een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Kerk & gemeente Pagina 34 van 56

Kerkdiensten, bijeenkomsten van de PKN-gemeente Roden-Roderwolde

3 december: De preek als ‘pauze-nummer’.

Gistermorgen was de tweede uitvoering van het projectkoor ‘Agioso’ in Zuidlaren: we werkten mee aan de Cantatedienst in de Dorpskerk in Zuidlaren.

De cantate ‘Machet die Tore weit’ van Teleman, die we gistermorgen zongen, is geschreven voor de viering van de 1e Adventszondag. Hij schreef het werk met de woorden van Psalm 24: ‘Hef, o poorten, uw hoofden omhoog, verhef u, aloude ingangen: de koning vol majesteit wil binnengaan’. Psalm 24 is al eeuwenlang verbonden met de eerste zondag van Advent.
Om uitvoeringen van klassieke muziek hangt altijd een zweem van ‘moeilijk, serieus en intellectueel’, terwijl dat mijns inziens onzin is. Klassieke muziek was in de tijd dat het werd geschreven ook voor de gewone man en is bedoeld om te gebruiken, uit te voeren en om van te genieten. In deze cantateviering kwam het klassieke stuk volledig tot zijn recht en werd het opgenomen in de viering, we zongen het mét solisten en orkest om de preek heen. Dat ontlokte dirigent Wim Opgelder de opmerking: de preek is vanmorgen het pauzenummer!

Dorpskerk Zuidlaren: raam boven het herengestoelte, verbeeldend brood en wijn & vrede en licht.

Net als vorig jaar vielen het wekenlang ingestudeerde stuk met de vaak herhaalde zinnen samen met de inhoud van de viering. De voorganger legde aan het begin van zijn overdenking uit hoe het stuk tot stand is gekomen, wat de onderliggende betekenis is en vlocht zinnen uit de cantate door zijn verhaal heen.
De mooie muziek van het orkest en de ingetogen sfeer in de eeuwenoude kerk op de Brink in Zuidlaren deden de rest: wat een belevenis op de zondagmorgen.
In tegenstelling tot het concert op vrijdagavond de 23e ging de uitvoering vanmorgen helemaal goed. Het orkest zat qua samenspel beter in zijn vel, het koor stond goed op te letten en mee te doen en de dirigent genoot van het dirigeren: fijn om hem na het harde werken van vorige week zo ontspannen voor het koor en orkest te zien staan.
Niet alleen onze uitvoering maar de hele viering was een feest, omdat ook de liederen die de gemeente zong precies pasten bij de cantate en met zo’n volle kerk is het gewoon heerlijk zingen.  Trouwens, niet iedereen zong mee; sommigen lieten wel heel duidelijk  merken dat ze alléén voor de klassieke muziek kwamen …..
De hele viering is terug te beluisteren én terug te kijken via kerkomroep >>>:
Zuidlaren, PKN Dorpskerk, 2 december 10.00 uur. (het duurt heeeeel lang voor het begint, wil je alleen het koor horen? Dat begint bij 45.00 u.)

Het ‘clubje uit Roden’ dat aan dit projectkoor meedoet zou zo’n viering ook graag een keer in Roden willen realiseren.
We leggen het eerst maar eens in de week.
KWW.
(Kiek’n wat ’t wordt).

Reageren

26 november: Twee broden en 5 kazen.

de Catharina-cantorij, Pinksteren 2016

In juni 2017 werkte de Catharina-cantorij voor het laatst mee aan een viering; daarna werd het koor opgeheven. Eind november 2017 zagen we elkaar weer op de eerste reünie en gistermiddag kwamen we voor een tweede reünie bij elkaar in De Deel.
Wat heerlijk om elkaar in deze samenstelling na een jaar weer te zien!
Natuurlijk was het niet zo dat ik de reünisten een jaar niet had gezien.
De meesten kom ik regelmatig tegen in de vieringen of elders in het dorp.

We dronken koffie/thee, kletsen gezellig met elkaar bij, maar we gingen natuurlijk ook met elkaar zingen. Erica had enkele liederen voorbereid en zo stonden we na een jaar wat onwennig in onze stemgroepen in te zingen. Maar die onwennigheid duurde maar erg kort: het was al spoedig weer net zo’n gezellige chaos als vroeger. Het was de bedoeling dat we om half vier met zingen zouden beginnen maar iedereen bemoeide zich zoals gewoonlijk weer met iedereen. Voordat de laatste tenor op de goede plaats zat (namelijk naast de andere tenoren) en iedereen de goede muziek voor zich had was het al kwart voor vier. Maakte niet uit. We hebben vierstemmig gezongen en dat voelde weer heel vertrouwd.

Toen was het tijd voor een glaasje fris of wijn en zongen we ‘Daor bluit mien eerappellaand’ van Ede Staal en ‘Hier kom ik weg’ van Daniël Lohues. Stond nooit op ons repertore, maar het was erg leuk om te zingen; wel heel ver buiten de comfortzone  van sommigen van ons wiens roots in andere delen van het land liggen.

De organisatie had iedereen gevraagd om iets lekkers mee te nemen: hetzij voor bij de koffie/thee, hetzij voor het buffet aan het einde van de middag.
We pasten het bijbelse principe van de ‘vijf broden en twee vissen’ toe: we zetten alles op tafel en delen zo met elkaar wat er aan eten wordt binnengebracht.
“Om in stijl te blijven hebben wij twee broden en vijf kazen meegebracht!” merkte een alt snedig op.

Er bleef natuurlijk van alles over. Het gaat te ver om te spreken over 12 manden, maar er was meer dan genoeg lekkers:  soep, brood, salade, hartige taarten, kleine hapjes en zelfgebakken cake/koek.
Zo kwam het dat wij vanmorgen thuis een stukje cake-tulband met appel bij de koffie hadden. Namens Gerard, Jon en Frea: bedankt Roelie, het was lekker!

Reageren

25 november: Rouw is liefde zonder adres.

De laatste zondag van het kerkelijk jaar. Vanmorgen in de viering stonden we stil bij dierbaren en vrienden die we het afgelopen kerkelijk jaar hebben verloren en we stonden stil bij verdriet en gemis dat al langer duurt. Een druk bezochte viering die bol staat van symbolische handelingen en rituelen.

De voorganger zei vanmorgen: “Rouw is liefde zonder adres”. Je houdt heel veel van iemand, maar je kunt met je liefde nergens meer heen.
Voor velen van ons een bekend gegeven.
Vanmorgen werden de namen genoemd van hen die ons dit jaar ontvielen, maar iedereen draagt het verdriet van eerder verlies met zich mee.
Vorig jaar zaten wij met mijn broer en schoonzus in deze viering in Hoogersmilde.

De cantorij zong, er werden kaarsen aangestoken en er was mooie muziek.
Vandaag wil ik graag de aandacht van mijn blog richten op twee dingen die me opvielen in Op de Helte:

– het toepasselijke bloemstuk dat op de avondmaalstafel stond.
34 witte rozen die ontspruiten aan dood hout, versierd met klimop.
Het geheel stond op een spiegel, zodat je in de spiegeling het verleden kunt zien.
Prachtig gemaakt door Dea Smit.

– het ‘glas-in-lood’-scherm in de gedenkhoek. 
In die gedenkhoek liggen op de planken de naamstenen van de gemeenteleden die dit jaar overleden zijn.
Het scherm is gemaakt door Hetty Veerman, die voor mij tijdens mijn revalidatieperiode een klein glas-in-lood engeltje maakte (zie 19 april >>>)

Hetty en Dea zijn gemeenteleden die hun talenten, veelal op de achtergrond, breed inzetten, maar vandaag even in het zonnetje.
Meer lezen over de gedenkhoek in Op de Helte?
Klik hier >>> voor een link naar een pagina over deze hoek op de PKN-website.

Op de laatste pagina van de orde van dienst van vanmorgen  stond een gedicht van Bea Sportel.
Daarmee wil ik dit blog van vandaag graag afsluiten.

Onderweg naar de eeuwigheid
zijn we allemaal
maar ik heb er niet om gevraagd
om zo heel alleen
achter te blijven
en al weet ik
dat ik met jou heb mogen gaan
tot daar, waar ik je los moest laten,
tot daar, waar jij over grenzen ging
en leven en dood elkaar raken,
tot daar kon ik mee
toen moest ik afscheid nemen
jouw uitvaart
voelt als het laatste
daarna voelt de leegte
leeg

jouw dood
deed mij een stukje sterven
jouw dood
moet mij verder doen leven
ik wil en ik zal en ik moet
laten zien wat jouw liefde met mij heeft gedaan
dus opnieuw een kaarsje aan
voor jou
om mezelf licht te gunnen.

Eerdere blogs over deze dag:
27 november 2017 Een intieme viering >>>

21 november 2016 Onverwachte ontmoeting >>>

Reageren

23 november: Af&Toe

Zingen.
Eén van mijn grote hobby’s.
Stond na de bypass op een heel laag pitje, maar na de zomer durfde ik weer wat dingen aan: het projectkoor met Wim Opgelder (vanavond concert: zinnan!) én het “Kaartenbakkoor van de PKN”, beter bekend als het ‘Af&Toe-koor’. (zie 26 januari >>>)
Gisteravond zaten we met ongeveer 20 zangers in de hal van Op de Helte.
Piety en ik hadden vorige week al even overleg gehad over de liedjes en gisteravond gingen we voor het eerst alles doorzingen.

Het ‘Af&Toe-koor’ is geen gewoon koor.
Het heeft geen dirigent, we doen het met elkaar.
Twee gitaren en andere instrumenten die voorhanden zijn.
Speelt iemand fluit? Leuk, dan verzinnen we een melodielijn voor een tussenspel.
Nu hadden we bijvoorbeeld een heel toepasselijk lied gevonden bij het thema van de viering op 9 december waar we aan mee doen. Maar daar was alleen maar een tekst van en Piety kende de melodie. “Zijn daar geen noten van?” vroeg een geoefende zanger gisteravond. Nee. Dat is één van de nadelen van dit koor en misschien ook wel één van de charmes, want kun je geen noten lezen, dan kun je toch meedoen!

We zingen in de viering op de 2e zondag van Advent. Thema: we kijken door de kijker van een van de wijzen en zien een ster. In mijn brein plopt dan onmiddellijk een liedje op “Ik zie een ster, hij staat nog ver” van Mouth en MacNeal uit 1974.
Die gaan we dus ook zingen in die viering; niet met dezelfde tekst natuurlijk, daar hebben we andere woorden op bedacht. En ook met andere begeleiding, want voor zo’n feest als Mouth & MacNeal er van maken heb je een heel orkest nodig!
(klik hier >>> voor een uitvoering van hun versie).
Maar voor mij is een donderdagavond repetitie met het Af&Toe-koor al een feest op zich!

Reageren

18 november: Ons weten en ons kunnen.

Als kind zou ik de viering vanmorgen in Op de Helte veel te lang hebben gevonden.
Man, man, bijna anderhalf uur: voor een jong kind is een uur stil zitten al veel te lang.
Maar dat het zo lang duurde had ik tijdens de viering helemaal niet door!

Het Rodens Mannenkoor zong in deze viering, Walter Meijles boeide me moeiteloos met zijn overdenking en de viering van het Heilig Avondmaal ervoer ik als ‘voedsel voor de ziel’, zoals de voorganger hierover treffend opmerkte.
Aan het begin van de viering, tijdens het gebed,  viel mij deze zin op: “Dat ons weten en ons kunnen uw aarde bedreigt…”
Daar had ik in de krant dit weekend ook een artikel over gelezen.
“We kunnen eigenlijk al niks meer doen aan de opwarming van de aarde, we kunnen ons beter wapenen tegen de gevolgen daarvan”  was de strekking van dat verhaal.
Tengevolge van ons weten en ons kunnen.
Tengevolge van het moderne credo Niet omdat het moet, maar omdat het kan.

We zongen vanmorgen lied 1001, wat mij betreft één van de mooiste liederen uit het liedboek.  ‘De wijze woorden en het groot vertoon, de goede sier van goede werken, de ijdelheden op hun pauwentroon, de luchtkastelen van de sterken’.
Klik hier >>> voor de hele tekst van dit lied van Huub Oosterhuis.
De hele preek samengevat in één lied.
Het ging vanmorgen over het ‘penningske der weduwe’, de vrouw waarvan Jezus zegt dat ze, ondanks haar schamele bijdrage, het meeste van iedereen in het offerblok heeft gegooid. De predikant nam ons in zijn verhaal mee naar het tempelplein en trok het beeld door naar onze huidige kerk. Hij stelde zichzelf en ons de vraag: Wat doe ik met mijn tijd?
Ben ik misschien te veel bezig met het instandhouden van dingen? Administratieve rompslomp, vergaderschema’s, dingen die moeten van mezelf? Kan ik mijn tijd niet beter besteden aan wat er echt toe doet? Investeren in mensen die dichtbij mij staan en in mijn medemens wat aandacht heel goed kan gebruiken?

We zaten vrij voorin de kerkzaal, daarom zagen we tijdens het avondmaal de hele stoel van deelnemers aan ons voorbijtrekken. Wat mij ontroerde waren de echtparen, waarvan de vrouw of man dementeert. Hand in hand liepen ze naar voren lopen, hielpen elkaar bij brood en wijn en liepen samen terug, want alleen lukt niet meer.  Inmiddels weet ik hoeveel zorg en verdriet en schuil gaat achter wat het oog ziet. Als je dan net zo’n preek hebt gehoord over het besteden van je tijd, zie je bij die echtparen dat dat niet altijd een keuze is.

Het Rodens Mannenkoor werkte vanmorgen mee, het gaf de viering iets feestelijks.
De heren zongen mooie, toepasselijke liederen; soms fluisterzacht en soms met stemverheffing. Ondanks de gemiddelde leeftijd kwam er nog flink geluid uit het koor. Omdat de teksten allemaal in een buitenlandse taal werden gezongen was het niet allemaal goed te volgen  (daar had de beamer misschien behulpzaam bij kunnen zijn) maar  ik heb er van genoten. En nog even over die leeftijd: niet over mekkeren. Je bent immers nooit te oud om te zingen!
Nog even nagenieten?  Luister dan deze viering terug via Kerkomroep>>> (PKN Roden, Op de Helte, 10.00 uur)

Reageren

5 november: Wat neem je mee?

Af en toe gaat er in onze gemeente een voorganger voor die al met emeritaat is.
Nu dominee Bart Elbert ons heeft verlaten, komt dat iets vaker voor en gistermorgen mocht ik mij verheugen op een viering met Theo van Beijeren; gezien het aantal mensen in de Catharinakerk verheugden velen zich met mij.
Het voelde weer even heel vertrouwd.

In deze periode voor de laatste zondag van het kerkelijk jaar (Voleindingszondag, dit jaar op 25 november, dan gedenken we de overledenen) is de blik in de vieringen gericht op de laatste dingen. We lazen een gedeelte uit Job en uit Marcus. De saduceeën stellen een vraag aan Jezus over het hiernamaals: “Van wie zal een vrouw die meermalen getrouwd is geweest in het leven na dit leven de echtgenote zijn?”

Vragen waar we allemaal mee zitten.
Waar zijn onze geliefde doden?
Zal er herkenning zijn na de dood?
Het antwoord van Jezus is: “Wanneer mensen uit de dood opstaan trouwen ze niet en worden ze niet uitgehuwelijkt, maar zijn ze als engelen in de hemel.”
Het zal helemaal anders zijn.

Hinsz-orgel in de Catharinakerk Roden

Wat neem je mee uit een viering? Aan het begin merkte de voorganger op dat dat van alles kon zijn: een woord, een lied, de stilte, de zegen….. het ene onderdeel van een viering spreekt je meer aan dan het andere. We zongen mooie, toepasselijke liederen, maar bij het slotlied liet het vaak geroemde, historische Hinszorgel de organist (en ons) in de steek. Er bleven steeds toetsen hangen en dat is heel vervelend. Dat begon al tijdens de collecte. “Ik dacht dat je een heel modern stuk aan het spelen was” zei de voorganger daar relativerend over, maar het was natuurlijk wel jammer; het deed afbreuk aan de beleving van het samen zingen van een lied.

Toen ik de kerk uitliep had ik de aria “I know that my redeemer liveth'” uit de Messiah in mijn hoofd. Dat werd aangehaald in de preek bij de woorden van Job: “Want ik weet: mijn verlosser leeft.” Dat nam ik, naast de troostende overdenking, mee uit de viering.
Benieuwd naar de inhoud van deze viering?|
Je kunt hem terugluisteren op Kerkomroep>>>. (Roden, Catharinakerk, 4 november, 10.00 uur).
Voor de liefhebbers hierbij een link naar de bovengenoemde aria >>> uit Handel’s Messiah, opgenomen in 2011,  uitgevoerd door de toen 11 jaar oude Henry Jenkinson, chorister in the Choir of New College, Oxford.

Reageren

28 oktober: De grote help.

De cantorij Roden werkte vanmorgen mee aan de viering in Roderwolde; ik hou van vieringen met veel zang en muziek, dus rond kwart over 9 zaten we in de Jacobskerk.  De cantorij vulde het hele gedeelte onder de preekstoel. Sinds de Catharina cantorij niet meer bestaat bekijk ik met weemoed de groep gemeenteleden die ‘de lofzang gaande houdt’. Ik mis het zingen als alt en het zingen van kerkelijke liederen en geniet dus van zo’n viering als vanmorgen,  waarbij we veel zongen en de cantorij af en toe flink uitpakte met o.a. een bovenstem van de sopranen over de gemeentezang heen.

De blinde Bartimeus stond centraal in viering. Voorganger Astrid Mekes vertelde dat dit verhaal voor haar een bijzondere betekenis had. Zij las haar zoontje vroeger altijd voor uit ‘de Kijkbijbel’ en liet vanaf de preekstoel het plaatje zien dat bij dit verhaal hoorde. Astrids zoontje was als tweejarige diep onder de indruk van het plaatje van Bartimeus. Hij noemde het ‘ de grote help!’
(Afbeelding: Bartimeus uit de Kijkbijbel >>>)

We kennen allemaal het verhaal: Bartimeus wordt door Jezus opgemerkt en kan aan het einde van het verhaal weer zien. Na de overdenking speelde organist Lykle de melodie van “Hij die de blinden weer deed zien”, lied 534. Ik zocht de tekst erbij en vond dat de tekst een samenvatting was de preek.  Goed gekozen! Benieuwd naar dat lied? Hierbij een link >>> naar “Nederland Zingt” van de EO, waar je naast het beluisteren van het lied ook de tekst erbij kunt lezen.

Tijdens de collecte speelde Lykle een ander bekend lied waarbij de gemeente blijmoedig begon mee te hummen. Het leek op ‘Zachtkens en teder roept Jezus de zijnen’  (zie blog Softly and tenderly >>>>)  maar dat was het niet.  “Wat is dit nou voor lied” vroeg ik achter en naast mij. Mijn achterbuurman die het hardst meeneuriede fluisterde: “Weet ik eigenlijk niet…” Buurvrouw,  oorspronkelijk uit Canada wist de Engelse titel wel : Faith of our fathers. Maar toen wisten we het nog niet……wie het weet mag het zeggen.

Er was,  in tegenstelling tot wat er in Kerknieuws stond,  geen koffiedrinken na de viering.  Jammer ja. Dan had ik de cantorijleden nog even kunnen complimenteren met hun bijdrage aan de viering; het was beslist van toegevoegde waarde voor mijn dag.

Reageren

24 oktober: Waldorf & Statler?

Zondagmorgen had Gerard dienst als ouderling, dus ik zocht alleen voor mezelf een plekje in de kerk; ik schoof aan naast een jarige Dick (Lezer van de maand!) en Janny.
Altijd gespreksstof genoeg.
Eerst liet ik hem even het lied ‘O eeuw’ge Vader, sterk in macht’ zien dat ik achter in mijn liedboek heb geplakt. Het lied waarvan we het zo jammer vonden dat het niet in het nieuwe liedboek staat (zie ‘Lied gemist’ van 14 augustus 2016 >>>).

Voor de kinderen vertelde voorganger Walter Meyles het verhaal van Jean Claude le Dieu die tijdens een zware storm geen afstand kon doen van het prachtige marmeren beeld van Maria dat hij had gemaakt en vervolgens mét het schip én het beeld ten prooi viel aan de zee. Een legende volgens de dominee; een legende die ik niet op internet heb kunnen vinden, zelfs niet met de zoekterm ‘La pointe du sculpturist’, zoals de plek waar het schip verging sindsdien door de Fransen wordt genoemd. Maar de herkomst van het verhaal is in dit geval niet belangrijk, dat was juist de essentie van de legende: wij mensen kunnen maar moeilijk iets loslaten.

‘Waar heb jij je hoop op gevestigd in deze wereld?’ was de vraag die ons zondagmorgen werd voorgelegd. Die vraag hoorde bij de opmerking van Jezus dat het gemakkelijker is voor een kameel om door het oog van de naald te gaan, dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.
Spaargeld? Auto? Baan? Wat is het belangrijkst voor je?
Wie ben je zonder huis, geld en aanzien van de mensen?
Kun jij alles loslaten op het moment dat het er op aan komt?
Of ga je, net als Jean Claude, mét je prachtige beeld ten onder in de golven…..

We kregen vanmorgen geen antwoord. Sterker nog, de predikant nam ons mee in zijn eigen beleving van dingen loslaten en vertelde dat hij zich niet kon voorstellen dat de discipelen zelfs hun kinderen hadden achtergelaten om Jezus te volgen. Dat zag hij zichzelf nog niet doen. Een ander voorbeeld was dat je soms als gelovige moet toezien dat iemand die zich van God noch gebod ooit iets heeft aangetrokken aan het eind van zijn leven tot geloof komt. Kijkend naar ons eigen leven dat van kinds af aan in het teken van kerk en geloof heeft gestaan vinden we dat oneerlijk. In ónze beleving. Maar wij hebben niks te vinden, we zijn allemaal afhankelijk van Gods genade, er bestaat niet zo iets als ‘recht hebben op’ in geloofzaken.

Ons slotlied was zondagmorgen “O Heer, die onze Vader zijt” , net zo’n prachtige Engelse hymne als het lied uit de eerste alinea.
“Maar” bromden Dick en ik voor het zingen tegen elkaar “ze hebben het op een andere melodie gezet. Zonde!”
En inderdaad, het was niet meer de oude vertrouwde melodie die we zongen.
Maar het was ook niet heel verkeerd.
Best mooi eigenlijk.
We leken een beetje op die twee oude mannetjes op het balkon van de Muppetshow (Waldorf & Statler) die altijd alles afkraken en dat wil je niet….. dus we zongen de nieuwe melodie van harte mee op de één na achterste rij!

Reageren

8 oktober: De Zandprinses.

We hadden het als PKN-gemeente overal rond geroeptoeterd: zondag 7 oktober geeft de Zandprinses een voorstelling in de ‘Ik zie jou viering’ in Op de Helte.

We waren gistermorgen al voor half tien in de kerk, maar toen zaten er al mensen.
Om tien uur was de kerk afgeladen vol: de kinderen kwamen op lage bankjes voor de gemeente te zitten. De viering begon zoals altijd met afkondigingen en een lied, maar daarna was de Zandprinses aan de beurt: zij tekende met zand op een grote lichtbak die was aangesloten op de beamer en in de kerk zagen we wat ze tekende.

Ze tekende de schepping. We zagen licht en donker, water en land, vissen, vogels, landdieren en tenslotte mensen. En een slang en een appel. Geboeid zaten we allemaal te kijken. Af toe riep er een kind wat we zagen “Hé een boom!”
Benieuwd naar de foto’s? Op onze PKN-site >>> zijn ze te bewonderen.
Wat was het prachtig! Een ‘zandverhaal’ met een boodschap.
We zongen vanmorgen mooie, lichte liederen en wat is dat een feest met zo’n volle kerk!

Maar wat raakte mij nou het meest in deze viering?
Niet de mooie zandtekeningen, niet het zingen, maar een klein meisje op de eerste rij dat spontaan ging dansen. We zongen staande als slotzang het lied ‘De Heer van de dans’ en bij het refrein deed ze een stapje naar voren en danste blij een paar keer rond. Daarna keek ze om en zag dat

‘Dansje in de kerk’. Website: Marius van Dokkum

niemand meedanste, maar het deerde haar niet.
Steeds als we het refrein zongen deed zij haar danspasjes.
Wij zijn dat verleerd, mensen. Als wij dansen lijkt het op de Engelse premier May die houterig beweegt op Dancing Queen.
Het ontroerde me, dat onbevangen kind voor bij het podium.
Het deed me denken aan die tekening van Marius van Dokkum, zie de afbeelding hiernaast.
Hierbij een link naar de website van Marius van Dokkum >>>

Een onvergetelijke viering.
Dankzij het meisje maar natuurlijk ook dankzij de Zandprinses, hierbij een link naar haar website.
De Zandprinses >>>
Kijk op die site bij ‘Galerij’ eens naar de video “Oosterscheldekering”.
Wat een kunstenares!

Reageren

1 oktober: Een tussenzang.

Als ik als kind klaagde over de lengte van een preek op zondagmorgen, dan placht mijn vader te zeggen dat dat reuze meeviel. Nee, dan vroeger in zijn jeugd! Vroeger waren de preken zo lang, dat er halverwege een ’tussenzang’ werd ingelast om eventeel aanwezige dufheid te verdrijven. Als je zingt wordt je als gemeentelid immers zelf weer even actief!

Gistermorgen moest ik even aan de jeugd van mijn vader denken.
Onze voorganger Astrid Mekes gebruikte een (voor mij) geheel nieuwe vorm van een overdenking. We lazen een gedeelte uit Nummeri (waarin Mozes 70 oudsten aanstelt) en het gedeelte uit Marcus, waarin Jezus in gesprek gaat met zijn discipelen over wie het belangrijkst is. (Klik hier voor het gedeelte in de Basisbijbel>>>)

De predikant behandelde een klein gedeelte uit de voorgelezen bijbelgedeelten, waarna we steeds één vers zongen van het lied “Laat ons bidden uit gemis” uit de bundel Tussentijds.
Indringend was het.
Omdat je steeds na een paar minuten luisteren weer een toepasselijk couplet gaat zingen, ben je sterk betrokken bij wat er wat wordt gezegd en wat er daarna wordt gezongen.

Eén strofe licht ik er uit:
Jezus neemt bij de vraag over wie het belangrijkst is een kind bij zich en zegt: ‘Als je de belangrijkste wil zijn, moet je de minst belangrijke worden. Je moet een dienaar worden van alle anderen.”
Daarna zongen we het lied:
Laat ons bidden voor het kind
dat zijn leven pas begint;
voor de kind”ren aller landen
van wie God de namen weet,
dat hun toekomst niet zal stranden
op de klip die oorlog heet.

Wat mij betreft blijft het niet bij dit ene experiment!
Er zit wel een klein, triviaal nadeel aan. Als je gewend bent om aan het begin van de preek een pepermunt in je mond te doen, zit je na drie minuten te zingen met die pepermunt tegen je wang aan gedrukt…………

Tijdens de collecte trakteerde organist Arjan Schippers ons op een fantastisch orgelstuk. Na afloop vroeg ik of de titel van zo’n stuk ook op de beamer geprojecteerd kan worden, dan weten de mensen ook waar ze naar luisteren. Het antwoord was: “Ik bereid dat niet voor…. liederen, sfeer en thema willen het stukje nog weleens veranderen.”
Wat een kunstenaars zitten er toch op die orgelbankjes bij ons in de kerk; koesteren die mannen. 

Reageren

Pagina 34 van 56

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén