een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Handwerken Pagina 8 van 22

15 juli: Van Griet.

Twee keer hadden boekenvriendin Jeannette en ik  in coronatijd uitgebreid bijgepraat via skype, maar maandagavond kon ik weer als vanouds naar Woudsend.
Heerlijk.
We maakten een wandeling in de avondzon door het zomerdrukke stadje, zochten haar ouders even op die daar op de camping stonden en zaten de rest van de avond genoeglijk bij te praten in hun tuin.

Ze had iets voor mij klaargezet: een mandje met handwerkspullen.
Haar schoonmoeder is dit voorjaar overleden en nu waren ze met de familie bezig om haar huisje leeg te halen en om voor haar spullen een ander plekje te zoeken.
Dat ging net als bij mijn moeder destijds: erfstukken en bijzondere dingen werden verdeeld over kinderen en kleinkinderen,  boeken gingen naar de boekenmarkt en huisraad, waar iedereen toch al genoeg van heeft, brachten ze naar de kringloop.

Van één opruimronde bleef het handwerkmandje van Griet over.
Resten garen, breinaaldendoos, een doos knopen en wat haakboeken. “Kan wel weg” vond de familie “wij doen er niks meer mee.”
Jeannette had toen aan mij gedacht.
Als het toch wordt weggegooid kan ik het net zo goed aan Ada geven.

Verguld ben ik er mee; aan de ene kant met het idee dat ze aan me dacht, aan de andere kant met de spullen. Als je van handwerken houdt snap je dat.
In oude boeken zoeken naar een leuk patroontje of een moeilijke haaksteek, graaien in bolletjes garen, uitzoeken van oude breinaalden (sommigen helemaal krom van het vele gebruik of roestig van ouderdom) in een houten breinaaldendoos of speuren naar antieke knoopjes in een Douwe Egberts-blik vol verzamelde knopen.

Toen ze me het mandje gaf schoot ze even vol bij 4 nieuwe bollen sokkenwol.
“Daar zou ze voor ons nog sokken van breien…..” Dan zit de emotie niet in dat garen, maar in het idee dat ze nu nooit meer zal breien. Mede daarom is het zo bijzonder om dit mandje te krijgen.
Vanmiddag heb ik alles eens op mijn gemakje uitgezocht en bekeken.
De mand van Griet (“die stond altijd naast haar stoel in de kamer”) krijgt een mooi plaatsje in de handwerkkast op mijn kamer.
En steeds als ik knopen zoek, haar breinaaldendoos gebruik of in het mandje op zoek ga naar garen zal ik even aan haar denken.

Bedankt Griet.

Reageren

31 mei: ’s Zondags gaat zij naar de kerk, met…….

… een boek vol zilverwerk.
Nou, vol zilverwerk valt wel een beetje mee, maar mijn liedboek heeft sinds kort zilveren accenten. En heel anders dan het zilveren ‘beslag’ dat in het kinderliedje over Kortjakje wordt bezongen.

Een jaar heb ik gewerkt aan een omslag voor mijn liedboek.
Vorig jaar in juni knipte ik een stuk borduurstramien op maat en tekende met potlood de contouren van het liedboek op de stof. Bij Vanderveen in Assen had ik een mooie kleurencombi gezien, dus daar kocht ik een paar strengen DMC. In mijn ‘borduurdoos’ met oude patronen vond ik wat mooie voorbeelden en zo begon ik aan mijn volgende ‘even tot rust komen met een borduurwerkje’-project.

Voorkant

Een uur borduren met daarbij mooie muziek op de oortjes

Achterkant

brengt mij volledige ontspanning. Alles kan ik even loslaten tijdens het maken van mooie patronen met kruissteekjes.

Vandaag dus een blog met veel foto’s: het is precies geworden wat ik in gedachten had.
Vanuit de ruit en de ster van het papieren voorbeeld borduurde ik de vlakken helemaal vol.

Voorkant, rug, achterkant en aan de zijkant nog twee zijflappen om om te vouwen.
Er is geen vastomlijnd plan, al bordurend bedenk ik wat de volgende stap zal zijn.
Geen kant van het borduurwerk is hetzelfde, steeds worden de kleuren en de steken in de omliggende veldjes  afgewisseld.

Het past precies om het liedboek, het zit er als een jasje omheen.
Als finishing touch bracht ik kleine accenten aan met zilverdraad.
Het geeft een luxe, zelfs een beetje middeleeuws effect aan het borduurwerk.
Als (ooh…..  ALS) we weer naar de kerk mogen met elkaar zal ik mij een beetje als Kortjakje voelen,
Met een boek vol zilverwerk.
Lees zilveren kruissteekjes.

Reageren

14 mei: Sjaal van unicat ‘Tamara’

Toen we terugkwamen van de reis naar Marokko (14 februari…..het lijkt een eeuwigheid geleden!)  was er een pakketje bezorgd van ‘Blij-dat-ik-brei’ in Arnemuiden: de bijzondere bol unicat-garen waar ik over schreef in het blog Tunisch Entrelac-haken.
Daar had ik al een tijdje naar uitgekeken, dus die zondag begon ik gelijk aan de sjaal die ik van dat garen wilde gaan haken.

Klik op de foto voor een vergroting

Bij tunisch entrelac haken moet je steeds weer aan de rechterkant van het werk beginnen, naar links haken en aan het eind van de toer de draad afbreken en weer opnieuw aanhechten. Gevolg: veel draadjes afhechten.
Daar komt bij dat je dan een voor- en een achterkant hebt, waarbij de voorkant een stuk mooier is dan de achterkant. Bij een kussen is dat prima, dan zie je de achterkant immers niet, maar bij een sjaal vind ik dat eigenlijk niet mooi, dus ik bedacht een manier om door te kunnen haken.
Op het moment dat je anders de draad afbreekt draai je het werk om en haakt het eerste vierkantje op het halve vierkantje van de vorige toer.

Ik haakte deze sjaal met een erg grove haaknaald (nr. 5) ten opzichte van het garen; daarmee creëer je een heel los weefsel. Het unicat garen bestaat uit  50% katoen en 50% acryl en is samengesteld met vier dunne draadjes. Bij de bol Tamara die ik had besteld begint het met vier zwarte draadjes, daarna drie zwarte en 1 paarse,  daarna 2 zwarte en 2 paarse en zo wisselt het verder af. De ene zwarte draad die overblijft wordt op een gegeven moment vervangen door rose. Zo krijg je heel geleidelijk een kleurverloop van zwart naar rose, wat in mijn sjaal een mooi effect geeft.

Nog wat praktische tips:
Waar je aan moet wennen bij Unicat garen is dat je wel steeds alle 4 de dunne draadjes opneemt en doorhaalt, anders krijg je kleine lusjes.
Verder moet je de afhechtingen met halve vasten steeds heel los haken, anders kun je de steken in de volgende toer lastig opnemen.
Wil je deze sjaal ook haken met deze techniek?
Zorg dan dat je eerst het tunisch entrelac-haken onder de knie krijgt, zodat je goed weet hoeveel steken je moet opzetten, waar je moet insteken, hoe hoog de vierkantjes moeten worden en hoe los je steeds moet afhechten. Ik maakte daarbij gebruik van deze website >>>

Ik hoor je denken: zou ze nou al die tijd aan die sjaal gewerkt hebben? 3 maanden?
Nee hoor.
Die sjaal was met twee weken af.
Soms heb ik nog geen ‘blog van de dag’, dus deze komt uit de voorraad!

Reageren

21 april : Zelf de slingers haken…?

Vandaag deel ik op mijn website mijn ‘Corona-project’: een vlaggenlijn haken van restjes haakkatoen.
Toen Gerard en ik begonnen aan onze vrijwillige quarantaine was ik bezig met het breien van een truitje en het haken van de loensende- kippen-onderzetters.
Omdat ik ’s avond  helemaal niet meer weg ga en we wel naar Netflix kunnen kijken (Cees: dank!) heb ik heel veel tijd om te handwerken. Na 8 kippen vond ik het wel even genoeg.”Ik kan wel een project bedenken voor al die restjes katoen die ik heb” bedacht ik op dag 6 van ons sociale slot. We hadden toen nog geen idee hoelang het allemaal nog ging duren.

Op internet vond ik een gehaakte vlaggenlijn.
Allemaal gekleurde driehoekjes, afgezet met wit garen.
Daar ben ik mee begonnen en het wordt heel mooi.
Als onderliggend project-thema bedacht ik deze werktitel: ‘Het leven is een feestje, maar je moet wel zelf de slingers …haken!’
Zo’n vlaggetje is heel simpel.
Zo ga je te werk.

2 lossen haken
In de tweede losse van de haak twee vasten haken, 1 losse, werk omkeren.
In de eerste 1 vaste 1 vaste haken, in de tweede vasten twee vasten haken (je hebt nu 3 vasten) , 1 losse, werk omkeren.
In de eerste 2 vasten elk één vaste haken, in de laatste vaste twee vasten (je hebt nu 4 vasten) 1 losse, werk omkeren.
Zo haak je door: je haakt op iedere vaste 1 vaste, alleen in de laatste vaste van de toer haak je 2 vasten, zo wordt het vlaggetje langzaamaan breder.
Als je 30 vasten op1 toer hebt is je vlaggetje klaar.

Nu haak je om het driehoekje met wit garen  aan de zijkanten een randje vasten.
De bovenkanten laat je vrij.

Als je genoeg vlaggetjes hebt kun je ze aan elkaar haken.
Begin met een ketting van 100 lossen, dan heb je een behoorlijk stuk lijn om de slinger aan op te hangen.
Pak vervolgens één vlaggetje en haak op iedere steek aan de bovenkant van het driehoekje een vaste. Haak een aantal lossen als tussenruimte tussen deze het volgende vlaggetje.
Wil je de vlaggetjes dicht op elkaar dan volstaan 2 of 3 lossen, wil je er wat meer ruimte tussen, dan kun je meer lossen haken.
Haak zo alle vlaggetjes vast aan de lijn; eindig met een ketting van 100 lossen voor de andere ophanglijn.
Wil je de lijn wat steviger maken?
Haak dan met vasten nog een keer de hele vlaggenlijn bij langs.

Naschrift.
In de praktijk blijkt de katoen wat zwaar, de vlaggenlijn hangt wel erg door.
Dat heb ik ondervangen door hem op meerdere punten op het ‘slinger-traject’ vast te maken. Wil je dit voorkomen, dan moet je minder zwaar of dunner garen nemen en de vlaggetjes wat kleiner maken.

Reageren

7 april: Sokken breien en mannenhumor.

Sokken breien. Vroeger leerde ieder meisje op de lagere school hoe dat moest,  maar dit meisje heeft het niet meer van de handwerkjuf geleerd.  Ik had al ettelijke truien,  vesten etc.  gebreid toen ik vond dat ik dat toch ook moest kunnen.  Op de website Wolhalla vond ik een heel duidelijke beschrijving: een sok met voor ieder gebreid deel een andere kleur. Met deze brei-beschrijving kon ik het! Hierbij een link naar dat artikel op Wolhalla
Daar staat niet op hoeveel steken je moet opzetten, daarvoor moet je naar de matentabel.
Ook heel erg handig voor andere gebreide sokken.

Vorige week voltooide ik een paar regenboogsokken voor Frea.
Dikke sokken om over dunnere sokken aan te doen.
Voor lekker thuis op de bank.
De vorige sokken die ik maakte breide ik op een rondbreinaald.  Lees hierbij mijn blog “Even afbrillen…. Daarop vind je links naar instructievideo’s over rondbreien en het zogenaamde ‘continentaal breien’.
Op zich ook prima te doen,  maar met vier pennen handigt me toch beter.

Vandaag deel ik op dit blog (naast de wolhalla-pagina) de beschrijving die ik zelf hanteer voor bovenstaande dikke sokken.
Hierbij een link naar het PDF Sokken breien op 4 pennen

Als besluit van dit blog een grapje van twee mannen onder elkaar.
Wij hadden een video-groepsapp gesprek met mijn neef en nicht; ik was aan het breien.
Tot zover niks bijzonders.
“Wat ben je aan het breien, Ada?”
“Regenboogsokken voor Frea.”
“Leuk!”

Die middag kreeg Gerard een app van mijn neef.
“Weet je zeker dat Ada regenboogsokken aan het breien is?”
Daar zat dit plaatje bij:

Reageren

23 maart: Loensende kippen haken.

Vanavond, maandag 23 maart zou ik met een aantal creatievelingen in Op de Helte kipjes en kuikentjes gaan haken in het kader van de activiteitenmarkt van de ZWO.
Iedereen had €5,- betaald en ik was al met de voorbereidingen begonnen.
Mevrouw of meneer Corona gooide roet in het eten; we hebben de haak-avond moeten afblazen.

We zouden een kuikenonderzetter gaan haken en kip-driehoekjes.
Dat klinkt als een nieuw frituurborrelhapje, maar de afbeelding onder aan deze pagina zegt genoeg.
Om het haken van die dingen goed onder de knie te hebben (anders kun je de deelnemers niet helpen) had ik al een aantal onderzetters gehaakt.
8 stuks in verschillende kleuren, zodat het een mooi vol kippenhok is geworden, zie afbeelding rechts.

Omdat de hakerij niet door gaat heb ik bedacht om de haakbeschrijvingen toch te delen met de deelnemers; dat doe ik met dit blog op mijn website, dan hebben meer handwerksters er iets aan.
Mijn onderzettertjes zijn op zich goed gelukt, maar het symetrisch opnaaien van de oogjes vond ik wat lastig, waardoor de kipjes nu allemaal wat loensend achterom kijken.
Als je goed kijkt op de groepsfoto van het kippenhok zie je dat één van de kipjes een waterhoofdje heeft….iets te veel dubbele stokjes gehaakt. Hierbij een link naar een PDF met de uitgebreide haakbeschrijving : Onderzetter loensende kip

Het haakpatroon van de kip-driehoekjes heb ik niet helemaal uitgeschreven, daarvoor verwijs ik naar  website ‘Hilde haakt’. 
Veel haakplezier!
Je hebt nog twee weken tot aan Pasen en door het Coronavirus waarschijnlijk tijd genoeg…….

Reageren

10 februari: Werkvestje voor in het huishouden.

Een blog van mijn hand over iets uit het huishouden?
Ja man; maar niet zozeer over het huishouden zelf, maar over wat ik aan heb áls ik aan het huishouden ben.
Vorig jaar bestelde ik bij ‘Blij dat ik brei’ het breipakket ‘Werkvestje Saartje’ en het is inmiddels af.

Het is een kort vestje met mouwen tot aan de elleboog.
Dergelijke vestjes werden in Zeeland gedragen door vrouwen die nog klederdracht droegen; ze droegen zo’n vestje tijdens ‘het werk’ – over het jak – als het wat frisser was.
Voordeel van zo’n vestje is natuurlijk dat je onderarmen onbedekt zijn, zodat je onbekommerd kunt soppen en boenen, zonder dat de mouwen van je kleren nat worden.
Het vestje zal door mij vooral in de zomer gedragen worden, dan is het lekker als je wat ‘over de schouders’ hebt.

De gebruikte steek is heel bijzonder: je breit een boordsteek (1 recht 1 averecht) en na vier pennen verspring je dan: recht wordt averecht en averecht wordt recht. Daardoor krijg je een haast elastisch effect, waardoor het vest heel soepel valt en heel erg uitrekbaar is.
Voor het eerst in mijn leven heb ik mouwen gebreid met een mouwkop. Dat was nog wel even een dingetje en dat zie je ook bij de mouw aan de rechtkant van het vest: daar is het een beetje bobbelig geworden. Ik had geen zin om het helemaal weer uit te halen en troost me met de gedachte dat het een ‘werk’-vestje is: ik hoef er niet mee naar een receptie en Gerard ziet het niet.
Denk ik.

Reageren

17 januari: Tea for one.

Donderdag had ik een vrije dag met helemaal niks in mijn agenda.
Dat gebeurt niet vaak; meestal plan ik op mijn vrije dagen wel een ‘koffie-date’, een mini-vergadering, een lunch-buiten-de-deur, iets met één van dochters of (minder leuk) een ziekenhuiscontrôle.
Naast de gebruikelijke donderdagklussen bleven er dus zomaar een aantal uren over, die ik gebruikte voor één van de dingen die ik het liefste doe, maar waar ik eigenlijk alleen in het weekend aan toe kom: borduren.

Als ik alleen thuis ben zet ik thee in een speciaal daarvoor bedoeld thee-potje; het is eigenlijk van Carlijn, maar het staat hier nog.
Het bestaat uit twee delen: een wijd uitlopend kopje en een potje dat daar precies op past.
Je kookt water en maakt thee, je vult het kopje en ook het potje, zodat je 3 ruime koppen thee hebt.

Diep tevreden nestelde ik me op de bank in de namiddagzon.
‘Grande messe des morts’ van Gossec op de oortjes, kruissteekjes op het stramien.

Geen meditatie-cursus nodig; helemaal zen aan de Boskamp op donderdagmiddag.

Reageren

16 januari: Ben ik een luie naaister?

Over het Schoolmuseum in Ootmarsum schreef ik een blog op 30 oktober >>>: toen ging het vooral over lezen, schrijven en rekenen.
Vandaag gaat het over één van mijn hobby’s, namelijk handwerken.
Als het over handwerken gaat hoor je vrouwen vaak gruwelverhalen vertellen over de handwerklessen op de lagere school. Die verhalen hoor je dan vooral van vrouwen die er helemaal geen aardigheid aan hadden en het dus ook niet konden.

Een bloemlezing:
“Je had van die dunne, stalen breinaalden waar de steken door mijn zweethandjes niet overheen konden glijden omdat ik van de stress veel te strak breide!”
“Mijn haakwerkje werd alsmaar smaller,  omdat de steek aan de zijkant niet duidelijk zichtbaar was; die nam ik dus niet op.  Zo ging ik van 20 naar 19 naar 18 stokjes om er bij 9 stokjes achter te komen dat er er iets niet in orde was. De frustratie!”
“Bij het borduren trok ik de draad zo strak aan, dat de stof helemaal naar elkaar toetrok, wat rare ribbels veroorzaakte. Van juf moest ik het weer uithalen. Zelden zulk dom werk gedaan.”
Diep kinderleed klinkt door in die verhalen.
“Ik nam het mee naar huis en daar maakte mijn moeder het af.”

In het voornoemde museum was een kamertje ingericht met handwerkjes die op de lagere school waren gemaakt.
Hoe herkenbaar!
Geborduurde bladwijzers, gebreide hemdjes, gehaakte kruikenzakken,: mijn zelfgeborduurde merklapjes uit 1969 (zie foto’s) hadden er zo tussen kunnen hangen.
Ik raakte niet uitgekeken.
Aan de wand hing een hele grote plaat met een tekening van alle mogelijke borduursteken én een tegeltje met spreekwoorden die betrekking hebben op handwerken.

– Een vrouwenhand en een paardentand zijn altijd in beweging.
– Elke dag een draadje is een hemdsmouw in het jaar.
– Ook de beste breister laat wel eens een steekje vallen.
– Een zondagse steek houdt geen week, bij ons in Drenthe beter bekend als: ‘Zundagswark is niet stark’.

Eén spreekwoord staat er niet bij: Lange draden, luie naaisters.
Heeft vroeger ooit een handwerkjuf tegen mij gezegd in een borduurles.
Het idee daarachter is dat je met een korte draad vaker moet afhechten en dat af- en aanhechten is minder leuk dan het borduren zelf.
Bij lange draden moet je in het begin heel hoog ophalen met je arm en heb je meer kans op knoopjes en slijtage.
Gelukkig mag ik al lang zelf bepalen hoe lang mijn borduurdraden zijn.

Reageren

11 januari: Tunisch entre-lac haken.

Eind november schreef ik dat een nieuwe uitdaging op handwerkgebied aanging: tunisch entre-lac haken.
Inmiddels zijn we drie maanden verder en heb ik de techniek onder de knie.
Daarbij maakte ik gebruik van deze website >>>
Met de restjes van de ‘chique vierkantjes-deken‘ maakte ik een kussenovertrek; dat ligt nu te shinen op mijn kamer in het jaren ’60-clubstoeltje dat ik nog heb van de eerste huisinrichting van mijn ouders. (zie foto).

Dit kussenovertrek was een oefenproject om de haaktechniek te leren, nu ga ik met deze techniek en heel mooi garen een sjaal haken.
Bij ‘Blij dat ik brei‘ heb ik een bol Unicat garen besteld.
Dat is speciaal garen dat bestaat uit meerdere draden, waarbij de overloop van de verschillende kleuren per draad verspringt. Hierdoor ontstaat een mooi gemêleerd kleurverloop, wat het werkstuk karakter geeft.
Eén bol bevat 900 meter 4-draads, ongetwijnd verloopgaren, de samenstelling is 50% katoen, 50% acryl en kost € 24,95.
Je kunt kiezen uit meer dan 100 kleur-combinaties, maar ik koos voor Tamara (zie foto).
Voor dit garen gebruik ik een deel van mijn verjaardagsgeld; zo’n dure bol garen bestellen voelt voor mij echt als een cadeau.
Gistermiddag heb ik het besteld; ben zo benieuwd wanneer mijn pakje komt!

Naschrift.
Van Jeanet van ‘Blij dat ik brei’ kreeg ik een mail.
Ze hadden de kleur niet op voorraad, die moet besteld worden; kan wel even duren.
Ze wilde wel een foto maken met de kleuren die op dit moment in de winkel zijn, misschien zat daar een alternatief bij?

Lief hé? Maar ik hoef geen alternatief. Ik wacht geduldig de levertijd af.
Ondertussen kan ik nog breien of borduren.
Of lezen. Of muziekmaken.
Of blogs schrijven……. er zijn zo veel leuke dingen!

Reageren

Pagina 8 van 22

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén