een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 80 van 263

18 januari: Hulptroepen die gezellig mee-eten.

In de week voor kerst haalde ik de 1000-stukjes puzzel van Marius van Dokkum uit de verpakking.
Die had ik op mijn verjaardag gekregen van de kinderen, samen met het spel Splendor.
Over die puzzel schreef ik al in het eerste blog van januari:
De 1000-stukjes puzzel bijvoorbeeld is nog niet veel verder dan waar de kinderen en ik hem achterlieten met kerst: de randjes en een klein stukje boom, dakrand en lucht.

In mijn vakantieweek zou ik de puzzel gaan afmaken.
(Klik op de foto’s voor een vergroting).
Iedere dag zat ik er bij en het vorderde gestaag, maar het ging niet heel snel; deze puzzel was een stuk moeilijker om te maken dan die Disney-puzzels die altijd bij ons op tafel liggen rond Kerst en Oud&Nieuw.
Donderdag stuurde ik een foto van ‘de puzzel zoals hij er nu uit ziet’ naar de kinderen met de tekst: “Het gaat er op lijken dat ik deze puzzel in mijn vakantie niet af krijg.  Ergo: hulptroepen gevraagd. Vrijdag of zaterdag? Ik zorg voor nasi met kipsate.”

De hulptroepen kwamen: Carlijn vrijdag en Frea en Jon zaterdag.
En natuurlijk gingen we puzzelen met elkaar.
Maar ook koffiedrinken en kletsen.
En foto’s bekijken.
En op zaterdag mochten we weer naar Het Goed!
En met vier man kun je ook klaverjassen.
Lang verhaal kort: het was erg gezellig, maar de puzzel was zondag nog niet klaar.
Maar maandag moest ik weer aan het werk; dan gun ik me geen tijd om uren bij zo’n puzzel te zitten.
Als ik dan even niks hoef wil ik liever accordeon spelen, lezen of handwerken en TV kijken.
En die puzzel nog wekenlang op de keukentafel, dat zag ik ook niet zo zitten.

Maar rigoureus opruimen vond ik ook zonde van alle energie en tijd die ik er al in had gestopt, dus ik bedacht een alternatief.
De stukken die al in elkaar gezet waren legde ik op vierkante kartonnetjes, die ik vervolgens weer keurig opstapelde en in de doos deed.
Wanneer de puzzel weer ter tafel komt weet ik niet.
Misschien krijgen we in de zomer wel een hittegolf en is puzzelen een prima tijdverdrijf?
We weten niet hoe de pandemie zich verder ontwikkelt, wie weet hoeveel tijd we binnenshuis moeten doorbrengen dit jaar?
Maar misschien duurt het wel tot Kerst 2022 voor ik er weer zin aan heb…..er komt vast een moment dat ik hem alsnog in elkaar ga zetten.
Met of zonder hulptroepen.

Reageren

17 januari: Gezinstradities.

Zaterdag schreef ik over nieuwe gezinstradities, die ontstaan nu onze dochters zijn uitvlogen.
Eergisteren was het 15 januari, een datum die belangrijk was in het gezin waar ik uit kom: de trouwdag van mijn ouders, 62 jaar geleden in 1960.
Toen mijn ouders 12 en een half jaar getrouwd waren, mochten mijn broer en ik kiezen wat we gingen doen die dag. Dat was in juli 1972, het was mooi weer en wij kozen voor het verkeerspark in Assen.
Vanaf die tijd werd de trouwdag jaarlijks gevierd; op die dag, of in het weekend daarna, gingen we met ons gezin uit eten.
Toen ik nog thuis woonde gingen we altijd naar de Chinees in Beilen.
In de loop van de jaren kwam de aanhang er bij, later de kinderen.
Om de vijf jaar werd het feest iets uitgebreider: dan werd de wederzijdse familie er bij uitgenodigd, gingen we kegelen en met de hele groep dineren.
Het gezinsgroepje werd nooit heel groot: toen ze 48 jaar getrouwd waren (de laatste keer dat ze het vierden) zaten we met z’n tienen bij Van der Valk in Assen.

Zo’n datum blijft altijd een beetje bijzonder.
Toen mijn moeder nog leefde ging ik die dag even naar haar toe, we benoemden hoeveel jaar het anders geweest zou zijn, maar na haar overlijden gebeurt er niets meer op die dag.
Toch denk ik er altijd even aan.
Gisteren was het 16 januari; verjaardag tante Lammie.
Zij overleed vorige maand.
Op mijn nieuwe weekkalender staan bovenstaande trouwdag en de naam van tante Lammie niet meer.

Mijn ouders hadden vroeger een verjaardagskalender op de WC hangen.
Als er iemand overleden was, dan zette mijn vader een kruisje achter de naam van de jarige met de datum van overlijden erbij.
Toen hij overleed in 2008 zei mijn moeder: “Ik heb toch zu’n hekel an al die kruussies op de kalender in de wc; ik zet de daotum d’r bij pa niet bij.”
Aan het begin van 2009 gaf ik mijn moeder een nieuwe verjaardagskalender met vrolijke foto’s  van de kinderen en kleinkinderen.
Ze was er erg blij mee.
Na haar overlijden heb ik die kalender niet bewaard.
Er stonden al weer heel wat mensen op die ook al overleden waren; de mensen van voorbij.
Ze komen af en toe nog voorbij in de verhalen en bij het ophalen van herinneringen.

Wij vormen nu zelf de oudste generatie en ook uit onze kring zijn er al namen die niet meer op de kalender staan.
Daarom is het zo belangrijk dat je de gezinstradities in ere houdt: familiedagen, verjaardagen, trouwdagen, het zijn allemaal momenten waarop je het leven samen viert en even stilstaat bij een mijlpaal die je toch maar weer bereikt hebt.
Zum Wohl!
Zodat je iets hebt om op terug te kijken als een naam of trouwdatum niet meer op de kalender van het nieuwe jaar komt.

Reageren

16 januari: Bevoorrecht.

Vandaag is het Kana-zondag: op deze derde zondag in januari  staat het verhaal van de bruiloft in Kana op het leesrooster van de PKN.  Dit verhaal komt ieder jaar in deze periode terug, evenals het Blue Monday verhaal; dat is morgen. Voorganger Sybrand van Dijk begon zijn verhaal met die blauwe maandag: iets dat door de commercie in het leven is geroepen met de bedoeling om in deze deprimerende periode iets te kopen waar je weer blij van wordt.  We hoorden vanmorgen dat je niks hoeft te kopen om het leven toch te kunnen vieren, ook als de wijn op is.

Wat de viering  vanmorgen extra bijzonder maakte was de muziek. Arjan Schippers speelde voor de dienst een zelfbedachte combinatie van het stuk ‘Prelude in a classic way’ van Gordon Young en de overbekende bruiloftsmars van Mendelssohn.
Verder speelde hij tussen de twee schriftlezingen door het pianostuk ‘Just a simple lovesong’ van Laurens van Rooyen.
Zo mooi.
Zo prachtig en ingetogen gespeeld.

Na de preek zagen we een videoclip van Leonard Cohen.
Dat was wat mij betreft het meest indrukwekkende in deze viering.
Ik zag de tekst die Cohen uitsprak voorbijkomen en op de achtergrond zag ik in beelden de aarde, de dieren en de mens ontstaan.
Dit zei de voorganger er naderhand over:

“En nee, niet alles is  te begrijpen. Het is een lied dat je vaker zou willen horen, maar wat mij raakt is het enorme verlangen van degene die zingt.
Sommigen zeggen: hij zingt God en anderen zeggen juist: hij zingt de gelovige.
Sommigen zeggen: het is een man die voor zijn vrouw zingt of: het is een vrouw die voor haar man zingt.
“Ik zou willen dat jouw liefde en mijn liefde elkaar zouden kunnen ontmoeten; was daar nou maar een format voor, ‘a treaty we could sign’.”
Het gedoe om elkaar te vinden en het diepe verlangen om elkaar te vinden.
Blijkbaar is de liefde toch altijd sterker dan de onmogelijkheid.
Hierbij een link naar die clip.

Maar waarom is de titel van dit blog ‘bevoorrecht’?
Wie was er bevoorrecht?
Ik.
Vanmorgen mocht ik met een paar cantorijleden meezingen met de liederen om de gemeentezang kracht bij te zetten.
Vorige week zei ik dat ik de sfeer in het gebouw zo miste, de ontmoeting, het samen zingen, de beleving van een kerkdienst.
Nu was ik er bij.
Zonder koffie en zonder borduurwerkje.
Wat weer fijn.

Uit betrouwbare bron weet ik dat de kerkenraad deze week vergadert over ‘hoe verder’.
Dringend advies: open die kerk. Met mondkapjes, anderhalve meters en ventilatie. Maar wel open.

Voor de liefhebber:

Als je op mijn website ’terugbladert’ vind je meerdere blogs die over deze zondag gaan.
Hieronder een linkoverzicht.
Daar vind je ook  het blog van vorig jaar, toen we al bijna een jaar in de coronapandemie zaten.
Bijzonder om te lezen wat het toen met me deed; in dat blog schreef ik alle frustratie van me af.

2021 >>>

2018 >>>

2017>>

2015 >>

Reageren

15 januari: Afstudeervakanties.

Het woord ‘afstudeervakantie’ slaat op een vakantie die een student neemt als de studie is afgerond.
Meestal een feestvakantie waarin de student in kwestie even helemaal uit zijn bol kan gaan.
In ons gezin hebben wij als ouders onze dochters zo’n afstudeervakantie aangeboden.

…..drie fotoboeken….

Wie mijn blog al even leest weet dat de laatste afstudeervakantie met Carlijn was in augustus van dit jaar: zij koos voor Gotland.
13 blogs schreef ik er maar liefst over.
Toen we het op oudejaarsavond hadden over het hoogtepunt van 2021 stond ‘Gotland’ bovenaan.
Na de reis naar Gotland kwam ik op het idee om voor alle drie de dochters een ‘Afstudeervakantie-boek’ te maken.
In mijn hang naar structuur heb ik vanaf het moment dat wij digitaal gingen fotograferen (2006) alle foto’s gearchiveerd in jaren en kwartalen, zodat ik de foto’s die gemaakt zijn bij specifieke gebeurtenissen vrij eenvoudig kan opzoeken.

In de avonduren van oktober en november maakte ik drie fotoboeken, voor iedere dochter één, die we met een toepasselijk gedicht aan de dames cadeau gaven op het Sinterklaasfeest.
De beelden van Gotland stonden natuurlijk nog op mijn netvlies, maar de foto’s van de andere twee vakanties bekeek ik met heel andere ogen; met het bekijken en uitzoeken van de foto’s kwamen ook de herinneringen terug.
Frea nam ons in 2011 mee naar Granada, de stad waar zij tijdens haar studie een half jaar gewoond had.
Harriët koos in 2014 voor Kroätie. Zij had daar met een band tijdens een rondreis een serie optredens verzorgd en was erg onder de indruk geweest van de natuur in dat land.

Toen we met onze oudste dochters na hun studie op reis gingen bestond deze website nog niet, dus heb ik er ook geen blogs over geschreven.
Nu de herinneringen door het maken van de fotoboeken weer naar voren zijn gehaald ga ik dat alsnog doen.
Geen dertien blogs, maar één of twee verhalen met de hoogtepunten.

Drie afstudeervakanties.
De dochters gingen niet uit hun bol op de manier die bedoeld wordt in de eerste alinea van dit blog; als ouders meegaan wordt het sowieso een heel ander verhaal.
Geen wilde feesten, maar wel regelmatig lekker uit eten, geen drinkgelagen, maar wel terrasjes en gezellige avonden, geen katers, maar mooie dingen bekeken met elkaar en uitgebreide gesprekken gevoerd met z’n drieën.
Als we tegenwoordig een vakantie met de kinderen doorbrengen, dan is dat met de hele club, 8 personen.
We hoeven daarvoor geen huisje meer te huren, we reserveren af en toe Casa Grada in Westerbork.
Nieuwe gezinstradities worden in het leven geroepen en we genieten met volle teugen van wat ons in deze fase van ons leven ten deel valt.
Aan het begin van ieder jaar maak ik een fotoboek van het jaar daarvoor.
Want digitaal archiveren is belangrijk, maar ik zit toch het liefst met een album op schoot door onze herinneringen te bladeren.
Even genieten van onze sweet memories.

Reageren

13 januari: Een mars.

“Ga je in je vakantie nog ergens heen?”
“Ja. Naar Klazienveen.”
Gistermorgen zat ik rond 08.45 uur in de auto.
Ik appte tante Trijn: ‘ik stap nu in de auto’.
Zij reageerde:  ‘voor zichtbaar’.
Telefoons verzenden soms dingen die je niet wilde zeggen.
Natuurlijk reed ik voor zichtbaar.
Het vroor niet meer, maar het was nog wel mistig.

Van Noord Drenthe naar Zuid-Oost Drenthe rij je een heel stuk over de N34, de zogenaamde hunebedhighway.
Even na Borger trok de mist op en verscheen er een voorzichtig zonnetje, eenmaal voorbij Emmen was het prachtig zonnig weer.
Het is beslist geen straf om ’s morgens vroeg een uur door Drenthe te rijden met op Radio 5 het programma van Bert Haandrikman.
Om 09.00 uur begonnen de Arbeidsvitaminen.
Hans Schiffers vertelde dat het programma vroeger altijd begon met een mars.
“Tegenwoordig doen we dat niet meer elke dag, maar vandaag komt er weer eentje voorbij!”
Ik hoopte maar dat dat voor 09.45 uur zou zijn.
Om 09.30 uur hoorde ik dit: Einzug der Gladiatoren
Helemaal blij en vrolijk word ik van zo’n orkest!
Twee nummers later kwam dit voorbij: The Banner Man van Blue Mink.
Zat ik mee te galmen: Glory, glory, glory! Listen to the band….
Gaat over een Leger des Heils orkest waar de vaandeldrager voorop loopt.
Marsmuziek van orkesten, ik hou er van.
Waar de liefde voor die muziek vandaan komt? Geen idee.
Het is beslist niet hip & happening, maar ik knap er bijna fysiek van op.
Eenmaal aan de koffie was ik de muziek trouwens al weer snel vergeten.
Want: wat was er al weer veel gebeurd, wat was er al weer veel te bespreken en wat heerlijk om even weer een halve dag samen te zijn.

Toen ik gisteravond thuis kwam liet ik de mars van de gladiatoren aan Gerard horen.
Die kende die muziek helemaal niet.
Hij moest bij een mars aan iets heel anders denken.
“Vroeger deden we als kinderen wel eens weddenschap met mijn vader om een Mars.
Als je dan won dan kreeg je zo’n grote Mars helemaal voor jezelf!”

De marsmuziek waar ik in de auto zo van genoot bepaalde voor een deel mijn waarde van de dag, maar de uren met tante Trijn waren voor mij het meest waardevol.

Reageren

11 januari: Alles online. Ook rouw.

Alles online.
Als je het positief wilt bekijken (en dat doe ik meestal) dan is internet een zegen.
Een opsomming van alle voordelen is niet eens nodig, iedereen snapt waarom het hebben van internet fijn is.
Door het uitbreken van de coronapandemie is online bestellen van spullen en eten in een stroomversnelling geraakt.
Ook al zouden we terug willen naar het oude normaal na corona: dat kan niet eens meer, want het oude normaal is er niet meer.

Zondagmorgen ziet er door corona heel anders uit dan vroeger.
Op zondagmorgen gingen we naar de kerk; je kon de kerkdienst ook thuis beluisteren via Kerkomroep, maar dat was alleen als je ziek was.
Toen we als PKN-gemeente in maart 2020 niet meer bij elkaar mochten komen op zondagmorgen, stond het registreren van de vieringen in de Catharinakerk op beeld nog in de kinderschoenen; men was er wel mee bezig, maar het werkte nog niet optimaal. In Op de Helte was zelfs  nog geen camera aanwezig.
We zijn bijna twee jaar verder en alle diensten kunnen worden beluisterd én bekeken; er is een beamteam, er zijn camera’s en er zijn vrijwilligers die het allemaal bedienen.
Fijn dat dat tegenwoordig allemaal mogelijk is.

Een kerkdienst kan prima online, maar het is voor mij niet genoeg.
On-line haalt het niet bij een gewone kerkdienst op zondagmorgen.
Je zingt niet samen, je spreekt niemand, je beleeft niet de sfeer van de gezamenlijke stilte tijdens de gebeden en het orgel klinkt blikkerig vanuit de luidsprekers, zelfs als Erwin Wiersinga er op speelt. Wat ik thuis mis is de gewijde sfeer in het kerkgebouw.  Ik zie de teksten van schriftlezing en liederen voorbijkomen, ik hoor een preek, maar de beleving is anders.
Thuis ben ik ook veel sneller afgeleid:  haal ondertussen koffie, zit met een borduurwerkje op de bank kruisjes te tellen en zie en hoor dat de buurkinderen de vuvuzela opnieuw ontdekt hebben tussen de rommel in de schuur.

Gisteren bekeek ik de afscheidsdienst van Douwe Wouda, PKN-gemeentelid, vorige week overleden. Zijn vrouw en ik zitten samen op FysiYoLates. Een dienst die ik anders misschien had bezocht, maar nu vanwege corona dus on-line.
Het verdriet en de emoties komen ook online heel dichtbij. We zagen een verslagen familie afscheid nemen van hun man, vader, broer en opa.
Een broer sprak over het warme, grote gezin waarin Douwe opgroeide, kinderen en kleinkinderen vertelden over zijn rol in hun leven en hoe ze hem gaan missen.

Wat miste in de viering was de gemeente.
Wij.
Zonder corona was de kerkzaal voor deze afscheidsdienst te klein geweest, daar ben ik van overtuigd. Douwe was ook actief binnen onze gemeente en ook in onze kring zullen wij hem missen.
Maar ‘onze kring’ zat thuis.
Rouw hoort ook bij het PKN-gemeenteleven, maar van samen afscheid nemen is geen sprake.
Je ziet het, maar je bent er niet bij.
Je neemt er kennis van, maar je neemt geen deel.
Net als op zondagmorgen.

Reageren

10 januari: Week 2. Tanze mit mir…..

Vandaag is het maandag 10 januari in week 2.
Deze week heb ik mezelf cadeau gegeven als vakantieweek.
De scholen zijn weer begonnen, iedereen is na de kerstvakantie van twee weken weer aan het werk en ik ben een weekje vrij.
“Ga je nog ergens heen?” vroeg een collega vorige week.
Nee.
Nergens heen.
Gewoon even niks.
Twee doelen heb ik deze week: op mijn kamer mijn ‘handwerkkast’ helemaal opruimen, uitzoeken en opnieuw inrichten én het fotoboek van 2021 afmaken.
En verder borduren, puzzelen en een dagje naar tante Trijn.

Verder zijn er nog wat kleine klusjes.
Bij onze voordeur bijvoorbeeld staat een ‘welkom-bloemenmand’.
Daar zit altijd iets ‘bloemigs’ in, maar aangepast aan het seizoen.
Met kerst had ik er een potje paars/rose heide in staan, opgevuld met groen van conifeer en zilverspar en versierd met rode kerstballetjes.
In januari vind ik die balletjes niet meer kunnen; maar het bloemstukje was verder nog mooi, dus ik besloot het een beetje aan te passen.

Bij de Jumbo kocht ik twee kleine potjes met narcisjes, waar al een klein stukje groen van te zien is.
De rode balletjes haalde ik uit het mand-stukje, de bruine plastic potjes haalde ik om de narcisjes weg en plantte de voorjaarsbloemetjes tussen het groen.
Kunnen we weer even vooruit.
Ik verheug me nu al op die mini-narcisjes.

Maar één van de leukste dingen van zo’n vakantie is voor mij nog steeds het schrijven voor dit blog.
Alvast wat blogs in de grondverf zetten, afbeeldingen uitzoeken, links kopiëren; dan vergeet ik compleet de tijd.
Vanmorgen zat ik om 10.21 uur dit verhaal te schrijven.
Arbeidsvitaminen op Radio 5.
Tanze mit mir in den morgen….’
Meer hoef ik vast niet uit te leggen.

Reageren

8 januari: Nu nog?!? 7 – ’t Gaat lekker…

Gistermiddag had ik weer mijn maandelijkse beugel-afspraak met Martijn van Mondzorg Roden.
Op dat moment had ik 18 weken van het traject gehad; 9 plastic beugeltjes, die ik steeds twee weken in heb.
Inmiddels ben ik helemaal gewend aan de beugel; het in- en uithalen is geen geworstel meer, zelfs niet als ik een nieuw setje in doe.
Eerst links erop klikken, dan rechts.
Het ‘kraakt en klikt’ altijd een beetje als ik het plastic uit mijn mond haal; je moet het echt van je gebit afklikken.
Heel soms denken mensen dat ik een kunstgebit uit mijn mond haal; ronduit hilarisch was de reactie van een dochter die dacht dat ik iets zat te eten, waarbij er iets enorm kraakte.
“Wat doe je!!!” Die dacht dat er iets gruwelijk misging.

Bij zo’n maandelijks bezoekje haalt Martijn de bitjes er zelf uit.
Toen ik vorige keer vroeg of ik dat niet zelf alvast kon doen legde hij uit: “Nee, want ik wil zelf zien en voelen of de beugels los genoeg zitten, of ze hun werk de afgelopen twee weken hebben gedaan. Als ze nog te strak zitten, past het volgende setje er nog niet om.”
Dat is bij mij nog niet voorgekomen; dat heeft vooral te maken met de draagduur. Hoe langer je de beugels voor, tijdens en na het eten uit hebt, hoe minder goed ze zullen werken.

Tot nu toe verloopt alles dus naar wens.
Met de moderne technologie waar Mondzorg Roden gebruik van maakt, kun je heel mooi zien hoe het proces verloopt.
Ik kreeg op een computerscherm te zien hoe mijn gebit er 18 weken geleden uit zag en hoe de stand van de tanden ten opzichte van toen is veranderd.
Fascinerend!
Omdat mijn tanden erg scheef stonden en soms tegen elkaar werden aangedrukt, zat er tussen sommige tanden geen ruimte.
Met het tandenpoetsen merk ik dat er nu al veel meer ruimte ontstaat; het ragen en flossen wordt er gemakkelijker van.
Eigenlijk zou er gistermiddag tussen twee tanden even wat ruimte gevijld moeten worden, maar dat was al niet meer nodig: die ruimte was al vanzelf door het beugeldragen ontstaan.
Scheelt al weer!

Ik kreeg het 10e bitje ingezet; Martijn doet niet eerst links en dan rechts, dus het gaat een stuk onhandiger dan wanneer ik het zelf doe.
Maar je kunt natuurlijk niet tegen je tandarts zeggen: “Laat mij dat maar doen, ik weet precies hoe dat moet…”
Uiteindelijk kreeg hij ze er ook op geklikt, het 11e setje beugels kreeg ik mee naar huis voor over twee weken.

Meer dan een kwart van het traject heb ik nu gehad.
Nog 38 weken te gaan.

Benieuwd naar het hele orthodontietraject?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen.

Reageren

7 januari: Maillots & en een spreekwoordelijke kat.

“Waar koop jij je maillots en panty’s” vroeg één van de dochters laatst. 
Bij de HEMA of de Zeeman. Hoezo?
“Passen die goed?”
Nou nee, eigenlijk net niet.
Altijd net een beetje te kort, zodat ze te strak zitten bij je tenen en je hem ook niet goed kunt optrekken over je heupen. 
“Wij hebben Snagtights ontdekt!” klonk het vervolgens enthousiast. 

De dochters en ik hebben allemaal een lichaam, waarbij de benen te lang zijn ten opzichte van de rest van het lichaam. 
Daar kun je heel oud mee worden en daar heb je verder ook geen last van, het is alleen lastig met broeken en panty’s.
In de loop van de jaren vind je daar wel oplossingen voor en leer je leven met pantykruisjes die altijd een beetje naar beneden zakken en nooit echt lekker zitten, omdat het elastiek altijd in de loop van de dag naar beneden rolt. Zodat je weer ergens ongezien moet ‘hijsen’. 
De zondag voor kerst liet Frea mij haar panty zien. 
“Kijk! Hij zit los om mijn benen, mijn tenen worden niet naar mijn neus getrokken en ik kan de bovenrand wel optrekken tot de onderkant van mij bh!”
Een wonder vond ik. Ze had hem besteld op een internet site. “Ik stuur je wel even een link.”

Op de site keek ik mijn ogen uit. 
Lange modellen, voluptueuze modellen, modellen in een rolstoel en ik ontwaarde zelfs een man met een panty.
Maillots en panty’s buiten de gebaande paden, gedragen door andere modellen dan die we in de bladen en op televisie zien.
De volgende dag belde Carlijn: “Ik ga een maillot bestellen, zal ik ook één voor jou doen?”
Altijd fijn, zo’n voorstel. 
Dan hoef ik niet gelijk zelf een account aan te maken en kan ik eerst als een rechtgeaarde Drent de kat uit de boom kijken. 

Op oudejaarsdag kreeg ik mijn zwarte maillot. 
Ik deed hem gelijk aan bij een rokje. 
Maar dat was fijn! 
In mijn eigen maat, lang genoeg, ruim genoeg: helemaal goed. 

Met de dochters heb ik afgesproken dat we de volgende keer met z’n vieren één bestelling doen. 
Dat scheelt bezorgkosten en je krijgt dan soms korting. 
Op deze website maak ik eigenlijk nooit reclame; als ik al een merk noem, dan is dat omdat het mij goed bevalt, niet omdat ik daarvoor betaald wordt. 
Net als bij een mooi lied of een lekker recept wil ik mijn lezers vandaag attenderen op deze website; ook een vorm van ‘sharing the joy’.
Hierbij een link: ‘Snagtights‘. 

Reageren

6 januari: Schaatsen en foto’s.

Deze week kon je genieten van beelden van de Elfstedentocht van 25 jaar geleden.
Leuke beelden, mooie herinneringen, maar ik heb er niks mee.
Schaatsen, wintersport, sneeuw: de pret ontgaat mij.
Enerzijds omdat ik de bijhorende sporten niet kan, anderszijds omdat ik niet van kou hou.

Gerard was, toen wij verkering kregen, een fanatiek schaatser en begin jaren ’80 heb ik het echt wel geprobeerd.
En eerlijk gezegd lukte het ook wel een beetje (ik kon zelfs pootje over!), maar ik viel vaak, had zere enkels en vond er niks aan.
We hebben de kinderen het ook geleerd.
En ook dat waren geen natuur talenten.
De eerste keer dat we voor Frea schaatsjes met dubbele ijzertjes hadden geleend van de buren om haar het schaatsen te leren vond ze het niet erg leuk.
Toen wij even druk waren met de slee en Harriët waren de schaatsjes met dubbele ijzertjes zomaar kwijt.
Toen we vroegen waar ze ze had neergelegd zei ze met een stalen gezicht: “Zijn weg!”
Huh? Die zijn toch niet zomaar weg?
Toen we goed keken zagen we een paar meter verderop een verdacht bultje sneeuw op het ijs.
Daar vonden we de schaatsjes. Mooi begraven onder de sneeuw, die met kleine handschoentjes en laarsjes nog een beetje was aangestampt.

….Aaltje trok de slee….

“Wat deden wij eigenlijk toen met die Elfstedentocht in 1997?” vroeg Gerard dinsdagavond. Geen idee. Zou er nog iets van in ons fotoboek staan?  Even opzoeken. Vervolgens werd ik even ondergedompeld in beelden van ons gezin destijds.  25 jaar geleden.  Frea was 10, Harriet 8 en Carlijn 3. Alle opa’s en oma’s waren er nog.  Het foto-jaaroverzicht bestond uit verjaardagen,  kinderfeestjes, schoolactiviteiten, gezinsvakanties,  familiebijeenkomsten en alles wat tussendoor gebeurde.  In januari 1997 lag er ijs en gingen we met ons hele gezin schaatsen. Lees: Gerard en de oudste dochters schaatsten, Aaltje trok de slee met Carlijn erop, want Aaltje had vijf jaar eerder al besloten nooit meer te gaan schaatsen.

Er waren trouwens geen foto’s van ons kijkend naar de Elfstedentocht, sterker nog,  het hele woord kwam in het fotoboek niet voor.  Het schaatsfestijn kon kennelijk toen ook al niet rekenen op mijn warme belangstelling. Wij betalen wel ieder jaar contributie aan de IJsvereniging Roden; in ruil daarvoor krijgen we twee ledenkaarten.  Eerlijk gezegd beschouw ik die bijdrage als een gift voor een goed doel, want inmiddels staat Gerard ook niet echt vaak meer op de ijzers en er gaan winters voorbij zonder een bevroren ijsbaan.  Mocht er toch nog eens geschaatst kunnen worden,  dan kunnen onze kinderen gebruik maken van onze kaarten, want de dochters hebben het schaatsen én skeeleren wél goed onder de knie gekregen. Ik maak dan wel foto’s.

Reageren

Pagina 80 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén