een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 40 van 298

3 september: Bentheim (1)

Met neef Cor togen we dus na de hunebedden in Valthe naar Burg Bentheim.
Als je het plaatsje Bad Bentheim binnen komt rijden zie je het oude kasteel al van verre liggen; het is gebouwd op een rots die hoog boven het landschap uitsteekt: een strategische plek, want van daaruit heb je zicht op de hele omgeving rondom.
We kochten een kaartje en begonnen aan de rondgang met een bezoek aan de Catharinenkirche: de slotkapel.
Daar stonden we oog in oog met de Herrgott von Bentheim: dat is een crucifix uit de elfde eeuw. Het is één de vroegste Christusbeelden in Midden-Europa, het stamt uit de 11e eeuw. Het werd in 1828 gevonden op een akker in de buurt. Vermoed wordt dat het eeuwenlang diende als een wegkruis en aan het begin van de reformatie werd omgegooid, om daarna langzaam onder het zand te verdwijnen.
Meer weten? Hierbij een link naar een artikel over het beeld op de website van Burg Bentheim.

We vervolgden onze route, beklommen de toren en wandelden over de dikke kasteelmuren (5 meter breed(!))  van de ene naar de andere kant. Ondertussen zagen we diepe kerkers, solide torens en indrukwekkende kanonnen. Mét inscriptie.
De burcht is ontzettend oud; hij wordt voor het eerst genoemd in 1050.
We liepen op zandstenen trappen die al eeuwenlang worden belopen, je zag duidelijk de uitgesleten plekken op de treden waar de meeste voeten langsgingen.

Een gedeelte van het kasteel is ingericht als bezoekerscentrum; toen wij er waren was er een tentoonstelling over alchemie.
Verder is in het midden van de burcht zien hoe men vroeger leefde: een grote hal voor ontvangsten, een ingerichte eetzaal, een studeerkamer en boven een luxe slaapkamer en een aantal ruimtes met vitrines met bezienswaardigheden. Zo zagen wij harnassen, een foeilelijke helm met een adelaar er op  en een toren met verschillende gevangenis-cellen waarin vroeger mensen gemarteld werden om bekentenissen af te dwingen.  Er hing een grote poster met “Das Rechtswesen im Mittelalter” erop met afbeeldingen van wat die arme mensen vroeger zo al werd aangedaan.  De verklarende tekst bij één van de plaatjes ‘Peinliche Befragung eines Verhafteten’ zegt genoeg.
Brrrrr. Niet teveel bij nadenken; we zijn er maar niet te lang bij blijven staan.

Er was heel veel te zien en te beleven in het slot, dat past allemaal niet op één blog, wordt één dezer dagen vervolgd. Dan lees over de geestverschijning de Witte Juffer die af en toe door het kasteel dwaalt, niet te verwarren met het bruidje (in het wit) dat we tegenkwamen in één van de gangen.

Reageren

2 september: STOM! (4)

In dit digitale tijdschrift ligt de nadruk op het positieve in mijn leven: ik bekijk de dingen graag van de zonnige kant, zodat het lijkt alsof mijn leven een aaneenschakeling is van leuke dingen.
Het zal je niet verbazen dat dat niet zo is: ook ik moet door vervelende periodes, heb vaak genoeg klussen die ik uitstel omdat ik er geen zin in heb en ook ik word ’s morgens wel eens wakker met het idee: was deze dag maar voorbij. Heel af en toe sta ik mijzelf toe om een blog te schrijven over dingen waar ik me aan stoor en wat mijn ergernis opwekt. In de geschiedenis van deze website heb ik dat  drie keer gedaan: in december 2015, in februari 2018 en in oktober 2021.

Een overzicht van stomme dingen in 2024:

  • Dat je bij bijna iedere website die je opent een scherm krijgt over cookies. Die ik niet wil, dus overal schuif ik al die schuifjes op ‘Weigeren’.
    Bij sommige site is het dan zo, dat je de website dan niet kun openen.
    Nou.
    Dan niet!
  • Dat in de zomervakantie zoveel collega’s met vakantie zijn dat je alleen op kantoor zit, je het soms even ‘niet of kun sloeken’ en dat dan mantelzorgers van cliënten boos op je worden: “De hele wereld is maar op vakantie, maar wij moeten NU geholpen worden!”
  • Dat het liedje van Shakakahn ‘I’m every woman’ regelmatig voorbijkomt op Radio 5. Op het laatst staat ze zo hysterisch te schreeuwen dat ik het niet meer kan aanhoren en in arren moede de radio uit zet.
  • Dat je kunt uitslapen, dat je ’s avonds bij het slapen gaan roept: “Hè lekker, morgen geen wekker!” en dat er de volgende morgen om 06.30 uur tóch een wekker af gaat omdat iemand vergeten is die uit te schakelen.
  • dat de lasagnesaus van Honig bij de Jumbo niet te krijgen was. Lege schappen bij de naam Honig. Dit stond er bij: “Jumbo maakt zich hard voor lage prijzen, zodat je niet meer betaalt dan nodig is. Hierdoor is dit product momenteel niet verkrijgbaar. We zijn met de leverancier in gesprek.”
    HA!
    zodat wij onze marges iets kunnen oprekken’ zou er eigenlijk moeten staan.
  • Slakken die de boerenkoolplanten opvreten. En de sla en de andijvie, zodat we de hele zomer geen andijvie en sla uit eigen tuin hebben gegeten.
  • Dat het roggebrood dat wij altijd eten sinds coronatijd er lang niet altijd is in de winkel. Leveringsproblemen. En dat we alle andere soorten roggebrood al hebben geprobeerd en dat die allemaal niet kunnen tippen aan de voor ons énige échte.
  • Dat mobiele telefoons zelfs tijdens een gezamenlijke maaltijd met vrienden, familie, kinderen of collega’s op tafel ligt, zodat midden in een gesprek de aandacht zomaar naar het apparaat gaat.
    “Waar hadden we het ook maar weer over?”
  • Dat de plastic doppen tegenwoordig aan de pakken vastzitten.
    Dat hoef ik vast niet uit te leggen.

Benieuwd naar wat ik in de voorgaande blogs met deze titel stom vond?
Hierbij drie links:

december 2015 – Stom! 1

februari 2018 – Stom! 2

oktober 2021 – Stom! 3

Reageren

1 september: Alle registers opentrekken.

Vanmorgen in de viering van onze PKN-gemeente werd de uitdrukking ‘alle registers opentrekken’ gebruikt; die uitdrukking komt uit de orgelwereld. Hij werd gebruikt door Nettie in haar afscheidsspeech voor Ad van Nes, die vanmorgen afscheid nam als organist van onze gemeente.

Een register is een serie orgelpijpen met dezelfde klankkleur. Op de afbeelding hiernaast zie je de toetsen van het historische Hinszorgel in de Catharinakerk. Aan weerszijden daarvan zie je de registers.
Als je alle registers opentrekt ga je ‘vol op het orgel’, dan haal je alle geluid dat in het instrument zit er uit.
In figuurlijke zin wordt met ‘alle registers opentrekken’ bedoeld dat je je uiterste best doet, dat je alle beschikbare middelen inzet.

Ad werd omstandig bedankt voor zijn jarenlange orgelbegeleiding tijdens de kerkdiensten.
Vanaf 1994 in Roden, maar daarvoor al in andere gemeenten. Toen ik hem vanmorgen na de koffie nog even sprak zei hij dat hij al vanaf zijn 15e speelde: al met al 69 jaar!

Wie ook werden bedankt waren Gerard en zijn kerkenraadscollega Arend; zij namen allebei afscheid.
Ook voor hen waren er lovende woorden, bedankjes en kleine cadeautjes.
Gerard had bij het voorbereidende gesprek met voorganger Walter Meijles benadrukt dat hij zich altijd omringd had geweten door ‘zoveel vrijwiligers, zoveel gemeenteleden die allemaal hun steentje bijdragen aan het gemeentewerk’.
Kerkenwerk is mensenwerk en je hoeft heus niet altijd alle registers open te trekken om mee te doen: alle kleine beetjes helpen.
Misschien leuk om nog even te lezen: hierbij een link naar het blog uit januari 2018 toen ‘Broeder Waninge’ werd bevestigd in het ambt.

We hadden een drukke dag vandaag, want al schrijvend aan dit blog weet ik dat we over anderhalf uur al weer in de auto zitten op weg naar mijn broer.
Op de foto hiernaast zie je hem niet, want hij ligt in de kinderwagen.
Samen met buurmeisje Reneetje waak ik over mijn kleine broertje.
Maar dat mag ik al een tijdje niet meer zeggen.
Deze week is hij 60 geworden en we kregen een uitnodiging voor een feestje.
Als je dit vanavond rond een uur of zeven leest sta ik waarschijnlijk met een glas in mijn hand te teuten met zijn familie en oude vrienden.
Zum Wohl!

Reageren

31 augustus: Ook wij….

Donderdagmorgen kwam ik gemeentelid Stieneke tegen in de supermarkt.
Zij zei: “Ik zag jullie gisteren fietsen bij het Leekstermeer. En weet je wat ons opviel? Gerard had een helm op en jij niet!”
Tja.
Die helm had hij net een dag.
Oh nee, twee dagen.
Om alvast even uit te proberen.
Want ook wij moeten er aan geloven: de fietshelm.
Donderdagmiddag heb ik er ook één gekocht.

Dát gingen wij toch nooit doen!
Tenminste, dat zeiden we een aantal jaren geleden toen de fietshelm nog voor breekbare oudjes en wielrenners was.
Niet voor ons.
Wij fietsen immers al ons hele leven.
Wij kijken altijd goed uit en zijn voorzichtig.
Wij fietsen niet zo hard.

Maar inmiddels hebben wij allebei een e-bike en fietsen we toch zo’n 22 à 23 kilometer per uur.
En we horen de verhalen.
Hidde die altijd al een helm op had, even zonder helm het dorp in ging en met een hersenschudding in het ziekenhuis belandde.
Vriend van een collega die werd aangereden door een onnozelaar op zo’n fatbike die deed alsof hij alleen op de wereld was.
Vrienden die ‘dát ook nooooit gingen doen’, maar inmiddels gehelmd op de fiets zitten.
“Zullen wij dan ook maar..?” Om het nou gelijk de waarde van de dag te noemen gaat misschien wat ver, maar het is goed om het even te noemen.
Ook wij.
Voortschrijdend inzicht.

Ik bleek precies dezelfde helm als Gerard te hebben; niet zo handig.
Die van mij is nu te herkennen aan een ‘A’ aan de zijkanten. Door die stomme helm moet ik nu trouwens ook steeds aan Bert Visscher denken.
En aan bloemschikken.
Dames en heren, het belangrijkste bij bloemschikken is natuurlijk DE HELM!
Hierbij een link naar een fragment van een minuut of 6 uit zijn show ‘Fijne nuances’.
In ons gezin een quote die nog regelmatig voorbijkomt.
Net als de constatering dat het bloemschikken soms niet goed uit komt.
‘Schikt het? Nee!’

Vrijdagavond ging ik even fietsen.
Halverwege dacht ik: “Helm vergeten!”
Het zit nog niet in het systeem….

Reageren

29 augustus: Sprookjesachtige zomeravond.

We hebben ze in Nederland niet zo vaak.
Zwoele zomeravonden.
Gisteravond was er één uit het boekje.
Zo’n romantisch boekje van smeltende harten en smachtende ogen die elkaar vinden bij kaarslicht.
Voor je nou denkt “Wat is er gebeurd met Gerard en Ada?!”: ik beschrijf alleen de omstandigheden.

Wij zaten met z’n tweeën op onze houten tuinstoelen met de verschenen kussens met een gammel houten tafeltje dat nodig gebeitst moet worden tussen ons in.
Daar stond een aantal gehaakte lampionnetjes op ( die ik haast nog niet had gebruikt), een wijn- en een bierglas en doppinda’s.
Het was nog meer dan 20 graden en we konden de sterren goed zien, want het was onbewolkt.
We bespraken het komende weekend en wat huis-, tuin en keukenzaken.

Verder zat ik ontzettend te genieten van twee bijzondere nacht-lampjes die we hadden gekregen van onze buurvrouw. Die had Gerard in de grote bloempotten gezet waar de vlijtige liesjes en de mandevilla’s in staan.
Er zit een fijn gaatjespatroon in die lampjes, waardoor er een gordijn van licht valt op de bloemen en om de bloempot heen.
Sprookjesachtig, dat is het goede woord.
Zomaar in onze achtertuin op een doordeweekse woensdagavond.
Waardevolle tijd in het staartje van de dag.

Reageren

28 augustus: Negatief?

De waarde van de dag is voor mij soms een stukje tekst.
De alinea hieronder bijvoorbeeld.
Die las ik in de krant van 19 augustus in een artikel over de Olympische Spelen die in Parijs waren gehouden.
Op voorhand was daarover heel erg gezeurd: het kon immers niks worden, het was te hoog gegrepen, het zou chaos worden.
Naderhand bleek het verrassend goed te zijn afgelopen en bleken heel veel van de zure voorspellingen niet uit te zijn gekomen.
Nu weet ik ook wel dat het echt niet allemaal glorie-halleluja was in Parijs, maar toch.

In dat artikel stond deze zin:

Bovendien is er, net als in zoveel andere landen, een media-machinerie die leeft van het exploiteren van negatieve gevoelens, van het aanjagen van gekrenktheid en miskenning. Politici op uiterst links en uiterst rechts laten (ieder op hun eigen manier) hun aanhang zwelgen in naderende catastrofes.

Dat herken ik.
Als je het journaal volgt, de krant leest en ook de andere media een beetje bijhoudt bekruipt je soms het gevoel dat het helemaal niet goed gaat. Er moet altijd een schuldige worden aangewezen als er iets fout gaat en die schuldige wordt gelijk op het schavot gezet en neergemaaid.
De nieuwsvoorzieningsinstanties pikken het nieuws van elkaar op, papagaaien elkaar na en hypen klein leed op tot grote proporties.
Het ‘Iedereen-maakt-zich-zorgen’- en het ‘dit-gaat-nooit-meer-goedkomen’-gehalte van de berichtgeving is hoog.
Kom, we poken de rel-del-del nog een beetje op.

Ook ik ben een volger van verschillende media.
En ik dwing mezelf om daarin te matigen, want ik weet dat het bovenstaande aan de hand is.
Je hoeft niet steeds op je telefoon of tablet te kijken en je hoeft niet 24 uur aan te staan.
Steeds maar negatieve berichten binnenkrijgen in je brein is voor niemand goed.

Gelukkig lees ik af en toe ook iets positiefs; in de krant van maandag 26 augustus bijvoorbeeld.
Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam heeft een prachtig afscheidsfeest gehad en aan het einde van zijn toespraak heeft hij ‘een klein adviesje’: ‘Verdeeldheid verzwakt. Verbondenheid geeft kracht.’

Reageren

27 augustus: Vlechtmuseum.

“In Noordwolde gaan we dan naar het rotanmuseum” zei Bea zaterdagmorgen tijdens ons jaarlijkse dagje uit.
Rotan.
Dan moet ik gelijk denken aan de rotan-bloemenstander die ik aan het begin van ons trouwen had.
En aan de ronde, rotanstoeltjes die mijn ouders vroeger hadden en mijn eigen ‘hoge rieten stoel’ met het platte, gehaakte kussentje er in.
En aan de fietsmand waar ik vroeger onze kinderen in vervoerde.

Toen we aankwamen bij het museum bleek het niet rotan-museum te heten, maar ‘het Nationaal Vlechtmuseum’.
Het is gevestigd in de oude Rijksrietvlechtschool, die van 1912 tot 1969 in gebruik is geweest.
We werden welkom geheten bij de balie van het gebouw, dat ook gelijk dienst deed als bibliotheek.
We konden een QR-code scannen en daarmee kregen we in iedere ruimte een verhaaltje op de speaker van mijn telefoon.

De geschiedenis van het dorp Noordwolde is vervlochten met het vlechten van mandjes, stoelen en andere gebruiksvoorwerpen van wilgenteen. Wat als huisvlijt begon, groeide uit tot een industrie: bijna iedereen in Noordwolde leefde van het maken van rotanstoelen. Daarom kreeg het dorp de bijnaam Vlechtdorp van Nederland.
Het rijk ging zich ook bemoeien met de ontwikkeling van het vlechtwerk: in 1912 kwam er geld voor de vakopleiding ‘Rietvlechter’ en speciaal daarvoor werd de Rijksrietvlechtschool opgericht.

We dwaalden met z’n vieren door het oude gebouw. In de lokalen waren tentoonstellingen ingericht, af en toe bekeken we een klankbeeld met informatie en in de oude directeurskamer, die weer helemaal in de oude stijl was ingericht, zagen we de man in onze verbeelding nog aan zijn bureau zitten. In de lange gangen hingen ook allerlei voorwerpen aan de muren: niet alleen uit Nederland, maar ook uit andere landen.
De STOEL van Rik Felderhof bleek ook uit Noordwolde te komen: hij stond pontificaal op een verhoging te pronken en wie wilde mocht er even op plaatsnemen. Dat vond ik leuk; even in die stoel zitten die altijd op het dak van de auto van Felderhof naar een bijzondere Nederlander werd gereden.

Wat leer je dan veel op zo’n morgen; helemaal niets wist ik van de rotan-industrie in Noordwolde.
Maar alle dingen die ik in de eerste alinea noemde hebben we gezien.
Toen we later een twaalf-uurtje gingen eten, deden we dat in het gebouw van het oude tramstation.
In het museum hadden we daar foto’s van gezien: wagons volgestouwd met knopstoelen en rijen gevlochten stoelen, wachtend op het perron.
Je kunt je er niks meer bij voorstellen.

Uit mezelf zou ik niet naar dit museum zijn gegaan. Manden en stoelen vlechten, daar zou ik ook geen boek over lezen zeg maar.
Maar dit museum leerde me veel over de geschiedenis van dat deel van Nederland, over vakonderwijs en ook van het oude gebouw was ik erg gecharmeerd.
Bovendien ontdekte ik dat men daar ook workshops verzorgt: dan kun je een middag zelf een mandje vlechten.
Wie weet!

Nieuwsgierig geworden?
Hierbij een link naar de website van het Nationaal Vlechtmuseum. 

Een verslag van wat we nog meer deden die zaterdag vind je op het blog ‘Drie provincies

Reageren

26 augustus: Altijd genoeg.

Gistermorgen zaten we met onze PKN-gemeente voor de kerkdienst in het Openluchttheater in Roderwolde.
De voorstelling van zaterdagavond, ‘Vrömde vogels in ’t dörp’* was vanwege het slechte weer afgelast, maar wij zaten gistermorgen alweer in het zonnetje op de tribunes.
Zoals altijd op deze zondag was er geen organist, maar Christelijke Muziekvereniging Oranje verzorgde de begeleiding van de gemeentezang. Klik op de foto voor een vergroting.

Het thema van de viering was ‘Eerlijk zullen we alles delen’, met als onderliggend verhaal het overbekende gedeelte uit Marcus waarin een hele menigte gevoed wordt met een aantal broden en een paar vissen.
Voorganger Sybrand van Dijk zei in zijn overdenking iets wat ik de essentie van zijn verhaal vond:

Wie niet deelt wat hij heeft, heeft altijd te kort.
Wie deelt  wat hij heeft, heeft altijd genoeg.

Omdat er vanmorgen geen toneel-aspect aan de kerkdienst zat, werden we zelf aan het werk gezet.
We werden op aanwijzingen van onze voorganger verdeeld in groepjes. Op een aantal tafels stonden schalen met daarin ongekookte spaghetti en witte marshmallows. De opdracht was: maak van het snoepgoed en de spaghetti een zo hoog mogelijke toren.
Wij hadden met ons groepje maar 6 marshmallows, terwijl andere groepen een hele schaal vol hadden, dus ik ging al gauw op zoek of ik ergens een paar witte exemplaren kon bemachtigen.
Maar van delen was geen sprake: ik kreeg geen bouwstenen voor onze toren. Ja. drie spaghettistokjes, maar daar bouw je geen torens mee.
Ik zag zelfs iemand stiekem een marshmallow verorberen.
Na deze vergeefse zoektocht was mij het doel van deze opdracht al duidelijk.
De dominee zei later dat we samen hadden moeten werken: alle spaghetti en alle marshmallows bij elkaar doen en daar één grote toren van bouwen.
Maar ja, dát was niet de opdracht….. we moesten ons van hem juist in die groepjes verdelen!
En zijn wij niet allen brave burgers die doen wat ons wordt opgedragen?

Wat mij betreft had Oranje het stuk ‘Evening Rise’ dat ze na de overdenking speelden nóg wel een keer mogen spelen; wat een mooi nummer! Maar dat gebeurde natuurlijk niet. Het orkest sloot af met ‘We’ll meet again’; dat heeft een hoog ‘mee-hum’-gehalte, dus al hummend, zoemend en zingend ging de gemeente op weg naar de koffie.

*Meer weten over het Openluchtspel Roderwolde? Hierbij een link naar hun website.

Reageren

25 augustus: Drie provincies.

Als ik aan ‘het drie Provinciënpunt’ denk heb ik de kop van Drenthe voor ogen: Groningen, Friesland, Drenthe.
Gisteren namen vrienden Hans en Bea ons mee* naar het andere ‘Drie Provinciënpunt’ van onze provincie.
Daar grenzen de provincies Friesland, Drenthe en Overijssel aan elkaar en de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik daar nog niet heel vaak geweest ben. We namen de fietsen mee.
Onderweg had Bea al verteld dat we begonnen in Noordwolde.
“Daar gaan we koffiedrinken en daarna bezoeken we het vlechtmuseum”.
Toen we Noordwolde inreden vertelde ze dat ze vroeger op de MULO in Noordwolde had gezeten.
“Vanuit Fredriksoord, waar ik toen woonde, fietste ik dagelijks een half uur naar school. Uit de wijde omtrek kwamen de leerlingen hier naar toe fietsen, zoals uit Steggerda, De Hoeve, Boijl en Doldersum. De winkelstraat waar we zo in rijden is nog niks veranderd: de automatiek waar ik vroeger wel eens een kroketje uit de muur trok is er nog steeds!”

Om half elf zaten we aan de koffie bij De Bakkers van Verloop aan het winkelplein, na vijf minuten keuzestress: wat moet je kiezen uit vier vitrines met gebak, luxe koeken en warme broodjes?
Het vlechtmuseum was prachtig, dat verdient een eigen blog, dat kun je hier lezen.
We bestelden een lunch in het oude stationsgebouw van Noordwolde en daarna fietsten we door een gebied waar ik nog nooit geweest was.
We fietsten langs het riviertje ‘de Linde’, door moerassig gebied. Daar stonden veel gelige/pluizige bloemen; Bea dacht dat het moerasandijvie was; grapje, dacht ik. Toen ik het vanmorgen opzocht op internet bleek dat inderdaad het geval te zijn. Meer weten? Lees dit maar eens. 

Wat een prachtige omgeving. En helemaal nieuw voor ons!
De fietstocht duurde ongeveer 35 kilometer en we kwamen van alles tegen, o.a. oude boerenerven, pittoreske dorpjes (waarvan je de namen in de fotocollage vindt) sloten, weilanden in coulissen-landschap én de oude MULO waar Bea op school had gezeten.
De kerk in Steggerda was open in het kader van ‘Tsjerkepaad’ en ook in de kerk van Noordwolde konden we even naar binnen: daar waren  Hans en Bea meer dan 50 jaar geleden getrouwd!  Op het kerkhof viel mijn oog op een bijzondere grafsteen, zie afbeelding links.
Stel je voor.
70 jaar koster/klokluider.
In de kerk vond ik achter een kapstok het schilderij waarvan je rechts een afbeelding ziet.
Zou dat Jan van den Berg zijn?
Ik vroeg het aan één van de gidsen, maar ze had
a. nog nooit gehoord van de grafsteen van Jan van den Berg
b. geen idee wie de klokluider op dat schilderij was.
Als ik daar gids in die kerk was zou ik het tot op de bodem uitzoeken.
Als.
Voor nu laat ik het erbij. Of weet één van mijn lezers hier meer van?

Gisteravond werd het noodweer; de Shakespearevoorstelling in Diever werd zelfs afgelast.
Maar wij zaten rond die tijd lekker te eten in ‘De Tippe’ in Vledder.
Ik had spare-ribs.
Kluiven bij donder en bliksem.

* in het kader van: geen verjaardagscadeautjes geven, maar jaarlijks een gezamenlijk dagje uit.

2023
2022
2021
2020

Reageren

24 augustus: Vleermuis.

Als het gaat schemeren vliegen er bij ons achter het huis altijd een paar vleermuizen.
Kleintjes.
Fascinerend vind ik ze; als we ’s avonds buiten zitten zien we ze fladderen.
Ook wel een beetje griezelig……. vrienden lieten laatst foto’s zien van een vleermuis die per ongeluk in hun slaapkamer was gekomen en daar aan het plafond hing. Brrrr.
Maar ik had zo’n beestje nog nooit in het echt gezien.

Daar kwam donderdagmiddag verandering in.
Die middag had ik ‘Catharinakerk-gids-dienst’ en ik was sleutelbewaarder: dan moet je de deuren openen, opstarten en ook weer afsluiten.
Toen ik met de kolossale sleutel de grote voordeur van de kerk opende, zag ik iets in het gras liggen.
Een klein, dood vleermuisje.
Wat een prachtig diertje…..
Ik maakte een foto van hoe hij in het gras lag (rechts) en haalde iets van een papiertje van binnen; het werd een wit, rond koffiefilter voor het grote koffiezetapparaat van de kerk. Daarmee draaide ik hem om waardoor de vleugeltjes uitgespreid werden.
Kijk nou hoe bijzonder!
Als je op de afbeeldingen klikt komen ze groter in beeld.
De oortjes waren als papier zo dun, het lijfje was zacht en harig als van een hondje en de pootjes leken op die van een vogeltje; het had geen veren maar een soort ‘vlieghuid’, opgespannen tussen zijn voor- en achterpootjes en zijn staart.
Fascinerend, ik zei het al.

Maar ik kon natuurlijk niet met het vleermuisje in een koffiefilter uit het kastje van de koster in mijn handen blijven staan.
“Moet in de groene container” zei één van de omstanders gedecideerd.
Maar die hebben we daar niet bij de kerk…..
“Ik neem hem wel mee, ik werk er thuis wel mee af” en vervolgens werd het koffiefilter als een soort lijkwade om het beestje heengevouwen en verdween het geheel in een fietstas.

Toen waren de eerste gasten er ook al.
“Welkom! Mag ik u een pepermuntje aanbieden?”
“Jazeker; als ik maar niet naar een preek hoef te luisteren……vroeger duurden die altijd langer dan zuigen op één pepermuntje!”
En zo was mijn middagje ’toeristendienst’ al weer begonnen: het leukste vrijwilligerswerk dat er is.

Reageren

Pagina 40 van 298

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén