een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 2 van 272

23 januari: Over geluk (6) – Zingeving.

Vorig jaar schreef ik al vijf blogs over een aspect van ‘Geluk’, het onderwerp van onze scheurkalender voor 2024.
Op elk van die blogs wordt steeds één ‘pijler van geluk’ uitgelicht; vandaag gaat het over ‘zingeving’.
De kernwoorden die bij dit onderwerp horen zijn ‘een betekenisvol en waardevol leven leiden’.
Wat is het antwoord op de vraag: ‘Wat heeft mijn leven voor zin?”
Daar zijn al heel wat boeken over geschreven……

Een mens kan alleen gelukkig zijn als hij aanneemt dat geluk niet het doel van het leven is’.
Dat vond de Engelse schrijver George Orwell.

De Nederlandse dichter Jacques Perk vond: “Vreugde heeft, wie vreugde vinden kan“.
Daarmee wordt het al wat meer toegespitst op je eigen rol bij het vinden van geluk: wat zie je?
Daniël Lohues sloot zijn laatste column van het jaar in het DvhN in dat licht treffend af:
‘,,Trekt wel op die mist”, zei de optimist. ,,Wat een pest die mist”, zei de pessimist.
Proberen die eerste te zijn.
Dat lijkt mij het beste.’*
Daar past deze uitspraak van de Amerikaanse actrice Lena Horne ook goed bij:
Het is niet de last die je breekt, maar de manier waarop je die draagt: dankbaar voor het positieve in plaats van bitter over het negatieve ervan.”

De Amerikaanse schrijven Maxwell zei: “Succes is waarde geven aan jezelf. Betekenis is waarde geven aan anderen. ‘
De vraag die op dat kalenderblaadje aan ons werd gesteld was: Waarin zit voor jou het verschil tussen waarde, betekenis en succes?
Een vraag om nog even op door te kauwen na je toiletbezoek, zeker als zoals ik iedere dag nadenkt over de inhoud van een blog met de waarde van de dag.
Wat ik geleerd heb in het leven? Dat je in de mate van het mogelijke je verantwoording moet nemen voor je eigen geluk en dat van de mensen om je heen.
Dat vond de Belgische schrijver Naegels.

Een ander aspect bij ‘zingeving’ is je eigen beleving.
In het jaar 121 zei de Romeinse keizer Marcus Aurelius: “Ons leven is wat onze gedachten er van maken“.
Daar sloot een citaat van de Britse auteur Mary Bateson goed bij aan: “Ervaring maakt ons niet wijzer. Het is reflectie op ervaring die ons wijzer maakt.”

Een uitspraak bij deze gelukspijler ‘zingeving’ die ik heb onthouden en die ik ook nog wel eens deel met mensen is die van de Ierse schrijver Oscar Wilde, geboren in 1854.
Een cynicus is iemand die overal de prijs en nergens de waarde van kent.
Ook geschiedenis speelt nog een rol bij zingeving lazen we in een citaat van de SF-schrijver Crichton.
Als je geen geschiedenis kent, ben je als een blad dat niet beseft dat het deel uitmaakt van een boom.

De Oostenrijkse filosoof Buber tenslotte schreef “Wie geloof én humor hanteert, vindt het evenwicht waarmee hij in het leven rechtop kan blijven staan.”
Amen.

*Wil je die column van Lohues nog even lezen?
Hierbij een link naar die pagina op zijn website.

* Hierbij een link naar het eerste blog in deze serie, vandaar uit kun je linken naar de eerdere delen die al gepubliceerd zijn.

Reageren

21 januari: Nederlands maar dan anders 43?

De eerste NMDA van 2025!

Essina maakte mij eind november attent op een artikel in het Dagblad van het Noorden.
Hussein heeft last van een lap op een rode stier!” stond op pagina 2 die dag.

Schoonzoon Cees citeerde een bekende uitspraak, maar maakte daar een eigen variant van: ‘Verwondert u niet, verbaast u alleen’.
We blijven nog even bij ons gezin.
Carlijn leest op een forum over iemand die niet goed is behandeld in een ziekenhuis:
“Ik werd door het ziekenhuis echt onprofessioneel behandeld en in mijn eigen soep gaargekookt!”
Verder las ze op Marktplaats de advertentie hiernaast.
“Ik denk dat ie dubbelwandig bedoelt….”
En hoewel Carlijn ons vaak voorziet van versprekingen/fouten van anderen, zelf beweerde ze zonder blikken of blozen dat de kerk door de kogel was.
Iemand vraag hoe het met Gerard gaat.
Hij is wel een beetje ziek maar niet heel erg.
Zit ik nou als een dood ziekje op bank? Nee.’

Van vaste bloglezer Willem kreeg ik ook een bijdrage.
Hij las in het AD een reactie op een artikel over de verbouwing van een hotel op de Elterberg.
Architectonisch is de verbouwing geen hoofdstandje“, aldus reageerder Erik Borst.
Willem zegt hierover: ik geef meteen toe dat een turner wel eens een kopstand doet, maar dat is moeilijk te rijmen met wat hier bedoeld wordt.
Een paar reacties verder staat: “Het is echt zonde dat het (hotel) staat te verpouperen”
Willem: een aardig voorbeeld van een au-ou-verwisseling. Er zit maar 1 letter verschil tussen rauwkost en rouwkost, maar toch een wereld van verschil.
In de (internet)krant van Midden-Drenthe las Willem iets wat hij wel een leuke kop vond “Inloopavond over het voetpadenplan in Smilde”.
Willem eindigde zijn mail met een herinnering aan zijn lagere school-tijd. Het was iets wat een onderwijzer altijd zei als je lachte op een moment dat hij het beslist niet kon waarderen: “Haal die grijns van je aangelaat”.

Bij het etentje van de Franse-les-groep vertelde juf Helen dat iemand bij haar op school had gezegd: “Dat is een wet van meten en persen.
Carlijns vriendin Irene doet in deze aflevering ook weer een duit in het NMDA-zakje:
Iemand staat met zijn elektrische auto vast in een parkeergarage: hij kan de stekker niet loskoppelen.
Dan parkeert er iemand naast hem die een trucje wist waardoor hij weer los kwam.
Werd ik gered door een barmhartige Amerikaan“.

Dit jaar hebben we de scheur-Taalkalender op ons toilet hangen.
Op vrijdag is het vooral genieten met ‘Taalkronkels’: een prachtige aanvulling op deze blogserie.
Dit jaar zal ik in iedere aflevering een paar leuke kronkels citeren.
Uithangbord bij een bakker: “Ambachtelijk suikerbrood met stukjes Arnhemse meisjes.’
Tekst op een verpakking van vogelpindakaas: Pindakaas voor tuinvogels met bosvruchten.
Bij Hairlust, een Deens haarverzorgingsmerk, verkopen ze op hun website kauwbare haarvitamines.
“Suikervrije kauwbare vitaminen voor vrouwen met natuurlijke aardbeiensmaak.”
Een voetbalverslag op Nu.nl: de aanvaller van Vitesse schoot via de onderkant van de lat binnen en stuiterde vervolgens weer uit het doel.
Een kop boven een artikel over koken op het online-magazine Franska: “Er gaat niets boven het eten van je moeder”

Hierbij een link naar Nederlands maar dan anders (42) van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

Ook iets leuks op taalgebied gehoord of gezien?
Neem een voorbeeld aan Willem en Irene en geef het aan mij door.

Reageren

20 januari: Goud en zilver uit Dacia.

Op 11 januari schreef ik over Labyrinthia in het Drents Museum.
Maar het Drents Museum heeft meer in huis dan alleen hun eigen collectie: ze weten telkens weer te verrassen met bijzondere tentoonstellingen uit het buitenland; toen ik er was begin januari heette die tentoonstelling ‘Dacia, het rijk van goud en zilver.’
Voordat ik aan het dwalen kwam in Labyrinthia ging ik ‘Dacia’ bekijken.
Van dat rijk had ik nog nooit iets gehoord of gelezen: het is een vergeten volk uit de wereldgeschiedenis.
Het lag voor een groot deel in wat we nu Roemenië noemen; het rijk heeft bestaan van ongeveer 2000 voor Christus tot 3e de eeuw na Christus.
Oog in oog staan met zulke oude voorwerpen doet iets met me.
Groot voordeel van dat bezoek: ik was alleen en kon me net zo lang aan dingen vergapen als ik zelf wilde.
Alle bordjes gelezen en alle voorwerpen gezien.

Het gebied werd in de loop van de eeuwen door heel veel verschillende culturen beïnvloed: lopend langs de vitrines zag je de vorm van de voorwerpen en de versiering daarvan veranderen in de loop van eeuwen.
Ook toen werd er al heen en weer gereisd tussen de verschillende landen en ook toen had je al mode: we zagen mooie voorbeelden van sieraden die je  in de taal van nu ‘must haves’ zou noemen. Op de afbeelding zie je een gouden armband (werd om de bovenarm gedragen) en een rhyton (drinkbeker).
O.a. invloeden van de Griekse, Keltische, en Perzische cultuur waren terug te vinden in de prachtige voorwerpen die we zagen. Ook de Romeinen hadden invloed op de heersende mode in Dacia, maar diezelfde Romeinen zorgden er ook voor dat er een einde kwam aan het oude rijk: van 106 tot 271 na Christus was Dacië een provincie in het Romeinse rijk en was het niet meer een zelfstandig koninkrijk.

In een onderhoudende film van ongeveer 20 minuten leerde ik over koning Boerebista, over de goden die de Daciërs aanbaden, ik zag een machtige rivier die belangrijk was voor de handel en ik zag ruïnes van wat er over is van het machtige rijk. Daarbij realiseerde ik me dat ‘de identiteit’ van de Daciërs bestaat uit heel veel verschillende stukjes van culturen die invloed hebben gehad op het reilen en zeilen in dat land.
Eeuw na eeuw reist de mens over de aardbol en laat overal stukjes van zijn gewoontes en rituelen na.
De huidige wereldbevolking is een smeltkroes van duizenden geslachten aardbewoners; iedere keer als ik weer zo’n mooie tentoonstelling heb bezocht in Assen word ik er even weer bij bepaald.
Wil je nog naar Dacia? KAN DEZE WEEK NOG! Tentoonstelling loopt tm 26 januari.

Interesse in voorgaande tentoonstelling die ik daar bezocht?

Meer dan alleen hun einde uit  uit januari 2023 (Pompeï en Herculaneum)
Iran in Assen uit oktober 2018 (Bakermat van de beschaving)
Maya’s, heersers van het regenwoud uit april 2016 (Zuid Amerika vóór de Spanjaarden)
Hier kom ik weg uit oktober 2014 (tentoonstelling ingericht door Daniël Lohues)

Het Drents museum.
Als Drentse ben ik er trots op.
Ben je er nog nooit geweest?
Dan he’j wat mist!

Reageren

19 januari: Rustige zondag.

Meestal schrijf ik op zondag of maandag een blog over de kerkdienst van de zondagmorgen, maar wij zijn al twee weken niet geweest.
We volgen de viering dan vaak wel digitaal, maar dat is toch een heel andere beleving dan fysiek in de kerk zitten.
Wij gaan niet omdat dat niet fijn is voor de andere kerkgangers.
Gerard heeft al een tijd last van een nare hoest en keelklachten en sinds gisteren doe ik gezellig met hem mee.
Bij mij slaat dat soort klachten onmiddellijk op mijn stembanden, die het vervolgens niet meer doen.
Wat ik voortbreng zijn schorre, hese klanken.
Bij mijn collega’s heb ik al aangekondigd dat ik er morgen waarschijnlijk wel ben (verder voel ik me niet ziek), maar geen telefoondienst kan doen.

Het wordt een spannende week want……… de proefdruk van het jubileum-tijdschrift ‘Waarde van de dag’ is klaar; gisteren gebracht door Fokke van de drukploeg van de kerk die het drukwerk voor ons verzorgt.
Gistermiddag hadden we al even een ontmoeting met Harriët; alles even bij langs, wat moet nog anders, wat kan nog beter?
Morgenavond zie ik de andere dochters in Groningen en als we tevreden zijn en alles er goed in staat gaat er een opdracht uit naar de drukploeg voor een oplage van 100 stuks.
Spannend.
Een tipje van de sluier?
Een artikel over het dubbel-interview dat Frea had met tante Trijn en mij.
Foto’s en een patroonbeschrijving van een haakwerkje dat ik zelf ontwierp en opdraag aan mijn oma Aaltje Vrieswijk-Pasveer.
Bijdrages van onze familie, vrienden, mijn collega’s, een dominee, de rubriek ‘Koken met de zusjes’, een antropologisch onderzoek van onderzoeksvereniging ‘De kouwe kaant’, Wist-U-datjes en een bloemlezing uit de rubriek Nederlands maar dan anders.
En dan heb ik nog niet eens alles genoemd.

Vandaag was een rustige zondag vlak voor een week waarin weer van alles op stapel staat.
Vanmiddag liepen we een rondje in het dorp in de verstilde, mistige en ijskoude wereld van vandaag.
Mooi.
Hieronder twee foto’s: een bevroren spinnenweb en een bevroren grasje in onze tuin.
Waarschijnlijk rond de middag een beetje ontdooid en toen opnieuw bevroren.
(Klik op de afbeeldingen voor vergroting)

Reageren

18 januari: Wachten op een wonder.

Wij kregen eind december/begin januari een cadeautje van Ziggo: we konden gratis een aantal films kijken.
Nu hebben wij iedere avond al het Journaal, Woeste grond en de Slimste Mens, dus dan blijft er niet veel tijd over voor het kijken van een film.
Toen ik in week 2 in Casa Grada zat heeft een Gerard een aantal films gekeken waarvan hij wist dat ik er geen plezier aan beleef, maar toen ik terug kwam was er één film waarvan hij zei: “Deze lijkt me wel leuk om met ’n tweeën te kijken.”
En of hij gelijk had.

De film heette ‘The Miracleclub’ en dit is het verhaal.
Het speelt in Ierland in 1967. Vier vrouwen winnen een prijs: een trip naar het bedevaartsoord Lourdes* in Frankrijk.
Ieder van die vrouwen heeft wel een reden om te hopen op een wonder bij de grot van Bernadette.
Het is een komisch drama.
?
Kan dat dan?
Ja. Het was soms dramatisch, het was soms emotioneel én er viel ook genoeg te lachen.
Hierbij een link naar de trailer.

Maggie Smith (die snobistische grootmoeder uit Downton Abby) speelt één van de hoofdrollen; zij zorgde menigmaal voor die lach vanwege haar typische, droge Engelse humor en de manier waarop zij die rol gestalte geeft.
De dames gaan met z’n vieren naar Lourdes en je kunt gerust stellen dat één van hen beslist niet welkom is in de groep, maar al naar gelang het verhaal vordert weet je wat er in verleden is gebeurd en welke rol de afzonderlijke figuren daarin speelden.
Wat ik bijzonder vond waren de beelden uit Lourdes.
Hoe het er daar aan toeging in 1967.
Wat de verwachtingen waren.
Je ziet het clubje scharrelen in een souvenirwinkel: “dit kan toch niet bedoeling van de heilige maagd geweest zijn…?”

Ondertussen zie je hoe het thuisfront zich redt zonder ‘moeder-de-vrouw’.
Eén van de buurvrouwen vindt dat het wonder van Lourdes al is geschied omdat de man des huizes boodschappen doet: dat was nog nooit vertoond.
Op de terugreis maken de vrouwen zich allemaal wat zorgen over hoe ze thuis ontvangen zullen worden; toen ze weggingen waren hun mannen het daar absoluut niet mee eens.
Maar eind goed, al goed: de figuurlijke rode lopers lagen klaar.

Spelende vrouw, wat heb je nu geleerd?
Je moet af en toe eens een week op jezelf.
Als je terugkomt wacht er een bos rozen op je.

* Weet je niks van Lourdes?
Hierbij een link naar een artikel daarover op de website van KRO/NCRV.

 

Reageren

17 januari: Levensmotto

Vanmorgen hoorde ik op Radio 5 het bericht dat Manuela Kemp is overleden.
Het werd bekend gemaakt in de Arbeidsvitaminen en presentator Hans Schiffers had het er hoorbaar moeilijk mee.
Van 2014 tot 2022 was ze een Radio-5-collega geweest en de verslagenheid bij de zender was groot.
Als luisteraar kreeg ik vooral veel van haar mee toen ze samen met Henk Mouwe van 07.00 – 10.00 uur het programma Wekker Wakker presenteerde.
Na de pensionering van Henk Mouwe werd dat tijdstip in de ochtend overgenomen door Jeroen van Inkel waar ik niet aan kon wennen.
Manuela ging met Henkjan Smits in de avonduren ‘de Max’ presenteren, maar dan luister ik nooit naar de radio.

Schiffers zocht vanmorgen telefonisch contact met Henk Mouwe; die vertelde dat zij nog steeds een hechte band hadden en dat hij die dag ervoor in het ziekenhuis in Hilversum afscheid van haar had genomen.
Toen zij samen Wekker Wakker presenteerden was ik een trouwe luisteraar; af en toe schreef ik daar natuurlijk over op deze website.
Je leest er bijvoorbeeld over in het blog Sommige mensen en Ow Sjonnie, allebei uit 2017  en Und jetzt….ein Henkie uit 2018.
Henk vertelde dat hij van Manuela haar levensmotto had overgenomen.
Geniet, maar nooit met mate.

In een periode waarin ik al blij ben dat er ’s zondags in de kerk niemand wordt afgekondigd die is overleden, wou ik het daar voor vandaag maar bij laten.

Reageren

16 januari: Nieuw concept.

‘Wat doen we? Bij iemand thuis en zelf allemaal iets koken of uit eten?”
Deze vraag werd eind vorig jaar gesteld in de ‘Lecon Francaise’-app.
Die Franse lessen* worden al lang niet meer gegeven, maar het was altijd een gezellig en illuster clubje, dus juf Helen en haar toenmalige leerlingen proberen elkaar eens per jaar te zien.
De meerderheid was voor een maaltijd buiten de deur, dus gisteravond om 18.30 uur ontmoetten wij elkaar in de voorkamer van ‘de Peizer Hopbel‘.
Dat restaurant is in 1994 gestart in een monumentale boerderij uit 1770 in Peize en heeft sindsdien verschillende eigenaren gehad.
De eigenaar van nu zit er op sinds 2014; toen we gisteravond aankwamen bleek dat er op het gebied van dineren een nieuw concept is uitgerold.

Er is een menukaart, waarbij je kunt kiezen uit een 4- of een 5-gangenmenu.
Daarbij kun je niet kiezen wat je wilt eten: dat menu staat vast.

Daarnaast kun je kiezen voor ‘shared dining’, een begrip dat is overgewaaid vanuit de hippe eetgelegenheden in de Randstad.
Je bestelt dan een aantal gerechten dat midden op de tafel komt te staan en die je vervolgens deelt met je tafelgenoten.
De serveerster die ons uitlegde wat de bedoeling was gaf van te voren aan dat we met zo’n grote groep (12) beter geen gebruik konden maken van het shared dining, want dat was voor de mensen in de keuken te onoverzichtelijk.

….croquettes funghi….

Als je de blogs over ons anarchistische Franse-les-clubje in het verleden hebt gelezen, dan begrijp je dat de groep hier niet mee akkoord ging.
Meer dan de helft van de aanwezigen wilde het menu niet bestellen; ‘het is toch raar dat je helemaal niet kunt kiezen’?
Na enig overleg konden wij toch gerechtjes bestellen van de ‘shared dining’-kaart.
Drie keer deden wij een bestelling: de eerste keer met brood/bruschetta en de twee volgende rondes met vlees, vis en vegetarische gerechten.
De eerste keer had ik ‘Croquettes Funghi’ en de tweede keer durfde ik ‘Spicy Rib’ te bestellen; de paddestoelenkroketjes waren heerlijk en gelukkig waren de gebraden vleesribbetjes niet te scherp; ik heb er van genoten!

Maar naast dat het best lekker was allemaal, was het voor mij een vervreemdende ervaring.
We zaten in een Nederlands restaurant in een Drents dorp in een pand uit 1770 en er stond amper een Nederlands woord op de menukaart.
Waarom is dat?

Het doel van de avond is overigens ruimschoots gehaald: we hebben heel gezellig bij elkaar gezeten, uitgebreid bijgepraat en allemaal lekker gegeten!
En het zal je niet verbazen: daar was amper een Frans woord bij 😉

* Nog nooit iets gelezen over die Franse lessen?
Hierbij een link naar het blog over onze vorige bijeenkomst in 2023.

Reageren

15 januari: Een cymbelster.

Voor de kerstdagen bezochten wij de voorstelling ‘Advent’ van Daniel Lohues met Holland Baroque.
Daarover schreef ik een blog op 23 december onder de titel: ‘Moi‘.
Toen hij vertelde over kerst en hoe hij dat beleefde als organist liet hij ons een ‘Zymbelstern’ zien die hij ergens in Duitsland 0p de kop had getikt.
In het Nederlands heet het een cymbelster en het is een ‘feestelijk’ orgelregister.

Aan dat register zitten geen pijpen, maar één ster; meestal zit die boven het orgelfront.
Achter die ster zit een wiel met belletjes Als je de cymbelster inschakelt, wordt er lucht langs dat wiel geblazen.
Daardoor gaat de ster draaien en produceren de belletjes een vrolijk geluid.
Lohues schakelde de cymbelster in bij de toegift die werd gespeeld. Na het applaus, toen iedereen de zaal al uitliep, stond de ster nog vrolijk te bellen.

Naderhand vroeg ik me af of dat feestelijke register ook op het Hinszorgel in de Catharinakerk zit.

Hinsz-orgel in de Catharinakerk Roden

Voor een antwoord op die vraag stuurde ik een mail naar Erwin Wiersinga.
Dit was zijn antwoord:

Dag Ada

Nee, dat had je wel gehoord!
Het is een Duits dingetje.
In Nederland zijn ze minder gebouwd of verdwenen.
Veel te werelds voor de Calvinisten!

Hartelijke groet, Erwin

Jammer ja.
Mooie toevoeging wel: veel te werelds…..
Het zette mij aan het fantaseren over de tijd waarin het orgel werd gebouwd.
Het orgel kwam er dankzij een legaat van Maria Catharina Hoppinck in 1776.
Zij woonde in Den Haag, maar had een bijzondere band met Roden.
Zij was de achterkleindochter van Gayus Hoppinck, de tweede predikant in Roden na de Reformatie.
De bouw van het orgel werd opgedragen aan Albertus Anthoni Hinsz te Groningen.
Op 4 juni 1780 werd het instrument ingewijd; dat is bijna 250 jaar geleden.
Wie zaten er toen in de kerk?
Strenge Calvinisten?
En wie speelde op dat orgel?
Wat zongen ze toen dan?
Er is heel weinig bekend over de Hervormde gemeente zo’n 100 jaar na de reformatie.
Wil je weten wat er wel bekend is over de Catharinakerk? Hierbij een link naar een digitale versie van het boekje: ‘Negen eeuwen Catharinakerk in Roden‘.
In het hoofdstuk 4 (op pagina 12) vind je informatie over het onderwerp ‘Roden na de reformatie’.
Maar wie er ook op dat orgel speelde: het was vast niet zo mooi als wat wij ’s zondags horen met organisten als Chang Jong Lee, Arjan Schippers en Erwin Wiersinga.

Hierbij een link naar een video waarin Erwin orgel bespeelt: je luistert dan naar een uitvoering van Prelude in C (BWV 545) van Johann Sebastian Bach.
Zonder belletjes.
Maar prachtig!

Reageren

13 januari: Op maat.

Tijdens de kerstvakantie genoot ik van mijn vrije tijd tijdens ons weekje Casa Grada.
Breiwerk en borduurwerk mee, een tasje met haakspullen, een boek en wat tijdschriften.
Na vier dagen had ik vier glazen potjes die ik niet weggooide, maar waar ik een hoesje omheen haakte.
Dat had ik ooit geleerd bij Ina in haar B&B ‘de Beddestee’ in Ruinen: in augustus van vorig jaar blogde ik daarover onder de titel: ‘Gehaakte lampionnetjes á la Ina‘.

Dit waren de potjes:

en zo zijn ze geworden:
 
* Het potje van de doppers en wortels van Hak kreeg een jasje met drie sterren naast elkaar die precies naast elkaar pasten.
Daar moet je natuurlijk even wat voor uitproberen: de eerste keer moest ik het tot aan de bodem weer aftrekken, maar de tweede keer kwam het precies uit.
* Het potje van de mosterd-dille dipper is zeskantig; om de ronde bodem zeskantig te krijgen haakte ik de laatste bodemtoer van vasten, waar bij ik op 6 plaatsen een half stokje, een heel stokje en een half stokje haakte, zodat het een zeskant werd.  Daarna haakte ik op die zes punten 3 stokjes naast elkaar en voor de rest gaatjes: zo lopen de drie stokjes boven elkaar gelijk met de ‘ribben’ van het potje.
* Het potje van de Limburgse mosterd heeft de vorm van een klein kruikje: dat kreeg een netwerkje om zich heen van boogjes van 4 lossen dat bovenaan een beetje naar elkaar wordt toegetrokken met een toer van lossenboogjes van 3 lossen.
* Het potje rode bieten is kleiner dan dat van de doppers en wortels. Daar wilde ik iets omheen haken in de vorm van deze gehaakte lampion.
Ingewikkeld! Ik begon net als bij de anderen met het haken van een cirkeltje zo groot als de bodem van het potje en stopte toen met meerderen. Daarna haakte ik 1 toer stokjes en 1 toer vasten.
(ik had 36) Toen haakte 6 reepjes (11 toeren van 4 vasten) en toen het eruitzag zoals hiernaast pakte ik de reepjes gedraaid weer op en haakte ze zo aan elkaar met telkens 2 lossen ertussen. Toen nog een toer vasten, vervolgens een toer 2 halve stokjes met 1 losse ertussen (voor de gaatjes voor het koordje) en ik eindigde met een toer 3 vasten in ieder gaatje.
Toen vond ik het niet mooi: de ruimte tussen de gedraaide reepjes was veel te groot, je zag het waxinelichtje gewoon staan.
Ik nam tussen de reepjes steeds vier vasten op in een contrasterende kleur en haakte weer 6 reepjes van 11 toeren.
Die draaide ik ook weer een slag en zette ze met stiksteekjes vast tussen de eerste serie reepjes.
Snap je er niks van?
Snap ik.
Gewoon uitproberen.
Als je op de afbeeldingen klikt, komen we ze wat groter in beeld, dan zie je de stekenstructuur wat beter.
Het duurt eem maor dan he’j ok wat.

Heerlijk: een paar uren prutsen met stokjes, vasten en lossen, uithalen, tellen, opnieuw haken, weer tellen, toch even weer uithalen……dat is voor mij vakantie!

Reageren

12 januari: Op mezelf. (2)

In het blog ‘Op mezelf‘ schreef ik dat ik me een week had teruggetrokken in Westerbork.
Daarop kreeg ik een paar mooie, waardevolle reacties en naderhand vragen in de trant van “Heeft het je gebracht wat je er van verwachtte?”
Jah!
Van te voren vroeg ik me af of ik alleen kon zijn.
In veel opzichten lijk ik op mijn vader en die kon niet goed alleen zijn.
Hoe zou dat met mij gaan?
Ik genoot er van.

In de woonkamer zette ik de laptop op de grote tafel, de stander met de muziekmap en de accordeon zette ik aan de andere kant in het licht bij het raam, een vers ‘Peter Robinson’-boek op de salontafel, het breiwerk op de bank en het haaktasje ‘voor handen’ naast de bank.
Op de tweede dag trakteerde ik mezelf op een bezoek aan het Drents Museum.
Geen haast en alle tijd genomen voor Labyrinthia; het eerste blog daarover publiceerde ik gisteren.
De derde dag bracht ik door in gezelschap van tante Trijn in Klazienaveen.
Mann verliert niemals die gemeinsam verbrachte Zeit.
Ook maakte ik een aantal lange wandelingen. Willem schreef het al: de omgeving van het Timmerholt biedt veel gelegenheid  om te wandelen, maar ook voor ‘gedankenloses Denken’.
Veder schreef ik een paar blogs en redigeerde het tijdschrift ‘de Waarde van de dag’ dat binnenkort gedrukt wordt.

Het meer bij zonsopkomst.

Na vier dagen kwam ik tot de conclusie: leuk dit.
Net als Janny in één van de reacties kan ik zeggen dat ik door mijn ouders zo ben opgevoed dat ik zelfstandig kan wonen en dat ik voor mezelf kan zorgen, zowel praktisch als emotioneel.

Ook het eten was geen probleem: een bakje stamppot mee uit de diepvries van thuis, een aangeklede lunch in Assen, een potje rode bieten én…… een portie bami mét van de afhaal-Chinees in Westerbork; daarvan hield ik nog twee ruime porties over voor thuis.

Natuurlijk helpt in zo’n week dan de dagstructuur die zo bij mij hoort.
Ik begon iedere dag met de yoga-pilates oefeningen en een sudoku, ondertussen genietend van het uitzicht en het eenden- en aalscholvers gedoe op het meer en daarna de vaste eet- en drinkmomenten; denk daarbij o.a. aan 10.00 uur Drentse huisvrouwen-koffietijd.
Maar het werd eens wat later dan op andere dagen: als ik alleen ben vergeet ik de tijd nog wel eens.

Maar wat is alleen…… iedere avond belde ik minstens een half uur met Gerard om de dag te bespreken en dingen te overleggen.
Inmiddels ben ik weer thuis, niet nadat ik een ‘review’ had achtergelaten in ons eigen gastenboek.
Gerard had rozen gehaald, die staan nu in onze woonkeuken te pronken!
Eenmaal thuis is het ook wel weer heerlijk om het dagelijkse leven weer op te pakken, maar ik vind het zeker voor herhaling vatbaar!

Reageren

Pagina 2 van 272

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén