een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Handwerken Pagina 19 van 22

21 oktober: Auto met gehaakt Tom-Tom-hoesje

Gisteren vertelde ik over mijn Toyota Yaris. Gerard en ik praten altijd over ‘de bolide’ (zijn Verso) en ‘mien koekblik’ (de Yaris). Maar hij doet het al vier jaar heel erg goed. Bij de oprit naar de snelweg zit ik in no-time op 120 kilometer en kan ik moeiteloos invoegen. Als er geen file staat.

In deze auto zit geen tom-tom. Tenminste niet in het dashboard. Vond ik ook niet erg, ik heb namelijk een haat-liefde verhouding met de Tom Tom. Het liefst heb ik zelf een kaart op schoot (zelfs in het vliegtuig).

Mijn vader leerde ons als kinderen al kaartlezen. Waren we op vakantie in het buitenland, dan zorgde hij er altijd voor dat er ook een oude kaart op de achterbank lag. Tijdens het autorijden gaf hij ons dan opdrachten. “We zitten nu bij Oldenburg. We zijn op weg naar Bremen. Hoe heet de rivier waar we straks overheen gaan? Hoe heet dat grote kasteel daar links?” Op de eerstvolgende parkeerplaats werd dan de kaart bekeken en maakte hij ons wegwijs op zo’n plattegrond.

Toen de eerste Tom Tom in onze auto zijn intrede maakte, was ik niet overtuigd van het nut van zo’n ding. Ik kon immers zelf kaartlezen? We kwamen toch altijd waar we wezen moesten? Maar op den duur bleek het toch wel handig. Vooral als je in een onbekende stad bent en je moet er weer uit: de Tom Tom leidt je heel handig de stad uit. Maar het blijft een moeizame relatie. Op weg naar ons vakantieadres in Tours leidde de Tom Tom ons naar Parijs. Toen Gerard tegen mijn advies in toch de richting van de navigatie bleef volgen kwamen we, met de caravan, dwars door de binnenstad van Parijs. Was de kortste weg. Had ik toch maar mooi de Sacre Coeur gezien. Maar dat wilde ik toen eigenlijk niet.

Toen wij in 2013 tom tom hoesjeeen vervanger voor de Verso kochten, zat daar standaard een navigatiesysteem in . Dus toen kreeg ik de Garmin-tom-tom in mijn Yaris.  Al die losse onderdelen te rammelen in het dashboard kastje, hoogste tijd voor een passend tasje:
een paar aan elkaar gehaakte granny square’s met een koordje er door. Niet dat ik hem ooit gebruik……. maar Frea laatst wel eens een keer. Op weg naar Groningen. Toen ik haar verhaal had gehoord heb ik besloten dat ik hem mooi in zijn gehaakte hoesje laat zitten.

Reageren

20 oktober: auto met een gehaakt kussentje

Sinds 2010 heb ik een eigen auto.
Daarvóór ging ik altijd met de bus of met de fiets naar mijn werk in Groningen.
Ik vond het niet nodig, twee auto’s op de dam.
Toen ik in 2009 getroffen werd door een derde hartinfart vroeg Gerard voorzichtig of het nu niet eens tijd werd voor een auto: dan was ik in ieder geval de stress kwijt van het haasten naar de bushalte, de wachttijden en de overvolle bussen. Zelf vond ik dat eigenlijk nog niet nodig.
Tot ik in september 2010 weer achterin zo’n overvolle bus zat. Ik moest eruit bij Martiniplaza, maar voor ik mij door een rijstebrijberg van in het gangpad staande zwetende pubers en rugtassen had heengewerkt reed de bus al weer verder!!! De stoom kwam mij uit de oren. En ik heb zo hard geschreeuwd dat de chauffeur mij op dat moment ‘halteloos’ uit liet stappen. Toen heb ik Gerard een sms’je gestuurd dat ik nu wel toe was aan een auto. Een week later stond hij op de oprit.
Een Toyota Yaris. Vergeleken met onze Toyota Verso een ‘ouwetje’. Maar wat was ik er blij mee….zo’n auto kun je, net als je bureau op kantoor, een beetje persoonlijk inrichten. Favoriete snoepjes in het dashboardkastje. De radio staat standaard op Radio 5. Vijftig plus hé? In de CD-speler zit Mozart. Of Bach. Op de achterruit zit een sticker “Hier ku’j Drents praot’n”. En op de hoedenplank ligt een gehaakt kussen. Deze Yaris is van mij. Geen twijfel over mogelijk.

Reageren

19 oktober: Smyrnakleed knopen met pa.

Mijn vader heeft in de jaren ’50 bij de Textielfabriek Gelderman >>> in Oldenzaal gewerkt. Als hobby had hij toen Smyrna-kleden en kussens knopen. Opa en oma hadden verscheidene van die kussens in huis en ook bij ons thuis lag er vroeger één op de bank. Het laatste project waar hij voor zijn trouwen aan was begonnen had hij niet afgemaakt: een groot vloerkleed. Het was voor drie-kwart af. Eind jaren ’70 ontdekte mijn vader bij een zolderopruiming dit smyrnakleed weer. “Wat moet ik hier nou met, ik heb niet genog wol meer en die kleur’n ku’j d’r vast niet meer bijkrieg’n.” Ik had nog nooit zoiets gezien. Mijn vader liet me zien hoe je met een speciale smyrnanaald (met een haakje) korte draadjes in zo’n stramien kon prikken. Hij had een antiek patronenboek uit de jaren ’50 (heb ik geëAntiek Smyrna patroonboek rfd) en hij deed voor hoe je aan de hand van een patroon het stramien kon vullen. O man wat was dat leuk. Maar er was niet genoeg garen. Toen besloten we dat we ons best gingen doen om het kleed af te maken. Mijn vader heeft stad en land afgezocht naar bijpassende kleuren en het kwam er redelijk dichtbij. Samen hebben we het kleed helemaal afgeknoopt. We zetten het met klemmen vast aan de keukentafel en we hadden er veel voldoening van dat het klaar was. Het heeft eerst een hele tijd bij mijn ouders in de kamer gelegen. In het begin gaf het verschrikkelijk af: er kwamen handen vol wol uit.

Mijn moeder had camel-kleurige vloerbedekking en die was er in het begin niet blij mee. Het was namelijk een overwegend rood kleed. (zie plaatje van een kwart van het kleed hiernaast uit het antieke boek) Maar het uitharen hield vanzelf op toen het was ingelopen. Na een paar jaar verdween het weer naar zolder. Het was lastig stofzuigen en mijn moeder kreeg andere vloerbedekking.

SinterklaasavondToen wij in Roden kwamen wonen kregen wij een parketvloer. En daar kwam het kleed prima van pas! Het heeft er nog jaren gelegen, tot ik er ook zat van was. Het was lelijk geworden, er zaten vlekken in (gek hé met drie kinderen). Gelukkig hebben we de foto’s nog….deze is van Sinterklaasavond 1994.

Reageren

16 oktober: Gehaakte gordijntjes van vroeger (3)

Het laatste deegordijn 3l in deze serie gaat over een voordeur-gordijn. Deze had ik zelf ontworpen met het patroon van een sprei als voorbeeld. Het gordijn was helemaal precies op maat gemaakt en zat aan de achterkant van de voordeur vast met van die witte, rekbare, gordijnroedes die je in een metalen rondje vastzette.

Leuk detail op deze foto: deze is gemaakt in het jaar dat wij onze garage bouwden. Gerard is hier bezig met de stiep. Hij heeft die stiep zo gemetseld, dat hij een kwart slag gedraaid is. Dit kunst-stukje op metselgebied is nog steeds te bewonderen aan de Boskamp nr. 30. Destijds was er iemand in onze buurt die zich afvroeg of Gerard wel door had dat hij scheef omhoog metselde: “Hij zal toch niet dronk’nd west weden….”

Reageren

15 oktober: gehaakte gordijnen van vroeger (2)

De verhuizing naar Roden verliep vlekkeloos, alleen was ik de eerste weken ziek van de heimwee. Maar daar had ik niet veel tijd voor. Frea was 2 en Harriët 4 maanden dus we vonden onze weg wel. Het nieuwe huis had geen erkertjes. En geen glas-in-lood. Maar enorme ramen. Waar dus enorme gordijnen voor konden. Had ik mooi wat te doen.
Hieronder een foto van de eerste periode in ons huis aan de Boskamp. Mét de enorme gordijnen en de redenen waarom de heimwee niet zo lang duurde.

Gordijn 2 Toen ik mijn fotoboeken doorbladerde viel het me op dat die gordijnen er echt jaren gehangen hebben, minstens 10 jaar.

Voor de keuken had ik zelf een gordijn ontworpen met keukenattributen uit een borduurboek. Met filet-haken (hokjes en stokjes) kun je dat vrij eenvoudig realiseren: een baan uit een spreipatroon en aanvullen met figuurtjes.

keukengordijn1 keukengordijn2

Je maakt eigenlijk nooit foto’s van een keukengordijn, maar wel van kleine meisjes die in bad (of in een emmer) zitten. Hierboven foto’s  van Harriet (1990) en Carlijn (1994).

Reageren

14 oktober: Gehaakte gordijnen van vroeger (1)

Gerard en ik zijn in 1983 getrouwd en waar ik in die tijd helemaal gek van was waren gehaakte gordijnen. Het eerste huis waar we in woonden aan de Rijksweg in Hoogersmilde(maart 1983 tm september 1983) was al helemaal ingericht, dus daar hoefde ik geen gordijnen meer voor te haken. Vond ik jammer!

Ons tweede huis (oktober 1983 tm mei 1985) was een nieuwbouw huis en daar kon ik helemaal los. Gehaakte takjes met een roosjes-patroon.
Hierbij drie PDF-bestanden met een beschrijving van deze gordijntjes:
Roosjesgordijn 1
Roosjesgordijn 2
Roosjesgordijn 3

roosjes-gordijn

Deze gordijnen kon ik ook weer gebruiken in ons derde huis (1985 tm 1989), dat echt gemaakt was voor gehaakte gordijnen. Twee erkertjes had het huis (gebouwd in 1936) en boven alle ramen zaten glas-in-lood-raampjes. In de kamer zaten nog de originele suitedeuren. Het kindje op de foto is Frea in 1988.

roosjesgordijnfrea

In de keuken had ik gordijnen halverwege het raam met een rozenpatroon.

We betrokken ons vierde huis (in Roden) eind september 1989. In een volgend blog over gehaakte gordijnen zal ik van dat huis enkele gordijnen laten zien.

keukengordijnrozen

Reageren

13 oktober: Tandarts en borduren.

Vandaag moest ik naar de tandarts. Vanmorgen én vanmiddag. Op Gerards verjaardag (25 juni) was namelijk een oude kroon doormidden gebroken en had ik alleen nog een heel raar stompje in mijn kaak staan. Mijn eigen tandarts was toen op vakantie, maar gelukkig kon ik terecht bij een vervanger in Roden. Die zei: “Hier kan ik eigenlijk niks meer mee, ik bak er wel wat op, dat houdt wel een paar weken en dan moet je eigen tandarts er maar mee aan het werk.” Dat is dus vandaag gebeurd. Ik zal er niet te lang over uitweiden maar het zijn voor mij geen fijne dagen. Met een beurse onderkaak en een dizzy hoofd zat ik vanmiddag op de bank toen de verdoving er uit trok. Wat dan heel goed helpt is borduren. Dat doe ik graag en je moet jezelf met zo’n brak hoofd gewoon een beetje verwennen.

Het ‘probeer-miniatuurtje’ voor de i-padhoes is nu klaar.

Miniatuurtje uitgeprobeerd

Op 14 september schreef ik al over het log-cabin borduren, met dit miniatuurtje heb ik verschillende dingen door elkaar uitgeprobeerd. Het grote patroon in het midden komt uit het boek van José Scherrenburg, evenals sommige andere hokjes.
Ook heb ik gebruik gemaakt van de randjes van ‘Randje per week’>>> en de rest heb ik zelf bedacht. Nu kan ik aan de echte hoes beginnen. Ik heb alleen nog geen i-pad….. nog twee weken!

Reageren

8 oktober: Colsjaal & muts

Het wordt kouder. Na een heeeeeele lange zomer liep ik gisteravond in mijn zomerjasje naar franse les en dat was niet slim. Koud was het. Het waaide hard en ik had mijn winterjas aan moeten doen. Vanmorgen heb ik de winterjas uit de kast gehaald met daarbij het doosje met de sjaals en mutsen. Twee jaar geleden (lange koude winter van 2012/2013) heb ik een colsjaal en een muts gebreid van hele kleurige elastische wol. Die zijn zo warm, die kun je alleen maar aan als het echt hartstikke koud is. Heel effectief dus.

Deze wol kocht ik destijds bij ’t Spinnewiel in Roden en de eigenaresse van het zaakje gaf mij een goede tip: “Niet in boordsteek breien” zei ze “maar met een variant daarop.”

Het gaat zo: je zet een veelvoud op van vier steken + 1.

Dus 81. Of 85. Dan brei je de eerste naald 2 steken recht, 2 steken averecht en zo steeds door. Aan het einde van de toer heb je dan 1 over, die brei je recht. Op de terugweg, de tweede toer, doe je hetzelfde. De derde toer ook. Zo komt er aan elke kant steeds maar één rij “V-tjes” onder elkaar en daar tussenin verspringt het steeds van recht naar averecht. Het was een simpele tip, maar het effect is verbluffend: het geeft een heel ‘los’ effect. Brei je je col dan ook ook nog op een naald groter dan op het papiertje rond de wol is aangegeven, dan wordt het dus een hele warme col.

Vanmorgen heb ik de col en de muts nog maar even terug in het doosje gedaan. Eerlijk gezegd heb ik nog geen zin in sneeuw en ijs.

Reageren

7 oktober: Uiltjes-wanten

Vorig jaar kwam dochter Carlijn met een breiboek waarin gebreide wanten stonden met een uiltje er op. ‘Skattie-wattie”  waren ze volgens haar. Of ik ze kon breien?

Een uitdaging. Want het patroon bleef wat vaag over de dikte van het garen en de grootte van de breipennen. Dus eerst maar wat uitproberen. Deze handschoenen brei je als sokken op vier pennen. En de boordsteek was heel bijzonder, want 1 toer brei je 2 recht 1 averecht en in de volgende toer haal je de tweede rechte steek eerst over de eerste heen en dan brei je hem. Het geeft een heel apart effect en de boord wordt zo heel elastisch.
beschrijving deel 1 >>>
beschrijving deel 2 >>>

Beschrijving deel 3: De duim: Neem 3 steken van de stekenhouder op een breinaald zonder knop en leg de andere 3 steken van stekenhouder op een tweede breinaald zonder knop. Neem met de 3e breinaald zonder knop 3 steken op bij de opening van de duim. Brei nu 5 toeren tricotsteek. Dan steken afkanten.

Afwerking: de zwarte knoopjes bij de averechte steken van de kabels bij het gezicht van de uil vastnaaien. De tweede polswarmer in spiegelbeeld maken, zodat de duim op de goede plaats komt te zitten.

(Opmerking:uiltjes-wanten ik heb de polswarmers met dunner garen gebreid (en dus ook op dunnere pennen) en heb het patroon hier en daar wat aangepast.  De polswarmers gebreid volgens dit patroon zullen er dus iets anders uitzien als op dit plaatje. )

 

De handschoenen zijn bijzonder goed gelukt. Zo goed, dat ik al vier paren heb gebreid voor liefhebbers hier en daar. Onder andere voor mezelf.

Mocht je ze ook willen breien, het patroon deel 1 en 2 vind je op de linkjes boven de foto, deel 3 (de duim) staat beschreven onder de linkjes.

Reageren

2 oktober: Borduren in quarantaine?

Vervolg van gisteren: deel 2. Het was dus de bedoeling dat ik vierkanten ging borduren, maar in het boek van José Sterrenburg staan alleen maar rechte randjes. Dus hoe je ‘de hoek om moet’ moest ik zelf bedenken. Meestal liet ik de randjes van twee kanten bi011j elkaar komen en bedacht ik ter plekke hoe ik het in een hoek aan elkaar kon vlechten. Eerst tellen hoeveel hokjes er tussen zitten en dan maar kijken hoe het uit komt.

Soms haalde ik weer uit wat ik zelf bedacht had, dan vond ik iets anders toch mooier. Toen het bijna af was moest ik nog bedenken hoe ik het zou omzomen. Janny Alssema, borduur-collega, liet mij zien hoe je een zoompje kon maken door het naar voren om te vouwen en in de hoek zo in te knippen dat het precies naar binnen valt. Ze had een voorbeeld in papier uitgeknipt, dat heb ik nagemaakt en gebruikt.

009

Gisteren schreef ik al dat ik als het warm is graag onder een boom zit te borduren. In Noord-Duitsland was het plekje onder een boom afgezet met rood lint, omdat dat vrij gehouden moest worden voor een evenement. Toen leek het even alsof ik een enge ziekte had: ik moest ‘in quarantaine’ borduren…!

Het kleed wordt gebruikt op zon- en feestdagen, meestal als ook de dochters, al of niet met aanhang, thuis zijn. Een feest-kleed dus.

Reageren

Pagina 19 van 22

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén