een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 179 van 265

9 mei: Zoiets gewoons als fietsen.

Eigenlijk, heel eigenlijk, mocht ik vandaag pas weer fietsen. Maar gisteravond was het zulk heerlijk weer,  dat we om 19.00 uur de fiets pakten voor een klein ‘rondje Roderesch’. Daar kwam nog een klein ‘driehoekje Nieuw Roden’ bij.  Onwennig zat ik op het zadel. Het stuur voelde zwabberig in het begin en bij de herberg van Es moest ik even op een dikke steen zitten om uit te blazen. Met een E-bike hê? Ik begon met de ondersteuning op stand 1 en voor Nieuw Roden zette ik hem op 2.

Maar wat heb ik genoten! Als ik niet ziek was geworden was ik vanaf begin maart weer op de fiets naar Groningen gegaan. Ik realiseerde me een paar weken geleden dat ik het hele broedseizoen in de Onlanden heb gemist. En de bermen met wilde bloemen. De immense zee van paarse krookjes op de groenstroken in de stad. De nestelende ooievaars bij Peize. De eerste lammetjes en veulentjes in de weilanden langs het fietspad. And last but not least: de aanblik van het Hoornse Meer bij zonsopgang.

Met het fietsen van gisteravond heb ik een begin gemaakt met het ‘inhalen van de schade’. We fietsten langs bomen die al volop in het blad zaten, de merels zongen het hoogste lied en op verscheidene weilanden  lag gemaaid gras dat heerlijk rook. Zoiets gewoons als fietsen wordt een klein feestje als het ineens weer mag.
De zon op je huid en de wind in je haar: wat een zaligheid.

Mijn lichaam geniet er bijna in z’n geheel ook erg van, behalve m’n kont: na een half uurtje fietsen had ik al zadelpijn!

Reageren

8 mei: De helft zit er al weer op.

Gistermiddag had ik een afspraak met de cardioloog in het Martini ziekenhuis.
“Hoe gaat het met u?” vroeg ze.
Dan ligt ‘Hebt u even?” me voor in de mond, maar dat zeg je natuurlijk niet.
We kwamen samen tot de conclusie dat het goed met me gaat.
De uitslagen van alle metingen en onderzoeken waren goed, de pijn in het borstbeen is te hanteren zonder paracetamol en het uithoudingsvermogen wordt langzamerhand beter.
Vindt zij. Ik vind dat, als ik hijgend uit de onderzoekskamer kom als ik al mijn kleren weer aan heb, er nog wel wat schort aan mijn uithoudingsvermogen.
Van te voren had ik een hele waslijst opgesteld met vragen en opmerkingen.
De dokter nam ruimschoots de tijd om mijn vragen te beantwoorden en over mijn onzekerheden in gesprek te gaan. Ze heeft mij uitgelegd wat er met mijn vaten aan de hand is hoe deze  vaatziekte heet: fibromusculaire dysplasie (FMD). Het komt met name bij vrouwen voor en kan ook slagaderproblemen geven zonder dat aderverkalking (artherosclerose) een rol speelt. Nog meer weten? Hierbij een link naar website van de FMD-groep Nederland >>>. 

Toen ik na de operatie in de spreekwoordelijke touwen hing, leken drie maanden heel lang. Drie maanden! Zes weken lichamelijk herstel en uitrusten van de operatie, daarna zes weken revalidatie; de eerste helft van die drie maanden is omgevlogen, morgen is de hartoperatie zes weken geleden. Geholpen door het vele medeleven, bezoekjes, appjes, kaartjes, telefoontjes en alle andere steunbetuigingen heb ik het aardig gered; naast de vervelende dingen die bij de nasleep van zo’n operatie horen waren er ook veel fijne, memorabele momenten.
De grootste steun is natuurlijk mijn rots in de branding Gerard; hij was door de week aan het werk, hoorde mijn verhalen aan en deed in het weekend de zware huishoudelijke klussen die ik niet mocht doen. En ook al is het helemaal niet mijn hobby: ik kijk er naar uit om het zelf weer op te pakken.
Mentale steun kreeg ik ook van het onooglijke viooltje dat tussen de terrastegels en de waslijnpaal groeit; ik schreef er al over in april in het blog ‘Net als het viooltje ‘>>>.
Er was warmte, droogte, plenzende regen, een peutertje dat een bloemetje voor mij plukte en weer warmte en het viooltje breidt maar uit. Iedere keer als het zie, dagelijks, doet het me denken aan mijn eigen Echternachse processie: drie stappen vooruit, twee stappen terug, maar we gaan vooruit.

April is inmiddels mei geworden. Vanaf morgen mag ik weer zelf achter het stuur van de auto én de fiets. Gisteravond heb ik de accu van mijn E-bike al even aan de lader gezet.

Reageren

7 mei: Drentse herder naar Friesland?

Hoe fijn het ook is om weer naar de kerk te kunnen: gistermorgen lukte het even niet.
Na vijf en halve week ben ik er al helemaal aan gewend dat dingen soms anders lopen dan ik bedacht had. Met een kopje thee luisterde ik naar de viering vanuit Op de Helte en hoorde het verhaal van Noach die met de ark op de berg Ararat blijft steken. Het verhaal werd mooi vervlochten met de herdenkingen van 4 en 5 mei; we leerden dat alle slachtoffers die vallen tijdens een conflict in de eerste plaats mensen zijn. Schuldig of onschuldig; het is niet aan ons om dat te bepalen. Gelukkig hebben wij een genadig God.
Wat me trof in het verhaal van Ds. Krug was de opmerking: “Wat een geluk dat Tutu en Mandela destijds in Zuid-Afrika de mensen waren die hun invloed op de massa niet gebruikten om aan te zetten tot haat, wrok en vergelding, maar dat ze inzetten op verzoening en verbinding.”
Dat had ook heel anders kunnen aflopen.
Zo kunnen we, zonder grote houten boot, een ark zijn voor elkaar.
Drenkelingen hoeven niet altijd mensen te zijn die letterlijk verdrinken.

Er werden mooie liederen gezongen. Liederen die we met de Catharinacantorij meerstemmig zongen en waarvan ik nu nog graag de altpartij meezing. Bij lied 163b (Noach, de ark en de dieren) zei de dominee dat alleen couplet 1 en 4 gezongen werden. Dit op verzoek van de organist die vond dat het te warm was voor alle coupletten.
Het was inderdaad een goede keuze om alleen die beide coupletten te zingen.
Maar niet omdat het zo warm was……. het was een onbekend lied en het zingen was brandhout. Dit prachtige lied moet een paar keer met de cantorij gezongen worden (is al een keer gebeurd), want nu stierf het in schoonheid en dat is jammer van zo’n mooi lied.

Voor de dienst hoorden we bij de afkondigingen dat Ds. Elbert een beroep heeft gekregen vanuit Beetsterzwaag.
Nou ja zeg.
Een Drent, Bartje nog wel, die misschien wel de voorkeur geeft aan Friesland.
Ik moet op z’n minst erg wennen aan het idee; maar ik hou dan ook niet erg van veranderingen. Voor mijn gevoel zijn Harm Jan en Theo nog maar net weg.
Maar alle gekheid op een stokje: we wensen Bart en Elisabeth natuurlijk alle goeds en veel wijsheid bij het nadenken over deze stap.

Reageren

5 mei: Een bepaalde leeftijd & de oorlog.

50-plus. Dan hoor je bij de doelgroep ‘Ouderen’.
Sommige mensen verzetten zich daar heftig tegen en doen alsof leeftijd helemaal geen rol speelt, maar ik ben van mening dat je de realiteit maar beter onder ogen kunt zien.
Zo luister ik al jaren naar Radio 5 en lees ik regelmatig bladen als Plus en Zin.

Ook onze kinderen zijn onverbiddelijk in hun opmerkingen en blikken: wij zijn oud.
Wij doen nog wel mee met Smartphones en tablets, maar we hebben regelmatig een jonger iemand nodig om ons te helpen met de apparatuur.
Al een paar maanden lees ik dagelijks de artikelen die geplaatst worden op de website ‘SAAR Magazine‘, speciaal voor 50-plus vrouwen.
Heerlijk herkenbaar en soms erg grappig. Soms ook heel flauw, maar dat neem ik op de koop toe.

Afgelopen week las ik het artikel ‘Hoe je aan Juliette merkt dat haar ouders de oorlog nog hebben meegemaakt’.  Het begint zo:
Cadeaupapiertjes verdwijnen weer in de la als ze eenmaal zijn gladgestreken. Juliette heeft geen honger, maar trek. En nooit gooit ze iets weg, want je weet maar nooit. Dat krijg je ervan als je ouders de oorlog hebben meegemaakt. (Klik hier >>> voor het hele artikel). Het artikel had door mij geschreven kunnen zijn.

Tijdens het ‘uitlaten’ had ik het er over met vriendin Jeannette. Die heeft ook allerlei bakjes in de diepvries met kleine restjes van eerdere maaltijden. Soms ontdooit ze in het weekend 3 of 4 van de bakjes en eten ze samen de kliekjes op.
Doen wij ook. En honger heb ik ook nooit.
Toen ik nog overblijfmoeder was op de basisschool van onze kinderen riepen de kinderen na het kwartiertje verplicht buiten spelen: “Juf, gaan we nou eten? Ik heb honger!”
Dan riep ik altijd terug: “Honger? In dit land?”
Dat had trouwens maar even het gewenste effect: na een aantal maanden riepen ze tegen mij: “Juf gaan we nou eten, want ik heb honger in dit land!”

Mijn ouders hebben allebei de oorlog meegemaakt.
Dat heeft diepe sporen nagelaten en heeft invloed gehad op de manier waarop ze hun kinderen hebben opgevoed. Vorig jaar schreef ik het blog ‘Een meisje van acht’ over een verhaal uit de oorlog dat mijn moeder mij vertelde.
Achteraf het laatste verhaal over de oorlog dat ik van haar hoorde.
Nu de generatie die de oorlog nog heeft meegemaakt steeds kleiner wordt is het belangrijk dat wij, de tweede generatie, de verhalen blijven doorvertellen.
En er op blijven wijzen dat je in dit land geen honger hebt, maar trek.

Reageren

4 mei: Wachtkamer ongemak.

“Voor de afspraak met de cardioloog moet u even uw bloed laten prikken bij Certe.”
Ok.  Woensdagmorgen ging ik met het formulier naar de Certe-vestiging in Roden.
Een miniziekenhuisje met regels en opdrachten.

  • Je moet je jas uitdoen en op de kapstok hangen.
  • Je moet je formulier en je legitimatiebewijs bij de hand houden
  • Je moet een nummertje trekken.

In de wachtkamer zaten nogal wat burgerlijk ongehoorzamen met hun jas naast zich of,  nog erger,  hun jas nog aan.  Foei! Het nummertje trekken was al problematisch,  want er staken geen nummertjes meer uit het apparaatje. Toen ik het openklapte zat daar alleen nog nummer 99 op het kartonnen rolletje. Dat meldde ik aan de wachtenden. “Wil degene die straks als eerste naar binnen gaat melden dat de nummertjes op zijn? ”

Tuurlijk.  Even later kwam een haastige mevrouw in een witte jas uit het prikzaaltje en frommelde een nieuwe rol in het apparaat.  De volgende klanten die binnenkwamen waren een oude dame en haar dochter. De rollator van mevrouw moest ergens staan,  maar de wachtkamer is zo ingericht dat zo’n rollator danig in de weg staat,  waar je hem ook neerzet. Het nummerbordje aan de muur was inmiddels op 96 gesprongen.

“Wat heb jij voor nummer,  mam?” 800 dacht de mevrouw. Ze vond dat ze dan nog wel lang moest wachten. “Nee,  je hebt hem op de kop,  Het is nummer 8.”

Ik voorzag een probleem.  De nummers 1 tm 7 zaten niet op de nieuwe rol, dus ik meldde dat ik nr 99 had en dat nr  8 na mij kwam. Maar daarmee wisten de dames in het prikzaaltje het nog niet,  dus toen ik aan de beurt was meldde ik dat.
De dames luisterden maar half; ik hoorde even later de zoemer gaan.
Eè 1 èè 2 èè 3 etc. Het stopte bij zes.

“Nummer zes! O, is er geen nummer 6? Nummer 7?”

Ik zei niks; ik had al genoeg gezegd. De oude dame met nummer 8 wachtte keurig tot nummer 8 op het nummerbordje aan de muur verscheen. Zij is nog van de generatie die niet aan burgerlijke ongehoorzaamheid doet.

Reageren

3 mei: Uitgelaten.

Begin april kreeg ik een appje van vriendin Jeannette. Ze wilde een keer op bezoek komen.  “Kan ik je misschien even ‘uitlaten’ en ergens lunchen?” Ik vond het een wereldidee, maar stelde wel voor om een week of drie te wachten tot ik weer wat sterker was. Dan zou ik wel graag even naar Groningen willen.

Gistermorgen zaten we samen aan de koffie met Deense krakelingen, die symbool staan voor vriendin Wilma met wie we jaren een vriendinnen-trio vormden. Daarna werd ik uitgelaten: we reden naar Groningen en liepen al teutend richting de Vismarkt. Handwerkwinkel, boekhandel, Xenos,  schoenen- en kledingwinkels; Het was heerlijk om even weer door Groningen te slenteren.  We lunchten met een heerlijk luxe broodje en trakteerden onszelf op een glaasje wijn om onze vriendschap te vieren.

Het was tegelijk fijn en vermoeiend. Wat ik merk bij dit soort gelegenheden is dat ik de schrijnende pijn in mijn borstbeen minder voel als ik afleiding heb.  Niet dat het er dan niet is,  maar je wordt er minder bij bepaald.  We praatten intensief over ouders,  werk, familie en tal van andere onderwerpen en we hadden het samen vooral erg gezellig.  Een beter medicijn dan paracetamol .

Gisteravond lag ik op de bank, genietend van de nieuwe CD van Daniël Lohues;
Vlier heet die.
Gekocht in Groningen, cadeautje voor mezelf.

Soms is het goed dat je eens wordt uitgelaten!

Reageren

2 mei: Webmaster. Ja, ja…

Al jaren ben ik webmaster van de website van onze gemeente PKN Roden-Roderwolde. We zijn met groepje van vijf vrijwilligers en we hebben de taken onderling verdeeld. Mijn taak is het elke week invullen van de informatie rond de vieringen van a. s.  zondag en elke maand het verversen van de afbeelding van de ZWO-kalender. Soms plaats ik een artikel op de voorpagina,  maar meestal neemt Zwanny deze klussen voor haar rekening.

Op de laatste vergadering constateerden we dat de  informatie  die over de historie van de Catharina kerk op de site stond niet up-to-date was. Er stond nog niets op over de bevindingen van de archeologen die tijdens de restauratie de bodem onder de vloer hadden onderzocht.  Als vrijwilligers hadden wij wel al een lezing met beelden daarover gehad (zie Eeuwen zien op u neer >>>) In de Drentse Volksamanak 2017 was een heel artikel opgenomen met alle informatie die de archeologen boven water hadden gekregen met de bijbehorende  foto’s.  Wij hadden dit artikel destijds gekregen; vrijwilliger zijn heeft zo zijn voordelen.

“Die informatie moet eigenlijk ook op de website” constateerde Frits,  onze voorzitter. We spraken af dat ik dat zou doen. Tijd zat immers!   Daarvoor moest ik het PDF uploaden in ons systeem en linken aan de pagina ‘Historie Catharina kerk’. O ja en het moest ook nog iets kleiner gemaakt worden.  Maandagmorgen ging ik er voor zitten.
Prutsen. Uitproberen. Zucht; waar staat dat document nou?
Veel te lange naam, moet korter.  Dat oude dan maar even verwijderen.

Huh ?!  Map PDF-doc weg?  Had ik in mijn ijver de hele map met pdf’s van de hele website verwijderd. Webmaster; ja,ja…

Het enige wat deze webmaster dan kan bedenken is ‘Theeeeoooo! Help!’
Theo is onze rots in de branding. Hij maakt regelmatig een back-up van de hele site en hij stuurde na een paar uur een mail met de geruststellende woorden: ‘Vanuit de back-up heb ik de map PDF-doc weer teruggezet!”

Daarna probeerde ik het nog een keer en tadaaaaah: het staat er op. Wel in een grote uitvoering trouwens;  dat kleiner maken lukte me niet.  Ben je ook benieuwd naar wat de archeologen hebben gevonden?
Hierbij een link naar de pagina Historie Catharina kerk >>>, met daarop een link naar een Pdf met het interessante artikel.

PS Theo heeft ook het formaat inmiddels aangepast.
Je hebt masters en Masters…….

Reageren

30 april: 5 jaar al weer.

Gisteravond keek ik op NPO 1 naar het programma ‘5 jaar koning Willem Alexander’.

Ik dompelde mezelf onder in een uur terugblikken en genieten.  De beelden  van de inhuldiging op 30 april 2013 blijven me intrigeren.  Het plechtige moment waarop Willem Alexander en Maxima  naar buiten komen.  Hij met de hermelijnen mantel en zij in die memorabele blauwe jurk.  De achtergrond verhalen.  Het gejuich van de mensen in Amsterdam.  Het applaus voor Beatrix. Ik hield het weer niet droog; wat een mooi programma.

Willem Alexander is een ander staatshoofd dan koningin  Beatrix. Dat is ook logisch; het is ook een ander mens.  Zijn moeder gaf hem bij het aanvaarden van het koningschap deze goede raad: blijf jezelf. Hou je koers vast en probeer niet met alle winden mee te waaien. Zorg ervoor dat je authentiek bent.

Gewoon jezelf blijven. Als mijn dochters een sollicitatiegesprek hebben gebruik ik woorden van dezelfde strekking.  Je kunt je namelijk wel voordoen als een ander,  maar dat hou je niet vol.  Je bent jezelf.  Met je tekortkomingen maar ook met je sterke punten.  What you see is what you get . Blijf dicht bij jezelf: een beter advies kun je iemand niet geven.

Natuurlijk is er commentaar gekomen op de nieuwe koning; we zijn tenslotte wel Nederlanders. We vinden altijd wel iets dat beter kan of anders had gemoeten.  Wat ik de afgelopen 5 jaar heb gezien zijn twee hardwerkende mensen die hun uiterste best doen om ons land op alle fronten goed te vertegenwoordigen en daarbij drie dochters proberen op te voeden.  Daar hebben ze hun handen meer dan vol aan.

Voor Willem Alexander  en Maxima hoop ik dat de komende jaren net zo succesvol verlopen als deze eerste vijf. Ik laat me graag door hen vertegenwoordigen en geniet vanaf de zijlijn van de franje van oranje.

“Met me vlaggetje,  me hoedje en me toeter… …” kon mijn vader dan vroeger meewarig opmerken.
Zie hiervoor het YouTube-filmpje >>> van cabaratiére Corry Vonk/ABC Cabaret uit 1965: “Ik vertolluk, ik vertolluk de gevoelens van het volluk”.
Nee, pa en ik waren het niet altijd eens.

Reageren

29 april: Zondag Cantate – Zingt!

Vanmorgen zat ik weer voor het eerst in de ochtenddienst in de kerk,  de Catharinakerk deze keer.  De vijfde zondag na Pasen heeft de naam Cantate, dat ‘Zingt’ betekent; en zingen hebben we gedaan.  Dominee Elbert had prachtige muziek uitgezocht bij het verhaal over Noach en Jezus’ uitspraak  ‘Ik ben de wijnstok jullie zijn de ranken’.
Aan het begin van de viering merkte de voorganger op dat we eigenlijk de hele dienst wel zingend konden doen: had van mij gemogen!
Het aanvangslied was psalm 98 “Zingt een nieuw lied voor God de Here!”
De predikant las daarbij een korte tekst van Karel Eykman.

Bergen kunnen het:
door het ruisen van 1000 bomen in bossen,  roepen en zingen ter ere van de Here.
Zeeën kunnen het:
door het bruisend geluid van golven in de branding,  juichen en swingen ter ere van de Here.
Mensen kunnen het: tot het uiterste einde van heel deze aarde dansen en springen ter ere van de Here.
Wij zijn de echo van Gods naam op aarde.

U zij de glorie,  Zolang wij ademhalen,  ja zelfs het Wilhelmus: het zingen verbond ons vanmorgen. Het voelde zoals de dominee zei in het gebed:  U wilt wonen in ons lied en wij mogen de lofzang gaande houden.

Voor goed zingen zijn wij als gemeente wel afhankelijk van de instrumentale begeleider en vanmorgen was Arjan Schippers onze organist. Tijdens de collecte speelde hij het thema van de film ‘Schindlers list’ wat bij mij onverwacht tranen veroorzaakte.  Wat een goede keuze met het oog op de herdenkingen aan het eind van deze week.
Soms heb je van die vieringen waar je helemaal blij en warm van wordt van binnen. Via Kerkomroep had ik deze viering thuis ook kunnen volgen,  maar wat was ik blij dat ik er vanmorgen weer bij kon zijn. Zingen is toch het fijnst als je het samen doet.

Weet je niet meer hoe de muziek bij Schindlers list klonk?  Klik hier >>> voor de originele soundtrack.

Reageren

28 april: Koningsdag in Enschede.

Kindervrijmarkt, kraampjes, oranje uitgedoste Nederlanders: of je Koningsdag nou in Roden of in Enschede viert, de sfeer, het geslenter en de gezelligheid zijn het zelfde. In Roden komen we wat vaker bekenden tegen en in Enschede wat meer Duitsers, maar verder: feest. Er waren nogal wat mensen die veronderstelden dat ik nu wel naar Groningen zou gaan om de koning en zijn gevolg in het echt te zien, maar dat was ik geenszins van plan.

30 april 1982

Eén keer heb ik dat gedaan toen koningin Beatrix met haar puberzonen in Zuidlaren kwam. Met vriendin Taaytje stond ik tussen het publiek en zag in een flits een groen hoedje voorbijkomen. Met de camera boven mijn hoofd maakte ik een paar foto’s, waarvan er één gelukt is. In die tijd was dat nog zonde van de foto’s, er zaten maar 24 op een rolletje. ’s Avonds tijdens de samenvatting op televisie zag ik hoe het geweest was.

Gisteren waren we samen met Carlijn en Wim te gast bij Harriët en Cees die in Enschede aan het cat-sitten  waren. Wij namen de oranje tompoucen mee en zaten rond 11.00 uur voor de televisie met live beelden uit Groningen, zo rijkelijk voorzien van commentaar dat ik maar de helft meekreeg van de feestelijkheden.  Ook nu vertrouw ik op de samenvatting; en anders is daar altijd nog Blauw Bloed.

We liepen Enschede in, genoten van de oranje entourage en de Twentse tongval om ons heen. Hele donkere medelanders met oranje strikjes in hun rastahaar. Opa’s en oma’s met geschminkte vlaggetjes op hun wangen die veel te dure heliumbalonnen kochten voor hun kleinkinderen. Mensen die kennelijk al een tijdje in het centrum waren en die hun evenwicht konden bewaren omdat ze hun fiets goed vasthielden. Tukkers die midden in de mensenmassa andere tukkers tegenkwamen die ze kenden en midden in het pad bleven staan om bij te praten; het leek wel Rodermarkt maar dan met lange oooooo’s en eeeee’s.
’s Middags speelden we nog een potje Ticket to ride  en kwamen zelfs nog toe aan een boom klaverjassen. We sloten Koningsdag af met een pizza bij kaarslicht in pizzeria La Candela.

Feest in Nederland. Buitenlanders kijken enigszins afgunstig naar ons uitbundige, oranje volksfeest dat één keer per jaar voor verbroedering zorgt. Onze vlag hing gisteren niet buiten, maar we hebben onderweg en in Enschede heel veel vlaggen gezien. Willem Alexander, Maxima en hun dochters doen het prima; met respect en bewondering sla ik het gezin gade.  Wij hebben ook drie dochters en ik weet nog hoe het was toen ze pubers waren.
“Wij hadden daar niet zo gedwee achter jullie aangelopen” dachten de dames gistermiddag.   Nee,  dat denk ik ook niet.
Amalia,  Alexia en Ariane doen het wel en dat zegt iets over hun opvoeding en over het koninklijke gezin. Ik hoop van harte dat er niet teveel over de meisjes wordt gezeurd op sociale media; op deze leeftijd zijn ze zo kwetsbaar voor die vaak ongefundeerde kritiek.

Van mij geen verkeerd woord, ik vond ze prachtig.
En ook al droegen de meisjes er nog niet één, ik zou willen zeggen: CHAPEAU!

Reageren

Pagina 179 van 265

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén