Vanmorgen ben ik weer voor het eerst naar de kerk geweest na het infarct. De Adventsperiode is het begin van het kerkelijk jaar, dus voor mij ook een nieuw begin. Ervaring leert dat de eerste keer na zo’n periode altijd emotioneel is. Ook vanmorgen hield ik het weer niet droog. We zongen tijdens het dankgebed: “Zuivere vlam, verdrijf met je licht, de angsten van mijn hart.”
Gelukkig zijn er anderen die dan zingen, ik kon het niet.
“Al is mijn stem gebroken, mijn adem zonder kracht,
het lied op and’re lippen
draagt mij dan door de nacht.”
Dit is een gedeelte uit het lied Zolang wij ademhalen van Sytze de Vries.
Na dienst sloeg iemand een arm om me heen en iemand anders gaf me een knuffel.
In het ziekenhuis stelde iemand mij de vraag waarom ik nog naar de kerk ging.
Hierom.
In de adventsperiode staat op de avondmaalstafel in de kerk een prachtig bloemstuk met vier kaarsen. Iedere zondag wordt er een kaars meer aangestoken. Het begint met één klein lichtje in de donkere dagen en het licht wordt steeds groter tot Kerst.
Ook thuis heb ik zo’n Adventsstuk staan. In 2012 ben ik met twee vriendinnen naar een workshop van Flowers & Lifestyle geweest en hebben we onderstaand stuk (rechts) gemaakt. In 2013 heb ik hetzelfde basis-idee gebruikt, maar toen met blauwe hortentia’s en kleurige accenten. (links)
Dit jaar heb ik een rond stuk gemaakt met iets kleinere kaarsen:
Vanmorgen na de kerk hebben we één kaars aangestoken. Zuivere vlam, verdrijf met je licht, de angsten van mijn hart.