De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

28 mei: Te.

Gedurende je hele leven zijn er mensen in je omgeving.
Het gezin waar je uit komt, op school, de buurt waarin je woont, collega’s van je werk, gemeenteleden van de kerk, het gezin dat je zelf vormt, noem maar op.
En vanaf het moment dat je wordt geboren vinden andere mensen iets van je.
Als baby moet je wel een beetje binnen de groeicurves blijven en je ontwikkelen op de manier die in de opvoedboekjes beschreven wordt.

Op school moet je voldoen aan de normen die in het onderwijs worden bepaald en zo pas je je gedurende je leven aan aan wat er van je verwacht wordt.
Ondertussen vinden de anderen mensen iets van jou.

Te groot.
Te traag.
Te luid.
Te aanwezig.
Te dik.
Te ordinair.
Te betweterig.

Dat krijg je te horen bij de rapportbesprekingen op school, tijdens de jaargesprekken op je werk, je hoort het in de wandelgangen, in Sinterklaasgedichten en soms wordt het je gewoon verteld.

Als kind denk je: als ik later groot ben, dan mag ik het allemaal zelf weten.
Maar inmiddels ben ik 63.
Gepokt en gemazeld.
En nog merk ik dat mensen me ’te …. ‘ (vul zelf maar in) vinden.
En nog trek ik me die kritiek aan.
Maar inmiddels weet ik ook dat het voor de mensen die van me houden niet uitmaakt.
Die houden van mij, misschien wel juist omdat ik ’te’ ben.
Of ondanks dat ik ’te’ ben.
Die zijn te vreden met mij en accepteren mij zoals ik ben.
Er is altijd werk aan de winkel in een mensenleven en er is niks mis met je best doen om het met anderen ook een beetje leuk te hebben, maar daarbij moet je jezelf niet vergeten.
Je kunt het ook te goed willen doen.

Reageren

27 mei: Spinazie schiet door.

Toen we terugkwamen uit Westerbork moesten we gelijk spinazie eten, want wat er aan spinazie in onze moestuin stond was al behoorlijk doorgeschoten.
Heb je zelf geen tuin en heb je geen idee wat ik bedoel?
Spinazie is een plantje waarvan wij de eerste blaadjes eten, maar als je niks doet gaat het bloeien en krijgt het bloemetjes en uit die bloemetjes ontstaat uiteindelijk het zaad.
Als spinazie doorschiet, dan komen de bloemetjes al aan de steeltjes.
Op de afbeelding hiernaast zie je een foto die ik gistermorgen maakte in onze tuin.
Als je op de afbeelding klikt komt die groter in beeld: dan zie je het bloemetje beter. Dat is namelijk net zo groen als de spinazie!
Er zijn mensen die vinden dat je het dan niet meer kan eten, maar dat vinden wij onzin.
Het kost alleen wat meer moeite om het schoon te maken, want je moet van ieder groepje blaadjes de bloei afhalen.
Dat hebben wij er wel voor over.
Ik zeg ‘wij’, maar Gerard is degene die met engelengeduld de spinazie zit schoon te maken.

We aten het twee keer deze week: een keer ‘gewoon’ met ei en aardappels en een keer als quiche met ui, champignons en plakjes ontbijtspek.
Verder blancheerden we drie porties voor in de diepvries.

Die quiche vond ik op internet: met champignons, ui en plakjes ontbijtspek.
Hierbij een link naar het recept op de website Brenda kookt.
Even doorscrollen naar beneden: Brenda heeft veel reclame op haar site, zodat er soms lege plekken ontstaan, waardoor je denkt dat het artikel al is afgelopen.
We vonden het een bijzondere combi en tevens heerlijk.
Zo zag het er uit toen we al driekwart van de quiche verorberd hadden…..o ja, ik moet nog even een foto maken!

Reageren

26 mei: Drie in één.

Vandaag is het zondag Trinitatis.
Het feest van de Drieëenheid: de vader, de zoon en de Heilige geest.
Dominee Sybrand van Dijk noemde het vanmorgen een mysterie.
Hij had ons in de voorbeschouwing van de dienst op de website al aangekondigd dat het anders dan anders zou gaan vanmorgen
‘Een iets andere vorm, vandaag. Drie kleine schetsjes in plaats van één preek. Drie keer zo veel voor een en dezelfde prijs.’

Na de schriftlezingen verdween de voorganger uit het zicht van de gemeente en hij verscheen weer naast het orgel.
Hij sprak de gemeente toe als God en vertelde dat God geen man en geen vrouw was. God is liefde.

We zongen een couplet van lied 792 en daarna stond de voorganger weer achter de microfoon in het liturgisch centrum en nu vertolkte hij Jezus, die lichaam wilde worden van alle woorden die geschreven. Hij wilde die woorden waarmaken.
Hij vertelt over zijn eerste optreden in de synagoge in Kapernaüm. Dat hij tot de overtuiging kwam dat woorden alleen niet genoeg zijn en dat je iets moet doen.
“Dus ik stapte naar buiten en gelijk kwam de eerste zieke al naar mij toe. Toen ik hem zegende kwam ook al gelijk een tweede, en een derde en een vierde en ze riepen allemaal “Jezus, red mij, hoor mij doe voor mij en het werden er steeds meer.
En hoe meer ik deed, hoe meer ik zag, hoe meer er te doen was!
Ik kijk met de ogen van de woorden van God.”

In mijn hoofd zag ik op dat moment een fragment uit de musical ‘Jesus Christ Superstar’.
We zien Jezus omringd door mensen door Jeruzalem lopen. Eerst wordt hij door de journalistiek ondervraagd over wat hij nou eigenlijk aan het doen is en daarna zien we hem in blinde woede alle tafels in de tempel omgooien.
Daarna loopt hij de bergen in waar de leprozen en gehandicapten naar hem toekomen.
” See my eyes, I can hardly see, see me stand, I can hardly walk……”
Hierbij een link naar dat fragment op You Tube.
Na al die jaren maakt het nog steeds een verpletterende indruk.
‘There is to many of you! There is too little of me!”

Na weer een couplet van bovengenoemd lied zagen we de predikant helemaal niet meer.
Hij was verstopt achter de preekstoel en we hoorden alleen zijn stem: hij sprak als de geest.
Hij vertelde: “Jullie mensen hebben zoveel talenten: muziek, organiseren, luisteren, spreken. Zoveel talenten waarin iets oplicht van God en van Jezus. Dat is wat ik doe: een stukje van God in jou blazen. De wereld heeft behoefte aan mensen die weten wat liefde is en die haar in zich willen laten wonen en die haar willen laten delen.”
Toen verscheen op de preekstoel een opgeblazen rode ballon die werd losgelaten over de hoofden van de gemeenteleden.

Na de viering zei mijn buurvrouw: “Ik had eigenlijk willen applaudisseren na de preek!”
Vond ik eigenlijk ook.
Bij deze.

 

 

Reageren

25 mei: Naar Stad op de fiets.

Vrijdagmiddag ging ik lunchen met ex-collega Gineke: zij reserveerde een tafeltje bij Moeke Vaatstra. Als je weet dat de mensen uit onze regio niet naar Groningen gaan, maar in Roden komen om te winkelen omdat de verkeerssituatie rondom Groningen zo beroerd is, dan snap je wel dat ik op de fiets naar Groningen ging.  Ik wist alleen niet zo goed hoe ik moest fietsen, want mijn werkplek bevindt zich in Zuid Groningen: ik fiets nooit meer in de stad.

Ik zette mijn telefoon vast op mijn stuur en vroeg meneer Google of hij mij op de fiets naar Groningen/Gineke wilde navigeren. In Peizermade stuurde hij mij het fietspad naar het Stadspark op. Jaren geleden had ik besloten om daar nooit meer langs te fietsen omdat het een heel slecht fietswegdek was, maar tot mijn grote verrassing was het pad opnieuw geasfalteerd.
Ik was vergeten hoe mooi het daar is. Daar komt bij dat dit de mooiste tijd van het jaar is; bomen en struiken zitten vol in het blad en bijna alles staat in bloei.

Eenmaal in de stad was het gedaan met het genieten. Wat een ontzettende drukte op het fietspad! Met groepen van meer dan 10 mensen sta je te wachten bij de stoplichten op een kruispunt; als het lichtje groen wordt weet je niet wat je ziet. Van alle kanten fietst men het kruispunt op! Officieel heb je voorrang als je van rechts komt, maar brutalen hebben de halve wereld en de grootste bek! Ik liet iedereen maar eerst voorgaan,  maar werd alsnog bijna van de sokken gereden door twee pubers die eigenlijk al rood licht hadden; in hun vliegende haast crossten ze op het nippertje voor mij langs.

Bij Moeke Vaatstra was het weer als vanouds.
We zaten in de schaduw van de grote bomen op het terras en genoten van een lichte lunch.
Zij een glas melk, ik een glas wijn.
Er waren weer gespreksonderwerpen genoeg.
Gineke is al een tijdje met pensioen en we zien elkaar niet maandelijks, dus er moet van alles worden uitgewisseld.
We constateerden dat de tijd zo snel gaat nu we ouder worden.
En dat we steeds vaker terugdenken aan vroeger en aan wat er toen vanzelfsprekend allemaal was en nu niet meer.
Het deed mij denken aan dat nummer van Simone Kleinsma; hierbij een link naar een blog over dat liedje:  De seizoenen komen terug, de jaren niet.

Op terugweg werd ik overvallen door een bui, waarvan Buienradar mij had beloofd dat die pas een uur later zou vallen.
In mijn fietstas zit tegenwoordig zo’n handige regencape van de IKEA.
Unisex.
One size, fits all.
Met zo’n zakje op je buik waar je de cape helemaal in kunt vouwen.
Toen Gineke appte of ik wel droog overgekomen was heb ik geantwoord: “Het is dat ik al verkering heb, want anders wou ik er niet mee over straat.”

Reageren

24 mei: Creatief in Westerbork (1)

Tijdens de Gradagen in het Pinksterweekend zat Casa Grada tjokvol.
Het is een achtpersoons vakantiehuis, maar met acht volwassenen die ook tassen vol kleren, spellen, boodschappen en handwerkspullen meenemen oogt* het al snel vol en rommelig. (* lees: is)
Daar komt bij dat voor de hobby’s die de gasten wilden uitvoeren nogal grote benodigdheden waren meegenomen.
Jon bijvoorbeeld had een wol-kaard-molen meegenomen, waar hij mee op het terras zat.
Hij had een zak vol gewassen en gedroogde alpacawol mee, die hij met engelengeduld zat te kaarden.

Wij zijn in onze tijd al een beetje vergeten hoe een vacht van een dier wordt getransformeerd naar bollen brei- en haakgaren, maar wij kregen dit weekend aanschouwelijk onderwijs. Dit is wat Jon aan het doen was:

Het kaarden van wol is een proces dat wordt gebruikt, om ruwe onbewerkte wol te verwerken en te transformeren tot een fijnere, meer uniforme vezelstructuur. Het doel van kaarden is om de vezels te ontwarren, te richten en te mengen. Waardoor het spinnen en weven gemakkelijker wordt en het uiteindelijke textielproduct een betere kwaliteit heeft.

Het kaardenproces gebeurt meestal met behulp van een apparaat dat een kaardmolen wordt genoemd. Deze molen heeft twee cilinders met tanden aan hun oppervlak. De cilinders draaien in tegengestelde richtingen, waarbij de wol wordt vastgegrepen en langs de tanden wordt getrokken. Hierdoor worden de vezels losgemaakt van elkaar, worden klitten verwijderd en worden de vezels in een meer parallelle richting gericht.

Frea deed iets met een zak schapenwol: zij was aan het spinnen.
Dan denk ik gelijk aan zo’n Doornroosje-spinnewiel, maar dat is dan weer ouderwets.
Ze heeft een modern spinnewiel gekocht; ‘daarmee gaat het echt als een tierelier’ aldus Frea.
Dit is wat er gebeurt als je aan het spinnen bent.:

Vezelgaren spinnen is het in elkaar draaien van losse vezels tot draad. Met losse vezels van materialen als wol, vlas en katoen kun je niet weven, naaien, breien of haken, die moeten eerst tot bruikbare draden worden verwerkt. 
Eén gesponnen draadje is vaak nog niet sterk genoeg om te gebruiken, dat moet nog verder bewerkt worden, bijvoorbeeld door te twijnen. Dat is het om elkaar heen draaien van meerdere enkelvoudige draadjes, door een tegengestelde draaibeweging van de spintol of het spinnewiel.

Carlijn was ondertussen met haar borduurgaren aan het sorteren en op kaartjes te winden en Harriët had haar haakwerk wel mee, maar kwam er niet aan toe, want gezellig.
En ik?
Breide, borduurde en haakte.
En leerde Jon hoe hij moest breien, want hij had bedacht dat hij dat in het Pinksterweekend wilde leren.
Ruimschoots gelukt.

Reageren

23 mei: Bijna twee weken!

Van woensdagavond 8 mei tot en met dinsdagmorgen 21 mei vierden wij vakantie in Casa Grada/Westerbork.
Je las er al wat over: tante Trijn kwam een dag, we ontdekten de Ieberenplas en we hadden 24 uur onze vrienden te gast.
Ook de jaarlijkse Gradagen vielen in onze vakantie: het Pinksterweekend brengen we altijd door met onze dochters en hun mannen.

Gisteren, woensdag 22 mei, was mijn eerste werkdag na de vakantie en ik moest wel weer wennen.
De vakantie beviel namelijk erg goed; we hadden het mooiste weer van de wereld en we zaten heel veel buiten.
In de zon, in de schaduw en aan het water.
Twaalf van de dertien avonden zaten we rond middernacht als dagafsluiting even bij kaarslicht op het terras aan het meer.
De ene avond zijn er rondom het meer bij de andere huizen lampjes en lachende/pratende mensen, een andere avond zit je in volstrekte stilte over het meer te staren, waarin het maanlicht wordt weerspiegeld.
En ja, we kregen bezoek, maar er was ook tijd genoeg om te wandelen, te fietsen en te vissen.
Met onze kinderen gingen we op 1e Pinksterdag zelfs zwemmen in de Ieberenplas!

Zwemmen bij de Ieberenplas

Als we in Westerbork de deuren van de auto opendoen is het eerste wat we horen: vogelenzang.
En dat hoor je hele dag. In het begin hoor je iedere tjilp, piep, fluit en triller, maar na een paar dagen ben je er aan gewend.
De kinderen maakten ons er op attent dat je tegenwoordig apps hebt die vogelgeluiden herkennen waarmee je kunt zien welke vogel het is.
Maandagmorgen tijdens de koffie ging Gerard dat uitproberen: hij downloadde ‘Merlin Bird ID’.
Op een gegeven moment hoorde ik hem zeggen: “Ik heb 11 vogels!”
“Ja” riep Frea “en één wesp!”
Bij die 11 vogels zaten mussen, duiven, mezen en lijsters, maar ook een groene specht en een buizerd.
Maar dat was leuk!
Een probleem was dat de vogels in het Engels werden benoemd.
Een swallow, daar kom je nog wel uit, maar een starling?
Maar gelukkig is de generatie onder ons erg handig met dit soort dingen, dus binnen de kortste keren hadden we de taal omgezet naar Nederlands.
Ik heb de app nu ook; ben benieuwd hoeveel vogels we in Roden hebben.

De eerste dag met een vroege wekker en een rit naar Groningen zit er weer op.
Het is nu woensdagavond en ik zet alvast wat blogs klaar over onze wederwaardigheden van de afgelopen weken.
Wat foto’s uitzoeken, beetje nagenieten.
Daniël Lohues zou zeggen: “Niet vergeten um der eem bij stille te staon” in het lied O ja, dat was mooi.

Reageren

22 mei: Zeg het met bloemen.

Met één blog over de viering van 1e Pinksterdag doe ik die kerkdienst te kort, want de viering was veel meer dan één lied dat na jaren in het goede tempo wordt gezongen.
Gerard en ik moesten er vroeg voor opstaan in Westerbork, maar het was ruimschoots de moeite waard.
De feestelijke sfeer, de heliumballonnen die vrolijk halverwege de kerkzaal hingen, de kleur rood die overheerste als je de kerk in keek omdat veel mensen iets roods had aangetrokken en de mooie liederen die we zongen waarbij wij als cantorij de toon aangaven: om een goed beeld te krijgen van de viering op 1e Pinksterdag zou je hem eigenlijk terug moeten terugkijken (net als Janny, zie haar reactie in de rechterkantlijn). Dat kan via Kerkomroep of You Tube.

Na een week die bol stond van de plannen die de nieuwe regering over het land uitstortte haalde ik ik troost uit een opmerking van voorganger Sybrand van Dijk.
Nadat Wilders had geconstateerd dat de zon weer ging schijnen in Nederland had iemand daarover gezegd: ‘Het land is nu weer van ons’.
De dominee citeerde een ingezonden brief van een paar dagen daarna. Iemand had geschreven: ‘Wat een vloek. Want van God is de aarde en al die haar bewonen. Dit land is van niemand en van ons allemaal.’

Verder wil ik vandaag aandacht vragen voor een onderdeel in onze viering dat wordt verzorgd door de werkgroep Liturgische schikking.
Iedere week zorgen zij voor een bloemstuk, dat onder de preekstoel staat en dat ons met bloemen iets vertelt over het thema van de dienst van die morgen.
Na de preek zette Sybrand het bloemstuk in het zonnetje en hij legde uit wat de symbolische betekenis was:

Er was voortgeborduurd op de bloemenschikkingen in de 40-dagentijd en Pasen; toen hadden we een aardbol van bruine schors.
Week na week werd die bol steeds groener omdat Christus liefde gezaaid heeft en daarmee de wereld veranderd heeft.
Op Pinksteren, 50 dagen later staat de aardbol helemaal in bloei!
De kleur waar de bol op staat is rood, de feestkleur van Pinksteren.
Rondom de bol zijn 3 lagen te onderscheiden:
1. De onderste laag van fluitenkruid geeft de verbinding met hemelvaart. Jezus gaat naar de hemel; een wolk van niet weten.
2. De grassen-laag verwijst naar de wind van de Geest die over de wereld waait.
3. De veel verschillende (gekleurde )bloemen wijzen naar de vele gaven van de Geest en alle verschillende mensen op deze aarde die aangeraakt worden door de geest.
Of je nou een boterbloem bent of een roos, ook voor jou is een plekje op deze aarde.

Wat een mooi beeld! Al die verschillende bloemen en kleuren die samen één geheel vormen.
Dat hopen wij als PKN-gemeente ook uit te dragen: zoveel gemeenteleden, zoveel verschillen, maar toch één geheel!

Reageren

21 mei: Sporen van Wim.

Een week geleden ontdekte ik de podcast ‘Sporen van Sonneveld’.
Dit staat er over op de website van Radio 5:

Jacques Klöters en Carolien Borgers onderzoeken hoe het werk van zanger en cabaretier Wim Sonneveld precies 50 jaar nadat hij overleed aan een hartaanval, nog leeft. Ze spreken grote artiesten en collega’s van toen, zoals Gerard Cox, Freek de Jonge, Barrie Stevens, Karin Bloemen, Tony Neef, Alex Klaassen en Kiki Schippers, maar ook opkomende talenten als Valentina Töth en Siawaash Cyrroes. Ook praten ze met journalisten, theaterdocenten en -studenten over hoe het oeuvre van een van Nederlands grootste artiesten de tand des tijds heeft doorstaan.

Toen Sonneveld overleed in 1974 was ik 13.
Ik kende hem van ‘Ja Zuster, nee zuster’ en van de conferences die mijn vader had opgenomen op zijn bandrecorder.
Over ‘de kroketten’.
Van typetjes zoals de man wiens dochtertje net is getrouwd die vertelt over de jongens die de bruidegom voorgingen: “Ik haalde de kwal binnen alsof het Sinterklaas is” en “Ene Harry. Ik droom nog wel eens van hem als ik zwaar getafeld heb.”
De Tea-room-tango; ‘J’ hebt me belazerd. J’ hebt me bedonderd.’
Het vileine ‘Liefeling..!’ met de zin ‘Spijt dat ik niet heb geluisterd naar me broers die toen al zeie, man, je ken veel beter trouwe met een vrachtauto vol keie….!”
En de spreekstalmeester: “Hup, weer zo’n krentenmik achter de rhodondendrons!”
En niet te vergeten de blijmoedige Frater Venantius: “….en een dubbele jenever in een koppie!”
Woordelijk kan ik de teksten meepraten/meezingen, zo vaak heb ik het vroeger gehoord.

De podcast neemt me mee terug in de tijd; je hoort hoe Sonneveld begon als artiest, over de mensen waar hij mee op het toneel stond.
Maar ook over zijn tekstschrijvers en zijn eerst one-man-show in navolging van Toon Hermans.
Liedjes, sketches, conferences, van alles komt voorbij en daarbij hoor je veel achtergrondverhalen.
En natuurlijk hoor je ook over het geheim dat eigenlijk iedereen kende: dat hij homoseksueel was, maar in die tijd kon je daar nog niet openlijk voor uitkomen.
Nadat Sonneveld was overleden kwamen artiesten als Robert Long en Jos Brink, die dat wel openbaar durfden te maken en daar zelfs over zongen.
50 jaar geleden: wat een andere tijd.

Wat een oeuvre heeft Wim Sonneveld nagelaten.
Genoten heb ik van de 6 afleveringen die online staan.
Wil je deze podcast ook beluisteren?
Hierbij een link naar het artikel daarover op de website van Radio 5. Van daaruit kun je alle afleveringen beluisteren.

Reageren

20 mei: Dat ga je niet redden.

Eerste Pinksterdag werkte onze cantorij mee aan de feestelijke viering van de PKN-gemeente.  Toen we vier repetities geleden de muziek kregen voor deze dienst vertelde cantor Karel het verhaal van een (klein)  trauma uit zijn jeugd.  “Mijn vader was kerkorganist. Het lied ‘Geest van hierboven’was  in onze gemeente echt een tophit en werd dan ook enthousiast door de mensen meegezongen.  Maar volgens mijn vaders overtuiging veel te langzaam! Maar het lukte hem niet om de gemeente mee te krijgen.” Tot grote frustratie van vader én Karel die op de repetitie even voordeed hoe dat dan klonk. Het was ons al direct duidelijk dat wij het niet zo mochten zingen.

“Voor dit lied is de melodie gebruikt van een Italiaanse dans en dat moet lichtvoetig gezongen worden. Zo’n trage en bombastische uitvoering doet gewoon afbreuk aan de tekst.”

Toen we op die eerste repetitie  het overbekende lied zongen op het tempo van Karel waren we geschokt.  Jelle meende het dan ook zeker te weten: “Dit gaat je niet lukken met de goegemeente…. ” Maar Karel was niet van plan om zijn missie op te geven: dat kleine trauma uit zijn jeugd ging hij rechtzetten.

Zondagmorgen voor de kerkdienst zongen we alles nog even door met organist Erwin Wiersinga. Na één couplet Geest van hierboven à la Karel hing Erwin over de leuning van het orgelbalkon. “Dit ga je niet redden met de gemeente” en hij verhaalde over de ettelijke pogingen die hij in het verleden had gedaan om de mensen sneller te laten zingen. Maar  Karel liet zich niet uit het veld slaan. “Ja, maar dat was zonder dirigent” pareerde hij vol zelfvertrouwen.

De cantorij zong het eerste couplet alleen. Lichtvoetig en in het tempo van een Italiaanse dans. Voor het tweede couplet draaide Karel zich om naar de gemeente, dirigeerde strak en gaf duidelijk zijn tempo aan.  En het lukte!  Vanaf de achterste rij zagen we onze cantor glimmen van trots.
‘Hij glöm as een Duutser met zeuven braodworsten’. *

Na het lied was het nog even onrustig in de kerk, het was kennelijk een bijzondere ervaring geweest.  Dominee Sybrand van Dijk vertelde daarna over de Italiaanse dans. Dat wij Nederlanders altijd dansen met stenen in onze zakken……maar het zingen was toch maar mooi gelukt!

Karel is vanaf het moment dat hij voor ons koor staat enorm gegroeid in zijn rol als dirigent. Daar hebben wij als koor baat bij,  maar ook onze PKN-gemeente heeft er voordeel van.  Koesteren die man, die zelfs aan een trauma nog een positieve draai weet te geven.

*Uitdrukking van de Drentse auteur Anne Doornbos

Reageren

19 mei: Een hemmel meinse.

“Mien moe, hè, dat was toch zu’n hemmel meinse!”
Dit is een tekst van Roel Reijntjes, ooit uutspreuken in een column op de radio.
Dat is Nedersaksisch veur: de moeder van Roel was barre schoon en netties.
Een opgeruumd huus en altied an ’t boenen en poetsen.

Mien moe was ok zu’n meinse.
Dat haar ze leerd van heur moe, vrouw Boelen.
In Emmerkepas, waor mien moe opgruide, stun mien oma bekend as ‘zo schoon as sukker’.
“Bij vrouw Boelen ku’j van de vloer eten” haar de bakker ooit ies zegt en daor was oma trots op.
De dochters (mien moe en heur vier zusters) deuden heur uuterste best um de goede naam van oma op het gebied van het huusholden hoog te holden. A’j ‘een Boelentje‘ bint dan he’j de boel der altied nuver  bijliggen en dan vin ie der ok wat van as een aander dat niet hef.

Ik ben niet zu’n meinse.
Waarschijnlijk heb ik de mieste genen van de kaante van mien va. Oma Vrieswijk deu heur huusholden netuurlijk wel, maor zat ok graag te handwarken. Was ze an ’t stofzoegen en kwam der vollek, dan was ze bliede dat ze het ding an de kaante kun zetten: “Gezellig ja! Kom der in. Ik zet thee.”
Mien moe hef het mij wel leerd, heur.
As klein wichie mus ik al de plinten ofstoffen en theedoeken strieken.
Maor oma Vrieswijk leerde mij haoken, borduren en breien en dat vun ik veul aangenamer as huusholdelijke klussen.
“Het zit der gewoon niet in.”
Dat zee mien moe over mij. Ik was gien Boelentje en ze haar geliek.

Toen Gerard en ik trouwden zag ze het dan ok somber in.
Maor het kwam netuurlijk wel goed; dat ik niet van het huusholden hol, wil niet zeggen da ‘k het niet doe.
Allent niet zo vake as mien moe.
Niet alle weken de ramen wassen.
Niet alle dagen stoffen, zoegen en vegen.
En nee, bij mij moe’j niet van de vloer eten, maor ik doe de dinge die neudig bint met regelmaot en verder bin ik mening da’j in een huus best mucht zien dat der leefd wordt.

Veurige weke deuden Gerard en ik de ramen rondom het huus.
Gerard begunt dan, giet met de waterslange rond en nemp ok geliek ‘boven’ eem met en ik gao der achteran met een emmer, een spons en een trekkertie. Wij können wel zien waor we bleven waren. Ik zee tegen Gerard: “Mien moe zul zeggen: “De jirre leup der of!”

Mien moe is der al lange niet meer, in 2017 kwam ze uut de tied.
Ze komp niet meer met heur Boelentjes-ogen bij oons in huus.
Ogen die speurend deur mien kaomer gaot en een spinnekop ziet.
Die in mien keukenkassies kiekt en rommel ontdekt.
Die ziet dat de raomen neudig wast moet worden.
Het gef ok een soort rust; an die Boelentjes-standaard kön ik nooit voldoen.
Nou is het gevuul van ‘op het gebied van huusholden tekörtschieten’ ok weg.

Reageren

Pagina 11 van 351

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén