”Wat maken wij wat mee!”
Dat waren de eerste woorden van de toespraak van Louis Buskens, lid van de jury/examencommissie van het Prins Claus Conservatorium en docent van Karel Stegeman, cantor van onze cantorij.
We hadden geluisterd naar een geweldig examenconcert voor zijn opleiding ‘koordirectie’ en hij stond naast het podium te wachten op de uitslag.  Wat iedereen al had verwacht: hij was geslaagd, met een mooie 8 ½ nog wel.

Als zo’n door de muzikale wol geverfd jury-lid al vindt dat ‘hij wat meemaakt’ dan snap je vast wel dat het heel bijzonder was wat wij zondagavond hebben beleefd.
Het thema van de avond was Peregrini/pelgrimstocht.
Karel had afgelopen zomer 800 kilometer gewandeld naar Santiago de Compostello en had de uit te voeren stukken bij dat gegeven uitgezocht.
Tijdens zijn studie had hij zelf een koor gevormd met de naam Cantus.
Verder had hij een aantal solisten en musici uitgenodigd; wij werden die avond getrakteerd op een volwaardig concert.

Met een groot deel van de cantorij zaten we in de zaal; wij deden immers mee aan de toegift (zie “Met de bus”).
We hoorden o.a. het 700 jaar oude Spaans pelgrimslied ‘Stella splendens’, een bewerking van psalm 121 en een beroemd a capella werk van Rachmaninov, maar ook een flitsende uitvoering van ’the battle of Jericho’.
Een podium vol jonge mensen die met hart en ziel klassieke muziek staan te zingen: wat een feest om naar te luisteren!
Het laatste stuk van het concert was de cantate van Johann Sebastian Bach BWV 106 ‘Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit’.
Tijdens het eerste instrumentale ‘Sonatine’ had ik al een zakdoek nodig: dat kwam door de twee blokfluiten die in dat stuk een hoofdrol spelen. Ontroerend mooie muziek. Ook later, toen de bas solo zong en de vrouwenstemmen hem zacht begeleidden hield ik het niet droog; muziek kan zo in je ziel binnenkomen.
Het was net zoals Karel na afloop zelf al zei: “Het is eigenlijk een toets, maar het is ook een feestje!”

De toegift was de kers op de taart; ik stond op de achterste rij alleen maar te genieten van ’the Irish blessing’ met zoveel mensen.
Hiernaast zie je een foto (op klikken voor een vergroting) die na het concert is genomen van alle zangers met Karel als stralend middelpunt.

Om nog even op Louis Buskens terug te komen: hij zei dat Karel als dirigent een goede balans had tussen zijn eigen persoonlijkheid aan de ene kant en de dienstbaarheid aan het koor aan de andere kant.
“Je kunt het vergelijken met een vogel die je in je hand houdt” zei hij.
“Als je hem te veel ruimte geeft vliegt hij weg, maar als je hem te stevig vasthoudt gaat hij dood.”

Om bij de beeldspraak van Louis te blijven: de vogel die Cantorij Roden heet vliegt niet weg.
Wij hopen dat de hand van Karel ons nog lang vasthoudt.
Maar niet te stevig, want we willen nog niet dood 😉