een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Muziek Pagina 9 van 39

21 maart: Je leven geven.

De preek van vanmorgen paste wat mij betreft goed bij de verkiezingsuitslag van afgelopen week.
Het ‘ieder voor zich’ heeft zich gemanifesteerd in een sterk rechts blok; in onze krant van zaterdag stond de kop: ‘Het woord solidariteit kan wel uit het woordenboek geschrapt worden’.
Dit on-line tijdschrift is geen politiek podium, dus meer ga ik er niet over zeggen.
In de kerk horen we een ander geluid.
Het thema van vanmorgen was weer één van de werken van barmhartigheid: de doden begraven.
Voorganger Sybrand van Dijk vertelde dat dit niet door Jezus was genoemd, maar dat dit in de middeleeuwen aan dat rijtje is toegevoegd.
Even een stukje geschiedenis: tussen 1347 en 1351 heerste er een zware pestepidemie. Er wordt geschat dat destijds een derde van alle Europeanen (we hebben het over miljoenen) aan die zogenaamde ‘Zwarte dood’ zijn overleden. Een drama van ongekende omvang. Het begraven van doden was belangrijk, want als ze niet begraven werden kon de pest door besmetting meer slachtoffers maken. Maar dat begraven was niet zonder risico: grote kans dat je zelf besmet werd. Er waren destijds priesters en nonnen die toch die taak op zich namen en daarmee hun leven op het spel zetten. Je leven geven; dat is ook wat Jezus heeft gedaan. Hij zei daar zelf over:

Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: als de graankorrel niet in de aarde valt blijft hij alleen; maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voort. Wie zijn leven bemint verliest het; maar wie zijn leven in deze wereld haat zal het ten eeuwigen leven bewaren. Wil iemand mij dienen dan moet hij mij volgen; waar ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. Als iemand mij dient zal de Vader hem eren.

We hoorden vanmorgen dat ‘je leven geven’ niet direct jouw dood hoeft te betekenen.
Je geeft je leven door tijd en aandacht aan anderen te besteden, door te luisteren, te helpen, door er te zijn.

Sommige woorden en zinnen zijn in mijn hoofd gekoppeld aan liedjes.
Als het gaat over de stervende graankorrel heb ik het liedje van Elly en Rikkert in mijn hoofd dat we met het tienerkoor van het OKR destijds hebben ingestudeerd.
Dat was best lastig, maar toen het er één keer in zat was het prachtig om uit voeren.
Ook even luisteren? Hierbij een link naar het nummer op YouTube: Als het graan niet in de aarde valt

De emotie zat vanmorgen in het staartje van de viering.
Er werd een vierstemminge versie afgespeeld van het lied ‘Zolang wij ademhalen.’
Dat hebben we met de cantorij  zo vaak gezongen dat ik de tekst van alle vier coupletten uit mijn hoofd ken; ook de alt-zetting zit er zo ingeramd dat ik hem in mijn hoofd zo meezing.
Maar zingen kon ik zelf op dat moment beslist niet.
Het heimwee naar de cantorij en het samen zingen golfde door me heen; het lied bracht tranen en tegelijkertijd troost.
Waarschijnlijk moeten we wachten tot september.
Maar we gaan weer zingen.
Als je klikt op deze link Zolang wij ademhalen…..  kom je op een column van Berit Bootsma van de Protestantse gemeente Weesp en Driemond.
Zij schrijft wat ik bedoel; daar vind je ook de tekst van het lied. 

Reageren

11 maart: Een ‘Lieve Jan – brief’.

Toen ik in de derde klas van de MAVO zat vroeg vriendin Hieky mij om haar te helpen met het vertalen van een liedje dat ze mooi vond. En zielig.
Het stond op een verzamel-elpee met countrymuziek en het heette ‘A Dear John letter’.

Het gaat over een soldaat in een oorlogsgebied.
Hij vertelt dat hij blij is dat de gevechten gestaakt zijn en dat hij het overleefd heeft.
En dan heeft hij ook nog een brief van zijn liefje gekregen: hij verheugt zich er op om die te lezen.
De brief begint zo: ‘Dear John oh how I hate to write ….’

Daarna vertelt ze dat haar liefde voor hem is bekoeld.
Ze vraagt hem haar foto terug te sturen ‘want mijn man wil die nu graag’ en en passant schrijft ze dat ze die dag met zijn broer gaat trouwen.
“Tonight I’ll wed your brother, dear John…”

Ach, wat een tranentrekker! Net wat voor mij met mijn zwak voor smartlappen. Toen al.
Benieuwd naar dit lied? Klik hier voor een link naar een opname op YouTube. 
Dit is een opname uit 1965 van Skeeter Davis en Bobby Bare; het origineel komt uit 1953 en werd uitgevoerd door Ferlin Husky en Jean Shepherd.

Zoekend naar de achtergrond van dit lied kwam ik er achter dat ‘A dear John letter’ en soort uitdrukking is in het Engels.
Dit vond ik er over op Wikipedia:
Het is een  is een term die gebruikt wordt in Engelstalige gebieden (voornamelijk in de VS) voor een handgeschreven brief aan een mannelijke partner waarin zijn vrouw of vriendin hem informeert dat hun relatie voorbij is. Dear John Letters worden vaak geschreven vanuit het onvermogen of de onwil om de partner in het gezicht te confronteren. Vooral militairen die uitgezonden zijn staan bekend als ontvangers van de brieven. 

De exacte oorsprong van de term is niet bekend, wel is bekend dat in de 2e Wereldoorlog de term veel gebruikt werd onder Amerikaanse militairen die in Europa vochten.
De eerste media die de term gebruikte was de Democrat and Chronicle  in augustus 1945.
De schrijver van een artikel had een brief ontvangen die begon met ‘Dear John’ (Lieve John).
Vervolgens schreef hij hierover in een artikel: 
They usually began like that, those letters that told of infidelity on the part of the wives of servicemen… The men called them “Dear Johns”.

(Vertaling: Ze beginnen meestal op die manier, de brieven die militairen vertelden over de ontrouw van hun vrouw… de mannen noemden ze “Dear Johns”.)

Er zijn echter theorieën dat de term al voor de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt.

‘Lieve Jan’ maakten Hieky en ik er van in onze vertaling.
In de derde klas van de MAVO dacht ik nog dat het maar een liedje was.
Zo’n brief schrijf je toch zeker niet in het echt?
Het feit dat het een bestaande uitdrukking is  zegt genoeg.
Arme Jan.

Reageren

6 maart: Zacht als fluweel….

Tegenwoordig zien we de dochters weer af en toe: één op één en buiten. Dinsdag ging ik een wandeling maken met Carlijn; deze keer zou ik naar Groningen komen.
Ze woont aan de West Indische kade en kijkt uit op de Gerrit Krol-brug.
Aan de andere kant van het water is een industrieterrein, dus toen ze vertelde dat we de brug gingen oversteken vroeg ik me af of dat nou wel zo leuk wandelen was….?
Na de brug liepen we rechtdoor en kwamen eigenlijk gelijk in een bos met brede fiets/wandelpaden en had je helemaal niet meer door dat je in een stad liep.
Al wandelend kwamen we van alles tegen: een weiland met paarden, een veld met veel bulten, kuilen en hellingen voor skateboarders, een pluktuin waar iedereen ’s zomers vruchten en planten mag plukken en een ‘oerspeeltuin’.
Dit bevindt zich allemaal naast de Groningse wijk Beijum en aan de andere kant ligt het grote sportcomplex Kardinge.
Tijdens de wandeling voelde ik me soms een provinciaaltje in de grote stad.
Ten eerste was het ontzettend druk met hardlopers, fietsers en wandelaars; je moest uitkijken waar je liep.

…. in de open lucht bewegen…

Ten tweede: als je normaal gesproken je dagelijkse ommetje maakt langs sportcomplex ‘de Hullen’ (in Roden) dan kijk je je ogen uit bij Kardinge.
Er staat een grote klimwand van tientallen meters hoog waarlangs waaghalzen langs naar boven klimmen, er is een enorme hal voor zwemmen/schaatsen en er zijn plaatsen om in de openlucht te bewegen.
We liepen langs de oevers van de Kardingerplas waar we een bijzondere vorm van watersport konden bekijken: wakeskaten.
Dat is een combinatie van snowboarden, wakeboarden en skateboarden; een wakeskate is een soort skateboard, maar dan voor op het water.

De wandeling voerde ons dus door ‘Kardinge’, een natuurgebied van Natuurmonumenten.
Bij het woord Kardinge dacht ik alleen maar aan ‘overdekt zwemmen, kun je nagaan.
Hierbij een link naar de website van Natuurmonumenten met meer informatie.
We genoten van het mooie weer, van de verrassend mooie omgeving en van het gesprek dat we even weer samen konden voeren.
Toen we bijna weer thuis waren gingen we op mijn verzoek nog even bij het water van het Van Starkenborghkanaal staan.
Zo’n kanaal met grote boten doet me altijd mijn vader denken, die op een schip is geboren en altijd ‘hang’ naar water en schepen had.
De foto links is gemaakt door Wim vanuit het raam van hun appartement. (klik op de afbeeldingen voor een vergroting).

Op de terugweg kwamen we langs een wilg waar overvloedig ‘katjes’ aan groeiden.
Het deed me ineens aan mijn moeder denken, die zo’n katjestak prachtig vond.
Mijn vader nam die in het voorjaar altijd voor haar mee, want achter de steenfabriek stond zo’n boom.
Zondag waren we nog bij hun graf, maar daar zijn ze voor mij niet.
Ze zitten verankerd in mijn herinnering en er gaat bijna geen dag voorbij dat ze niet even in mijn gedachten voorbij komen.

Carlijn en ik plukten er allebei één katjestakje af.
Voor thuis.
Nu staat die tak bij ons op tafel.
Af en toe aai ik heel voorzichtig over de katjes.
Zo zacht als fluweel…….sweet memories.

Reageren

22 januari: Op de radio!

Vanmorgen stuurde ik een app naar de studio van Radio 5.
“Gisteren wat frustratie van me afgeschreven in een blog over Arbeidsvitaminen en lezers gevraagd te stemmen. Misschien helpt het?” met een link naar het blog van gisteren.
Daar hoor je normaal gesproken niks van terug.
Bedankt voor de info, zoiets.
Drie minuten later ging mijn telefoon.
“Goedemorgen, met Robert van Radio 5. Ik las net je blog; leuk! Wil je na het nieuws van 8 uur daarover een gesprekje voeren met Bert Haandrikman? ”
Toen was het nog maar 5 voor 8, zat het hart mij al boven in de keel en was de hartslag ruim boven de honderd.

Spannend man.
Dan hoor je ineens die bekende radiostem uit je eigen telefoon; met bijbehorende jingles.

Bert Haandrikman (foto: website Radio 5)

“Eerst gaan wij naar Ada Waninge uit Roden.”
Het gesprek begon met de wat schokkende titel van het blog natuurlijk, dat Radio 5-publiek niet stemmen kan.
Dat had Haandrikman zelf gezegd deze week.
Daarna ging het over de Arbeidsvitaminen, over de radioring en aan het eind deed ik Hans nog even de groeten.
Je kunt het fragment terugluisteren hier Ada op Radio5 ; schoonzoon Cees heeft het fragment uit de uitzending ‘geknipt’.

Nou ben ik toch wel wat gewend op het gebied van spreken voor publiek, maar vanmorgen was ik wel heel gespannen; het duurde na het gesprek dan ook even voordat de hartslag weer normaal was.
Als je het fragment hebt beluisterd weet je dat ik nu officieel ambassadeur ben van het programma Arbeidsvitaminen.
Ben ik eigenlijk al jaren. ik draag deze titel met trots; als je bij de zoekfunctie op deze website ‘Arbeidsvitaminen’ intikt kun je naar meer dan 25 blogs.

Vriendin Sinet schokte mij vanmorgen door te vertellen dat ze niet op Hans had gestemd.
Haar stem was naar Jan Willem Roodbeen van Radio 2 gegaan.
Jammer van die ene stem; maar ik reken nog op de rest van mijn lezers: heb jij al gestemd op Hans?

Reageren

16 januari: TBONTB 15 – Van ergernis naar ontroering.

Voor ieder hoofdstuk in het boek had ik een nieuw blog geschreven; in de rubriek ‘Sweet memories’ vond ik dit een toepasselijk verhaal.

In deze rubriek vind je verhalen over herinneringen aan fijne momenten die gekoppeld zijn aan muziek, boeken, foto’s en soms zelfs geuren; ik ben mij er van bewust dat ik  tot nu toe zo’n fijn leven heb geleid dat er veel sweet memories zijn.
Wat ik bijzonder vind is dat zelfs de herinneringen aan ergernissen kunnen omslaan in ontroerende momenten.

Daarbij moet ik in de eerste plaats denken aan het lied Junge, komm bald wieder van Freddy Quinn.
Mijn vader en moeder vonden dat prachtige muziek. Zij gingen vroeger naar alle films waar Quinn in speelde en hadden zoete herinneringen bij die muziek. (afbeelding: uit de film ‘Heimweh nach Sankt Pauli’.)
Ik niet.
Oubollig vond ik het in de jaren ’70.
Niet meer van deze tijd.
Zat mijn vader te genieten van die jaren ’50 muziek, dan liep ik daar mopperend bij weg.
Mijn vader overleed plotseling in 2008 en ik herinner me nog de eerste keer dat ik Junge, komm bald wieder weer hoorde. Tranen met tuiten.
Zelfde verhaal met “mijn Jezus, ik hou van U”, een lied dat mijn moeder graag zong.
Not my cup of tea.
Maar nadat het op haar begrafenis is gezongen kan ik er niet meer met droge ogen naar luisteren, laat staan het zelf zingen.

Heel veel dingen die mij als puber zo irriteerden ben ik later als waardevol gaan zien.
Dat alles in huis een vaste plaats heeft: de beruchte ‘organieke plaats’ waar mijn vader ons mee opvoedde. Als je iets kwijt was had je het niet op de organieke plaats gelegd.
De rust en de regelmaat van een schoon en opgeruimd huis die ons door mijn moeder werd voorgeleefd.

Vorige week deed ik een nieuw plastic afvalzakje in het prullenbakje in de douche.
Het was het laatste zakje van de enorme voorraad die ik vanuit mijn moeders erfenis meenam naar huis. Ze overleed half oktober 2017, vorige week was 13 augustus 2020.
“Waarom heb je toch overal zoveel van op voorraad!” mopperde ik vroeger.
Nu kan ik er om glimlachen……ma met haar acht flessen Glorix.
Sweet memories.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

15 januari: TBONTB 14 – Sweet memories.

Onder het tabblad ‘Geschiedenis’ vind je op deze website een submenu met de titel ‘Sweet memories’.
Als je daarop klikt kom je op een pagina waar ik beschrijf wat deze zoete herinneringen voor mij betekenen.
Op dit blog vandaag een paar voorbeelden van ‘Sweet memorie-blogs’ uit de afgelopen zes jaar.

Als puber in de jaren ’70 was ik helemaal idolaat van de glamrockgroep Mud.
Mijn hele kamer hing vol met posters van Les, Rob, Ray en Dave; er hing zelfs een poster van de mannen aan het plafond: dat was het eerste wat ik zag als ik ’s morgen wakker werd.
In april 2015 schreef ik een blog over ‘sweet memories & Mud: hierbij een link naar dat verhaal.  

Aan onze dochters hangen ontzettend veel zoete herinneringen.
Slaapliedjes bij het naar bed brengen, verhaaltjes voorlezen, te veel om op te noemen.
De baby-herinneringen aan hen vallen samen met onze jaren ’60-kinderwagen; een blauw-witte wagen met een ruime bak die mijn ouders in 1960 splinternieuw kochten.
Over die kinderwagen en wie daar allemaal in hebben gelegen schreef ik in 2018 een blog onder de titel ‘Onze oldtimer’.

Rond het overlijden van mijn moeder in 2017 schreef ik destijds blogs over het rouwproces.
Hoe er steeds stukjes werden afgerond en hoe ik dat destijds beleefde.
In januari 2018 schreef ik over een bezoek aan Hoogersmilde. Ik ging even langs bij de nieuwe bewoonster van haar oude appartement en ging naar het kerkhof om het graf te verzorgen, waar toen nog geen steen op stond. Het blog heet Weer een stukje.

Voor het boek schreef ik een blog over hoe ergernis over dingen na jaren overgaat in ontroering.
Morgen in dit theater.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

5 januari: Jantje en de ganzen.

Vorige week, voor de jaarwisseling, overleed ons oudste cantorijlid Jantje Alkema.
Ze was in november opgenomen in het ziekenhuis, omdat ze haar heup gebroken had.
Ze herstelde wonderwel en na een revalidatieperiode in Maartenshof mocht ze weer naar huis.
Vlak voordat ze weg zou brak er corona uit in dat verpleeghuis en mocht ze niet meer weg om besmetting buiten het huis te voorkomen.
Het bijna onvermijdelijke gebeurde: Jantje kreeg corona en overleed aan een bijkomende longontsteking.
Wrang.
Ze was 88, maar nog erg vief; ze woonde nog steeds zelfstandig en zong tot maart 2020 wekelijks haar sopraan-partij mee in de Cantorij Roden.

Vanmiddag keek ik via Kerkomroep naar de dankdienst voor haar leven vanuit de Catharinakerk; we maakten kennis met de andere kanten van Jantje.
Dochter, echtgenote, moeder, weduwe, oma: de dochters schetsten in hun eigen streektaal een beeld van een warme vrouw met een groot hart die haar kuikens graag bij zich had, een moederkloek.
We hadden met een klein deel van de cantorij een opname gemaakt van twee liederen die in de dienst werden afgespeeld.
Onder normale omstandigheden hadden we in deze kerkdienst met de voltallige cantorij gezongen en op die manier afscheid van haar kunnen nemen, nu bleef het ‘afstandelijk’ en dat is wat mij betreft één van de naarste gevolgen van het coronavirus.
Ook kleinzoon David leverde een bijdrage aan de dienst: hij speelde op de piano het stuk ‘Gnossienne’ van Erik Satie.
Omi zou trots geweest zijn.

Aan het eind van de plechtigheid vertelde voorganger Walter Meijles een ontroerend verhaal over ganzen met betrekking tot het overlijden van Jantje.

En dan over die ganzen……want of  je nu wilt of niet, op de dagen waarop het erop aankomt,  zoals de dag dat je moeder sterft, krijgt alles lading en betekenis.
En dan zijn daar die ganzen in de lucht. Ganzen staan symbool voor het achterlaten van het oude, van de tijd of de plek die geen voeding meer geven kan. De ganzen komen terug wanneer nieuw leven weer mogelijk is. Daarmee staan ganzen symbool voor zowel geboorte, nieuw begin, als voor het leven verlaten en de zielereis die gemaakt wordt.

We hebben inmiddels ontdekt dat het vliegen in die beroemde V-vorm een functie heeft. Om de beurt neemt de voorste gans de moeilijkste plek in, zodat de ganzen die er achter vliegen baat hebben bij de luwte van de wind die verplaatst wordt. Otewel: samen hou je het  langer vol en kom je verder door samen te werken.
En tot slot hebben we daar dan dat gakken, dat typische geluid van het buitengebied waar water te vinden is; Jantje vond het prachtig en jullie hebben het gehoord de dag dat ze stierf, overvliegende ganzen.

Jantje was al lid van de cantorij vanaf de oprichting in de jaren ’80 en was één van de trouwste leden.
Als we straks (hopelijk dit voorjaar) als cantorij weer met elkaar mogen zingen, zal Jantje’s stoel op de eerste sopranenrij leeg blijven.
We houden haar in herinnering als het creatieve, gezellige mens dat ze was maar vooral als toegewijde sopraan.
Toen de uitzending op Kerkomroep was afgelopen en ik de computer uitzette, hoorde ik de klokken luiden van de Catharinakerk op de Brink terwijl de kist, overladen met bloemen, naar buiten werd gedragen.
Dag Jantje.

Reageren

18 december: TBONTB 10 – Zingen is veel meer dan alleen je stem gebruiken.

Vandaag het nieuwe blog dat ik schreef voor het boek voor de categorie ‘Muziek’

2020: Zingen is veel meer dan alleen je stem gebruiken.

Zingen en gitaarspelen: het is onlosmakelijk met mij verbonden.
Toen ik mijn gitaar kreeg in 1971 was ik de koning te rijk.
Het eerste lied waarbij ik mezelf kon begeleiden was ‘Mandolinen zongen zacht in Nicosia’ van de Zangeres zonder Naam.
Wat heb ik in de loop van de jaren vaak met die gitaar om mijn nek gestaan om voor en met andere mensen te zingen.
Samen met Gerard of met het ‘Af&Toe-koor’ of alleen, of met Hosanna of het kinderkoor.
Wat ik in de loop van de jaren heb geleerd is dat zingen veel meer is dan alleen je stem gebruiken.

Een paar voorbeelden:
– In de groep op beschermde woonvorm waar mijn schoonmoeder woonde zat ook meneer Bos. Hij vertelde een keer bij de koffie dat hij vroeger altijd zong. Vooral achter de ploeg. “Wat zong u dan?” vroeg Gerard. De oogjes begonnen al te glimmen bij de herinnering: “Heb meelij, Jet!” Dat lied kenden wij niet. Maar met internet is daar tegenwoordig wat aan te doen. Dus ik zoeken. Eerst op Wikipedia en toen op YouTube. Ik vond een opname van Kees Pruis uit 1929. Toen begrepen wij de guitige blik van meneer Bos; het lied gaat over een hele dikke vrouw die bij een hele dunne man in bed ligt. Hij wordt bijna geplet en roept dan “Heb meelij Jet…!” Bij ons volgende bezoek aan moeder bracht ik mijn gitaar mee en gingen we met de bewoners zingen; als verrassing voor Bos zetten we ‘Heb meelij, Jet’ in “Jij neemt alle dekens, o monstervrouw, ik bibber van de kou!”
Bos sloeg zich op de knieën van de pret en zong het luidkeels mee.
Werd het mooi gezongen? Welnee.

– Ooit zongen Gerard en ik bij een viering in ‘De Enk’, een verpleeghuis in Zuidlaren.
Daar zongen we o.a. het lied ‘Jerushalaim, stad van goud’.
Later hoorden we van de voorganger dat dat lied iets heel bijzonders had veroorzaakt: een mevrouw die al een poosje in bed lag en nergens meer op reageerde had die middag steeds die melodie geneuried. Het ging hier om een Joodse mevrouw en ‘Jerushalaim’ is geschreven op de melodie van een oud, Joods volkslied, dat die dag bij mevrouw was bovengekomen.
De dochter had samen met haar moeder gezongen en was erg blij met deze onverwachte opleving.

– Op het kinderkoor dat wij in Roden hebben gehad zat een meisje met het syndroom van Down.
Het kind genoot intens van het zingen, kende alle liedjes uit haar hoofd en werd door de andere kinderen (die ook op school bij haar in de klas zaten) heel lief begeleid en geholpen.
Ze zong altijd erg enthousiast mee, ook wel eens een beetje hard en ook niet altijd even zuiver, maar als ik vroeg of het iets zachter kon ging ze daar bijna altijd in mee.
Toen we een keer met het koor op een Kinderkorenfestival zongen kreeg ik van een jurylid het advies: “Er zit een brommer in het koor, dat kind kun je beter van je koor af doen.“
Tssss.  Nee, natuurlijk deed ik dat niet. Zingen is meer dan alleen je stem gebruiken.

Zingen in verpleeghuizen, zingen met de cantorij, zingen op de Maandagavondclub: het doet iets met me.
Het delen van mijn talent levert altijd veel plezier op.
Kun je nog zingen? Zing dan mee!

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’. 

Reageren

17 december: Kerst-kitsch.

Toen Gerard en ik in maart 1983 trouwden namen we allebei onze eigen LP’s en cassettebandjes mee.
Eén van de eerste LP’s die we samen kochten was een kerst-LP van BZN, ‘We wish you a merry Christmas’.
Iedere kerst kwam de plaat op de draaitafel van de platenspeler te liggen en hoorden we Jan & Annie zingen over Mary’s boychild en de Jingle bells.
Jarenlang schalden de kerstklanken van BZN door ons huis; we tuigden de kerstboom er bij op, knipten er met de kinderen papieren sterren bij met een tafel vol lijm en zilverglitters en dronken er op 1e kerstdag met mijn ouders de toen heel hippe Irish Coffee bij.
“We zetten nog even een kerstmuziekje op.”
We zongen alle teksten blijmoedig mee.

Totdat de CD-speler zijn intrede deed.
De LP’s stonden eerst nog in de kamer maar kwamen ten langen leste in een koffer op zolder te staan en we vergaten de kerstmuziek van BZN.
We kochten andere kerstmuziek en de kinderen brachten hun eigen kerstliedjes mee.
Pentatonix  bijvoorbeeld gaf aan het begrip ‘kerstlied’ een geheel nieuwe invulling.
Ik ontdekte de klassieke muziek en we luisterden graag naar Christmascarols.

‘Sleep my little angel…’ hoorde ik jaren niet meer, totdat ik vorig jaar toegang kreeg tot Spotify.
Daar kun je alles op vinden, zelfs ‘We wish you a merry Christmas’ van BZN.
Mmmmmmm.
Deze LP zou ik nu niet meer kopen.
Maar hoe fout deze jaren ’80 muziek me nu ook in de oren klinkt: ik smelt er nog steeds helemaal bij weg.
Dus als er niemand in de buurt is zet ik de Volendammers even op.
Geen idee hoe het klinkt? Klik hier voor een video van ‘The sleighing song’.

Kerst-kitsch.
Sweet memories.

Reageren

11 december: TBONTB 9 – Muziek.

Muziek speelt een grote rol in mijn leven.

Zelf musiceren.
Het begon al toen ik klein was: ik zong in kinderkoor ‘De Schakeltjes’, kreeg ik blokfluitles van meester de Vink en kreeg ik op m’n elfde mijn eerste gitaar.
Op mijn 19e richtten we in Hoogersmilde jeugdkoor ‘Hosanna’ op en later zong ik in diverse gemengde koren.
In Roden startten we in 1992 met een kinderkoor (zie ‘Wenkbrauwen als dirigeerstok’ ) en van 2007 tot 2017 zong ik alt bij de Catharinacantorij Roden; in 2019 maakte ik een cantorij-doorstart door lid te worden van de Cantorij Roden.
Van de wekelijkse cantorijavond kan ik ontzettend genieten.
Tot 2019 vormde ik met Gerard bijna 30 jaar het ‘duo Waninge’; we werkten mee aan kerkdiensten en aanverwante bijeenkomsten, maar in 2019 we hebben besloten om hiermee te stoppen. Daarmee kwam er meer ruimte voor het  ‘Af&Toe-koor’van onze PKN gemeente en voor een gelegenheidskwartet  met Jaap of Joop (bassen), Gerard(tenor) en Piety of Nienke (sopraan).
Ook doe ik af en toe mee aan gelegenheidskoor ‘Agioso’ van Wim Opgelder in Zuidlaren.

Op latere leeftijd heb ik mezelf accordeonspelen geleerd met de boeken ‘Knop & Toets’ de delen 1 tm 4. Ik heb zelf een accordeon en speel bijna iedere dag, maar daarmee treed ik niet in de openbaarheid.

Radio en muziek luisteren.
Naast muziek maken hou ik ook heel erg van naar muziek luisteren.
De radio is er eigenlijk altijd, altijd geweest ook.
Hilversum 3, Radio 2 en uiteindelijk Radio 5: de radio groeide gewoon met me mee.
Muziek ‘voor jezelf’ kwam tot ontwikkeling in mijn jeugd. Wij hadden thuis geen platenspeler, maar wel een bandrecorder. Later kwam de cassetterecorder, toen de CD-speler, vervolgens de computer en tegenwoordig heb je Spotify.
Door de jaren heen heb ik heel wat muziek verzameld waar ik graag naar luister.
Muziek helpt mij om te ontspannen; het liefst zit ik met een borduurwerkje in de handen  een hele mis te luisteren, daar kan ik helemaal in op gaan.
“Wat vind je het mooiste?” vroeg mij laatst iemand.
Eerlijk gezegd: ik kan niet kiezen.
Ik luister niet alleen graag naar klassieke muziek: de lezers van mijn blog weten dat ik ook van smartlappen hou. En van Mud. En natuurlijk Daniël Lohues……

Muziek en herinneringen
.
Muziek brengt bij mij soms onverwacht herinneringen naar boven, net als geuren.
Bij “I’ll be there before the next teardrop falls” van Freddy Fender bijvoorbeeld moet ik altijd denken aan die vakantie in Oostenrijk waar ik als 13-jarige voor het eerst verliefd was.
En bij “Junge, komm bald wieder” van Freddy Quinn sta ik weer als 7-jarige bij de jukebox in een Duitse kroeg.
En bij psalm 139 ‘Heer die mij ziet zoals ik ben’  ben ik in gedachten bij de rouwdienst voor mijn vader.
Dat is wat muziek met mijn geest doet: het trekt het laadje van de herinnering open.

Volgende week verschijnt op vrijdag het nieuwe blog dat ik voor het boek schreef over dit onderwerp: ‘Zingen is veel meer dan alleen je stem gebruiken’.

Bij ieder onderwerp heb ik voor het boek 3 of 4 blogs verzameld, maar bij ‘Muziek’ was die keuze wel heel moeilijk; ik wilde eigenlijk wel 15 blogs opnemen!
Goed idee, doen we niet.
Vind je het leuk om die selectie te lezen?

26 augustus 2019: So wie im Märchen Over mijn oma die zo’n fan was van Heintje

20 oktober 2016: Whispering Hope Mijn herinneringen aan deze ‘evergreen’,  gezongen door Mieke Telkamp.

25 september 2018: Hoch und weit Een blog over een repetitieavond met het projectkoor van Wim Opgelder in Zuidlaren

21 februari 2018: Er zijn is genoeg Op bezoek bij mijn oude demente buurvrouw Zwanny in Vredewold. We zingen ‘de Heer is mijn herder’.

27 februari 2019: Een leeuw? Niet? Een lion dan? Zingen met de Maandagavondclub met een memory-spel.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’. 

Reageren

Pagina 9 van 39

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén