een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Geschiedenis Pagina 9 van 22

18 juli: Groningen, maar dan 100 jaar geleden.

In de gang van het verzorgingshuis waar mijn werkplek is, het Heijmanscentrum, is in deze maanden een speciale foto-tentoonstelling.
Het was onderdeel van een ‘Activiteitenproeverij’ voor ouderen in de wijk Zuid Groningen. Meer weten? Klik hier voor een persbericht >>> met foto’s.
De tentoonstelling heet ‘Groningen in 3D – de stad in stereofoto’s 1868-1940’, een initiatief van de Groninger Archieven en het Noordelijk Scheepvaartmuseum.
Met een speciale 3D-bril op sta je als bezoeker oog in oog met de Stadjers van 100 jaar geleden.

De aftrap van dat 3D-fotogebeuren was al op 12 juni en daar was ik zelf niet bij.
De eerste keer dat ik die 3-D fotos in de gang zag hangen dacht ik: “O leuk! Oude foto’s!”
Toen ik er dichterbij ging staan bleken ze wazig en blokkerig te zijn.
“Waarom zou je zulke foto’s ophangen?’ vroeg ik me af en ging over tot de orde van de dag.

De volgende keer dat ik weer binnen ging zag ik aan het begin van de gang een grote zak met 3D brillen staan.
“Waarvoor heb je die brillen hier staan?” riep ik naar Irene van de balie.
“Dan kun je foto’s in 3D bekijken. Kijk, hier staat een aankondigingsbord.”
Niet gezien. Steil aan voorbij gelopen.
Gistermiddag nam ik na de soep even de tijd om de foto’s goed te bekijken.
Stond ik met zo’n hippe, groen-rode bril in de gang.
“Wat dust?” vroeg een oudere heer die voorbijliep.
“Foto’s kieken.”
“Jao. Daor hadden ze ’t aal over”.
Gronings (on)geïnteresseerd.
Met de bril op kon ik de foto’s goed zien.
Zo bijzonder! Wat een mooi beeld krijg je zo van de stad en de stadjers zoals ze er 100 jaar geleden uitzagen.

Lijkt het je leuk om deze expositie nog bekijken?
De fototentoonstelling én de mini-expositie ‘Herinnerings in beeld’ zijn nog tot en met 1 oktober a.s. te zien in het Heymanscentrum in Groningen (dagelijks geopend). Ook kunnen alle bezoekers, jong en oud,  nog kans maken op een prachtige prijs door mee te doen aan het “geheugenspel”. De hoofdprijs is een rondvaart in Groningen aan boord van het museumschip van het Noordelijk Scheepvaartmuseum ‘De Emma’. De prijsuitreiking vindt plaats op 1 oktober om 16.00 uur in het Heymanscentrum, Henri Dunantlaan 20 in Groningen.
Kom maar eens langs; vinden we leuk!

Reageren

18 mei: Werven, werfkelders en een boekhandel in Utrecht.

Al twee blogs schreef ik over ons bezoek aan Utrecht op 10 mei.
Van te voren had schoonzoon Cees al gezegd dat daar langs de grachten werven en werfkelders waren; anders dan in andere steden met grachten werden de goederen in Utrecht via de werven en kelders in de huizen gebracht; onderlangs dus.
Dat gebeurde elders in Nederland meestal bovenlangs, door goederen uit de schepen te takelen en bovenin de huizen te bewaren. Meer weten over de geschiedenis van de werven en werfkelders in Utrecht? Hierbij een link naar de tab ‘De Werven’ op de website ‘de bouw van Utrecht’ >>>
Van Cees wisten we ook al dat die werfkelders tegenwoordig allemaal restaurantjes huisvesten die op hun stukje werf heel gezellige terrasje hebben ingericht.
Daar hebben Henk en ik dan ook even heerlijk van genoten.

Wat ik ook leuk vond was een bezoek aan de boekhandel Broese in Utrecht. Deze boekhandel zit al zo lang in dat pand (onder verschillende namen) dat ze een eigen pagina hebben op Wikipedia >>>.
Daar vond ik een mooi boekje: “Utrechts verleden in vogelvlucht’.
De geschiedenis van Utrecht begint al 3000 jaar voor Christus als zich voor het eerst boeren vestigen op de plek waar zich de huidige Uithof bevindt. Het boekje geeft een overzicht van de ontwikkeling van de stad van het prille begin tot nu, met van iedere periode een korte beschrijving, een kaartje van hoe de stad er toen uitzag en wat er allemaal gebeurde. Dat boekje kon ik gewoon niet laten liggen.
Ik bedacht dat ik nog verjaardagsgeld had liggen, dus toen de mevrouw bij de kassa vroeg: “Is het een cadeautje?” zei ik blij “Jah! Voor mezelf.”
Ze pakte het niet voor me in.

Reageren

6 mei: 8 monden te voeden.

Dit weekend keek ik naar twee documentaires.
De eerste ‘De erfenis van een verzetsheld’  was maandag al op de televisie geweest.
Die held was Johannes Post; een Drentse verzetsleider, waar straten, scholen en overheidsgebouwen naar genoemd zijn. Hij kreeg, weliswaar postuum, hoge onderscheidingen, maar zijn kinderen zeggen in deze documentaire: ‘Wij kwamen op de tweede plaats.”
Het is triest om zijn kinderen (tachtigers nu) te horen vertellen dat ze werden ondergebracht bij pleegouders, daarbij hun eigen familie vergaten (omdat ze nog zo jong waren) en de herbeleving van de ontreddering van het gezin te zien.
De laatste zin in de uitzending wordt uitgesproken door zijn dochter Trijneke.
“Hoe heb je ons in de steek kunnen laten.”
Wil je deze documentaire ook zien? Klik dan hier >>> voor een link naar de “Gemist-pagina van de NPO’,

De tweede documentaire was er één in de serie van 2Doc: Gerrit van der Veen.
Gerrit Jan Wolffensperger is de zoon van deze verzetsheld.
Van der Veen had twee dochters met zijn vrouw. In de oorlog ging hij in het verzet, waardoor zijn vrouw en dochters moesten onderduiken uit angst voor represailles.
In de verzetsgroep raakte Gerrit bevriend met een meisje van 18, Guusje Ruubsaam, de dochter van zijn huisarts.
Toen hij werd opgepakt en uiteindelijk gefusilleerd, bleek dat Guusje 7 maanden zwanger van hem was. In 1945 beviel zij van haar zoon Gerrit Jan.
Je hoeft niet diep na te denken over wat dat heeft betekend voor zijn gezin.
De dochters waren na de oorlog vooral boos op hun vader, vooral omdat hij hen in de steek had gelaten.
Wolffensperger zelf zegt in een interview: “De eerste tien jaren van mijn leven waren moeilijk. Het werd pas beter toen mijn moeder trouwde met mijn stiefvader Wolffensperger, die mij aannam als zijn kind.”

Wil je  deze documentaire ook zien? Klik dan hier >>> voor een link  naar de “Gemist-pagina van de NPO’.

Als puber hoorde ik de verhalen van de mensen die in de oorlog in het verzet hadden gezeten. Spannende verhalen. Dappere mensen.
Ik vroeg mijn grootvader van moeders kant naar zijn belevenissen in de oorlog.
“Opa? Zat jij ook in het verzet in de oorlog?”
“Och nee kind. Ik had 8 monden te voeden; ik was al bliede dat ik ’t leem haar…..”
Geen held.
Een vader.

Lees hierbij ook mijn blog ‘Een meisje van acht ‘ van 5 mei 2017 over mijn moeders herinneringen aan de oorlog.
Meer weten over mijn opa Boelen? Klik hier >>>.

Reageren

3 mei: April-Meistaking 1943 – 34 slachtoffers.

In april 1943 vond de Duitse bezetter dat er veel te weinig Nederlandse arbeiders in Duitsland aan het werk waren. Ze konden wel wat extra handen gebruiken en bedachten dat 300.000 Nederlandse militairen alsnog in krijgsgevangenschap zouden worden afgevoerd. Dit nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje door Nederland, nog voordat de officiële bekendmaking in de avondbladen van donderdag 29 april 1943 verscheen.

Het bericht sloeg in als een bom: dit lieten de Nederlanders niet over hun kant gaan.
Als protest tegen deze maatregel brak overal in Nederland spontaan de April-Meistaking uit.
De bezetter reageerde furieus en sloeg toe met harde hand. Er werd een bevel uitgevaardigd dat iedereeen op maandag 3 mei weer aan het werk moest. Mensen die geen gehoor gaven aan deze oproep, konden op zware straffen rekenen.

In de drie noordelijke provincies werden zestig mensen omgebracht om de wilde staking neer te slaan. Bij Trimunt bij Marum bijvoorbeeld werden 16 onschuldige burgers weggevoerd en vermoord. (Klik hier voor het verhaal van Foppe de Jong, ooggetuige van dit drama >>>)  Van 34 slachtoffers werd het lichaam meegenomen ‘naar een onbekende plek’ om de bevolking extra te intimideren. Na de oorlog vond men de slachtoffers terug in het voormalige militaire oefenterrein de Appelbergen bij Glimmen/Haren.

In 2004 is er op die plek een monument opgericht ter nagedachtenis aan de slachtoffers en om de herinneringen aan de gebeurtenissen uit 1943 levend te houden.

Het ‘Monument Slachtoffers Meistaking 1943‘ in Glimmen (gemeente Groningen) is een Drentse zwerfkei, waarop twee bronzen plaquettes zijn aangebracht. De gedenksteen is geplaatst op een aantal kleinere keien.
De ontwerper van het monument, Paul Engberts,  heeft een kei gebruikt die uit de Drentse grond is gehaald. Deze grote steen wordt als het ware uit het veen opgetild, ‘uit de grond tevoorschijn getild’. Hiermee worden de namen van de slachtoffers letterlijk uit het veenmoeras gehaald.

Vanmiddag was de jaarlijkse herdenking, waar ik voor het eerst bij was omdat ik mee zong met het Vocaal Ensemble Roden. (zie ‘Een (voor mij) nieuw koor’>>>).
Het was een heel bijzondere bijeenkomst.
Ad van Liempt (Nederlands journalist, auteur van oorlogsboeken en tv-programmamaker) hield een lezing over wat er zich in die tijd in Noord Nederland heeft afgespeeld.
Er was een toespraak van een kleinkind van nabestaanden van de slachtoffers en er werden kransen bij het monoment gelegd.
Er waren ook schoolkinderen uit Glimmen betrokken bij deze herdenking: één van hen las een gedicht voor en ze legden met z’n allen 34 anjers bij het monument, voor ieder slachtofer één.
Er zouden tien bloemstukken worden gelegd, maar wonderlijk genoeg waren er maar negen. De militair die vanmiddag ‘Hoofd Bloemstukken’ was stond wat verloren met twintig vraagtekens boven zijn hoofd te gebaren dat er echt geen bloemstuk meer was.

Als zanger bij het koor sloeg ik de ongemakkelijkheid gade dacht er het mijne van.
Bloemen en militairen zijn misschien niet zo’n goede combi.
Maar dit was maar een klein smetje op de verder indrukwekkende plechtigheid.

Na de plechtigeheid zaten we met tintelende vingers en tenen aan de koffie in het Paviljoen Appélbergen.
De temperatuur haalde vanmiddag de tien graden niet, maar gelukkig bleef het wel droog.

Ga er eens kijken, daar bij dat Monument in Appélbergen.
Laat eens tot je doordringen hoe jong die mensen allemaal waren.
Hoe gruwelijk het was wat er gebeurde.
En hoe blij we moeten zijn met wat we zongen met het koor:  “IK BEN VRIJ!”

Reageren

16 maart: Hervormde mosterdsoep.

Op  het blog dat ik schreef over de mosterdsoep van Kor en mijn poging om die ook te maken kreeg ik een reactie van Gretha en Cees.
Zij houden ook van mosterdsoep en Gretha vertelde dat zij een bijzonder recept had.

Slagerij H. Postema, Schoolstraat 18 (bron: boek ‘Jan en Elsien’)

Ze wist nog dat vroeger in de Schoolstraat in Roden slagerij Postema zat, gerund door Harrie en Alje Postma.
Die verkochten natuurlijk allerlei soorten vlees, maar ook zelfgemaakte soepen.
Bonensoep, snert, maar ook  mosterdsoep.
Heerlijke mosterdsoep, volgens Gretha.
Maar Harrie en Alje stopten met de slagerij.
De (overwegend oudere) Rodense cliëntele had gehoopt dat de mensen die het bedrijf overnamen op dezelfde voet zouden doorgaan, maar dat was helaas niet het geval.
Ze sloten de deuren van de slagerij voor één maand, toverden met een verbouwing de slagerij om tot een moderne winkel en sloegen daarmee in hun ijver de plank volledig mis.
Want daar zat de (overwegend oudere) Rodense cliëntele niet op te wachten; die hadden inmiddels het pad naar andere slagerijen al gevonden.
Ze hebben het dan ook niet gered.

Maar de mosterdsoep is wel gered.
Gretha heeft het recept persoonlijk gekregen van de broers, die zij vroeger gekend heeft.
Zij wist zelfs waar ze altijd zaten in de Catharinakerk.
“O? Waren ze hervormd? En mochten jullie dan als gereformeerden wel naar hun slagerij?”
Daar had ik namelijk hele andere verhalen over gehoord; al speelden die verhalen zich wel af in andere dorpen, dat moet ik toegeven.
Maar dat was hier in Roden dus niet aan de orde.

Op vrijdagmiddag twee weken geleden kregen Gerard en ik een ‘proef’-pakketje van Gretha en Cees: een bakje  zelfgemaakte mosterdsoep met daarbij een boek over het leven van Jan Postema en Elsien Thie. Als wij de soep lekker vonden zouden we het originele recept krijgen.
Het boek “Jan en Elsien” gaat over de ouders van de slager.
Een boek met het familieverhaal van de familie Postema en prachtige foto’s van vroeger.
Wát een cadeautje om dat te mogen inzien.

De soep was heerlijk!
Maar wel anders dan andere mosterdsoepen: er zaten geen spekjes in maar gehakt.
We noemden het schertsend ‘Hervormde mosterdsoep’ naar aanleiding van Gretha’s verhaal.
Later kreeg ik het recept van Gretha: hieronder vind je het zoals ik het van haar kreeg:

Ada,

Bij dezen het recept zoals ik het ooit gekregen heb.

Nodig:
– 250 gram half om half gehakt
– 8 eetlepels mosterd: 4 Milde Franse en 4 grove Groninger
– 1 liter melk
– 1 eetlepel bloem
– 1 dl slagroom
– 2 kippenbouillontabletten
– 20 gram boter
– zout /peper

Doen:
– gehakt braden
– mosterd losroeren met wat melk, door het gehakt roeren
– dan rest van de melk en de bouillontabletten toevoegen
– laatste minuut slagroom en bloem erbij om te binden.

Zelf varieer ik wel eens stiekem:  geen boter voor het braden van het gehakt, heel bescheiden met zout en peper ( sowieso bij gekruid gehakt natuurlijk ) en ik vind maizena gemakkelijker bindmiddel dan bloem: even aangemengd met lepel afgekoelde soep kan het nagenoeg niet klonteren. Echt in mum van tijd klaar; smakelijk eten!
Gretha

Reageren

17 oktober: 80 jaar oorlog.

Toen ik eind vorige week zo met m’n rug zat zou ik het liefst in bed blijven liggen, maar dat is niet best voor je rug, dus ik ging er gewoon uit. Bovendien hadden we zondag bij ons thuis familiedag, dus ik moest grote pannen soep koken en boodschappen doen.
Maar na een dik uur in de keuken was ik er even helemaal klaar mee. Moe en zeer.
Even ontspannen op de bank. Op mijn tablet zocht ik naar het programma ’80 jaar oorlog’ van de NTR; daar had ik wat stukjes van gezien en het leek me een erg mooi programma.

Deel 1 heb ik zaterdagmiddag gezien.
Net iets voor mij.
Hans Goedkoop is een fantastische geschiedenisleraar en vertelt met oude prenten, documenten, interviews met historici en nagespeelde beelden het verhaal van onze tachtigjarige oorlog, de oorlog waaruit ons land is ontstaan.

Hans laat ons zien, dat wij die geschiedenis altijd erg ‘gekleurd’ voorgeschoteld hebben gekregen. De slechterik en katholiek Philips, met Alva als vazal en de heilige, protestantse Willem van Oranje met zijn geuzen.
In deze televisieserie krijg je te horen wat er echt gebeurd is en het is razend interessant.
Gelukkig kun je de afleveringen terugkijken, dus ik zal van deze serie geen aflevering missen.

Fundamenten van het kasteel van Lamoraal van Egmond

In augustus stonden wij tijdens ons ‘Noordzee-weekend’ oog in oog met de fundamenten van het kasteel van de graaf van Egmond (zie Een abdij, een ruïne en een visje)>
Toen schreef ik o.a. dit over hem:

In de tachtigjarige oorlog had hij partij gekozen voor de Spaanse overheersers. Hij vertrouwde op Alva,  maar toen hij eenmaal gevangen werd genomen door de Spanjaarden werd hij in Brussel onthoofd.  Zijn kasteel werd door de geuzen (onder aanvoering van Willem van Oranje) met de grond gelijk gemaakt, om te voorkomen dat de Spanjaarden het als verdedigingswerk in gebruik zouden nemen.

Zaterdagmiddag kwam ik te weten wat er precies gebeurd is; de aanloop naar zijn dood en alle achtergronden daarbij. In het programma zagen we dat de schedel van de graaf van Egmond werd onderworpen aan een onderzoek om te kijken of hij na zijn onthoofding nog verder ‘geschonden’ was.

Het was dat ik op de bank lag, maar anders had ik op het puntje van mijn stoel gezeten.
Top-televisie voor kijkers die van geschiedenis houden.
Mis het niet; a.s. vrijdag komt deel 4 om 21.05 uur op NPO 2.
Hierbij een link naar de website van ’80 jaar oorlog’>>>, daarop kun je alle afleveringen terugzien.

Reageren

6 oktober: Iran in Assen.

Fotowand met een afbeelding van Persepolis.

Een tentoonstelling in het Drents Museum: als het kan ga ik er heen. Er is altijd wel iemand die met mij mee wil, donderdagmiddag was dat Gerard. Deze tentoonstelling heet ‘Iran; bakermat van de beschaving’.

Die tentoonstellingen worden altijd in dezelfde ruimte opgesteld,  maar die ziet er iedere keer weer heel anders uit.  Deze keer was het heel mooi aangekleed met een grote fotowand, panelen in de vorm van sierlijke bogen met glas in lood en wanden met Perzische tapijten.  We begonnen bij potten en gebruiksvoorwerpen uit de periode van 10.000 jaar voor Christus en we eindigden bij versierd glas uit 500 na Christus,  gemaakt in een tijd dat er in Europa nog geen glas was. Vanuit de eeuwen daar tussenin zagen we prachtige sieraden, gouden en zilveren drinkbekers,  tabletten met de eerste vormen van schrifttekens,  wapens,  borden: we kregen een duidelijk beeld van de rijkdom en hoge standaard van deze cultuur. Vóór de Griekse beschaving en vóór de Romeinen strekte het enorme rijk van de Perzische vorsten zich al uit over het Midden Oosten.

We bekeken een film over het land Iran nu en verder kon je via een koptelefoon luisteren naar verhalen van Iraniers die in Nederland wonen.   Hiernaast zie je een foto van het pronkstuk van de tentoonstelling: een massief gouden rhyton, een drinkbeker.
Ik stond erbij en ik keek er naar. Fascinerend vind ik het idee dat 2500 jaar geleden een vorst dit in zijn handen heeft gehad en eruit heeft gedronken.  Puur goud. Ergens las ik dat Darius I waarschijnlijk dezelfde persoon is als Darius de Mediër die voorkomt in het bijbelboek Daniël.
Stel je voor……..

Naast de wisselende tentoonstelling is er natuurlijk ook de vaste collectie van het Drents museum. De sieraden van de prinses van Zweeloo,  het meisje van Yde, de kano van Pesse: ettelijke keren heb ik het al gezien en altijd vind ik het weer prachtig. Nergens vind je zo’n mooi overzicht van onze vroege Nederlandse geschiedenis als in Assen.  Zelfs niet in het museum van Oudheden in Leiden,  want dat is meer gericht op de internationale archeologie. We liepen ook nog door de stijlkamers en bekeken even vluchtig de afdeling waar Tjerk Vermaning werd belicht. Ik bladerde door het gastenboek; de affaire roept nog steeds controversiele gevoelens op.  Van “Wat een mooie tentoonstelling, goed dat het nog eens voor het voetlicht wordt gebracht” tot “Het is toch verschrikkelijk dat die notoire leugenaar opnieuw zoveel aandacht krijgt! ”

Het Drents museum.
Als Drentse ben ik er trots op.
Ben je er nog nooit geweest?
Dan he’j wat mist!

Ook nog naar ‘Iran’? Hierbij een link naar de website van het Drents museum >>>
met meer informatie. De tentoonstelling loopt nog tot 18 november.

Reageren

1 september: Vervlogen tijden.

Gisteravond fietste ik na het eten nog een rondje Leek.
Als ik wandel loop ik graag even langs de Mensinge, als ik fiets gaat mijn voorkeur uit naar Nienoord of het hunebed, het is maar net hoe het uitkomt.
Toen ik richting Nienoord fietste kreeg ik in de gaten dat er daar ‘iets te doen was’: horden mensen en harde muziek. Daar ben ik niet zo van, dus ik fietste er met een grote boog omheen. De boog bracht mij in Midwolde, waar ik afstapte bij de oude kerk aan de rand van het dorpje. Het hek naar het kerkhof stond open en ik liep een rondje om de kerk.
Daar stuitte ik op de sluitsteen van een grafkelder met het opschrift ‘NIENOORD’  met daarnaast de graven van de familieleden van Van Panhuys, die omkwamen bij een koetsongeluk in het begin van de vorige eeuw.

Stenen getuigen.

Op 6 november 1907 raakte de koets waarin de familie Van Panhuys zat in het water van het Hoendiep toen ze onderweg waren van Groningen naar Leek. Het was erg mistig die avond. Treurig detail is dat de deuren van de koets op slot zaten, omdat de familie die dag een groot bedrag bij de bank had opgenomen. Johan van Panhuys, zijn echtgenote, hun zoon Hobbe en hun schoondochter Elske verdronken die avond, evenals hun huisknecht Meindert Van Wijk. De koetsier, Wouter Meier,  overleefde het ongeval.
(Meer weten? Klik hier Van Panhuys voor de informatie die er over op Wikipedia staat.  Op internet vond ik ook nog een pagina van de Historische Kring Leek e.o., waar uitgebreid verslag wordt gedaan van de gebeurtenissen.)

Ik stond bij de graven en realiseerde me wat voor impact het ongeluk gehad moet hebben op de mensen uit die tijd.
Precies honderd jaar later, op 6 november 2007, werd bij het Hoendiep in Hoogkerk het monument ‘De verdronkenen van Nienoord’ onthuld.
Vervlogen tijden; de stenen getuigen liggen verstild op het kerkhof in Midwolde.

In de late avondzon fietste ik terug naar Roden. Er stond een ree tegen een bosrand aan te grazen. Er zwom een paar zwanen statig onder het fietsbruggetje door waar ik op stond; koeien, schapen en paarden stonden bedaard in de weilanden en ik genoot.
Wat wonen we in een prachtig deel van Nederland.

Reageren

23 augustus: Een abdij, een ruïne en een visje.

Twee weken geleden zaten Gerard en ik een weekend in Noord-Holland, ik schreef al over onze avonturen aan het Noordzeestrand. We kennen de omgeving in de kop van Noord Holland al vrij goed,  daarom kozen we er op de zaterdag voor om iets verder naar het zuiden af te zakken.  Vanuit Julianadorp reden we met de fietsen achterop de auto naar Egmond. Je hebt drie Egmonden: Egmond aan den Hoef,  Egmond aan Zee en Egmond Binnen; drie dorpjes die dicht bij elkaar liggen. Op de fiets kun je zo heerlijk de omgeving verkennen.  Van te voren had ik al even op Wikipedia gekeken,  dus ik wist al dat er een abdij in Egmond Binnen was en een ruïne in Egmond aan den Hoef; we stemden onze fietstocht op deze historisch interessante punten, maar daarnaast was er natuurlijk ook weer van alles te zien. Op de fiets zie je de omgeving beter dan in de auto.

De geschiedenis begint met de Sint-Adelbertabdij van Egmond. De abdij werd aan het begin van de 10de eeuw gesticht, door graaf Dirk I. De leden van het huis Egmond traden op als voogd en dus beschermer van de abdij en groeiden op die manier uit tot een vooraanstaande familie in de Nederlandse geschiedenis.
De meeste kloosters werden vernietigd tijdens de reformatie, ook dit klooster ontkwam er niet aan. Maar wij vonden al fietsend door Egmond Binnen de abdij in blakende staat; het werd in de twintigste eeuw herbouwd en is heden ten dage in gebruik als modern klooster.  Op de foto zie je het kunstwerk dat een ‘omgang’ van monniken verbeeld. Je kunt er cursussen en retraites doen. Meer weten over de abdij, de geschiedenis en de huidige mogelijkheden? Klik hier voor een link naar hun website.

In de middeleeuwen vestigde het riddergeslacht het Huis van Egmont zich op een grote boerderij (hoeve) ten noorden van de abdij van Egmond. Rondom de hoeve ontwikkelde zich langzaam een dorp en het Slot op den Hoef. De laatste bewoner van het slot was Lamoraal van Egmont.  In de tachtigjarige oorlog had hij partij gekozen voor de Spaanse overheersers. Hij vertrouwde op Alva,  maar toen hij eenmaal gevangen werd genomen door de Spanjaarden werd hij in Brussel onthoofd.  Zijn kasteel werd door de geuzen (onder aanvoering van Willem van Oranje) met de grond gelijk gemaakt, om te voorkomen dat de Spanjaarden het als verdedigingswerk in gebruik zouden nemen.
In Egmond aan den Hoef vonden we de fundamenten van het Slot aan den Hoef met een beeld van Lamoraal.

We fietsten de route aan de hand van de onvolprezen fietsknooppunten.  Als die knooppunten niet langs mijn ’targets’ liepen, dan fietsten we even een stukje om.  We zagen heel veel verschillende landschappen op onze fietstocht.  Zee en strand,  duinen, dorpjes,  bossen, weilanden: wat een heerlijke dag was het.

We eindigden de dag aan het strand van Egmond aan Zee; even de schoenen uit en met de voetjes in de Noordzee.
In de Hoofdstraat van het zeer toeristische dorpje zaten we op het terras van een visrestaurant: een visje van Dekker smaakt altijd lekker!
Het visje ging vergezeld van een hele stoet badgasten die van en naar het strand liepen;  je raakt niet uitgekeken op de mensenstroom.

Drie dorpjes met Egmond in de naam, drie heel verschillende werelden.
Eenmaal weer in ons B&B deden we nog een spelletje kolonisten.
“Ik zet nog even een ridder op het veld”.
“Ik bouw een stadsmuur.”
“Ik kan een klooster openen”.
Na zo’n dag heb ik beelden bij die begrippen.

Reageren

20 augustus: Aquariom werd Muzeeaquarium

Toen onze kinderen nog jong waren en thuis woonden gingen wij wel eens op zondagmiddag ‘iets leuks doen’. Twee keer gingen we naar het Aquariom in Delfzijl: in een oude Duitse munitiebunker waren een aantal aquaria met verschillende soorten vissen en er was een verzameling bijzonder gesteente  en fossielen.
We dronken een pakje drinken aan de dijk die uitkeek op de Eems, maakten een wandelingetje langs het water en hadden een leuke middag.
Inmiddels heeft het Aquariom een metamorfose ondergaan: het heet nu MuZeeAquarium en het heeft een heel nieuw gebouw gekregen, op 1 juni van dit jaar vond de feestelijke heropening plaats.  Neef Cor (14) kwam een aantal dagen logeren en met hem gingen we eens kijken hoe het museum in Delfzijl er nu uitziet.

De bunker staat er nog er herbergt nog steeds aquaria, maar het is een stuk minder vol en een stuk minder bedompt. In het grote gebouw dat voor de bunker is neergezet zijn verschillende zalen met interessante tentoonstellingen. De collectie is heel divers: je kijkt je ogen uit.

De natuurhistorische presentatie laat het ontstaan van de aarde zien: gesteenten, mineralen, de bodemopbouw en fossielen. Bijzonder is de collectie schelpen, die over de hele wereld gevonden zijn. Verder zijn er mineralen, bijzonder stenen en fossielen te zien.
Op het gebied van archeologie heeft het MuZeeaquarium een uniek en spectaculair item: er staat een compleet hunebed. Dat is in 1982 bij toeval ontdekt onder een dikke laag klei. Meer weten: zie ‘het hunebed bij Delfzijl’ >>>
Door de vitrines om het hunebed heen kom je meer te weten over het leven uit die tijd.
Verder zie je vondsten uit de tijd van de Romeinen en uit de Middeleeuwen.

Wat ik het leukst vond was de tentoonstelling over de geschiedenis van Delfzijl. Het is een vestingstad geweest en heeft een rol gespeeld in strijd tegen de Spanjaarden in de 16e eeuw, tegen de Fransen in de 18e eeuw en tegen de Duitsers in de 20e eeuw. Neef Cor wist verrassend veel van onze vaderlandse geschiedenis en het was leuk om met hem de maquette van de vesting te bekijken en uit te zoeken in welke poort dat grote deurslot mét sleutel (dat in één van de vitrines ligt) nou had gezeten. 

Delfzijl is naast vestingstad ook een havenstad, dus er is ook een grote zaal waar je de geschiedenis van de scheepvaart kunt bekijken.
Eén zaal is gereserveerd voor wisselende tentoonstellingen. Deze keer was dat ‘Daor broest de zee: dijk, stormvloeden en waterverdediging rondom de Eems’.
Daar zie je hoezeer de bevolking in dit gebied door de eeuwen heen te lijden heeft gehad van overstromingen en stormvloeden.

Op dit blog vertel ik al heel veel van wat we hebben gezien en toch is mijn verhaal lang niet compleet. Het museum was ook nog niet helemaal klaar. Sommige klankbeelden werkten niet en ook geluidsfragmenten waren nog niet te horen; stonden we quasi intelligent met een telefoon aan het oor te luisteren naar niets.
Maar ondanks dat was het de moeite zeker waard; hierbij een link >>> naar hun website.

De wandeling langs de Eems lukte deze keer niet: er stond een héééél lang hek langs de Eems en er werd heel hard gewerkt met vrachtwagens en bulldozers. Dit in het kader van het project ‘Marconi Buitendijks’. Als dat klaar is, in het najaar van 2018, heeft Delfzijl een heus stadsstrand, een fiets- en wandelboulevard en is er in de Eems een broedvogeleiland aangelegd. Meer informatie hierover vind je op deze pagina >>> op de website van de gemeente Delfzijl. We gaan het zien!

Reageren

Pagina 9 van 22

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén