een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Handwerken Pagina 6 van 22

20 oktober: Lezer van de maand – Marianne Weisenbach

Hoe kennen wij elkaar?
Wij kennen elkaar via mijn zus Jacquelien. Zij en Ada zijn collega’s bij Lentis. Zo nu en dan hebben Ada en ik contact via de mail over onze hobby haken.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben geboren op 18 juli 1964 in Veendam.  Daar heb ik de Havo afgerond. Na een korte opleiding tot medisch secretaresse ben ik in 1985 gaan werken en wonen in Amsterdam. Na ook in Haarlem, Almere en Wildervank gewoond te hebben ben ik nu weer terug in mijn geboortedorp. Sinds 2008 heb ik een heel fijn huis met een heerlijke tuin in het centrum van Veendam.

Verliefd, verloofd, getrouwd?
Alleenstaand maar mijn huis delend met 3 leuke, lieve katers.

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen?
Ik werk als medisch secretaresse op de afdeling radiologie van het Martini Ziekenhuis.  Dat doe ik 4 dagen in de week. De andere 3 dagen vul ik met tuinieren,  klussen, creatief bezig zijn, knuffelen met mijn 3 katers, familie en zo af toe moet er ook nog wel eens wat huishoudelijks gedaan worden.  Ook ga ik graag op vakantie.  Paar weekjes naar Griekenland of lang weekend naar Texel.  Dat doe ik samen met mijn lieve zus Jacquelien. We hebben altijd erg veel plezier samen. Afgelopen jaar zijn we in Nederland op vakantie geweest. In september hebben we genoten van Zeeland. Verrassend mooi.

Wat wil je graag met de lezers delen.
Ik wil graag delen hoe leuk het is om creatief bezig te zijn.  Zolang ik mij kan herinneren ben ik wel  iets aan het maken. Via kaartjes maken, bloemschikken, mozaïeken, servies stippen en nog vele andere leuke bezigheden heb ik mij sinds een aantal jaren op het haken gestort: helemaal hooked.

Waarom is haken nu zo leuk? Het is ontspannend, even je hoofd leeg maken na een dag werken.
Het geeft voldoening; onder je eigen handen ontstaan de mooiste dingen.
Je kunt er iemand blij mee maken.  Het is toch heel erg fijn en origineel om iemand een handgemaakt cadeau te geven? Een knuffel, sjaal, mand  je hebt altijd een uniek cadeau.
Haken kun je overal doen.  In de tuin, op de bank voor de tv, in de auto, op vakantie; al wat je nodig hebt is een bolletje wol en een haaknaald. Nou ja, misschien een leuk haakpatroon.
Het schijnt ook goed te zijn voor de hersenen.  En het is tegenwoordig helemaal hip.
Vorig jaar heb ik van mijn zus een abonnement op een haaktijdschrift voor mijn verjaardag gekregen, daar staan de leukste dingen in.
De enige stress die ik er van heb is keuzestress. Wat zal ik gaan maken?  Het gevolg is dat ik altijd met meerdere projecten tegelijk bezig ben.

Gehaakte knuffel

Haken is ook heel  divers. Zelf mag ik graag knuffels en woonaccessoires  haken.
Aan kleding haken (behalve sjaals) heb ik mij nog niet gewaagd. Dat komt nog een keer.
Dekens, kussens, manden, mandala’s, tassen er zijn oneindig veel mogelijkheden.

Mochilla-tas met koord en schouderband.

Ik mag ook graag nieuwe technieken uitproberen. Boekje gekocht over mochilla haken en een paar YouTube filmpjes  gekeken en daarna ben ik gewoon begonnen. Proeflapjes sla ik over. Je werkt  hiermee met meerdere kleuren tegelijk. Je haakt met een kleur en neemt de andere kleuren mee onder je steken en volgens patroon wissel je van kleur. Op deze manier kun je heel goed patronen haken. Heel leuk om te doen.  Het kost wel wat tijd en het is niet zo geschikt om voor de tv te doen. Als je tenminste het tv programma ook wilt volgen. Zo heb ik een hele leuke tas gemaakt.  Bij deze tas hoort ook een koord en een schouderband. Het koord heb ik gemaakt met een kumihimoschijf.

Inkle loom: bezig met de schouderband.

‘Kumi’ betekent vlechten in het Japans en ‘himo’ koord.  Japans vlechten dus. En de schouderband heb ik gemaakt met de  Inkle loom, een klein bandweefgetouw; hiermee kun je hele mooie banden weven.

Mandala

Zo zijn er veel  verschillende soorten haaktechnieken. Bijvoorbeeld Tunisch haken, corner to corner, filethaken,  granny squares,  mandala’s,  plannend pooling (hiermee creëer je met een meerkleurig garen een ruitpatroon, zelf nog niet geprobeerd). En nog veel meer.

Nog een  techniek die ik als laatste wil benoemen is mozaïek haken.  Je haakt met twee of meer kleuren zonder dat je in 1 toer steeds van kleur hoeft te wisselend. Om de 2 toeren wissel je van kleur. Je haakt volgens een telpatroon en het is heel geschikt voor grafische patronen.  Het lijkt ingewikkeld maar dat valt reuze mee.  Je gebruikt eigenlijk alleen de drie basissteken lossen, vasten en stokjes.  Ik ben nu bezig met een kerstdeken in deze techniek.

Mozaïek haken: kerstdeken.

En dan ga ik  nu weer snel aan de haak.  Waar zal ik eens mee verder gaan?
De granny square deken, het lantaarntje of toch de omslagdoek?
Nee laat ik eerst de kerstdeken maar gaan afmaken: Kerst komt er aan.

Ook zin gekregen om te gaan haken, gewoon doen!

Reageren

6 oktober: Holy Stitch in de herkansing.

Vorig jaar op maandag 5 oktober hadden we de eerste bijeenkomst van ‘Holy Stitch’: een maandelijkse bijeenkomst voor creatievelingen op handwerkgebied.
Wat voor  steken je ook maakt: iedereen is welkom.
Die eerste bijeenkomst was ook gelijk de laatste, want corona maakte meer bijeenkomsten in het seizoen 2020/2021 niet meer mogelijk.
Meer weten over die bijeenkomst? Lees dan hier het blog  dat ik toen schreef.

Dit jaar is ‘Holy Stitch’ niet op maandag- maar op dinsdagmiddag; gistermiddag zagen we elkaar weer in de hal in Op de Helte.
We begonnen maar weer gewoon met een rondje voorstellen, want hoe we allemaal heten, dat waren natuurlijk al weer vergeten.
Iedereen beantwoordde de vragen ‘Hoe heet je, hoe lang woon je in Roden (en waar kom je vandaan) en waar ben je nu op handwerkgebied mee bezig’.

Het doel van dit clubje is natuurlijk ontmoeting.
Een praatje maken, laten zien wat je aan het doen bent, elkaar helpen, motiveren en op leuke ideeën brengen.
Gistermiddag had één van de dames een achter- en voorpand van een trui mee en vroeg zich af hoe het nou moest met het breien van een boord.
Dan is het handig als iemand anders dat weet en haar op weg kan helpen.

Na het voorstelrondje was er al drie kwartier om; daarna was het tijd voor waar we eigenlijk voor kwamen, namelijk handwerken en bijpraten.
Het was gezellig en er was koffie en thee. Er werd over en weer kennis gemaakt, er werden stoelen bij geschoven, handwerkjes en bijzondere tassen werden bekeken.
Een paar dames waren aan het borduren; één van hen deed dat in opdracht voor iemand in Friesland.
Het waren geborduurde randjes die je op een gastendoekje kon naaien. Toeristen schijnen er gek op te zijn.

Eén handwerkje dat iemand had laten zien was erg populair; het was een gehaakte windspinner.
Aan een tafeltje met vier dames zat al iemand driftig het patroon over te schrijven.
Overschrijven ja.
In onze digitale wereld kun je je dat haast niet meer voorstellen, maar als je snel even een patroontje op papier wilt hebben kun je het ook nog gewoon overschrijven.
Ik kreeg het patroontje mee om het digitaal met iedereen in de groepsmail te delen, dat zal ik vanavond doen.
Voor mijn lezers vandaag alvast een link naar  de website waar deze windspinner op beschreven staat: gehaakte windspinner.
Overschrijven hoeft dus niet; uitprinten kan ook.

Reageren

17 september: De toversokken van Kolletje

Er is tegenwoordig een kinderboekenserie met Kolletje als hoofdrolspeelster.
Dit staat er over Kolletje op de website van de Kinderboekenwinkel:

Kolletje is een vrolijk en eigenwijs meisje dat eigenlijk de veel te lange naam Katharina Orselia Laetitia heeft.
Als Kolletje vier wordt, krijgt ze van haar tante een wel heel bijzonder cadeau: een paar toversokken.
Wanneer ze die aantrekt en ‘Katharina Orselia Laetitia’ zegt, krijgt ze op slag speciale krachten waardoor de wonderlijkste dingen een makkie voor haar worden. Als ze bijvoorbeeld haar eten niet lust, laat ze het simpelweg verdwijnen!
De boeken over Kolletje worden geschreven door Pieter Feller en geïllustreerd door Natascha Stenvert. 

Het dochtertje van een vriendin van Frea is fan van de boekjes van Kolletje en ze was gisteren jarig; haar moeder wilde haar graag verrassen met net zulke sokken als haar boekenheldin: rood met witte toversokken. Of ik die kon breien….

Ja, dat dacht ik wel; ik kan immers ook gewone sokken breien. Bij Jeanet van ‘Blij dat ik brei’ in Arnemuiden kocht ik heel dun garen en rekende met de bijgeleverde matentabel uit hoeveel steken ik moest opzetten (48) en begon op heel dunne pennen (2.5) de sokken te breien.

Wat een gepriegel.
Vooral het begin was heel lastig… de pennen gleden weg als ik de steken over de drie naalden wilde verdelen. Toen ik eenmaal op gang was moest ik wel erg wennen: ministeekjes!  Wat een verschil met die pen 4 en grote-mensen-sokkenwol waar ik anders sokken mee brei. Maar het ging al snel steeds gemakkelijker en toen ik voor de tweede keer met rood begon was ik al weer lekker ontspannen aan het breien.

Inmiddels zijn ze klaar en zijn ze als cadeautje ingepakt.
Toversokken.
Nou hoop ik dat het meisje niet denkt dat ze echt kan toveren met die sokken; toverstof heb ik niet meegebreid.
Dat was nergens meer te koop…..

Vanmorgen kreeg ik een appje van mama: de sokken passen perfect. Maar ze wil ze niet aan.
De sokken zijn van Kolletje en als iemand anders dan Kolletje ze aantrekt en gebruikt gaan ze heel erg stinken.
Hilarisch vind ik het!  Als je vier jaar bent ga je nog helemaal op in fantasie; vooral van genieten vind ik.
De werkelijkheid van de ‘grote-mensen-wereld’ komt immers snel genoeg.
De sokken worden nu geknuffeld; ook prima!
Op foto de kersverse vier-jarige met de sokken én haar toverstokje.

Deze toversokken ook breien?
Ga dan naar het blog  ‘Sokken breien en mannenhumor’  uit 2020.
Daarop vind je een link naar een matentabel en link naar en PDF met de beschrijving van het breien van een sok.
Ik zette 48 steken op, het patroon heeft het over 56.
Het patroon moet je dus steeds een beetje aanpassen aan jouw aantal steken.
In het begin wordt dat dan 1 naald van 20 steken en 2 van 14= samen 48.
Ook de lengte van de sok hangt natuurlijk af van de leeftijd van het kind voor wie je ze breit.

Reageren

4 september: Gehaakt lampionnetje.

Begin mei schreef ik een blog over de gehaakte lampionnetjes van Ina.
Aan het slot daarvan schreef ik:
Als ik klaar ben met de twee haakklussen die nog op het programma staan  (een zomer-buitendeken en een kussenovertrek voor onze buitenstoelen) ga ik ook zo’n glazen potje ‘omhaken’.
Waar ik dan natuurlijk ‘kond van doe’ in dit digitale magazine!
Zoals je hebt kunnen lezen zijn die twee haakklussen inmiddels klaar en heb ik me kunnen verdiepen in de lampionnetjes.
Leuk!
In één avond klaar.

In dat blog over Ina’s lampionnetjes linkte ik naar een verzamelpagina met links naar werkbeschrijvingen van het omhaken van potjes voor waxinelichtjes, lantaarntjes en windlichtjes.
Hierbij nogmaals een link naar die pagina: Freppi.
Daarop vond ik nét niet wat ik zelf wilde, dus ik maakte er één, maar deed toch weer een paar dingen anders. Het netwerk haakte ik met wat kleinere mazen door niet 8 maar 5 lossen te haken en ik maakte het ook wat hoger. Verder haakte ik een koordje en haalde dat door een toer schelpjes en trok het haakwerk met een strikje strak om het potje heen. Het strikje versierde ik met wit, ecru, lichtbruine en beige knoopjes uit het knopenblik van Griet.

Geen werkbeschrijving van mij dus vandaag, alleen een beetje digitale inspiratie. Link naar de Freppi-pagina en leef je uit!

Reageren

10 augustus: Niet aan beginnen.

Als ik op deze website iets deel op het gebied van handwerken, dan is dat omdat ik dat zelf leuk vond om te maken.
Wat ik dan deel is een voorbeeldje, een beschrijving van de steken of een patroon, in ieder geval een uitnodiging aan andere handwerksters om ook zoiets te maken.
Vandaag een blog over een stoelkussenhoes die ik heb gehaakt voor één van onze buitenstoelen.
Dat moest een stevig stofje worden dus ik maakte dat met de techniek ‘Tunisch entre-lac haken‘.

Vier kleuren grijs koos ik uit, want de stoelen zijn bijna zwart en het andere kussen is lichtgrijs, dus dat is een mooie combi.
Het was een mooi idee, maar ik heb me er flink op  verkeken.
Het tunisch entre-lac haken komt precies en omdat het stoeldekje stevig moest worden haakte ik het met een iets kleinere haaknaald.
Daardoor was het haken niet echt ontspannen (goed kijken waar je insteekt, soms een beetje wurmen om de naald er in te krijgen) en het duurde lang.

Halverwege de voorkant (de bovenkant van het kussen)  bedacht ik dat ik niet de hele hoes met de ingewikkelde Tunische steek ging haken. Die andere kant ligt immers op de kop tegen de zitting van de stoel aan, daar kon ik wel gewoon stokjes haken.

Achterkant: kan wel met stokjes…..

Ook het opstaande randje aan de zijkant haakte ik met stokjes en 1 kleur: lichtgrijs.
Wat een gepruts.
Wat een gedoe.
Als je bedenkt hoeveel ik op mijn werk in één uur verdien, dan is dit kussen niet te betalen; materiaal nog niet eens meegerekend.
Ik had beter een nieuw kussen kunnen kopen.
Dat is natuurlijk wel vaker zo met handwerken, want garen is duur, maar dan beleef je tenminste plezier aan het proces van het maken/prikken.

Mijn advies: niet aan beginnen.
Aan de andere kant: het is wel heel mooi geworden……

Reageren

22 juli: Hoe een dekentje kussen werd.

In een vorig blog over mijn cadeau voor mijn ex-duobaan-collega Jacquelien (zie: Geen boek? Dan een deken.)  schreef ik in de laatste regel:
Misschien vraag je je af waarom er knoopjes aan het dekentje zitten? Daarover meer in een volgend blog onder de titel ‘Hoe een dekentje kussen werd’.

Als ik het laatste stadium van het haken van het dekentje het werk weglegde, vouwde ik het op in vieren.
Het leek net een kussen; mooi met die 9 vierkantjes aan de bovenkant.
Toen kwam ik op het idee om er een randje om heen te haken en daar knoopjes aan te zetten, zodat het dekentje in opgevouwen toestand op een kussen lijkt.
Dat was een leuk idee, maar toen werd het wel een plat kussentje.
“Er moet eigenlijk iets van ‘opvul’  in dat kussen….”
Het werd een omslagdoek.

Met nog een andere kleur blauw breide ik een omslagdoek met een ajourstekenpatroon dat ook golfjes veroorzaakt, maar anders dan bij de haaksteek.
Het breien van de omslagdoek ga ik niet helemaal beschrijven, er zijn genoeg breibeschrijvingen op internet te vinden: wees creatief en bedenk iets.
Hierbij een link naar de website Wol & Co, waar je een breibeschrijving en een telpatroon voor deze golf-ajoursteek vindt. (klik op de foto’s voor een vergroting).

De omslagdoek vouwde ik zo op dat het een vierkant wordt. Om het hele dekentje haakte ik een toer vasten en toen nog een toer vasten waar ik op bepaalde plaatsen een knoopsgaatje haakte.
Dit kan ik niet helemaal beschrijven. Vouw het dekentje op als een kussen en je ziet waar de knoopjes moeten komen. Aan elk van de twee zijkanten heb je vier knoopjes waar drie knoopgaatjes omheen komen. Aan de kant met de dubbele vouw haak je midden op het dekentje een paar lossen als knoopgaatjes en naai je aan de ‘overkant’ 4 knoopjes vast.. Om in de stijl van de Griekse zee te blijven hebben de knoopjes ook golfjes!

Dinsdagavond 13 juli gingen we samen uit eten in Zuidlaren; we aten een lekkere pizza.
Toen het cadeau was uitgepakt moest ik nog wel even uitleggen hoe de deken moest worden opgevouwen en waar de knoopsgaten zaten.
We maakten na het eten de tafel zelfs even leeg om te oefenen…..

Een multifunctioneel cadeau: een kussen voor op de buitenbank, een dekentje voor over je bovenbenen en een omslagdoek voor over je schouders in één.
Voor als je nog lekker buiten wilt zitten in de frisse avondlucht.
Zelf bedacht, zelf ontworpen en zelf gemaakt voor mijn multifunctionele collega, die ik nog steeds mis.
Zo denkt ze misschien nog eens aan me.

Reageren

17 juli: Geen boek? Dan een deken.

Jaren  trokken we als duo-baan collega’s  samen op (vanaf 2009) . Jacquelien en ik vormden een goed stel en samen ‘runden’ we het management van de afdeling  Ouderenpsychiatrie. Als het aan ons had gelegen was dat zo gebleven,  maar ons werd niets gevraagd en op een gegeven moment hoefden we het fort niet meer te verdedigen.

Zij ging met haar uren naar de Opnamekliniek in Zuidlaren en ik ging deel uitmaken van het secretariaat van Team290.
In het begin belden we elkaar nog minstens één keer in de week. In de laatste fase van onze samenwerking was dat nog werkoverleg: hoe doen we dit, wat gaat daarmee gebeuren, maar toen ik bij de kliniek in Groningen ging werken werd dat al minder en belden we om de twee weken. Sinds ik bij Team290 werk hebben we qua werk helemaal niets meer met elkaar te maken, dus bellen we op momenten dat we allebei vrij zijn.

Toen we vorig jaar juli ons officiële afscheidsetentje hadden met z’n tweeën kreeg ik van haar een prachtig boek, net iets voor mij!
(Weten welk boek? Lees dan het blog ‘Samenwerkschap’ van juli 2020.)
Destijds had ik haar een exemplaar van mijn boek beloofd dat uit zou komen rond mijn 60e verjaardag, maar dat kwam er niet….(zie TBONTB)
Dus ik bedacht iets anders.

Het werd een zelfgemaakt buitendekentje voor frisse momenten.
Zo’n dekentje dat tegenwoordig in de HoReCa op elk terras ligt om over je benen te gooien.
Stiekem overlegde ik met Jacquelien’s zus. “Wat vindt ze mooie kleuren?”
Van Jacqueliens bijdrage als Lezer van de maand weten we dat ze weg is van Griekenland, dus het werd een dekentje van twee kleuren blauw en wit.
Op internet vond ik ‘de dekensteek’; als je die haakt ontstaan er allemaal kleine golfjes, wat weer doet denken aan de Griekse zee.
Hierbij een link naar de website ‘de Breiclub’, waar de dekensteek duidelijk wordt beschreven met een teltekening én een instructiefilmpje.
9 bollen garen voor haaknaald 5 bestelde ik op internet en ik begon met de deken.
Ik begon met één vierkantje wit, en in ruitvorm haakte aan dat vierkantje twee donkerblauwe vierkantjes vast.
Aan die twee vierkantjes haakte ik drie lichtblauwe vierkantjes vast en vervolgens ging ik weer over op wit: 4 vierkantjes.
Toen ik 6 vierkantjes op een rij had minderde ik weer rij voor rij naar één vierkantje: toen was het dekentje klaar.
Misschien vraag je je af waarom er knoopjes aan het dekentje zitten? Daarover meer in een volgend blog onder de titel ‘Hoe een dekentje kussen werd’.

Reageren

15 juli: Thuredrith 3 – Op bezoek bij Jeanet.

Al jaren ben ik trouw lezer/volger van het blog  ‘Blij dat ik brei’  van Jeanet Jaffari-Schroevers.
Zij is de eigenaresse van een wolwinkeltje in Arnemuiden.  Ik was al heel lang van plan om haar eens op te zoeken,  maar het is zo ontzettend ver weg als je in Roden woont.
Een dagje heen en weer vond ik geen optie.
“Kunnen we vanuit Dordrecht niet één dagje naar  Zeeland?  Dan combineren we dat met een paar uur aan het Noordzeestrand” opperde ik voor onze vakantie; Gerard vond dat een prima idee.

Vorige week woensdag 7 juli liepen we om 10.30 u op de Markt in Arnemuiden en zag ik het overbekende geveltje dat op de voorpagina van de website staat.
Eenmaal binnen was het een feest van herkenning: sjaaltjes, knuffeltjes,  dekentjes,  boekjes,  wolletjes: alles had ik al eens voorbij zien komen op de website.
Jeanet zelf stond gezellig in het Zeeuws te babbelen met een klant en ik kon op m’n gemakje rondkijken in de winkel.
Toen zag ik ook gelijk al wat ze bedoelde met “ik heb eigenlijk veel te veel garen voor de ruimte die ik tot mijn beschikking heb…”.
Dan schrijft ze over dozen vol nieuwe bestellingen die binnen komen en dat ze soms niet weet waar ze er mee heen moet.

“Als ik u ergens mee kan helpen, dan zegt u het wel,  hè?”
Natuurlijk  kon ze me helpen.
Maar eerst wilde ik gewoon even met haar praten.

Over het schrijven en bijhouden van een blog.
Over haar werk in de zorg en het hoofd boven water houden in coronatijd.
Over mijn bewondering voor haar tomeloze energie en haar creativiteit.
Over breiclubjes, workshops en natuurlijk over het plezier in het delen van patroontjes,  steken en handwerkervaringen.
(klik op de foto voor een vergroting)

En natuurlijk kon ze me helpen.
Een vriendin van Frea heeft een dochtertje van bijna twee die helemaal fan is van Kolletje.
Weet je niet wie Kolletje is? Hierbij een link naar de website van de Kinderboekwinkel.
Kolletje heeft toversokken; rood wit gestreepte kniekousen.
Kon ik een paar breien als cadeautje?
In Arnemuiden kocht ik twee bolletjes fijne wol,  een rode en een witte en kreeg daarbij een matentabelletje.
Dat is het grote voordeel van een betrokken verkoopster in een handwerkwinkel: je koopt garen en je krijgt er advies bij.
In een eerder blog over Jeanet schreef ik dat ze even heeeel erg boos was; o.a. over mensen die wol kopen bij de Zeeman en bij haar advies komen vragen en een gratis patroontje willen.
Benieuwd naar wat ze toen schreef? Hierbij een link naar mijn blog onder de titel ‘Jeanet was boos’, daar vind je een link naar haar boze verhaal.

Binnenkort een verslag van mijn inspanningen voor de toversokken
Verder kocht ik nog twee mooie bollen sokkenwol voor een babyvestje.
Wat een bijzonder bezoekje en wat leuk om Jeanet te ontmoeten!
Natuurlijk: Biesbosch was mooi, Dordrecht is prachtig, maar deze ontmoeting was voor mij het hoogtepunt van onze vakantie.

Benieuwd naar de andere delen in deze serie?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht van alle tien delen.

Reageren

5 juli: Oude motieven bij het klaverjassen (1)

Over borduren blog ik niet zo vaak.  Het onderwerp  heeft wel een aparte tab in het menu onder Handwerken, maar de borduurwerkjes die ik maak zijn lange termijn projecten. Daar komt bij dat ik wel haak en brei in de auto en in gezelschap,  maar borduren doe ik altijd in mijn eentje,  dus dat schiet nooit zo op.  Na het liedboekomslag en de tweelingonderzetters ben ik vorig jaar in september begonnen aan een nieuw project: een opberghoesje voor onze klaverjasbenodigdheden: scorebloc,  spel kaarten, pen en stand van de familiescores. Deze dingen liggen nu allemaal los in de kast,  vallen soms ergens achter of schuiven tussen andere spellen. Het wordt een hoes die in drieën wordt gevouwen; aan de binnenkant komt een soort voering waar ik vakjes in kan naaien om de losse dingen in op te bergen.

Zelf bedacht,  zelf ontworpen, maar niet volgens een vastomlijnd plan.  Borduren is voor mij een soort ‘kleuren voor volwassenen’: welke vormen ga ik gebruiken, welke kleuren en hoe ga ik het verdelen. De lap verdeelde ik in drieën en besloot eerst het middelste vlak te vullen. Op internet zocht ik naar voorbeelden van schoppen,  klaver,  harten en ruiten en begon vanuit het midden met een vierkant met die vier symbolen.

Naast internet maak ik ook gebruik van borduurboeken die ik zelf heb.  In 2014 schreef ik al eens over ‘Randen borduren in kruissteek’; twee jaar geleden verraste Harriët me met een boek dat ze had gevonden in een kringloopwinkel : merklapmotieven. Dat zijn geen leesboeken maar snuffelboeken. Teltekeningen, voorbeelden, motiefjes op onderwerp gesorteerd: heerlijk om in te duiken voor ideeën voor zo’n klaverjasomslag.

Vorige week zocht ik nog iets om de rechthoeken naast het middelste vierkant mee te vullen.  in het boek vond ik wijnranken; die vond ik wel bij klaverjassen passen ;).
Alleen het onderste stukje gebruikte ik; voor die hele druivenstruik was geen plaats meer.

Dit is een eerste blog over dit project; wordt vervolgd dus.

Reageren

4 mei: Ruinen 9 – De gehaakte lampionnetjes van Ina.

Gisteren begon ik met een nieuwe blogserie over Enkhuizen & omstreken, vandaag sluit ik de reeks blogs over Ruinen af met een verhaal over de lampionnetjes van Ina.

De eerste middag van ons verblijf in Bed&Breakfast ‘de Beddestee’ had ik op mijn telefoon al een haakvoorbeeld gekregen voor een lampionnetje.

Eigenares Ina had overal rondom het huis gehaakte lampionnetjes hangen waar waxinelichtjes in konden.
Daarvoor gebruikte ze jampotjes, pindakaaspotjes, appelmoespotjes: ze hingen er in allerlei soorten en maten
Die hangt Ina  er in het voorjaar in, doet er regelmatig nieuwe kaarsjes in en laat ze in weer en wind hangen.
Na één jaar zijn ze dan lelijk en uitgelubberd. Dan haalt ze ze uit de boom, knipt het gehaakte hoesje er vanaf, doet de potjes in de vaatwasser en haakt er vervolgens een nieuw hoesje omheen.
We waren daar in februari, dus we hebben niet gezien hoe het er uitziet als overal kaarsjes in branden, maar ik vond het een leuk idee.

“Heb je daar ook een patroon van?” vroeg ik.
“Nee. Ik doe eigenlijk maar wat. Eerst een cirkeltje haken en als dat zo groot is als de bodem van het glazen potje dan stop je met meerderen. Je haakt zo hoog als het potje moet worden.”
Op de afbeelding links zie je hoe ze te werk gaat.
“Dan hecht je af, rijgt er een koordje door en trekt het strak. Vervolgens haak je er nog een ‘ophanglus’ aan. Ik stuur je wel even een foto.”
Voordat we de tassen hadden uitgepakt had ik de foto al binnengekregen op mijn telefoon.

Leuk. Maar ‘ik doe eigenlijk maar wat’ is wel wat vaag, dus ik zocht op internet naar beschrijvingen voor het haken van zo’n lampionnetje.
Daarbij kwam ik op een soort verzamelpagina met links naar werkbeschrijvingen van het omhaken van potjes voor waxinelichtjes, lantaarntjes en windlichtjes.
Hierbij een link naar die pagina: Freppi.

Ina had thuis ook een aantal luxe windlichten staan die ze zelf omhaakt had, versierd met zijden lintjes en een ophanglus van touw.
Ook mooi.
Als ik klaar ben met de twee haakklussen die nog op het programma staan  (een zomer-buitendeken en een kussenovertrek voor onze buitenstoelen) ga ik ook zo’n glazen potje ‘omhaken’.
Waar ik dan natuurlijk ‘kond van doe’ in dit digitale magazine!

Benieuwd naar de andere delen uit de ‘Ruinen-blogreeks’?
1. Van schaatsijs naar softijs.  
2. B&B ‘de Beddestee’
3. Wel honderd lammetjes! 
4. Fietstocht Dwingelderveld
5. Allemaal familie
6. Ommetje met Bram de Ram
7. Coucangé 
8. Van landgoed naar plaggenhut. 
9. De gehaakte lampionnetjes van Ina.

Reageren

Pagina 6 van 22

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén