een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 116 van 263

11 september: Vorstelijk Baarn.

Een vriendin van ons woont in Baarn. Zij was op zoek naar iemand in het noorden die met haar voor een week van woning wilde ruilen en wij hadden daar wel oren naar. Donderdag 3 september kwam ze bij ons lunchen en overhandigden wij de sleutels aan elkaar.

Dus wij woonden een week in Baarn!  Van te voren was ons al verteld dat het een mooie omgeving was en dat kunnen we alleen maar beamen. Het was maar goed dat Gerard de fietsknooppunten app op zijn telefoon heeft, want ik zag geen bordjes en geen kaarten;  ik zag alleen maar landgoederen met kasten van kasteelachtige huizen,  paleizen en lanen met eeuwenoude bomen. ‘Vorstelijk Baarn’ is de slogan die de plaatselijke VVV gebruikt. Na een dag fietsen zat ik al te speuren op internet naar de achtergrond van al die rijkdom; de weelderige panden zijn bijna allemaal ontstaan als buitenhuis voor rijke Amsterdammers. Die verdienden in de 17e eeuw goudgeld en belegden dat in exclusieve panden. De oude adel haalde eigenlijk de neus op voor deze ‘nouveau riche’ van die tijd;  ze kwamen uit een lagere sociale klasse en misten meestal de omgangsvormen van de sociale laag waarbij ze op grond van hun bezit meenden te behoren.

We fietsten langs landgoederen met klinkende namen als Groeneveld (zie foto links),  De Hoge Vuursche, Pijnenburg en Eykenstein. Met enorme parken en waterpartijen en prachtige borders. Maar de omgeving van Baarn bestaat natuurlijk niet louter en alleen uit luxueuze huizen.  We kwamen bijvoorbeeld ook door plaatsen als Eembrugge (130 inwoners maar wel met stadsrechten!) en Maartensdijk, een voormalig lintdorp dat één van de eerste ontginningsassen van het oorspronkelijke veengebied was. Met een gewone mengeling van huizen: nieuw,   oud,  modern en authentiek.

Wonen in Baarn betekent niet automatisch dat je in een paleis woont.  Wij woonden deze week niet in een kasteel, maar wel in een rijksmonument. Het huizenblok staat zelfs beschreven op Wikipedia! Het hofje  is in 1858 gebouwd door de eigenaar van het landgoed Schoonoord en was bedoeld voor het gepensioneerde personeel van de jonkheer.

Wij vierden echt vakantie: op maandagmorgen 7 september bijvoorbeeld had ik geen ‘witte tornadodag’ maar zat ik anderhalf uur in de zon te borduren met de Arbeidsvitaminen op de oortjes. Wat een zaligheid.

Vonden wij Baarn al spectaculair op huizengebied, toen we na een stadswandeling in Naarden terugreden via Huizen, Blaricum en Laren reden we met ogen op stokjes langs de uitgestrekte villawijken.

Wel een heel hoog ‘hoge hekken gehalte’…..meer over deze nouveau riche in een volgend blog.

Reageren

10 september: AVRO’s Toppop

Twee weken geleden was mijn broer een morgen bij ons: hij hielp bij de installatie van een nieuw ding in onze computer.
Radio 5 stond aan en we hoorden Willeke Alberti met ‘Morgen ben ik de bruid’.
Ik hoorde mijn broer grinniken en ik wist waarom.
Dat kwam van het programma ‘de Dik voor Mekaar-show-  waar wij in de jaren ’70 elke zaterdag naar luisterden. 
Willeke kwam dan optreden in de show en op het moment dat de bruidsklokken luidden in het lied hoorde je een overspannen klokkenluider het hele lied overstemmen, wat weer geschreeuw opleverde van Dik. Wij beleven zo’n lied allebei op dezelfde manier en hebben dan samen even grote pret.

Later aan de koffie haalden we herinneringen op aan vroeger.
“Deze week keek ik naar oude beelden van AVRO’s Toppop” vertelde hij.
“Mijn dochter (19) zat met de wenkbrauwen tot in de haargrens mee te kijken. “Wat is dit!?! Keken jullie hier naar?!?”
Iedere week, verzekerde ik haar, het was het enige popprogramma op de Nederlandse televisie, dat wilde je niet missen.”
Ik had die hele beelden niet gezien; het was steeds veel te mooi weer.
Naast het Journaal en de Slimste mensen zagen we niets; we zaten buiten bij kaarslicht.
We gaan het nog wel even terugkijken.

Later in de week spraken we dochter Harriët; zij had TopPop ook gezien.
Ze was afgehaakt bij ‘Vanessa’ met ‘Upside down’; dat kon ze niet meer aanzien.
Wij vertelden haar hetzelfde wat mijn broer aan zijn dochter had verteld.
Gerard had nog een mooi verhaal over zijn oudere broer Henk.
“Op het tijdstip dat TopPop in die jaren op de televisie kwam, was er bij ons op de boerderij nog veel werk te doen. Mijn ouders waren altijd druk en wij moesten helpen.
Henk wilde persé toch naar TopPop kijken. Hij was met het paard op het land aan het werk; toen het tijd was voor TopPop bond hij het paard vast aan het hek en ging televisie kijken. Vader Waninge trof tot zijn stomme verbazing het paard vastgebonden aan en vond Henk ten langen leste voor de televisie.
” ’t Wordt eem wat later…..ik wil dit eerst eem zien.”

Onze ouders begrepen destijds net zo weinig van onze fascinatie voor TopPop als onze kinderen nu.
De generatiekloof kent veel verschillende verschijningsvormen.

Reageren

9 september: Voeg leven toe aan de dagen (3) – Niet afgeschreven.

Vandaag deel 3 in deze serie: Ouder. Maar niet afgeschreven.

Met veel plezier heb ik gekeken naar de twee tv-series over Hendrik Groen en zijn medebewoners van het verzorgingshuis.
Het ‘Ouder. Maar niet afgeschreven’ werd door club om Hendrik Groen heen omarmd onder de afkorting OMANIDO: Oud, maar niet dood.
Deze positieve instelling maakte, dat er op het gebied van uitstapjes en reizen veel meer mogelijk bleek dan eerst gedacht.

Het is al lang bewezen: positief ingestelde mensen leven langer dan hun depressieve leeftijdsgenoten. De positivo probeert altijd iets te maken van zijn of haar leven.
Ze doen hun best om de humor van situaties in te zien en blijven dingen doen, waardoor ze in beweging komen en meer meemaken.

We kennen ze allemaal wel: ouderen die altijd klagen.
PHPD (pijntje hier, pijntje daar), de kinderen komen te weinig, het hoeft van mij allemaal niet meer, ik begrijpt niets meer van deze tijd…
Zonder het te willen zijn ze niet zulk leuk gezelschap en doen ze zichzelf te kort.
Als je ouder wordt, ben je niet afgeschreven.
Stel, je bent 70. Misschien wordt je wel 90 en blijkt achteraf dat je twintig jaar op je dood hebt zitten wachten.

Ook de laatste jaren van een mensenleven zijn het waard om ten volle geleefd te worden.
Deze jaren zijn minstens zo waardevol als je jaren tussen je twintigste en je veertigste.  Toen had je ook wel eens ergens last van, sliep je slecht of had je het veel te druk, maar toen ‘hoorde het erbij’; je werk en je gezin kostten veel energie, je zette je schouders er onder en door maar weer.
Als je ouder wordt en niet meer druk bent met werk en/of gezin is er gewoon meer tijd om dingen te voelen en stil te staan bij minder leuke dingen.
Vul die tijd dus vooral met leuke dingen, zodat je niet alleen maar zit en piekert.
‘Een zittend gat hef altied wat’.
Je kunt maar beter blij zijn dat je ouder wordt en er iets van maken.
Vooral als je kijkt naar het enige alternatief.

Levensquote 3: Of je als oudere ‘afgeschreven’ bent, heeft voor een groot deel met je eigen instelling te maken.

Klik hier voor de andere delen van deze serie:
1. Leeftijd
Leeftijd is maar een getal en volledig irrelevant, tenzij je een fles wijn bent.
2. Gezondheid
Voor je lichaam zorgen is een investering; je krijgt er iets voor terug dat onbetaalbaar is.
3. Niet afgeschreven
Of je als oudere ‘afgescheven’ bent, heeft voor een groot deel met je eigen instelling te maken.
4. Er op uit gaan 
Als je het zonnetje in huis wilt worden, moet je naar buiten om de kunst af te kijken.
5. Niet te snel opgeven
Rust roest
6. Gezelschap
Zoek het gezelschap van diegenen die het beste in je wakker maken.
7. Nooit te oud om te leren
Op het moment dat je je ergens te oud voor voelt, moet je het juist gaan doen.
8. Hulpmiddelen. Ook voor jou.
Één van de moeilijkste dingen, die je in je leven zult leren,
is dat het lot je ooit zal dwingen,  om hulp te accepteren.  (gedicht: Martin Gijzemijter)
9. Geen spijt.
Voordat je dood gaat…..LEEF.

Reageren

8 september: Universele figuren.

Maandagmorgen 24 augustus las ik bij het ontbijt de krant online.
Er stond een interview in met Marijke Bakker, de vrouw die van 1966 tot 1979  Mamaloe speelde in de serie Pipo de Clown.
Ze vertelde dat ze als actrice vastgeplakt zat aan het personage Mamaloe, net als Joop Doderer  aan Swiebertje; daardoor had ze niet veel andere rollen meer gespeeld.
Ze leek er niet echt mee te zitten.

Pipo de Clown en Mamaloe.
Een serie die in mijn brein gegrift staat.
Natuurlijk werd het op een gegeven moment te kinderachtig, maar wat heb ik genoten van die serie. Het leukst vond ik die oliedomme boeven ‘Snuf en Snuitje’. Die ene stotterde een beetje en alhoewel ik dat als kind ook erg heb gedaan, kon ik daar bij Rudi Falkenhagen, die Snuf speelde ontzettend om lachen.
“M-m-mooie p-parels, f-f-fijne p-p-parels!”

Marijke beschreef in het interview de achterliggende gedachte bij de serie Pipo de Clown.
Volgens haar was het  (ik citeer):
een ijzersterke serie dankzij de universele figuren die een prachtige weerspiegeling geven van de maatschappij. Pipo is onconventioneel. Hij staat voor liefde en licht en voor vrijheid en natuur.  Mamaloe is de vrouw die hem met beide benen op de grond houdt.
De circusdirecteur heet Dikke Deur: een verbastering van het woord ‘directeur’; een man met een groot ego die eigenlijk vooral onmacht uitstraalt. De indiaan Klukkluk is het kind in ons en de boeven Snuf en Snuitje zijn de rommelaars in onze maatschappij. Schrijver Meuldijk slaagde er steeds weer in om mooie, afgeronde verhaaltjes te maken met een kop, een staart en een body.’
Tot zover Marijke.

Als kind heb je geen notie van een achterliggende gedachte.
En toen ik kind was dacht nog niemand na over een karikaturale indiaan.
Wie niet wordt genoemd in het relaas van Marijke is Petra, het dochtertje van Pipo en Mamaloe. Zij was een soort beschouwer in de serie en nam de plaats in van de kijker.
Door haar zag je wat die domme volwassenen allemaal fout deden.
Daarom was het ook zo’n leuke serie!
In mijn jeugd heb ik ooit het boekje ‘Pipo en de wonderaarde’ cadeau gekregen. In dit boekje stond het spannende verhaal van die wonderaarde mét op iedere pagina een foto van de acteurs; ik heb het gekoesterd als een schat.

Op YouTube vond ik nog een oude aflevering van Pipo de Clown.
Ook nog even van genieten voor het slapen gaan? Hierbij een link naar de aflevering over de taart voor Mamaloe. 
“Dag vogels, dag bloemen, dag kinderen….. welterusten!” 

Reageren

6 september: Blauwe Meer

Op de eerste warme dag van april besloten Gerard en ik een eindje te gaan rijden: even een andere horizon zien.
We reden naar Hoogersmilde, back to the roots.
We vroegen ons af: “Hoe zou het bij het Blauwe Meer zou zijn?”
In onze jeugd was dat ’the place to be’ als je jong was en als het zwemweer was.
Om daar te mogen recreëren moest je een seizoenskaart kopen, maar omdat mijn vader bij de Kalkzandsteenfabriek Roelfsema werkte hoefde ik niet zo’n kaart. Tonnie Berends was de opzichter rondom het Blauwe Meer en hij kende ieder kind van elke medewerker.
Dat kon toen nog.

Inmiddels is er een stuk strand afgebakend met een kurk-lijn en om het oude meer heen mag nu met een dag- of seizoenskaart gezwommen en gezond worden.
Omdat het gebied nu niet meer vrij toegankelijk is zochten we een parkeerplaats op en vonden een eind verderop het meer.
Hier en daar zaten wat stellen, soms met kinderen en voor de rest was het erg rustig.
Wij besloten de aangegeven wandeling te maken: een rondje om het meer. 2 kilometer was die en het werd aangegeven met gele pijlen.

We begonnen aan het rondje bij de verlaten kassa. We vonden geen gele pijlen, maar verdwalen kan bijna niet, want je loopt om het meer heen, dus als je het water steeds aan je rechterkant houdt, kom je vanzelf weer bij het kassahuisje uit. Op de foto zie je het oude meer, waar je mag zwemmen.  Als je op de foto klikt wordt hij groter en kun je de televisietoren zien.
Halverweg kon je even een stukje rechtdoor lopen; in de verte zagen we Hoogersmilde liggen en je kon uit kijken over het nieuwe meer, de plek waar men nu het witte zand naar boven zuigt.  Daar mag je absoluut niet zwemmen, omdat dat heel gevaarlijk is.
Dat water is zo mogelijk nog blauwer als het oude meer.
In het zand van het Blauwe Meer komt plaatselijk glauconiet voor, een mineraal met een donkergroene kleur dat gemakkelijk verweert.
Samen met de diepte zorgt dit voor de blauwgroene kleur van het water.
In het verleden zijn er mensen verdronken in het Blauwe Meer; de echo van de ettelijke waarschuwingen van mijn ouders in mijn jeugd klinken nog na in mijn oren.
“Niet te ver het water inzwemmen (te koude onderstroom) en niet op zandkoppen gaan staan!” (wegens instortingsgevaar)

Wat een heerlijke wandeling!
Het was soms zo stil, dat we alleen de vogels hoorden en het zachte klotsen van de golfjes tegen de wal.
Al wandelend kwamen de herinneringen naar boven.
Van de eindeloze, warme zomerdagen die we doorbrachten aan het water met een boek en een oud transistorradiootje van mijn vader.
Van het maken van onze trouwfoto’s bij het Blauwe meer.
Hoe ik, mijn trouwjurk omhoog houdend, over de paden balanceerde met mijn witte pumps.

Meer achtergrond informatie bij het Blauwe Meer >>>

Reageren

5 september: Guus en Donald.

Na het avondeten lezen Gerard en ik altijd uit een soort dagboekje: de bijbelse dagkalender.  Je leest een klein stukje uit de bijbel en een dominee schrijft daar dan een kleine uitleg of beschouwing bij.
Het komt mij nogal krek: wij zijn hier in Roden nu en in het verleden beslist verwend met voorgangers die  voor hun overdenkingen ook echt aan het denken zijn geweest, zodat je er (bijna) altijd iets van opsteekt. Het maakt dus voor mij veel uit welke dominee een stukje schrijft in het dagboekje.
Een paar weken geleden hadden we iemand die het stukje schriftlezing dat we net hadden gelezen in zijn eigen woorden nog eens beschreef en er één zinnetje ‘algemeenheid’ aan toevoegde. Mooi proza, maar daarvoor heb ik niet zo’n dagboekje.

Deze weken hebben we als schrijver iemand (Ds. C.S van Andel, protestants predikant uit Houten) die me een beetje doet denken aan onze huidige predikanten.
Ze vergeleek de toewijding die Aäron en zijn zonen voor de voorbereiding van de ontmoeting met God in de tabernakel moeten treffen met het in verwachting zijn van een kindje: de toewijding waarmee je dan tot in detail de komst van de baby voorbereid.
Die toewijding doet er er toe: degene die ontmoet zal worden is het waard.
Ze besluit met de zin: De aandacht voor de details houdt gelijke tred met de toewijding aan degene die je verwacht.
Mooi hè?

Eergisteren stal ze m’n hart door haar schrijfsel van die dag te beginnen met de constatering: “Guus Geluk bestaat niet’.
Iemand die een Donald Duck-figuur durft te benoemen in zo’n serieus boekje staat bij mij al met tien punten voor.
Ze schreef dat niemand een leven van louter geluk leeft zoals Guus in Duckstad.
De meesten van ons kunnen zich gemakkelijker identificeren met Donald Duck, die zich met vallen en opstaan een weg door het leven ploetert.

Och ja.
Wat heb ik wat verhalen gelezen over Donald Duck, de eeuwige underdog, wiens goede bedoelingen altijd in schoonheid sterven. De dominee in het boekje had het over ‘een levenslied in Psalmen’ over een leven waarin het wel eens goed gaat, maar ook wel eens heel slecht. Psalmen zijn niet ontstaan vanachter een tekentafel ; het zijn liederen van mensen zoals Donald Duck, die zingen van God die luistert, die antwoordt, bemoedigt en sterkt.

Gelukkig voor Donald zijn er dan ook altijd nog Kwik, Kwek en Kwak waarop hij kan terugvallen; zijn neefjes hebben hem meer dan eens voor nog groter onheil behoed…..
Die was de dominee nog vergeten te noemen; volgens mij staan die voor je netwerk waar je op terug kan vallen.

Reageren

3 september: Leeuwarden – Blokhuispoort en hééérlijke nacho’s.

“Heb je zin om met mij een dagje uit te gaan? Maandag ben ik de hele dag vrij.”
Deze vraag stelde ik vorige week aan jongste dochter Carlijn en ze vond het een heel goed idee. We gingen naar haar studentenstad Leeuwarden, waar we samen herinneringen ophaalden aan de jaren dat ze daar woonde.
“Dan gaan we ook even naar de Blokhuispoort: dat hebben ze nogal veranderd, ik ben benieuwd hoe het is geworden” opperde ze.
Zo gezegd, zo gedaan.

Toen Carlijn studeerde in Leeuwarden had men in de Blokhuispoort, de oude gevangenis, een experiment waarbij de oude gevangeniscellen werden gebruikt als klein ateliertjes voor kunstenaars. Een soort markt waar je allerlei dingen kon kopen.
Het experiment is kennelijk goed bevallen, want de kunstenaars zitten er nu nog, alleen in een ander deel van het gevangeniscomplex, meer achterin.
Het voorste deel is omgetoverd tot bibliotheek en wat voor één.
Ben je een keer in Leeuwarden, loop er dan eens binnen: je kijkt je ogen uit.
De indeling van de oude penitentiaire inrichting is nog intact, het is alleen anders ingericht.

….combi met tralies….

Carlijn wees me op de kasten en boekenrekken, die een hele mooie combi vormden met de traliehekken voor de ramen.
We vonden het al met al prachtig.
Je kunt logeren in het Alibihostel, er is een Bajes-beach ingericht voor een borrel en het restaurant in het complex heet Proefverlof.
Verder kun je dus terecht bij kunstenaars in de bovengenoemde gevangeniscellen, dat heet nu: het cultureel bedrijvencentrum.
Wel vier blogs kan ik vullen over de herbestemming van dit historische gebouw, maar ik kan veel beter verwijzen naar hun website: kijk en geniet.

Daarna wandelden we het centrum van Leeuwarden in.
“Hier had ik toen een studentenfeestje. Hier waren we toen met vriendinnen. O, wat mis ik die kroeg soms nog….”
We gingen even binnen bij Sikkes voor stofjes en knoopjes, we pasten nog wat kleren bij M&S Mode en pikten een terrasje op een brug over een gracht. Het terrasje hoorde bij ‘Huize Kwast‘.
We bestelden jus d’orange en thee en vonden dat daar best nacho’s bij konden.
Ben je een keer in Leeuwarden, zoek dan naast voornoemde bibliotheek ook Huize Kwast op, bestel wat te drinken en verwen jezelf met een portie nacho’s.
Die waren namelijk niet te scherp, niet te zout, er zat genoeg kaas op, er zaten maar liefst drie sausjes bij en het was niet te weinig.
YUM!

Reageren

1 september: Nederlands maar dan anders (16)

Onze Nederlandse taal wordt regelmatig verbogen en verhaspeld; dit is al weer het 16e deel van de blog-serie: Nederlands maar dan anders.

In de week van 18 juni wordt er in het Journaal van 20.00 uur geklaagd door café-bazen die er last van hebben dat hun klanten geen anderhalve meter afstand houden. Eén van hen mag het woord doen: “Dat is nog wel een angeltje dat bij ons leeft…..”

Op het blog ‘Dagboek van een herdershond‘ van Theo van Beijeren vond ik deze mooie anekdote:

Over namen gesproken: tijdens een fietstocht vorig jaar deden we een terrasje aan voor een kop koffie. Dat kregen we snel. Maar het was nogal druk, zodat het meisje van de bediening niet meer in de buurt kwam. Dus ging ik maar naar de kassa om daar te betalen. Tegelijk met mij liep een vrouw naar binnen, die tegen me zei: “Ja, als Abraham niet naar de berg komt…”. Ik dacht meteen: hier klopt iets niet… Die mevrouw weet duidelijk niet waar Mohammed de mosterd haalt…

In Duitsland was de spanning hoogopgelopen in Stuttgart.
Een journalist wilde vertellen dat de spanning was gebroken en de bom was gebarsten, maar hij zei: “Dit weekend brak de bom.”
Joop attendeerde me hierop: als gevolg van de corona-lockdown hebben mensen het moeilijk. Kennelijk is het ieder voor zich. Een mevrouw die werd geinterviewd vond  “Iedereen moet z’n eigen hachie doppen”.
Verder zei een voorvrouw van de GGD Nederland: “Al onze medewerkers doen stinkend hun best……”

Harriët stuurde deze in: “En dan verwachten ze dat we er als lamme schapen achteraan lopen!” Niet te verwarren met makke lammetjes.

Schoonzoon Cees bedenkt ze soms zelf.
Zij hadden op een vakantie park een luxe tent gehuurd.
Toen ze hun intrek hadden genomen kregen we een foto: er zat een gat in het tentdoek. (zie foto links)
“Ik wed dat er iemand ooit een gat gemaakt heeft in deze tent en dat iemand anders toen zei: “Daar is vast wel een mouw aan te passen” en dat een autist dat hoorde. Vervolgens stuurde hij een foto van wat er aan het gat vastzat. (foto rechts).
We weten tot op de dag van vandaag niet wat die mouw uit het tentdak voorstelde en waar het voor diende, maar het leverde een hoop lol en hilarische foto’s op.
Wie weet wat het is? Zij deden er op het laatst een fles wijn in….misschien was het voor een zaklamp?

Verder stuurden ze een paar foto’s van dubieuze bordjes.
Bij de foto rechts schreven ze: “Hier op de camping ben je ook niet veilig…..
en bij de foto links: “Na Syriërs nu ook baby’s de klos.”

De laatste kreeg ik van Carlijn, opgetekend door haar vriendin Irene: “Zo lek als een gieter”. Het bleek dat er een vergiet werd bedoeld; gieters gaan meestal af.

Meedenkers en inzenders: dank!
Klik hier  voor het blog Nederlands maar dan anders deel 15, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.
Kijk ook nog even op het instagram-account Treintaal.
Daar lees je bijvoorbeeld dat iemand zei: “Alles loopt hier op zonnetjes!”

Reageren

31 augustus: Gemiep over details.

“Goed verhaal, daar had ik wat aan!”
Gerard en ik herkenden allebei veel in wat dominee Walter Meijles gistermorgen zei in zijn overdenking.
Over bezeten zijn en over niet los kunnen laten.
Over ‘moeten’ en ‘van wie moet dat dan’ en ‘waarom wil je dat’: wat is de achterliggende reden?
En over tijd maken voor reflectie,  jezelf leeg maken voor stilte en gebed.

Hinsz-orgel in de Catharinakerk Roden

Had ik het vorige week over heimwee naar het zingen met de cantorij: vanmorgen overviel me het gemis van het historische Hinszorgel in de Catharinakerk. Dat kwam door organist Erwin Wiersinga die twee mooie stukken speelde na de preek en tijdens de collecte. Er zullen vast mensen zijn die vinden dat het niks uitmaakt: een orgel is een orgel.  Maar de klank (en de entourage) van het oude orgel in de kerk op de Brink in Roden vind ik vele malen mooier dan het orgel in Op de Helte: die kerkzaal is groter en klinkt hol door het gebrek aan veel mensen en de muziek klinkt scherper en minder intiem. Dit is natuurlijk gemiep over details in een tijd dat we al blij mogen zijn dat we vieringen kunnen organiseren,  maar het moest me toch even van het hart.

De zegen aan het eind van de viering werd over ons uitgezongen door een opname van het  Theologisch Vocaal Ensemble.
Een canon, lied 814: ‘Wees gezegend, waar je ook heen gaat’.
De voorganger vroeg ons om de ogen te sluiten en het over ons heen te laten komen; ik was burgerlijk ongehoorzaam en deed m’n ogen niet dicht,  maar las de tekst en de noten mee in het liedboek.  Wat een prachtig lied!
Een lied om te onthouden en een keer uit te voeren met het Af&Toe-koor.
Want als je het over heimwee hebt…..

Reageren

30 augustus: Hoe meer zielen…..

Ieder jaar schrijf ik een verhaal over de Waninge Familiedag.
Herkenbare verhalen over goed gevulde koelboxen,  HET volleybalnet,  steeds weer nieuwe loten aan onze familiestamboom,  hilarische situaties en ieder jaar afgesloten met een gezamenlijke maaltijd, hetzij een barbecue,  hetzij een buffet,  maar altijd overvloedig, ongezond en heel genoeglijk.

Dit jaar zouden we elkaar ontmoeten aan het Oranjekanaal in Hijken op zaterdag 29 augustus, gisteren dus.
Zouden, want we zagen ons genoodzaakt om het af te blazen. Het kon echt niet. Met meer dan 80 man kun je onmogelijk  voldoende afstand  houden, dat hebben we allemaal kunnen zien op het huwelijk  van Grapperhaus.

Gisteren was de niet-familiedag aanwezig in mijn hoofd met irritante gedachten.
Anders waren we nu heel druk geweest met inpakken en koffiezetten.
Anders hadden we nu met elkaar aan de koffie gezeten en kennis gemaakt met nieuwe verkeringen en hadden we over de kleinste familieleden gezegd: “Wat bint ze gruid; wat giet het ja hard!”

Anders hadden we nu terwijl we een glaasje volschonken de kaarten al weer rondgegooid: “Wie zit d’r veur?”

Maar de organisatoren hadden wel een ’troostbijeenkomst’ georganiseerd. Bij hen in de kantine kun je met 12 mensen genoeg afstand houden,  dus broers en zussen werden uitgenodigd voor een barbecue om 18.00u. We namen allemaal ons eigen drinken en vlees mee en iedereen maakte een salade.
Gezellig, lekker en vertrouwd,  dat was het. We zagen de kinderen dan wel niet in levende lijve,  maar er zijn natuurlijk altijd foto’s en filmpjes om te laten zien en nieuwtjes om te delen.  Het voldeed volledig aan de familiedag criteria: overvloedig,  ongezond en heel genoeglijk.
Maar we misten natuurlijk de twee generaties onder ons.
Het leek altijd zo vanzelfsprekend: we organiseren een familiedag.
Vanaf 1988, onze kinderen weten niet anders.
Sinds moeder Waninge er niet meer is,  is het zelfs de enige keer in het jaar dat de neven en nichten elkaar zien.

We hopen van harte dat we in 2021 elkaar weer in groter verband mogen ontmoeten. Want opdelen in aparte groepen is geen optie: op zo’n dag wil je iedereen zien en niet een groepje.  Een grote famile: bijna altijd een voordeel,  want hoe meer zielen, hoe meer vreugd.
In corona tijd een nadeel constateerden we gisterdagavond.
Dan is er voor de vele zielen even geen ruimte en zitten we op een familieloze zaterdag een beetje zielig met onze ziel onder de arm.
Totdat corona haar greep op onze maatschappij verliest bezitten wij onze ziel in lijdzaamheid en kijken reikhalzend uit naar het moment dat wij weer met hart en (alle) ziel(en) onze Waninge Familiedag mogen vieren!

Benieuwd naar onze vorige familiedagen?
Hierbij een link naar ‘Familiedag in Luttelgeest’ uit 2019. Van daar uit kun je steeds doorklikken naar voorgaande jaren.

Reageren

Pagina 116 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén