Mamma mia, de musical gebaseerd op de muziek van ABBA, heb ik nooit gezien en ook de musicalfilm was in 2008 volledig aan mij voorbij gegaan, evenals het vervolg in 2018.
De eerste avond in ons ruil-vakantiehuis in Baarn, donderdag 3 september, zagen we in de gids dat de film uit 2008 werd uitgezonden. “Heb jij daar wel eens wat van gezien?” vroeg ik Gerard. Nee man. Dat gingen we alsnog doen. Je moet in het begin wel even wennen; op de meest onverwachte momenten beginnen de actrices/acteurs te zingen. Maar de liedjes ken je allemaal al, want die zijn van ABBA. En die liedjes passen allemaal precies bij het gedeelte van het verhaal waar we naar zitten te kijken. Soms dacht ik “O, zingen ze dat”. Dan kende ik het liedje wel, maar dan had ik me nooit in de tekst verdiept. Bij “Slipping through my fingers” bijvoorbeeld, over de periode dat je kind puber is en dat je eigenlijk nooit de tijd hebt gevonden om daar van te genieten en dingen samen te doen. Er was altijd wel iets wat je aandacht opeiste en na jaren kom je tot de conclusie dat de tijd met je kind tussen je vingers door is geglipt. Herkenbaar.
Donderdagavond 10 september, onze laatste avond in Baarn, werd deel 2, ‘Mamma mia here we go again’, uitgezonden; dat wilden we niet missen.
Eerlijk is eerlijk: het is niet een heel sterk verhaal en in dit tweede deel wordt het gegeven van 1 dochter en 3 mogelijke vaders nog eens weer uitgemolken. Maar de acteurs zijn geweldig, leven zich in in hun rol en maken er door het plezier dat ze uitstalen een geloofwaardig verhaal van. Er zit humor in beide films. ABBA-leden Benny en Björn komen in beide films even als muzikant in beeld, de vriendinnen van moeder Donna zetten mooie karikaturen neer en de vaders, die in deel 2 ook door jonge acteurs worden gespeeld, lieten ons regelmatig glimlachen door hun haantjesgedrag.
Jammer dat op het laatst Cher nog in stelling werd gebracht als excentrieke moeder van Donna. Dat voegde wat mij betreft niets toe aan het verhaal en ze kwam ook beslist niet geloofwaardig over. Een mismatch vond ik.
Af en toe kromden mijn tenen vanwege slecht acteerwerk of abominabele zang, maar voor het grootste deel was het toch vooral genieten, met name van de mooie muziek.
Wat een breed oeuvre had ABBA eigenlijk. Triest, vrolijk, beschouwend… maar het klonk ons steeds erg vertrouwd in de oren.
Heerlijke feel-good films.
Af en toe kan ik me er onbekommerd aan overgeven; tranen met tuiten bij een happy end, of het nu een bruiloft of een doopfeest is.
Deze twee films blijven voor mij verbonden met onze fijne vakantie in Baarn: met een glaasje port en mijn breiwerkje op de chaise-longue van onze vriendin.