We staan er niet altijd bij stil, maar wij wonen in een gebied dat al sinds de préhistorie door mensen wordt bewoond.
Vorige week donderdag, 5 maart, maakten mijn broer en ik onze wekelijkse wandeling in Norg; we hadden afgesproken bij de Brink en zaten rond 10.00 u met koffie voor ons in hotel Karsten. Een hotel dat al een herberg was in 1713; oude Drentse chique.

We wonen maar 10 kilometer van Norg af, maar toch wandelen of fietsen we er niet vaak; meestal rijden we er met de auto doorheen op weg naar een verjaardag of een familiebijeenkomst.
We wandelden van de Brink naar Westervelde, ons doel was hunebed D2.
Bij een hunebed beleef ik altijd weer de sensatie van ‘staan op de grond waar eeuwen geleden begrafenis rituelen werden uitgevoerd’. Het zijn mistieke plaatsen, er hangt altijd een bijzondere sfeer.

Het was voor het eerst sinds we samen wandelen lekker weer: de zon scheen.
Geen mutsen, sjaals en handschoenen, geen papaplu’s nodig.
We hoorden vogels en in het Norgerholt was een specht actief;  wat heerlijk om op een donderdagmorgen zo te kunnen genieten van wat Drenthe te bieden heeft.

Op de terugweg kwamen we van een kant Norg binnen die we nog nooit gezien hadden: wegen omzoomd door mooie oude boerderijen en landhuizen. Op de Brink staat de Margaretha-kerk uit de dertiende eeuw.
Daar ga ik binnenkort nog een keer naar toe: vanaf 2 mei tot 1 oktober kun je er dagelijks terecht tussen 14.30 en 16.30 uur, behalve op zondag.