een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Borduren Pagina 1 van 4

27 augustus: Eindresultaat van ondergeschikt belang.

Gerard had na onze Donaureis nog een week vakantie; ik niet.
Maandag 21 werd ik weer op kantoor in Groningen verwacht.
Casa Grada was van woensdagmiddag 23 tot maandag 28 niet geboekt.
“Zullen wij dan…..?”
Woensdagavond na mijn werk vertrokken we naar Westerbork. Donderdagmorgen was voor mij het lastigste moment van de week.
We zaten met een kop koffie in de zon aan het water.
Gerard had z’n hengeltje uitgegooid en zei: “Nou,  werkze vandaag! ” en ik vertrok met mijn broodtrommeltje en beker karnemelk.
“Veel plezier,  geniet van je vakantiedag!”
Maar dat was maar één dag; meestal is het andersom; dan zwaai ik hem uit en heb ik vrij.

We hadden nog een paar heerlijke dagen.  Vrienden Bea en Hans kwamen nog een nachtje logeren en er kwam nog een dochter langs.
Zomer in Drenthe.
Zaterdagmorgen zat ik in de zon te borduren.
Na het klaverjasscorebloc-hoesje (zie: Klaverjas-omslag) ben ik begonnen aan een nieuw project: een geborduurde bank -organizer.
Ik heb een gebreid exemplaar op mijn bankleuning liggen,  die wordt dus in de toekomst vervangen door een geborduurde versie.
Weet je niet wat een bank-organizer is? Zie Wat brei je..?

Het begin is er. (klik op de afbeelding voor een vergroting) Ik gebruik twee kleuren: rood en grijs met zilver-accenten. Uit mijn oude handwerktijdschriften haalde ik wat voorbeeldjes en ik ben maar gewoon begonnen. Hoe het er uit komt te zien als het klaar is, weet ik nu nog niet: mijn leidraad is meestal voortschrijdend inzicht.
Het eindresultaat is ook eigenlijk van ondergeschikt belang. Borduren is ontspanning, rust in het hoofd,  genieten dus.
Al dan niet met een muziekje /podcast op de oortjes.
Dit weekend had ik er weer even tijd voor.

Reageren

10 juni: Klaverjas-omslag,

In augustus 2020, tijdens onze vakantie in Baarn, begon ik met het borduurwerk waar ik in mei van dit jaar de laatste hand aan legde: een omslag voor klaverjasbenodigdheden.
In het blog ‘Waardevol‘ ‘beschreef ik hoe ik het bijna was kwijtgeraakt, dus dat ik het nu af heb kunnen maken voelt extra bijzonder.

In 2019 had ik ergens een stukje stof op de kop getikt; dat zou de voering van mijn borduurwerk worden.
De kleuren daarvan gebruikte ik als basis voor het borduurwerk. Daarna vond ik nog een mooi grijs stofje dat ik zou gebruiken voor de afzonderlijke vakken.  “Hoe ga je dat dan doen met die voering en zo?” vroeg dochter Carlijn.
Daar had ik eigenlijk nog niet over nagedacht.
Op elkaar naaien en schuifvakjes waar de spullen in kunnen? Zoiets? Ik doe eigenlijk altijd maar wat.
Carlijn kwam een avond langs met haar naaimachine, want die had een veel beter idee: de grijze stof gebruiken als voering en de gekleurde voor de aparte vakjes.
“Ik heb nog ergens een klein ritsje liggen, dat gebruik ik voor het vakje met de kaarten en de troefstenen*. Verder maak ik de vakjes groter, zodat ze als het ware op de voering liggen.”

Moeilijk.
Zulk ingewikkeld naaiwerk gaat mij boven de pet, maar ik mocht wel dingen doen: stukjes stof op maat knippen en afspelden.
Carlijn maakte de ‘voering met vakjes er op’ helemaal klaar, zodat ik het borduurwerk aan de voering vast kon naaien. Dat deed ik met de hand.

Het is echt prachtig geworden!
Toen het helemaal klaar was liet ik trots aan Gerard zien hoe mooi het was gelukt.
“Hef gieniene” was zijn nuchtere commentaar.

Veel foto’s dus vandaag op mijn blog: je ziet de drie verschillende kanten, van de omslag, de binnenkant met de spulletjes er in én er uit.
En dan nog twee details: het vakje met de klaverjastermen die ik niet meer kwijt kon en dus allemaal maar in één vakje heb gepropt én het prachtige, kleine, paarse ritsje.
Als je op de afbeeldingen klikt krijg je een vergroting.

Het boekje dat achter het scoreblok zit is een familieoverzicht waarin we alle uitslagen bijhouden.
Alle.
Bomen. 9 bomers. 9×9 bomers……

* Houten dobbelstenen die nog door mijn vader zijn gemaakt. In onze klaverjasvariant mag je zelf bepalen wat troef wordt, die steen leg je met de goede kant naar boven op tafel.

Carlijn: BEDANKT!♥

Reageren

11 april: Gran Canaria 5 – Waardevol.

Wat bepaalt de waarde van een voorwerp?
Tijdens onze vakantie raakte ik mijn rugtas kwijt. Voor de lunch had ik hem onder de tafel gezet en daarna vergeten mee te nemen.
Toen ik daar achter kwam rende ik terug naar de eetzaal, maar hij stond niet meer onder de tafel.
Bij de leiding van het restaurant gevraagd, bij de balie gevraagd, maar de tas was niet gevonden.

Shit man!
Wat zat er eigenlijk in?
Handdoek.
Boek.
Telefoon.
Oortjes.
Handtasje uit Canada met lippenstift en doosje zoetjes.
Zonnebril.
En mijn borduurwerk: een omslag voor een klaverjas-scorebloc.

Eén van mijn gezinsleden dacht wel te weten hoe het was gegaan: “Iemand heeft die tas meegenomen en die telefoon hebben ze er vast uit gehaald, dat is het enige van waarde.  Zo’n tas drukken ze vervolgens in een prullenbak,  die vind je nooit weer.”
Was die telefoon het enige van waarde?
Het tasje was een souvenir uit Canada dat ik dagelijks gebruik.
Die zonnebril was zo’n voorzetzonnebril die ik net voor de vakantie voor € 40,- in Roden had gekocht.
Maar dat is allemaal vervangbaar; waar ik echt beroerd van werd was het idee dat mijn borduurwerk weg was.
Vanaf september 2020 was ik daar al mee bezig (zie Oude motieven bij het klaverjassen) en ik was bezig met het laatste stukje.
Het huilen stond me nader dan het lachen “En ik heb er niet eens een foto van…. ”

Qua geld is het niks waard. Het was een restje Aida borduurstof en DMC borduurgaren kost maar 1.60 per strengetje,  daar kan ik tijden mee vooruit.
Borduren is voor mij de ultieme ontspanning: mooie muziek of een podcast op de oortjes en me even verliezen in kruissteekjes, patronen en kleuren.
Kleuren voor volwassenen met stof en garen. Bij alle onderdelen van dit project weet ik waar ik was toen ik er aan werkte: Baarn,  Limburg, Dordrecht, Westerbork….
Weg. In een vuilnisbak?
Voor het diner maakte ik nog een rondje ‘vragen-bij-de-balies’, maar de tas was niet gevonden.

Na het diner kwamen we weer op onze hotelkamer.
Gerard liep nog even naar het balkon en daar stond mijn tas op een stoel.
Daar had ik hem die middag zelf neergezet!

………

Intens tevreden en gelukkig borduurde ik de volgende dag verder aan het blokje ‘ROEM’ en maakte een foto.
Mocht ik het dan toch nog eens verliezen, dan kan ik het in ieder geval namaken.
Door dit voorval werd ik even weer bepaald bij het begrip ‘waardevol’: dat heeft soms niks met geld te maken.


Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1; onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

15 december: Een wàt…..?

Mijn PERSOON op het gezins-Sinterklaasfeest was Carlijn.
Op haar verlanglijstje stond een speldenkussen-armband, een mij onbekend fenomeen.
Er stond bij dat ‘home -made’ ook een mogelijkheid was.
Eerst maar eens op internet gezocht hoe zo’n ding er uitziet: zie afbeelding links (van Bol.com).

Hoe pak je zoiets aan?
Als basis nam ik de armband die Carlijn in 2015 zelf voor mij gemaakt had : een stuk breed,  zwart elastiek, helemaal vol met groene knopen.
Voor een afbeelding en een beschrijving van die armband kun je terecht op het blog: ‘Knopen in een andere rol‘ uit 2015.
Daar haalde ik twee dikke knopen vanaf om ruimte te maken.

Vervolgens zocht ik een rose, gehaakt hartje dat ik ooit eens van een buurvrouw kreeg.
Toen haakte ik twee iets grotere hartjes van blauw gemeleerd katoen.
Dat deed ik volgens de haakbeschrijving die je vindt op deze link van de website ‘Karin aan de haak’.
Het rose hartje gebruikte ik als vulling voor twee nieuwe hartjes (boven en onderkant)  die ik (met het buurvrouwhartje er tussen)  aan elkaar haakte met vasten.

Voor de bovenkant borduurde ik een rechthoekig lapje met de voorletters van haar namen (Cornelia Trijntje). Dat naaide ik bovenop het hartje. Daarna naaide ik het hart op twee plaatsen vast op de knopenarmband.

Ze was er blij mee.
“Zo handig!”
Ze vertelde beeldend hoe ze een jurk had genaaid die aan de onderkant moest worden afgespeld en hoe zo’n gedoe het dan was met die spelden in dat doosje en als je dan bukte dan prikten die spelden….. en nu doe ik dit zo om mijn arm en dan KIJK!
Kind,  hoe heb je het ooit gered zonder speldenkussenarmband.

Ze kreeg er een doosje glasknopspelden bij; dat was duurder dan de hele armband.
Maar daar gaat het immers niet om bij het Sinterklaasfeest.

Reageren

9 januari: Van Gerda.

In maart 2018 belandde ik in het ziekenhuis met hartklachten; die opname mondde destijds uit in een hartoperatie.
In die maand maart lag ook Gerda Valkema in het ziekenhuis. Wij kenden haar en haar man Roel van de kerk.
Toen ik herstelde van de operatie kreeg ik bezoek van Roel, die voorstelde om, als ik weer van de afdeling mocht, Gerda op te zoeken.
Zo gezegd, zo gedaan.

Voor Gerda zag het toen al niet zo goed uit.
Ze was zwak, haar hart werkte niet goed en in het ziekenhuis was ze eigenlijk uitbehandeld.
Voor onze ontmoeting in het ziekenhuis had ik Gerda nog nooit ontmoet, maar we konden het gelijk goed vinden.
We deelden ook een passie: handwerken.  Zij was dol op borduren.
We spraken af dat we elkaar weer zouden ontmoeten als we allebei weer in Roden waren.

Bij die ontmoeting in de zomer kreeg ik te zien en te horen wat ze allemaal al had gemaakt op borduurgebied, wat voor technieken ze gebruikte en hoe ze genoot van het maken van zo’n borduurwerk.
Wat herkenbaar! In het ziekenhuis was er een verpleegkundige die over mijn borduurwerk zei: “Als je het al niet aan je hart hebt, dan krijg je het daar toch van!” en nu sprak ik met iemand die het net zo beleefde: heerlijk ontspannen, genieten van wat je met je kruissteekjes tot stand brengt.
Niet lang na mijn bezoekje is Gerda overleden.

Op 5 juli van dit jaar blogde ik over het borduurwerk waar ik nu mee bezig ben onder de titel: ‘Oude motieven bij het klaverjassen.
Daarop kreeg ik een reactie van Roel, de weduwnaar van Gerda.
Hij had nog een doos borduurgaren; we spraken af dat ik die zou komen ophalen.
Vrijdagmiddag fietste ik naar hun huis.
Op de tafel stond al een groen kistje, met daarin nog een restant van het borduurmateriaal van Gerda.
Roel had ook al veel weggeven, maar was door mijn blog op mijn spoor gekomen: ik mocht het kistje meenemen.

Mijn eigen borduurspullen heb ik gesorteerd in dozen zitten; patroontjes bij elkaar, garen, stramien en naalden apart, als ik iets zoek, kan ik het meestal vrij vlot vinden.
Het is een bijzondere ervaring om zo’n doosje met borduurspulletjes van iemand anders te krijgen.
Haar handen hebben het zorgvuldig uitgezocht en opgeborgen, de naalden op grootte op een klein stukje stramien, het laatste borduurwerkje nog niet helemaal af.
Het doet me wat, het ontroert me.
Als ik uitpak wat er allemaal in het kistje zit, komt Gerda me als het ware tegemoet.

Er zit best heel veel borduurgaren in, dat ga ik allemaal niet gebruiken, want ik ben meer een haakster/breister.
Dat garen neem ik mee naar de eerstvolgende bijeenkomst van ‘Holy Stitch‘, evenals de tas vol handwerkpatronen die ik kreeg van Enny.
Een aantal spulletjes van Gerda bewaar ik; het groene kistje krijgt een ereplaatsje in mijn handwerkkast op de plank met mijn borduurspullen.
Als tastbare herinnering aan Gerda, die net als ik van borduren hield. 

Reageren

5 juli: Oude motieven bij het klaverjassen (1)

Over borduren blog ik niet zo vaak.  Het onderwerp  heeft wel een aparte tab in het menu onder Handwerken, maar de borduurwerkjes die ik maak zijn lange termijn projecten. Daar komt bij dat ik wel haak en brei in de auto en in gezelschap,  maar borduren doe ik altijd in mijn eentje,  dus dat schiet nooit zo op.  Na het liedboekomslag en de tweelingonderzetters ben ik vorig jaar in september begonnen aan een nieuw project: een opberghoesje voor onze klaverjasbenodigdheden: scorebloc,  spel kaarten, pen en stand van de familiescores. Deze dingen liggen nu allemaal los in de kast,  vallen soms ergens achter of schuiven tussen andere spellen. Het wordt een hoes die in drieën wordt gevouwen; aan de binnenkant komt een soort voering waar ik vakjes in kan naaien om de losse dingen in op te bergen.

Zelf bedacht,  zelf ontworpen, maar niet volgens een vastomlijnd plan.  Borduren is voor mij een soort ‘kleuren voor volwassenen’: welke vormen ga ik gebruiken, welke kleuren en hoe ga ik het verdelen. De lap verdeelde ik in drieën en besloot eerst het middelste vlak te vullen. Op internet zocht ik naar voorbeelden van schoppen,  klaver,  harten en ruiten en begon vanuit het midden met een vierkant met die vier symbolen.

Naast internet maak ik ook gebruik van borduurboeken die ik zelf heb.  In 2014 schreef ik al eens over ‘Randen borduren in kruissteek’; twee jaar geleden verraste Harriët me met een boek dat ze had gevonden in een kringloopwinkel : merklapmotieven. Dat zijn geen leesboeken maar snuffelboeken. Teltekeningen, voorbeelden, motiefjes op onderwerp gesorteerd: heerlijk om in te duiken voor ideeën voor zo’n klaverjasomslag.

Vorige week zocht ik nog iets om de rechthoeken naast het middelste vierkant mee te vullen.  in het boek vond ik wijnranken; die vond ik wel bij klaverjassen passen ;).
Alleen het onderste stukje gebruikte ik; voor die hele druivenstruik was geen plaats meer.

Dit is een eerste blog over dit project; wordt vervolgd dus.

Reageren

18 september: Geborduurde onderzetters

In februari 2016 schreef ik een blog  over plexiglas onderzettertjes waar je een borduurwerkje in kon doen. Meer informatie hierover?
Lees dan ‘Tweelingonderzetters en sokkenwol uit Leek’. 
Na de liedboekomslag  wilde ik even wat kleins borduren.
In 2016 had ik een aantal van die plexiglasonderzettertjes gekocht, maar na ‘de tweeling in roodtinten’ had ik er even weer genoeg van. Eind mei zocht ik een restje borduurlinnen op en borduurde drie onderzetters naast elkaar. De eerste was een experiment; ik wilde geen vierkanten of driehoeken maar iets ronds borduren. Dat werd de grote rode bal die op een Pokeball leek.
De andere twee borduurde ik volgens beproefd recept: in het midden beginnen, naar buiten toe werken en verfijnen met zilverdraad. (klik op de foto voor een vergroting).

Eerlijk is eerlijk: die met de rode bal vind ik niet zo mooi.
Hij zit wel in een doorzichtig onderzettertje, maar hij past niet echt bij de anderen.
Die andere twee zijn ook een tweeling geworden: ‘de tweeling in rood en grijs’.
Daarvoor gebruikte ik hetzelfde patroon, maar de kleuren donkergrijs en rood wisselde ik om. Mooi effect geeft het.

Inmiddels ben ik met een nieuw borduurproject begonnen: een omslag waar alle benodigdheden voor een potje klaverjassen in kunnen, zoals daar zijn een scorebloc, een spel kaarten, een pen/potlood en de befaamde ‘Opa-Vrieswijk-Klaverjas-dobbelsteen’. Als de omslag klaar is leg ik op dat blog wel uit waar die dobbelsteen voor is, want bij klaverjassen heb je normaal gesproken geen dobbelsteen nodig.

Reageren

31 mei: ’s Zondags gaat zij naar de kerk, met…….

… een boek vol zilverwerk.
Nou, vol zilverwerk valt wel een beetje mee, maar mijn liedboek heeft sinds kort zilveren accenten. En heel anders dan het zilveren ‘beslag’ dat in het kinderliedje over Kortjakje wordt bezongen.

Een jaar heb ik gewerkt aan een omslag voor mijn liedboek.
Vorig jaar in juni knipte ik een stuk borduurstramien op maat en tekende met potlood de contouren van het liedboek op de stof. Bij Vanderveen in Assen had ik een mooie kleurencombi gezien, dus daar kocht ik een paar strengen DMC. In mijn ‘borduurdoos’ met oude patronen vond ik wat mooie voorbeelden en zo begon ik aan mijn volgende ‘even tot rust komen met een borduurwerkje’-project.

Voorkant

Een uur borduren met daarbij mooie muziek op de oortjes

Achterkant

brengt mij volledige ontspanning. Alles kan ik even loslaten tijdens het maken van mooie patronen met kruissteekjes.

Vandaag dus een blog met veel foto’s: het is precies geworden wat ik in gedachten had.
Vanuit de ruit en de ster van het papieren voorbeeld borduurde ik de vlakken helemaal vol.

Voorkant, rug, achterkant en aan de zijkant nog twee zijflappen om om te vouwen.
Er is geen vastomlijnd plan, al bordurend bedenk ik wat de volgende stap zal zijn.
Geen kant van het borduurwerk is hetzelfde, steeds worden de kleuren en de steken in de omliggende veldjes  afgewisseld.

Het past precies om het liedboek, het zit er als een jasje omheen.
Als finishing touch bracht ik kleine accenten aan met zilverdraad.
Het geeft een luxe, zelfs een beetje middeleeuws effect aan het borduurwerk.
Als (ooh…..  ALS) we weer naar de kerk mogen met elkaar zal ik mij een beetje als Kortjakje voelen,
Met een boek vol zilverwerk.
Lees zilveren kruissteekjes.

Reageren

17 januari: Tea for one.

Donderdag had ik een vrije dag met helemaal niks in mijn agenda.
Dat gebeurt niet vaak; meestal plan ik op mijn vrije dagen wel een ‘koffie-date’, een mini-vergadering, een lunch-buiten-de-deur, iets met één van dochters of (minder leuk) een ziekenhuiscontrôle.
Naast de gebruikelijke donderdagklussen bleven er dus zomaar een aantal uren over, die ik gebruikte voor één van de dingen die ik het liefste doe, maar waar ik eigenlijk alleen in het weekend aan toe kom: borduren.

Als ik alleen thuis ben zet ik thee in een speciaal daarvoor bedoeld thee-potje; het is eigenlijk van Carlijn, maar het staat hier nog.
Het bestaat uit twee delen: een wijd uitlopend kopje en een potje dat daar precies op past.
Je kookt water en maakt thee, je vult het kopje en ook het potje, zodat je 3 ruime koppen thee hebt.

Diep tevreden nestelde ik me op de bank in de namiddagzon.
‘Grande messe des morts’ van Gossec op de oortjes, kruissteekjes op het stramien.

Geen meditatie-cursus nodig; helemaal zen aan de Boskamp op donderdagmiddag.

Reageren

16 januari: Ben ik een luie naaister?

Over het Schoolmuseum in Ootmarsum schreef ik een blog op 30 oktober >>>: toen ging het vooral over lezen, schrijven en rekenen.
Vandaag gaat het over één van mijn hobby’s, namelijk handwerken.
Als het over handwerken gaat hoor je vrouwen vaak gruwelverhalen vertellen over de handwerklessen op de lagere school. Die verhalen hoor je dan vooral van vrouwen die er helemaal geen aardigheid aan hadden en het dus ook niet konden.

Een bloemlezing:
“Je had van die dunne, stalen breinaalden waar de steken door mijn zweethandjes niet overheen konden glijden omdat ik van de stress veel te strak breide!”
“Mijn haakwerkje werd alsmaar smaller,  omdat de steek aan de zijkant niet duidelijk zichtbaar was; die nam ik dus niet op.  Zo ging ik van 20 naar 19 naar 18 stokjes om er bij 9 stokjes achter te komen dat er er iets niet in orde was. De frustratie!”
“Bij het borduren trok ik de draad zo strak aan, dat de stof helemaal naar elkaar toetrok, wat rare ribbels veroorzaakte. Van juf moest ik het weer uithalen. Zelden zulk dom werk gedaan.”
Diep kinderleed klinkt door in die verhalen.
“Ik nam het mee naar huis en daar maakte mijn moeder het af.”

In het voornoemde museum was een kamertje ingericht met handwerkjes die op de lagere school waren gemaakt.
Hoe herkenbaar!
Geborduurde bladwijzers, gebreide hemdjes, gehaakte kruikenzakken,: mijn zelfgeborduurde merklapjes uit 1969 (zie foto’s) hadden er zo tussen kunnen hangen.
Ik raakte niet uitgekeken.
Aan de wand hing een hele grote plaat met een tekening van alle mogelijke borduursteken én een tegeltje met spreekwoorden die betrekking hebben op handwerken.

– Een vrouwenhand en een paardentand zijn altijd in beweging.
– Elke dag een draadje is een hemdsmouw in het jaar.
– Ook de beste breister laat wel eens een steekje vallen.
– Een zondagse steek houdt geen week, bij ons in Drenthe beter bekend als: ‘Zundagswark is niet stark’.

Eén spreekwoord staat er niet bij: Lange draden, luie naaisters.
Heeft vroeger ooit een handwerkjuf tegen mij gezegd in een borduurles.
Het idee daarachter is dat je met een korte draad vaker moet afhechten en dat af- en aanhechten is minder leuk dan het borduren zelf.
Bij lange draden moet je in het begin heel hoog ophalen met je arm en heb je meer kans op knoopjes en slijtage.
Gelukkig mag ik al lang zelf bepalen hoe lang mijn borduurdraden zijn.

Reageren

Pagina 1 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén