Op het moment dat ik dit zit te schrijven is het 15.30 uur en ik zie er uit als Woeste Willem*. Niet dat ik ineens een dikke baard en een piratenhoed op heb, maar er zit wel een kapje voor mijn oog.
Vanmorgen ben ik door oogarts Van der Kleij in het het Wilhelminaziekenhuis in Assen aan staar geopereerd aan mijn rechteroog.
In december had ik alle onderzoeken daarvoor al gehad, daarover schreef ik destijds het blog ‘50%’ op 7 december vorig jaar (hierbij een link).
Om 09.00 uur moesten we ons vanmorgen melden. Gisteren was ‘het grote druppelen’ waar ik voor gewaarschuwd was al begonnen.
Sta je bij de spiegel te hannesen:
1. met het met je ene hand naar beneden trekken van je ooglid
2. met je andere hand precies één druppel uit het flesje knijpen
3. in spiegelbeeld, dus je beweegt tegengesteld aan wat je ziet
4. zonder bril, dus wat je in de spiegel ziet is niet scherp.
Zodra je binnen bent op de afdeling ‘Dagchirurgie’ ben je patiënt, zichtbaar ook, want je hebt een getekend pijltje boven het oog dat geopereerd moet worden.
Ik kwam in een fijne stoel te zitten bij een kastje met wat lectuur en het druppelen werd overgenomen door een verpleegkundige.
Er waren nog meer mensen die een poliklinische operatie moesten ondergaan; ik maakte kennis met een aantal van hen en al teutend samen met mijn onvermijdelijke haakwerkje was het haast gezellig te noemen.
Na anderhalf uur was de pupil van mijn rechteroog zo groot als die van een drugsgebruiker en kreeg ik een witte jas over mijn kleren aan, een operatiemuts op en een witte jas aan.
Van te voren hadden anderen gezegd dat het ‘een fluitje van een cent was’, maar ik vond het best spannend.
Het is wel je oog!
Eenmaal in de operatiekamer mocht ik in een soort tandartsstoel gaan liggen en werd mij hoofd helemaal afdekt met een papier waar een gat in zat ter hoogte van mijn oog en ik kreeg een ‘oog-openhoudertje’ op het oog geplaatst, want je kunt natuurlijk niet met je wimpers knipperen.
“Kijkt u maar recht in de lamp” zei de arts.
Ja, hallo. Dat doet je oog niet. Je oog denkt: “Fel licht! Dicht!” maar dat kan niet, dus het oog schiet in een reflex van het licht af.
“Dat kan helemaal niet” zei ik. Maar het moest toch. “Probeert u het maar, u merkt dat het vanzelf gemakkelijker wordt.”
Was ook zo. En het deed niet echt zeer, maar het was wel gevoelig.
Een half uur stilliggen en je hoofd niet bewegen: het was te doen, maar ik was wel blij dat het klaar was.
Na de operatie kreeg ik een heerlijke kop koffie (zelden zulke lekkere koffie gehad) en mocht Gerard me weer ophalen.
En nu heb ik dus een kapje voor mijn oog; het oog traant een beetje en voelt wat branderig aan, maar door het kapje heen kan ik al weer weer zien.
Morgenvroeg word ik door het ziekenhuis gebeld: dan mag het kapje er af.
Eén dag Woeste Willem is lang genoeg voor een landrot als ik.
Weet je niet wie Woeste Willem is? Hierbij een link naar een artikel over dit boek op de website ‘Kinderboekenjuf’.