt was riep hij trots: “Ik heb de boot! En ik ken wel drie liedjes met een boot!”
Natuurlijk gingen we die alle drie zingen. Berend Botje, Schuitje varen en varen varen over de baren.

Muziek maakt iets los bij mensen. De begeleiding deed soms ook een duit in het zakje en kwam met oude, bijna vergeten liedjes die bijna niemand kende.
“Ach Margrietje, de rozen zullen bloeien”
Sommige maandagavondclubleden zitten heel erg op te letten en doen uitbundig met alles mee, maar er zijn ook ‘kijkers & genieters’; ze wiegen genoeglijk mee op de maat van de muziek, lachen nog eens lief naar mij en daar blijft het bij.
Met elkaar hebben we drie-stemmig gezongen: 1. mooi 2. vals en  3. dolenthousiast.

Benieuwd naar het verslag van de vorige keer? Lees dan ‘Hoeden en een liedje’>>> uit 2018.

(De namen voor dit blog zijn gefingeerd ter bescherming van de deelnemers) 

Reageren

24 februari: Mét orgel zingen.

Een viering in de Catharinakerk met Theo van Beijeren; afwisseling van spijs doet eten.
Vanmorgen hoorden we één van de mooiste verhalen uit de bijbel: het moment dat Jozef als onderkoning van Egypte zich bekend maakt aan zijn  broers. Het onderliggende thema was ‘de andere wang’. Niet iedereen zou zo gereageerd hebben als Jozef.
Hij was natuurlijk door zijn broers heel erg slecht behandeld en het zou eigenlijk heel menselijk zijn geweest als hij zijn broers op zijn beurt heel slecht had behandeld. Eigen schuld, dikke bult.
Maar Jozef moet huilen, vergeeft zijn broers wat ze hem hebben aangedaan en ziet in zijn deportatie naar Egypte de hand van God, die heeft voorzien dat Jozef met zijn macht in Egypte de familie van Jacob van de hongerdood zou redden.

Uit het nieuwe testament lazen we dat Jezus zegt: ‘Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan.’ We hoorden dat deze uitspraak niet bedoeld is als ‘Laat maar over je heen lopen’, maar meer als een manier van in het leven staan.
Als iemand je met kwade opzet onheus bejegent, reageer dan niet op dezelfde manier, maar reageer met liefde. Vaak rekent de andere partij daar niet op, die verwacht op zijn actie een re-actie; heel vaak haal je, door niet gelijk boos te reageren, de angel uit de situatie. Voor ruzie zijn immers altijd twee partijen nodig.
De predikant maakte daarbij wel gelijk een kanttekening: sommige situaties zijn te erg (o.a. vrouwenmishandeling/vernedering, kindermisbruik), dan is het niet mogelijk om de andere wang toe keren. “En onder andere daarvoor” vulde de voorganger aan “zijn ze nu bij elkaar in Rome.

We zongen vanmorgen hele mooie, over het algemeen bekende liederen, maar het moet me van het hart dat ze beslist niet mooi gezongen werden.

Hinsz-orgel in de Catharinakerk Roden

Gerhard Duursema was vanmorgen de organist en hij speelt altijd iets trager dan de andere organisten, maar wel erg mooi.
Maar de gemeente luisterde vanmorgen niet naar het orgel.
De gemeente had kennelijk haast.
Soms zong men zelf twéé noten voor het orgel aan…..
Daarom liepen de orgelbegeleiding en de gemeentezang niet synchroon; het kwam de lofzang (die we gaande moeten houden) niet ten goede.

Als je bij een koor zingt, dan is de dirigent degene die het tempo bepaalt.
Toen ik ooit eens met mijn gitaar in een combo aan een Taizé-viering meewerkte dreef ik het tempo kennelijk behoorlijk op. Bernhard Slofstra, destijds dirigent van de cantorij, sloeg met vlakke hand op de piano en riep: “Mevrouw Waninge. Er is hier maar één die het tempo bepaalt en dat ben ik.” Mevrouw Waninge was namelijk gewend om op dat vlak zelf te touwtjes in handen te hebben. Daarna hoefde Bernard maar een wenkbrauw op te trekken……o ja. Niet te snel.
In de eredienst bepaalt de organist het tempo en de gemeente past zich aan.
Vind je het te langzaam, dan kun je het daar later altijd met hem over hebben, maar voor het orgel uit zingen is niet de goede manier om dat kenbaar te maken.

Wij zijn in Roden qua organisten verwend mensen.
En Gerhard speelt misschien wat langzaam, maar we hebben ook organisten die snel spelen, waarbij de gemeente er soms maar wat achteraan hobbelt.
We moeten onze organisten koesteren, naar hen luisteren en mét het orgel zingen.
Dat verdienen ze.

Reageren

18 februari: Gezongen gebeden.

Eén van de redenen waarom ik weer lid  ben geworden van de Cantorij Roden was, dat ik het miste om onderdeel van een viering te zijn. Natuurlijk maak je als gemeentelid ook deel uit van de viering, maar als je bij de cantorij zingt, zing je al een paar weken de liederen voor de viering waar we aan mee werken.
Gisteren werkten we mee aan de vesper in Op de Helte en deze keer waren het hele mooie liederen. Tijdens de repetities vond ik het al fijn om ze samen te zingen; gisteravond tijdens de vesper vielen de muziek en de teksten weer samen met de viering.

Het was van te voren nog wel een gedoe geweest om een organist te vinden, want de organist die de vesper zou begeleiden had deze datum niet in zijn agenda staan. Ook de andere Roder organisten waren niet beschikbaar. Maar gelukkig had cantrix Thysia een collega bereid gevonden om de cantorij en de gemeente te begeleiden: hij deed het, ondanks de onwennigheid prima!

Wat ik ook had gemist in de cantorijloze periode: het onderlinge plezier, de plagerige opmerkingen, de koffie na het inzingen, kortom: het ‘koorgedoe’.
Gisteravond was het weer als vanouds.
Voor de viering kregen we het even over de afkomst van onze familie’s; één van de alten had roots in Frankrijk.
“Dus jij hebt iets met lelie’s” was vervolgens de conclusie (Fleur de lys uit het wapen van Frankrijk).
Een bijbelvaste bas begon gelijk te declameren: “Ziet op de leliën des velds, zij zaaien niet, zij maaien niet…” “Zij voeren dus helemaal niks uit” vulde een andere bas aan.
Eenmaal in de viering bleek één van de schriftlezingen Mattheus 6: 25-34 te zijn. Inderdaad, dat gedeelte over de leliën. Dan wisselen buurvrouw alt en ik een veelbetekenende glimlach uit en vanaf de achterste bassenrij wordt er even tegen onze stoelen getikt

De vesper was qua invulling van de teksten wel wat summier, maar de liederen en de muziek maakten dat meer dan goed. Het onderdeel ‘gebeden’ werd deze keer gezongen met de woorden van “Groter dan ons hart”, een vierstemmig stuk voor koor en gemeente. Het is geschreven door Huub Oosterhuis en op muziek gezet door Antoine Oomen. (klik hier voor een versie op YouTube >>>, waarbij de solo’s worden gezongen door Oosterhuis zelf). De uitvoering van gisteravond tilde me even op, net als het samen met de gemeente gezongen ‘Een schoot van ontferming’ uit het Liedboek.
Hij zal onze voeten richten op weg van de vrede’.

Zingen bij de cantorij.
Balsem voor de ziel.

Reageren

11 februari: Kadoosj – kadoosj – kadoosj.

Gistermorgen tijdens de viering in de Catharinakerk hoorden we dat Jesaja een visioen kreeg waarin hij de Heer zag. We hoorden over engelen met 6 vleugels die zingen over de heiligheid van God. Jesaja’s lippen worden door die engelen gezuiverd met een kooltje uit het vuur en daarna gaat hij Gods boodschap aan de mensen vertellen.

Een verhaal over een specifieke roeping.
Net zoals bij Mozes en Paulus.
Voorganger Walter Meijles vertelde vanmorgen hoe hij als 14-jarige jongen bij de Christian Punkgroep ‘One bad pig’ ook een soort visioen te zien kreeg, tenminste, hij ervoer het zo.
Dit gedeelte van Jesaja was verbonden aan die ervaring van toen en hij vertelde wat het voor hem betekende.
Hij eindigde zijn verhaal met te zeggen dat niet iedereen een visioen krijgt. Maar we zijn na de viering wel allemaal door God gezegende mensen die ‘elkaar en de wereld tot zegen kunnen zijn’. Kijk om je heen en lever een bijdrage aan een betere wereld.

Zelf werd ik het meest geraakt door het stuk dat Erwin Wiersinga op het orgel speelde tijdens de collecte. In de overdenking had de predikant gezegd dat de heiligheid van God door de engelen wordt bezongen in een nooit eindigende cadans. In het Hebreeuws klinkt het als ‘kadoosj – kadoosj – kadoosj’.
Ook in de schepping wordt die heiligheid onophoudelijk bezongen. ‘Denk daarbij aan het geluid van de branding op het strand, een steeds weerkerende cadans; kadoosj – kadoosj – kadoosj’.
In het stuk dat Erwin speelde zat ook zo’n langzame cadans, ik kon in gedachten de woorden kadoosj – kadoosj – kadoosj meezeggen.
De heiligheid van God bezongen door het orgel; het bracht me even helemaal van mijn stuk; muziek kan me soms zo intens raken.

Na afloop gingen we koffiedrinken in De Deel; ik zat tegenover een mevrouw van begin 80 die me helemaal blij maakte met een opmerking.
“Ik heb zo’n zin in vanmiddag, ik ga dansen!’
Dat is op minst iets wat ik niet verwachtte. Ik was nieuwsgierig en vroeg haar waar ze dat ging doen. Ze vertelde dat het ‘Sacred dance’ was in de kerk van Peize.
(klik hier voor link naar hun website >>>)
‘Je bent dan anderhalf uur in beweging en je bent bezig met dans en symboliek. Daarna drinken we samen nog een kop thee. Ik vind het altijd geweldig om heen te gaan.’
(Meer weten over Sacred dance? Klik hier >>>)

Deze mevrouw kleurt mijn dag met haar verhaal.
Iets jonger dan mijn moeder doet ze dingen die mijn moeder niet in haar hoofd zou hebben gehaald.
Een kwieke geest in een ouder wordend lichaam.
“Mijn lichaam gaat wel steeds meer protesteren…..” vertelde ze “maar ik kan nog wandelen, fietsen en autorijden. Wat dat betreft ben ik nog onafhankelijk en dat hoop ik zo lang mogelijk te blijven.”

Leef je leven en vergeet je leeftijd.

Reageren

1 februari: Levenskunst.

Al een aantal keren heb ik een week of twee in het ziekenhuis moeten doorbrengen. Wachten op de uitslagen van onderzoeken of wachten op een operatie. Tijdens zo’n periode ontmoet je heel veel verschillende mensen en soms klikt het, soms niet.
(lees voor bijzondere ontmoetingen de blogs ‘Waar is de draad’ uit 2014>>>men ‘Gien schoenen an in berre’ uit 2018 >>>)

In maart 2018 onmoette ik Gerda. Zij lag net als ik in het ziekenhuis met hartproblemen.  Gerda hoort bij de PKN-gemeente in Roden, dus haar man kwam me destijds opzoeken en vertelde dat ze al een tijdje in het UMCG lag en dat ze na jarenlange operaties en noodgrepen nu uitbehandeld was. Ze zou binnenkort naar huis mogen; de verwachting was dat ze niet lang meer te leven had.
Gerard en ik bezochten Gerda in haar kamer in het UMCG toen ik vlak voor mijn operatie stond; wat een hartelijke positieve vrouw. En ja, ze was uitbehandeld, maar probeerde nog uit het leven te halen wat er in zit.

In het najaar zocht ik haar nog eens op in Roden. En weer viel me op hoeveel levenlust deze vrouw toonde; het straalde haar de ogen uit. Ze vertelde honderduit over haar kinderen, haar kleinkinderen, van wat ze allemaal nog wél kon en van de kleine dingen waar ze, samen met haar man, nog zo van genoot. Voor haar gevoel leefde ze al heel lang in ‘geleende tijd’, omdat ze op 33-jarige leeftijd al was geconfronteerd met borstkanker en de daarop volgende zware chemobehandelingen.

Maandag 21 januari is ze overleden, ze is 73 jaar geworden. Zaterdagmiddag zaten we in Op de Helte voor een dankdienst voor haar leven. Haar dochters haalden herinneringen op aan hun moeder door voor te lezen uit het boek: ‘Mam, vertel eens’.
(meer weten over het boek? Klik hier voor een link naar een artikel erover op RTL-nieuws >>>)
Herinneringen aan het gezin waar Gerda in opgroeide, het gezin dat ze later zelf kreeg en, bijzonder en ontroerend: haar visie op wat geluk is.
Geluk zat voor haar in allerlei kleine dingen, maar o.a. ook in de basis van een veilige, warme jeugd, een bezoek van de kleinkinderen en vlinders en bloemen in de tuin.

De voorganger benoemde in zijn preek het vermogen van Gerda om ondanks haar breekbare gezondheid toch iets van het leven te maken ‘Levenskunst’.
En met haar levenskunst stak ze anderen aan, bood een luisterend oor en wees haar omgeving op bijzonderheden die men anders misschien over het hoofd zou hebben gezien.
Gerda heeft ons laten zien dat ‘vieren van het leven’ niet altijd af hoeft te hangen van een goede gezondheid. Dat je ondanks pech en tegenslag toch kunt genieten van wat je ten deel valt. Als je het maar kunt en wilt zien.

Een voorbeeld voor mij.
Wat een voorrecht dat ik deze bijzondere vrouw, zij het zijdelings, nog heb mogen leren kennen.

Reageren

27 januari: I hope the Russians……

Dinsdagavond hadden we onze Cantorijrepetitie in het kerkje in Roderwolde; dat was omdat we daar vandaag meewerkten aan een viering.
Weet je nog hoe zulk weer het dinsdagavond was? Sneeuw. Veel sneeuw.
En wie had aangeboden wel te willen rijden en zou Ilse, Jaap en Joop ophalen?
Aaltje. En Aaltje is een ‘schieterd’ als het om rijden bij gladheid gaat.
De hele middag had ik gehoopt dat de voorzitter zou bellen met de boodschap: “Het is idioot dat wij met zoveel mensen uit Roden allemaal naar Roderwolde moeten glibberen met dit weer, laten we de repetitie in Op de Helte houden!”
Maar er kwam geen telefoontje; wij glibberden naar Roderwolde.

Het was koud in de kerk dinsdagavond.
Toen we eenmaal opeengepakt met de jassen aan en sjaals om (ik mocht mijn handschoenen niet aan houden van Ilse) stonden te zingen vergat ik op slag het barre weer en de kou: wat is het toch weer heerlijk om vierstemmig in een koor te zingen.
Eigenlijk ging het heel beroerd. We bakten er als alten niks van, maar cantor Ubo Jan had engelengeduld en liep met ons alle alt-riedeltjes even door.

Vanmorgen ging het allemaal goed.
Wat heerlijk was het om weer met elkaar zingend de viering op te luisteren.
We hoorden vanmorgen over de snode plannen die Haman smeedde tegen het volk Israël,  omdat Mordechai, een Jood, weigerde te knielen als Haman langskwam; het staat beschreven in het bijbelboek Ester.
Benieuwd naar het hele verhaal van Ester, haar oom Mordechai, koning Ahasveros en Haman? Klik hier voor een link naar het hoofdstuk in de basisbijbel >>>.
“Het lijkt op een sprookje, maar dat is het niet” vertelde voorganger Marieke Pranger vanmorgen.
Het verhaal gaat over volkerenmoord.
Over diepe haat tussen bevolkingsgroepen.
Er was gekozen voor deze lezing vanmorgen, omdat vandaag de Nationale Holocaust herdenking plaats vindt, met o.a. een stille tocht en een kranslegging in Amsterdam.

Het lijkt een oud verhaal, maar het is ook nu nog aan de orde van de dag.
Wat mij bij zal blijven uit deze viering, is het verhaal dat Marieke ooit optekende uit de mond van een Zweedse predikant, die aanwezig was bij vredesbesprekingen tussen Joden en Palestijnen. Muurvast zaten ze in de tegenstellingen en diepgewortelde haat jegens elkaar. Totdat één deelnemer een foto van zijn gezin liet zien aan een ander. Ook anderen deden dat en ineens ging men met andere ogen naar elkaar kijken.
Je bent kwetsbaar als je laat zien wat je lief en dierbaar is.
Bij dit verhaal moest ik denken aan het lied van Sting: “I hope the Russians love their child’ren to0” dat hij schreef op het hoogtepunt van de koude oorlog tussen Amerika en Rusland. Klik hier>>>  voor een YouTube weergave van het lied.

Met de cantorij zongen we een lied van Henk Jongerius dat perfect bij deze viering paste.
Met de laatste twee coupletten van dit lied sluit ik dit blog voor vandaag af.
Laat de woorden vooral goed op je inwerken.

Wie weerloos voor het goede kiest
weet dat hij schijnbaar macht verliest:
maar tedere bewogenheid,
beschaamt het onrecht, wint de strijd.

Wie kwetsbaar in het leven staan
zij zullen niet ten onder gaan:
in hen ontwaakt de levenskracht
die slechts uit God wordt voortgebracht.

‘What might save us, me and you, is if the Russians love their children too.’

Reageren

16 januari: Ontmoeting en inspiratie in Beilen.

Dinsdagavond; eigenlijk de tweede cantorijrepetitie, maar ik moest gelijk al afzeggen. Gisteravond werd ik in Beilen verwacht. In het kader van het winterprogramma ‘Ontmoeting & inspiratie’  van de Protestantse gemeente was ik uitgenodigd om een avond te verzorgen met ‘Daniël Lohues’ als onderwerp. Vorig jaar had ik zo’n zelfde avond gegeven in Roden. Over de inhoud van de avond verwijs ik graag naar het verslag van 14 februari van vorig jaar, (zie Zuks bedenk ie van te veuren niet >>>) want in Beilen bracht ik exact hetzelfde programma.

Omdat ik vind dat je je publiek niet een hele avond alleen moet laten luisteren heb ik wat momenten ingelast waarin de aanwezigen even met elkaar in gesprek kunnen gaan naar aanleiding van wat we hebben gehoord. Zelf schuif ik dan ook even aan en ik constateerde dat er leuke gesprekken ontstonden.
Daarbij geef ik dan wel een ‘handvat-vraag’ mee. Bij het lied ‘We hebben allemaol baat bij muziek’ was de vraag: “Bij welke muziek heb jij baat?”
Bach, Mozart, Johannes de Heer, Marco Borsato: er kwam van alles voorbij. Maar wat mij vooral opviel was, dat mensen vertelden dat ze baat hadden bij zélf zingen. “Als ik in het koor sta te zingen, heb ik het gevoel dat ik een beetje wordt opgetild”.

We hadden gisteravond een gemeleerd publiek. Uitgesproken fans van Lohues die ook naar zijn theatervoorstellingen waren geweest, mensen die Lohues ‘wel leuk’ vinden en één of twee CD’s hebben, maar er was ook een mevrouw die oorspronkelijk niet uit Drenthe kwam, keurig ABN sprak (ik presenteer de hele avond in onze eigen streektaal) en Lohues alleen maar kende van zijn columns. “Het lijkt me wel een aardige man…”
Zij was gewoon nieuwsgierig naar wat hij nog meer deed; zij kreeg door zijn muziek en teksten heel veel verschillende kanten van Lohues te zien.

Ondanks de zenuwen had ik zelf ook een leuke avond; ik ben nou eenmaal erg gecharmeerd van Lohues en zijn werk.  Vandaag deel ik op mijn website het lied ’t Is en het blef een gevecht. Met de aanwezigen in de zaal gingen we over dit nummer het gesprek aan.  Lohues beschrijft allerlei soorten van dingen waarmee je als mens in gevecht kunt zijn. De tweestrijd die je soms met jezelf moet voeren noemt hij in dit lied ‘Houwerij met joezölf’.

Wil je je ook eens verdiepen in dit lied?
Hierbij een link Gevecht Lohues naar een PDF met de tekst en ook een link naar een video >>>  op YouTube.

P.S. Dit blog haar netuurlijk in ’t Drents moeten.
Maor dat was guster ok al, ik moet het ok niet overdrieven. Nou, een klein stukkie dan nog.
Drenthe is trouwens net een groot dörp: gusteraomnd ontmoette ik een vrouw waor as ik met op de HAVO in Assen zeten haar, een schoolvriend van mien breur en een ex-collega uut de jaoren ’80 van de rechtbaank in Assen. Johan, de organisator van dizze oamnd, (hij heul met mij de tied in de gaten) mus mij regelmaotig weer bij een groepie wegroepen, dan haar ik het weer veuls te gezellig……

Reageren

13 januari: Draai het eens om.

De Nashville-verklaring.
De hele week kwam ik hem tegen.
Op het nieuws, in de actualiteitenrubrieken, in de krant, op m’n werk en in allerlei gesprekken de afgelopen week.
Dit blog pretendeert een alternatief te zijn voor ‘de waan van de dag’, dus ik probeer de waan van de dag in de media meestal niet de boventoon te laten voeren in mijn verhalen, maar soms kan ik er niet omheen.

Bij FysiYoLates afgelopen vrijdag kregen we een klein stokje met een felgekleurd lint eraan, waar we allerlei gymnastische oefeningen mee deden.
“Is dit bedoeld als tegenhanger van de Nashville-verklaring?” vroeg ik.
Nou nee, niet specifiek, maar als wij die betekenis er aan wilden toekennen dan mocht dat van Trijntje.
Fanatiek zwaaide ik met m’n regenbooglintje alle frustratie over die onbarmhartige verklaring uit m’n lijf.

Vanmorgen ging ik naar de viering in de Catharinakerk. Gelukkig had ‘mijn kerk’ al afstand genomen van de Nashville-verklaring, hierbij een link naar de reactie >>> van de scriba van de PKN en het was vanmorgen dan ook geen onderwerp dat op de kansel werd besproken.
Toch haalde ik met betrekking tot die Nashvilleverklaring goede dingen uit de overdenking die me een hart onder de riem staken.

We hoorden vanmorgen het verhaal van de doop van Jezus zoals Mattheus ons dat vertelt.
“De hemel opende zich voor hem en de geest van God daalde als een duif op hem neer. En uit de hemel klonk een stem: “Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde”.
In zijn overdenking haalde de predikant het verhaal aan van een leermeester die aan zijn leerlingen had gevraagd wat het belangrijkste uit de bijbel is. De leerlingen wisten te vertellen dat dat “God liefhebben” was. Maar dat was toch niet helemaal het juiste antwoord.
“Als je God moet liefhebben is het nog steeds zo dat jij iets moet doen. Als we het nou eens omdraaien. God heeft ons lief en daar hoeven we niets voor te doen.”

We mogen dus onszelf zijn.
Zondig zijn we allemaal, maar God heeft ons lief mét onze onvolkomenheden en beperkingen. Maar ook mét onze talenten.
Dus  ‘Wij bevestigen…….. Wij ontkennen…….’ slaat helemaal nergens op.
Het gaat niet om wat Wij vinden, het gaat helemaal niet om ons.
Het gaat om God en die heeft ons lief.
Allemaal.
Zélfs Kees van der Staay met wat hij allemaal bevestigt en ontkent.

Het einde van de viering vond ik bijzonder.
Na de door de voorganger uitgesproken zegen zingen we als gemeente iedere zondag het weinig inspirerende ‘Amen’, gezongen op vier noten.
Vanmorgen zongen we in plaats van dat ‘Amen’ het lied  425 “Vervuld van Uw zegen”.
De laatste woorden van dat lied zijn:

door liefde gedreven om wie met ons leven
uw zegen te brengen die vrucht dragen zal.
met onze beperkingen, onvolkomenheden én talenten! dacht ik er achteraan.

Mijn buurman en ik waren het roerend eens: dit zouden we vaker zo moeten doen!

Reageren

9 januari: Heimwee naar de cantorij.

Op 23 mei 2017 schreef ik het laatste blog over de Catharinacantorij (Lezen? Zie Waardig afscheid van de cantorij >>>).
Samen met Ilse zou ik na de zomervakantie in 2017 aanschuiven bij de nieuw te vormen Cantorij Roden, waar zowel leden van de Op de Helte-cantorij als leden van opgeheven Catharina-cantorij bij zouden zingen. De repetities waren op vrijdagavond van 19.00-20.30 uur.

Na die zomervakantie bleek dat de repetitieavond op verzoek van cantrix Thysia was verplaatst naar de dinsdagavond.
Mijn Franse les avond.
Probleem.
In eerste instantie koos ik voor de Franse les.

Maar het ging wringen mensen.
Als de Cantorij Roden meewerkte aan een viering zat ik met heimwee in de kerk te kijken naar het koor en te genieten van hun vierstemmige gezang.
Daar hoorde ik ook bij. Het zingen, de repetitielol, maar ook een bijdrage leveren aan een kerkdienst en de beleving van een viering als koorlid: ik miste het.
Het knopje ging om toen ik ’toeristen-dienst’ had in de Catharinakerk op de Open Monumentendag in september 2018 (zie 10 september: Hier ligt mijn voorvader >>>).
De cantorij verzorgde ’s middags een gastoptreden en ik zou er zo wel weer bij willen staan. Op dat moment heb ik besloten om met mijn medeleerlingen van het Franse klasje te gaan praten, met als resultaat dat we met ingang van 2019 naar een andere avond gaan.

…. bijna drie kilo in je rugtas……

Zo kwam het dat ik gisteravond om 19.30 uur op de altenrij van de Cantorij  Roden zat. Naast Ilse, met bassen Jaap en Joop achter ons; wat heerlijk vertrouwd was het weer. De drie dikke liedboeken zaten weer in mijn oude ‘Cantorij-rugtas’. Die wegen per stuk bijna een kilo (A4-formaat) dus dan heb je alleen aan liedboeken al bijna drie kilo op je rug.  En ja hoor: we zongen drie liederen, allemaal uit een ander boek. Het grote geheister kon weer beginnen. Dat geheister was ik na anderhalf jaar alweer een beetje vergeten. We hadden trouwens maar een halve repetitie want de tweede helft hadden we nieuwjaarsborrel. Gezellig.
Wat een goed begin van het nieuwe jaar.
Toen we naar huis gingen zei Ilse: “Het was mij een aangenaam genoegen!”
Het had mijn tekst kunnen zijn; het genoegen was geheel wederzijds.

Reageren

6 januari: Wat nou mythe….. mieters!

De titel van dit blog is uit de Disneyfilm Aladdin, een animatiefilm over het aloude sprookje van de geest in de lamp. De geest roept dit aan het eind van  de film; Aladdin en Yasmin hangen samen gelukkig over de reling van het paleisbalkon en de geest vindt het mieters!

De wijzen uit ‘de Bijkeuken’.

Vanmorgen ging het in de viering van de PKN-gemeente ook over een mythe.
Het was immers 6 januari: Drie Koningen.
Voorganger Meijles had drie wijzen en een kameel op de tafel op het podium staan.
Het waren de wijzen die horen bij de kerststal die in de Bijkeuken staat.
Ook het verhaal van de drie wijzen hoort in de categorie ‘mythen’ volgens de predikant.
We weten namelijk niet zeker of die wijzen/koningen wel bij Jezus geweest zijn.
Mattheus is de enige evangelist die daarover vertelt.
Waren er drie wijzen? Staat nergens in de bijbel; wel dat ze drie geschenken meenamen.
Waar kwamen ze vandaan? In nevelen gehuld.
Wat was dat met die ster? Hoe wisten ze waar ze moesten zijn? Kan niet worden bewezen.

De dominee noemde ons in onze tijd ‘verstandelijk gehandicapt’; hij gebruikte deze term om aan te geven dat wij alles willen beredeneren. “Is dat wel zo? Kun je dat bewijzen?” En als we het niet kunnen bewijzen is het niet zo.
Wij zijn de kracht van een goed verhaal uit het oog verloren door alles te willen beredeneren.
En als iets niet kan, dat is het niet gebeurd.
Maar een verhaal wil ons iets vertellen. De bijbel staat vol met verhalen, waarvan een deel wel valt te bewijzen, maar ook een groot deel niet.
Mijn vader leerde ons al: “De bijbel is geen geschiedenisboek. Het is een geloofsboek”.
Het is de bedoeling dat wij iets doen met die verhalen, daar gaat het om; dat wij uit die oude verhalen, mythe’s zo u wilt, lering trekken en de lessen toepassen in ons dagelijks leven.

Tot zover de viering van vanmorgen, die overigens weer voortreffelijk werd ‘omspeeld’ door Erwin Wiersinga.
Toen Gerard en ik na de viering thuis nog een kop koffie dronken, zei Gerard: “Ik moest vanmorgen ook even denken aan die serie “In de voetsporen van Jezus van Nazareth” die we rondom de kerstdagen hebben gevolgd op NPO2″. Dat had ik ook.

NPO 2, In de voetsporen van……

Het is een documentaire gemaakt door Kefah Allush.
Hij gaat in vier afleveringen op zoek naar de echte Jezus van Nazareth. Hoe zag hij er uit? Wat at hij? Hoe sprak hij? Welke sporen kunnen we terugvinden van de echte Jezus uit het begin van onze jaartelling? Een fascinerende serie waar we erg van hebben genoten en waar we veel van geleerd hebben. Gemist? Je kunt hem nog terugkijken, klik hier >>>.  (onderaan beginnen voor de 1e aflevering)

Interessant.
Maar het gaat om het verhaal; en dat is mieters!

Reageren

Pagina 27 van 50

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén