Het project waar ik het langst mee bezig ben geweest is een geborduurd tafellaken.
In maart 2007 kocht ik van mijn verjaardagsgeld een heel groot stuk borduurstof bij ‘t Spinnewiel’ in Roden en begon aan mijn “tafellaken-project met randen”. In de winkel adviseerden ze mij om in het midden te beginnen en vandaar uit vierkanten te borduren.
Vijf basiskleuren zocht ik uit: blauw, rood, groen, lila en paars. De randen borduurde ik om en om in de combinaties blauw/rood en groen/lila/paars. Alleen in de buitenste rand gebruikte ik alle kleuren door elkaar in alle mogelijke verschillende combinaties.
De patronen van de randen komen uit het al eerder genoemde boek ‘Randen borduren in kruissteek’ van José Sterrenburg.


Het heeft al met al tot de zomer van 2013 geduurd tot ik het af had. Het had ook geen haast. Borduren is voor mij pure ontspanning. Het borduurmandje staat altijd onder de plek waar ik zit op de bank in de woonkamer. Zondagmiddagen lenen zich bijzonder goed om je in borduurranden te verdiepen. Verder ging het altijd mee op vakantie: het liefst zit ik dan op een warme dag onder een schaduwrijke boom te prikken met Bach op de oortjes. Ook de periodes dat ik in het ziekenhuis lag, was mijn borduurwerk een welkome afleiding. Het ontlokte een verpleegkundige de opmerking: “Daar zou ik het nou van aan mijn hart krijgen!”
Morgen deel 2: Borduren in quarantaine?
(vertaling: bemoei je niet met drakenzaken, want je bent knapperig en lekker met ketchup)
n een ‘log cabin’. Dat is een techniek die heel veel wordt toegepast bij quilten. Je begint met een vierkantje en je plakt er steeds randjes aan.




Borduurgaren-resten had ik ook genoeg. Als je zo’n kant-en-klaar borduurpakket maakt, dan hou je altijd heel veel over. Mijn dochters hadden zich ook wel eens gewaagd aan zo’n borduurwerkje, maar die maakten het meestal niet eens af. Hadden ze halverwege iets fout gedaan in het telpatroon en dan klopte het niet meer. Ik vind het zonde om dat dan weg te gooien, dus het kwam allemaal in een plastic
zak. Van mijn overbuurvrouw kreeg ik toen ze ging verhuizen haar hele voorraad: “Ik doe d’r toch niks meer met.” Toen heb ik alles wat ik had op een bult gegooid en alles op kleur uitgezocht.