een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 117 van 263

29 augustus: Soulsisters en een dik zwien.

‘Wat ja een dik zwien!” zeiden tante Trijn en ik tegen elkaar donderdagmorgen. Ook een chagerijnig zwien trouwens; het joeg al knorrend mopperig de geiten op die in de weg stonden.
We liepen in het Rensenpark in Emmen en stonden even stil bij de kinderboerderij.
Die kinderboerderijdieren zijn de enige levende wezens die zijn achtergebleven in de voormalige dierentuin.
Trouwens: er was ook een ganzenfamilie neergestreken in het voormalige pinguinkustgebied en in de vijvers zwommen hele dikke vissen die nog heel goed wisten dat mensen aan de rand van de vijver betekent: eten! In hele scholen kwamen ze ons begroeten.
We waren benieuwd naar de Nachtwacht die daar wordt nageschilderd, maar dat gebouw was pas om 13.00 uur geopend; daar gingen we niet op wachten, toen zaten wij allang achter een luxe broodje met gerookte zalm bij Chez Nous.

Een relaxed dagje uit met z’n tweeën.
We doen op zo’n dag niet heel veel bijzonders.
Zet ons een hele dag tegenover elkaar in een kamer met af en toe een natje en een droogje en de dag is ook zo maar om: soulsisters.
Vorig jaar hadden we een rondje Emmen gedaan, maar toen ging het ’s middags zo hard regenen dat we de auto aan de kant moesten zetten. Van Westenesch bijvoorbeeld hadden we toen bijna niets gezien, dat deden we donderdagmiddag nog een keer.
Westenesch is net zo ontstaan als Roderesch bij Roden: een buurtschap op de es van Emmen. Je kunt het vergelijken met Zuidvelde of Langelo: een verstild Drents brinkdorpje met veel rijksmonumenten in de vorm van eeuwenoude boerderijen.
Er is zelfs een hunebed, maar dat mag de naam eigenlijk niet dragen: drie op elkaar gestapelde stenen, meer is er niet van over.

Van Westenesch reden we naar Sleen, waar we ons dagje uit afsloten met een kop thee op het terras van ‘de Deel’, het theaterrestaurant van Roelof en Harm.
We kregen een aangeklede thee: allebei een dienblaadje met een kannetje heet water (zodat je twee kopjes thee had), een koekje én een heerlijk chocolaadje.
We werden omringd door Drents keuvelende mensen (Ja, ik wol eigluks nog eem naor Coevern) en keken uit op Sleen; voor twee Drentse soulsisters een prima omgeving!
Wij waarn ja ok nog lang niet uutproat……

Reageren

28 augustus: Er is er één jarig…..!

Deze maand bestaat de website ‘de Waarde van de dag’ 6 jaar.
In het blog ‘Wat voor klus dan’  heb ik al verklapt dat ik die verjaardag ga combineren met mijn eigen verjaardag in oktober.
De klus, het schrijven van een boek ter gelegenheid van beider verjaardagen, vordert gestaag. Er zijn al een paar critici/intimi  aan het meelezen. De website krijgt ook een andere lay-out en ook daar zijn we al wat verder mee.

Ieder jaar kijk ik in het website-verjaardagsblog even terug op het afgelopen jaar.
In augustus 2019 bracht Gerard bijna 3 weken in het UMCG door voor een (goed geslaagde) stamceltransplantatie. Daarna volgende de revalidatie en tussendoor plaatste ik vakantieverhalen van Rügen en Ootmarsum.
Het jaar kabbelde rustig verder. Er was onrust op mijn werk waar ik af en toe over schreef, de cantorij kreeg een nieuwe cantor, was het Christmas Carols zingen met het PKN-koor een groot succes en genoten we van dik twee weken kerstvakantie.

In het eerste blog van 2020 citeerde ik een zin uit een column van Wim Beekman.
Mag het nieuwe jaar alsjeblieft ook een gewoon jaar worden? In alle rust, in alle ontspanning. Waarin het komt zoals het komt, en gaat zoals het gaat. Dat je gewoon je best doet en dat je hoopt dat het uiteindelijk goed zal zijn. De weldaad van het gewone.

Het werd geen gewoon jaar. Onze reis naar Marokko/Marrakech in februari ter gelegenheid van 40 jaar vriendschap met onze vriendengroep uit Hoogersmilde blijkt achteraf een wonder.
Dat het nog kon!
In maart overkwam ons wat de hele wereld overkwam: lockdown door het Covid19-virus.
Het mooie van dit blog is dat je terug kunt lezen hoe het was.
Want je vergeet namelijk heel snel hoe het was.
Ik kan de paniek nog voelen die in mijn borst omhoog kroop op vrijdag 13 maart die mij het ademhalen bijna belette. In die week daarna had ik een belangrijke vergadering op mijn werk die ik moest notuleren, ik had een sollicitatiegesprek, een Lohues-avond in Hardenberg en en en……

Inmiddels is het augustus.
Mijn ademhaling is al lang weer onder controle en ik heb veel geleerd de afgelopen maanden. Het leven gaat gewoon door, maar anders dan anders.
We doen al weer voorzichtig leuke dingen met kinderen, familie en vrienden en genieten daar nu meer van omdat we goed beseffen dat niets vanzelfsprekend is.
Ook in coronatijd hielp het schrijven van een dagelijks blog om de situatie van een afstandje te bekijken en te reflecteren.
Met Ede Staal zou ik willen zeggen: het het nog nooit zo donker west 

Met veel plezier begin ik dus aan jaar 7!

Vind je het leuk om die jaarlijkse evaluaties te lezen?
Hierbij een link naar het blog dat ik vorig jaar schreef toen het eerste lustrum werd gevierd.
Onderaan dat blog staan links naar de ‘verjaardagsblogs’ uit voorgaande jaren.

Reageren

27 augustus: Als een sirene….

Afgelopen maandag week was ik rond 17.00 u even bij de Jumbo.
Ik was nog bij het brood, toen ik al een kind hoorde krijsen bij de slagerij.
Halverwege kwam ik de ongelukkig moeder tegen: een blèrend kind dat van alles wou, niks mocht en met hoog rode wangetjes in de wandelwagen zat vastgegespt.
Het was soms net een sirene.
Het was einde middag, het kind was moe en moeder werd het van het kind.

Als je moeder bent geweest van kleine kinderen weet je hoe het voelt.
Iedereen kijkt.
Sommigen kijken beschuldigend.
Sommigen kijken veelbetekenend.
En bijna iedereen wordt er wel wat ongemakkelijk van.
Als moeder krijg je het warm en wil je maar één ding: dat het kind ophoudt met blèren.
Dat zeg je ook wel, maar dat heeft geen effect.
Wat wel effect zou hebben is het kind haar zin geven, maar dat is maar van zeer tijdelijke aard.

De moeder in kwestie en ik stonden naast elkaar in de rijen voor de kassa.
Het kind schreeuwde alles bij elkaar en iedereen keek zoals in de alinea hierboven beschreven.
Eén oudere mevrouw die voor het kind stond draaide zich om en begon tegen het kindje te praten. “Nou nou, wat heb jij het beroerd zeg. Word je soms mishandeld? Nou nou!”
Het kind schrok van het geteem van de vrouw, hield even de adem in om vervolgens weer op volle sterkte haar ongenoegen kenbaar te maken.
De moeder keek schichtig om zich  heen en onze blikken ontmoetten elkaar.
Ik knipoogde naar haar en gaf een bemoedigend knikje.

…. geen lollie….

Ook ik heb met sirene’s in de Jumbo gelopen. Dat heette toen nog Nieuwe Weme of Super de Boer. Eén keer zelfs heb ik een schreeuwende dochter (want “Nee, we gaan geen lollies kopen”) die geen kant meer op wou midden in het gangpad laten liggen en ben zelf met de kar naar het volgende gangpad gegaan. Toen was er een dame die mij aansprak: “Mevrouw! Uw kind ligt huilend in het gangpad!”
Alsof je dat zelf niet weet.
Tegen die mevrouw heb ik gezegd dat ik dat wel wist en dat het kind zelf kon lopen en dat ik verwachtte dat ze mij op zou zoeken zodra ze in de gaten had dat ik weg was.
Toen ik dat nog uitlegde kwam het kind al snikkend naar mij toe.
“Mamahahahahaha…”
Ze kreeg de lollies niet, maar was al lang blij dat ze mij weer gevonden had.

Dat schiet altijd door mij heen als ik moeders in dat soort situaties zie.
Het zweet breekt me plaatsvervangend uit.
Die blikken. Dat gebemoei.

Toen ik mijn boodschappentassen in de fietstassen had gedaan klapte er een autodeur achter mij dicht. Het huilende kind zat in haar autostoeltje op de achterbank en moeder haalde opgelucht adem.
“Je doet het goed. ” zei ik “Dappere moeder” en stak mijn duim naar haar op.
Ze klaarde een beetje op en zei: “Dank u wel.”

Opvoeden is top-sport.

Reageren

26 augustus: Drents met een Friese uutdrukking.

Zaoterdag schreef ik al dat wij de club uut Hoogersmilde weer ies zagen.
Dat was ok al weer dik een maond leden, mus ok neudig weer.
Gerard vertelde over een bedrief waor een vrouw op de administratie warkte die as e liever niet an de tillefoon kreeg.
“Die hef het mes altied dwas in bek.”
De enige niet-Drenth in oons gezelschap, Sinet, dacht dat ze niet goed verstaon haar.
“Die heeft wat!?!”
As Sinet het niet kent, dan is het miestal wat uut het Noorden.
Veur dit blog gung ik zuuken op internet, maor in het Nederlands kwam ik het nargens tegen; ik kwaam uut bij het Taalweb Frysk , waor ik het volgende vun: ‘Mei it mês dwers yn ‘e bek stean’ betiekenis: zich flink laten gelden.

Gerard kreg die vrouw tegenwoordig nooit meer an de telefoon, dus wij gungen over tot de orde van de dag.
De gastvrouw haar wat lekkers maakt veur bij de borrel, een mini-cheeseburgertie.
Heerlijk was het.
Met zu’n hoge stapel eten is het altied een beetie uutkieken, wat iene de opmarking ontlokte: “Pas maor op, straks he’j het stokkie dwas in de bek staon!’.

Wij hebt het op zu’n aomnd echt over van alles en nog wat; het gung bijveurbeeld ok nog eem over de karkdiensten van tegenwoordig.
“Hoe doet ze dat dan bij jullie?”
Overal weu weer veurzichtig karkt.
Ien van de mannen was ‘corona-gastheer’ en begeleidde de gemienteleden met corona-adviezen naor heur plek.
In Beilen weu d’r nog niet zungen in de vieringen, maor veur ien boer in de gemiente, Piet,  was dat kennelijk niet te verteren, want die haar gemienteleden uutneudigd um bij hum op de boerderij te kommen zingen. Daor was genog ruumte en können ze wied genog uut mekaar zitten. Het weur organiseerd under de titel ‘Zing een lied bij Piet’ en het was een deurslaond succes.
Zo ku’j nog ies wat organiseren!
‘Veur een preek naor Freek’, ik nuum maor wat.

Wij lacht d’r maor um, maor eigenlijk is het verdrietig dat ’t zo möt.
Godfried Bomans zee het al: humor is overwonnen droefheid.
Wij hoopt as karkmeis’n op betere tieden.

Reageren

25 augustus: Gisteren, twee jaar geleden

Gistermorgen, maandag 24 augustus kreeg ik deze melding op mijn telefoon van Google: bekijk de foto’s van twee jaar geleden op deze dag.
Zo’n melding klik ik eigenlijk altijd weg, maar nu was ik wel benieuwd; ik zag een oud gebouw en herkende Elvaston Castle. (Meer weten? Zie blog uit 2018). Verder zag ik foto’s van Frea en Jon bij een volgepakt busje.

Oooh jaaah! Dat was op de dag dat we Frea en Jon ophaalden uit Engeland. (zie afbeelding. Blog erbij lezen? Zie: beetje verreisd.)
“Vandaag twee jaar geleden” dacht ik.
Dat was best bijzonder, want gistermorgen om 10.30 uur hield Jon zijn eindpresentatie voor zijn studie die hij begon op 1 september 2018.
Wij konden meekijken, evenals zijn ouders en grootouders in Engeland.
Nog vóór 12 uur hadden we bericht: geslaagd voor de Master Bio Medische Wetenschappen!

Gisteravond brachten we even een cadeautje én een flesje port naar Groningen.
We keken samen met Frea en Jon terug naar de twee jaar dat zij in Nederland wonen.
Frea heeft inmiddels een baan als docent Engels bij een HBO-opleiding en Jon gaat met z’n diploma op zak op zoek naar werk.
Twee jaar geleden hoopten we dat het zo zou gaan, gisteren zagen we onze hoop bewaarheid.
Het lijkt allemaal van een leien dakje te zijn gegaan, maar ik vertel vast geen nieuws als ik zeg dat het ook wel zwaar is geweest, vooral in het begin.
Ze hebben het goed gedaan, ze hebben dapper doorgezet; wij zijn supertrots op ‘onze’ Nederlandse Engelsman.
Als je hem hoort praten zou je zweren dat je luistert naar een Engelse Drent….

Reageren

24 augustus: Welke woorden neem je mee naar huis?

Niet in buitenlucht onder de bomen in Roderwolde maar in Op de Helte kwamen we gistermorgen als PKN-gemeente  bij elkaar.  Volgens voorganger Sijbrand  van Dijk had buienradar roet in het eten gegooid, maar volgens mij was het niet buienradar maar de stromende regen waarin wij vanmorgen naar de kerk liepen.

Ergens in de viering gistermorgen stelde dominee Sijbrand van Dijk de vraag in de titel van dit blog: maar naast woorden nam ik eigenlijk van alles mee naar huis.

– een lied,  in casu 286, waarbij het zingen even lastig werd van ontroering door de mooie melodie en de troostende woorden.
Steek een kaars aan tegen al het duister, als een teken in een bange tijd,
dat ons leven niet in wanhoop eindigt, dat de vrede sterker is dan strijd. 
Want het licht is sterker dan het donker, en het daglicht overwint de nacht
zoek je weg niet langer in het duister keer je om en zie Gods nieuwe dag.

– een vraag: “Mis je God in coronatijd?” De vraag werd gesteld bij het onderdeel ‘Om er in te komen’ en de reacties die de vraag opriep waren eerlijk en riepen veel herkenning op.

– een beeld. We brachten de onderlinge verbondenheid inzichtelijk door het gooien van bollen wol naar mensen waar we lijntjes mee hadden door vrijwilligerswerk en gemeentezijn. Het werd een wir-war van draadjes en iedereen was op verschillende manieren met anderen verbonden.
Op de afbeelding zie je de draadjes. (even op klikken voor een vergroting)
Let ook even op de parasol op het podium….

– een melodie: de begeleiding van de gemeentezang werd vanmorgen verzorgd door een deel van Fanfare Oranje (zie foto). Als Oranje speelt zing ik heel vaak niet mee, omdat ik dan de andere melodielijnen beter kan horen. Toen ik wel mee wou zingen bij ‘Abba Vader’ bleek dat mijn altpartij helemaal niet klonk bij de zetting die Oranje speelde.
Later werd duidelijk dat dat kwam omdat dirigent Wilbert Zwier deze zetting zelf  had geschreven en daarmee de oorspronkelijke zetting van dit Opwekkingslied had veranderd.
Maar wat een mooie zetting! Het orkest speelde bij bepaalde regels over de gemeentezang heen. Omdat de viering vanmorgen niet in Roderwolde was, kun je terugluisteren en/of kijken via kerkomroep.

– een woord: in zijn overdenking zei de dominee dat hij er niet aan moest denken dat er vanwege corona op den duur helemaal geen kerkdiensten meer zouden zijn.
We hebben deze kring nodig om onze verbondenheid met God en met elkaar zichtbaar te maken”.

Woorden, liederen, beelden, vragen: wat neem je mee?
Na de kerkdienst sprak ik nog even met een collega-alt (op anderhalve meter); fijn dat we binnenkort weer met de cantorij kunnen zingen.
Dat nam ik ook nog mee: de heimwee naar het zingen in ons koor.
De voorganger drukte ons op het hart om niet te blijven hangen in wat allemaal niet meer kan en/of mag: zoek nieuwe wegen en mogelijkheden en blijf met God en met elkaar verbonden.

Reageren

23 augustus: Zaterdagmorgen.

Een zaterdag met niks.
Geen wekker, geen dikke klussen.
’s Morgens even koffiedrinken met vrienden in Peize en ’s avonds een verjaardag met de vrienden uit Hoogersmilde.  Zaterdag is fijn.

De dag begon al heerlijk.
Om kwart voor acht klapte er een deur en was ik wakker.
Nog even soezen.
Om even voor acht zette ik mijn telefoon aan voor het nieuws en daarna ging Jan Rietman verder met zijn programma op Radio 5.
Diskjockeys bedenken de gekste redenen om muziek te draaien: gisteren was het 60 jaar geleden dat Oscar Hammerstein overleed. Hij was de schrijver van the The Sound of Music en o.a. verantwoordelijk voor de evergreen Edelweis.

Rietman liet het stuk ‘Do, re mi’ horen.
Iedereen kent het.
Gouvernante Maria wandelt met de 7 Von Trapp-kinderen in de bergen en leert ze zingen aan de hand van het Do Re Mi.
De film heb ik ondertussen zo vaak gezien, dat ik de beelden er gewoon bij kan denken.

Zie mij liggen in bed; ik geniet van iedere noot.
En ik weet hoe moeilijk het is om dit lied te zingen.
Met het kinderkoor dat wij vroeger hadden (Oecumenisch Kinderkoor Roden) zongen we de Nederlandse versie ‘Doos, Ree, Mier. Het allermoeilijkste was het stukje waarbij de kinderen zingen: do mi mi, mi so so, re fa fa, la ti ti en dat Maria er dan doorheen zingt: When you know the notes to sing……
Wij kregen dat met het kinderkoor voor elkaar en het was een tophit! Wat een plezier heb je dan met elkaar als zo’n ingewikkeld lied lukt.
Jammer genoeg konden we het niet in een kerkdienst zingen; het paste immers nooit bij een schriftlezing….. maar bij kinderkorenfestivals en ouderavonden is het vaak voorbijgekomen.

Af en toe geef ik wel eens een workshop ‘Zingen met hart en ziel’.
Dan studeer ik dit ook in met de groep. Ik heb het al gezongen met collega-secretaresse’s, met familieleden op een familiedag, tijdens een workshop van de kerk en tijdens een jubileum van een vrouwenvereniging. Het instuderen geeft al een hele hoop plezier, maar uiteindelijk het hele lied inclusief het ‘do mi mi, mi so so – stuk’ door elkaar heen zingen geeft een enorme voldoening en saamhorigheid.

Dat gaat allemaal door mijn hoofd op zaterdagmorgen terwijl ik nog in bed lig.
Dan moet de dag nog beginnen…..!
Vervolgens heb ik de hele zaterdag dat stuk film in mijn hoofd.
“Let’s start at the very beginning…….”

Reageren

21 augustus: Kleine lettertjes.

Het leven van een managementassistent gaat niet altijd over rozen.
Vanaf half maart heb ik heel veel thuis gewerkt en ook tijdens de hittegolf begin augustus zat ik geregeld met mijn laptop aan de keukentafel medewerker van Lentis te zijn.
So far so good, ik heb een nieuwe laptop en een i-phone, kan bij alle systemen en als ik opneem met “Lentis Groningen, Ada Waninge, goedemiddag” hoort niemand dat het telefoontje uit Roden komt.

Maar.
De in-box van mijn email werd op het scherm weergeven in hele kleine lettertjes.
Dat komt omdat wij een mailsysteem hebben, dat niet helemaal goed meebeweegt met Windows-10.
Die hele kleine lettertjes kon ik haast niet lezen en dat is op z’n minst onhandig, want mijn mailbox is mijn agenda, mijn actielijst, mijn ’things-to-do-lijst’ en mijn archief. Daarvoor werk ik met kleurtjes, zodat je in één oogopslag de stand van zaken kunt zien : die mail wacht op antwoord (groen), daar moet ik nog wat mee doen (paars), dat moet ik met mijn manager overleggen (oranje). De mail die is afgewerkt gaat in een mappen-archief, zo hou ik overzicht. Dat heb ik ooit geleerd op een secretaresse-cursus en ik zou niet anders meer willen. Maar ik dwaal af: het ging om de te kleine lettertjes.

Al vanaf juni was ik aan het prutsen om die letters groter te krijgen, maar tot mijn frustratie lukte dat niet.
Ook had ik het al eens bij de afdeling Automatisering neergelegd, maar die hadden het in coronatijd stervensdruk met de plotselinge aandacht voor digitaal vergaderen en de hausse aan aanvragen voor thuiswerken; ik begreep ook wel dat mijn kleine lettertjes niet hun prioriteit hadden.
Vorige week probeerde ik het weer.
En toen was daar zomaar Mark, die het in eerste instantie ook niet voor elkaar kreeg, maar die na enig zoekwerk met de goede oplossing kwam. “Probeer dit eens, misschien lukt het zo?”

Jaaaah!
Tot mijn grote vreugde kon ik de mails in mijn in-box ineens goed lezen!
En de tekst bij de applicaties op mijn bureaublad was ook goed leesbaar.
Wat kan een mens daar blij van worden, het kleurde mijn dag.
Nu hoef ik niet meer te turen en heb ik na een aantal uren werken geen last meer van mijn nek: ik kan nu rechtop zitten en hoef niet meer met toegeknepen oogleden voorover te buigen.

Mark bepaalde de waarde van mijn dag; ik stuurde hem een mail.

Dit was de oplossing!
Geweldig, wat scheelt mij dit een getuur op het scherm.

In het Drents zou ik tegen je willen zeggen: ‘Ik bin wies met joe.’
Voor een Drent is dat een megacompliment: steek hem in je zak.

Zijn reactie was precies goed:

“Heel fijn om te horen! Als mede Drent en Daniel Lohues liefhebber kan ik dat zeer waarderen:)!”

Reageren

19 augustus: Omdenken in Friesland.

Buurman Harry vertelde een paar weken geleden dat ze een mooie fietstocht hadden gemaakt. “We begonnen bij De Veenhoop”.
Als Smildiger denk ik dan aan de Veenhoopsbrug in Smilde, die schuin over de Drentse Hoofdvaart ligt.
“Nee, in Friesland. Tussen Drachten en Leeuwarden in bij het Nationaal Park ‘de Alde Faenen’.  Harry vertelde over pontjes en fietspaden langs het water: dat gingen wij ook eens doen.

Afgelopen weekend pakten we de fietsen achterop de auto en reden richting De Veenhoop.
Dan ben je een half uur van huis en stap je uit de auto in een volslagen onbekende wereld. (afbeelding: De Veenhoop).  Mooi daar! En ook daar heb je natuurlijk fietsknooppunten, dus we zetten wat nummers in de app en gingen op pad; het eerste dorpje was Eernewoude.  In de route zaten twee pontjes en de eerste was al na twee kilometer (zie foto onder). En druk op het water! Wij weten helemaal niks van boten en zeilen; als ik met mijn boekenvriendin in Woudsend daar ga wandelen kijk ik me al de ogen uit en ook hier wisten we niet wat we zagen.
Eernewoude ligt in Nationaal park ‘de Alde Faenen’ en zat dat weekend echt tjokvol toeristen, inclusief de dagjesmensen Gerard en Ada. Vakantieparken, jachthavens, campings: costa del Friesland.
Het bijzondere is: je fietst de drukte uit en je bent omringd door prachtige natuur.
Weilanden, sloten, kleine dorpjes, pittoreske huisjes, we keken om ons heen en genoten van de onbekende omgeving.

Bij pontje nummer 2 wachtte ons een onaangename verrassing.
Wij moesten van nummer 37 naar 36 met het zomerpontje, maar het zomerpontje voer niet in verband met corona.
De aanlegsteigertjes waren er wel maar ‘de simmerferry wie ferdwûn’.
Toen dachten wij iets over de Friezen wat wij op dit blog niet gaan benoemen en fietsten door. Wij konden de route die we hadden uitgestippeld niet vervolgen.
Als we nummer 36 wilden ophalen moesten we óf helemaal terug naar het begin of meer dan 20 kilometer omfietsen.

Bij het eerstvolgende picknickbankje haalden we onze gekoelde pakjes drinken en banaan tevoorschijn en bogen ons over de knooppunten. En prezen ons gelukkig met de moderne telefoon die zelfs in Friesland internet heeft.  “Dan maken we toch het rondje de andere kant op? Dan gaan we niet naar Warten, Wergea en Akkrum, maar dan fietsen we over Siegerswoude en Oudega.”
Naar Siegerswoude keek ik met belangstelling uit: uit die streek komt de familie Vrieswijk vandaan. (Ja mensen, Aaltje heeft ook Friese roots….onze stamvader kwam uit Damwoude) Maar het was niet spectaculair: geen oude kerk, geen huizen van deftige families, gewoon een boerenstreekdorpje. Past precies bij onze familie!
In Oudega fietsten we om een hele oude kerk heen die dateert uit de 11e eeuw en we vonden nog wat informatie over de adellijke familie Haersma die op de Groot Haersma State had gewoond, maar daar is niets meer van overgebleven.

Wat een prachtige fietstocht!
We komen zeker nog eens terug voor Warten, Wergea en Akkrum.
Maar…..dan sykje wy nei in rûte sûnder ferry.

Reageren

18 augustus: Taalbegruik.

Ja, kijk maar eens goed naar de titel: er staat een fout in.
Je begrijpt wat ik bedoel, maar waarom zou je het zo  onnodig omslachtig opschrijven?
Deze week las ik in een vakblad voor Management-assistenten  een artikel over het schrijven van duidelijke taal.
Ondernemingen en organisaties vinden het belangrijk dat hun werknemers duidelijk communiceren met klanten en andere lezers.
Er wordt gewerkt met formats en standaardbrieven die hiervoor gebruikt kunnen worden, maar in de praktijk blijkt de gebruikte taal nog erg ouderwets en formeel.

Wat is dan formele en wat is duidelijke taal?
Een voorbeeld ontsproten aan mijn eigen brein:

Formele taal: Naar aanleiding van uw schrijven d.d. 5 augustus 2020 betreffende de door ons veroorzaakte geluidsoverlast deel ik u het volgende mee.
Het lijkt ons evident dat in dit geval het probleem bij u ligt: u dient oordoppen aan te schaffen.
Tevens kunt u uw ramen en deuren sluiten, zodat wij feest kunnen vieren conform de Waninge-traditie.

Duidelijke taal: We kregen gisteren jullie briefje waarin jullie klaagden over ons lawaaiige feest.
Kunnen jullie geen oordoppen aanschaffen? En anders doe je toch gewoon je ramen en deuren dicht?
Lawaai hoort namelijk bij feestjes in onze familie.

Afgezien van de inhoud: het formele stukje is taalbegruik, namelijk omfloerst en met ouderwetse woorden, het duidelijke stukje is taalgebruik, omdat iedereen direct begrijpt wat er wordt bedoeld.
Een ander voorbeeld van ‘formeel’ versus ‘duidelijk’ zie je in deze video van Direct Duidelijk.  Dat is een project van de stichting  Lezen en Schrijven.
Vroeger heette die ‘Stichting Alfabetisering’; deze naamswijziging laat gelijk het belang van ‘Direct Duidelijk’ zien.
Toen ik begon te werken in 1979 bij Justitie in Assen moest ik de dagvaardingen die ik uitwerkte zelf vaak wel drie keer lezen voordat ik begreep wat er stond. (zie Dagvaarding minderjarige verdachte).
In de loop van de jaren is er al veel veranderd; de overheid heeft een enorme inhaalslag gemaakt, al geldt dat niet voor alle overheidsinstanties.

Door zo’n artikel sta ik ook even stil bij mijn eigen schrijfsels; dan merk ik dat ik bij de oudere generatie hoor.
Wij zijn nog erg getraind in het foutloos en netjes schrijven van onze Nederlandse taal.
Als ik een mail schrijf op mijn werk gebruik ik nog regelmatig woorden die ik eigenlijk niet meer mag gebruiken, las ik in dat vakblad.
In dat artikel stond een rijtje verboden woorden die je in het moderne Nederlands niet meer mag schrijven.
De eerste tien noem ik hier, met de moderne versie erachter.

Tevens – ook
Indien – als
Betreffende – over
evident – duidelijk
dienen – is er voor
conform – net zoals
inzake – over
omtrent – ongeveer
abusievelijk – door een vergissing
nagenoeg – bijna

Schrikken hoor.
Al deze woorden gebruik ik nog wel eens, maar dan vooral in mails en brieven op mijn werk. In mijn app-verkeer ben ik kennelijk wat losser, want daarin kom ik deze woorden niet tegen.
Bij deze neem ik mij voor om hier wat meer op toe te zien.
O nee.
Ik zal wat meer op mijn woordgebruik gaan letten.

Meer alternatieven voor ouderwetse en formele woorden bekijken?
Hierbij een link naar de website Onze Taal.

Reageren

Pagina 117 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén