De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

29 juni: Een zusje & ooievaars.

“Wat wil je van mij voor je verjaardag?” vroeg ik vorige maand aan Gerard.
Hij wilde graag een dagje ‘Happen en Trappen’; hij koos een fietsroute die begon en eindigde in Meppel: ‘In het spoor van de turfstekers’.
Op de vrijdag van het TT-weekend (27 juni) begonnen we bij Herberg ’t Plein, waar we de tickets voor de hele dag kregen en een kop koffie met een heerlijk appeltaartje. Meppel hadden we natuurlijk al eens bezocht met ervaringsdeskundige Hans die ons meenam op zijn ’trip-down-memory-lane’; we kwamen op de fiets nu ook weer langs een paar bekende plekjes. “Kijk, hier ging Hans als kind altijd schaatsen!”

De eerste etappe was gelijk de langste: 15 kilometer van Meppel naar Zwartsluis. We kwamen door kleine buurtschapjes als Hamingen en Baarlo.
We fietsten door bijzonder landschap: het Nationaal Park Weerribben-Wieden.
Links en rechts van ons keken we uit op een vergraven laagveengebied, waar de sporen van de talloze afwaterkanaaltjes nog duidelijk zichtbaar zijn.
Wij denken bij dat gebied eigenlijk vooral aan riet, maar in de loop van eeuwen is er ook veel turf gegraven.
Voordat we Zwartsluis infietsten staken we op bij Hotel Zwartewater, waar we werden verrast met een groot bord met carpaccio.

Zwartsluis was verrassend mooi; krijgt in de komende weken nog een eigen blog. In de 14e eeuw was dit al een doorvoerhaven voor turf vanuit Drenthe (Hoogeveen/Meppel) naar Amsterdam en in de 16e eeuw maakte Karel van Gelre van Zwartsluit een schans/fortresse en speelde het een rol in de strijd tegen de Spaanse troepen.

…..zusje……

We fietsten dwars door het stadje naar het volgende adres.
Die route voerde ons o.a. door Belt Schutsloot; dat dorpje ligt midden in het natuurgebied ‘De Wieden’ en het is het kleine zusje van Giethoorn; ook net zo mooi trouwens, maar veel minder druk.
In de buurt van de Blauwe Hand tussen de Beulakkerwijde en de Belterwijde kregen we een kom mosterdsoep bij Nusa Beach.

Daarna fietsten we richting Wanneperveen. Daar waren de boeren druk met maaien en daar waren de vogels ook ontzettend druk mee.
Tientallen ooievaars stapten door het pasgemaaide gras op zoek naar kikkers en insecten en in de lucht zweefden buizerds en kiekendieven, speurend of er iets van hun gading op het land te vinden was.
Ons hoofdgerecht (saté én een hamburger) werd geserveerd in Silverado, een steak-house aan de rand van Meppel; vandaaruit fietsten we nog een klein rondje o.a. door Kolderveen, waar ik natuurlijk nog even van de route af moest om het kerkje (dat van de weg af stond) te bekijken.

Kerkje van Kolderveen

We sloten het verjaardagscadeautje af bij de IJsmakers, midden in Meppel, met een bakje met drie bolletjes ijs. Met slagroom.

Wij vinden Happen & Trappen een heel fijn concept.
We fietsten 43 kilometer, scharrelden in vijf gangen een heel diner bij elkaar en hebben een mooi stukje Nederland gezien!
Benieuwd naar onze route?
Hierbij een link naar ‘In het spoor van de turfstekers’.

Dit was onze derde ‘Happen & Trappen’-route en vast niet de laatste: wat een leuk dagje uit!
Benieuwd naar onze vorige ervaringen?
In juli 2023 deden we   ‘Tussen heidevelden en hunebedden’ 
 en in mei 2024 fietsten we de route ‘Dwalen langs de Drentse Aa

Reageren

28 juni: Nederlands maar dan anders (46)

Deze verzameling NMDA begin ik met een bijdrage van Dick.
In de krant had hij gelezen: ‘Over Johan Derksen schreef een krant vorig jaar bijvoorbeeld dat hij ‘louter losse flodders’ niet vanuit de heup, maar ‘vanuit de onderbuik schiet’.
Dick zag in zijn verbeelding al iemand met flodders vanuit zijn onderbuik schieten….soms moet je dingen niet visualiseren.

Carlijn stuurde ook weer een paar in.
Ze hoorde iemand zeggen dat het een ellendelange toespraak was.
Verder hoorde ze een interview met een Vindicatter naar aanleiding van de verhalen over het brandmerken van eerstejaars: “De telefoon stond roodgloeiend, die ontplofte gewoon letterlijk, de ene media wil je hebben, de andere media wil je hebben…” 
Die geïnterviewde studeerde vast geen Nederlands.

Haar vriendin Irene had in een programma iemand wel een heel wonderlijke uitdrukking horen gebruiken: “Daarmee slaan ze me rauw op de neus.”

Collega denkt te weten hoe de op stapel staande reorganisatie zal verlopen: “Ik kan je op een briefje vertellen……”,
Andere collega is bezig met het maken van notulen, maar ze was niet het hele overleg aanwezig: “Dat stukje kan ik toch niet uit mijn vingers zuigen?

Deftige Odilia de Ranitz is een mevrouw van adel en specialist op het gebied van etikette, maar ze gebruikt onze Nederlandse taal beslist niet ‘zoals het hoort’ in de podcast Royal Tea.
Zo zei over prins Andrew: ‘dat gaat alle spuitgaten te buiten!
Over omgaan met kledingvoorschriften tijdens een staatsbezoek zei ze: ’s Lands wijsheid, ’s lands eer 
En als je wilt werken aan het hof ‘dan moet je wel van ander hout geslepen zijn‘.
Over het begin van de oorlog zei ze met droge ogen: “Polen was toen geïndexeerd door Duitsland”.

Jon spreekt prima Nederlands, maar zo nu en dan proef je nog gewoon de Engelse invloeden.
Hij zag een insectje vliegen en riep: “Een grienvloeg!”
In het Nederlands heet het een een groenvliegje en een het Engels een greenfly; leuke combi….
Toen in het nieuws kwam dat de universiteiten minder geld kregen vond hij ‘dat de universiteit financieel gewurgeld werd’.
Frea en Jon spraken in de week dat Lily bij hen was overwegend Engels. Frea moest nog even afwennen. “Hoe laat is de Dille & Kamille open tot?”
Volgens Jon lekker Nederlands met een Engelse zinsopbouw!

Bij Studio Sport deed iemand verslag van de laatste wedstrijd van NEC: hij wilde aangeven dat de uitkomst op voorhand al haast vast stond en zei daarover: “De handdoek leek al lang geworpen..”

De side-kick in het ochtendprogramma “Goeiedag Haandrikman’ vond de appjes die Bert  stuurde altijd lastig om te lezen.
“Het is altijd een puzzel om jouw berichtjes te ontgoochelen!”

Wim hoorde Marleen de Rooy voor de tweede keer de uitdrukking “stapje bij beetje” gebruiken om een schuivend standpunt van het kabinet aan te geven.

Henk stuurde mij een mail: ‘Nou heb ik ook eens een mooie voor jou!
Staat op de website van Ditisroden.nl: Zevenhuizen onder het vergrootglas: flitspaal jaagt hardrijders op de hielen.

Hierbij een link naar Nederlands maar dan anders (45) van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

Ook iets gehoord of gelezen dat het vermelden in deze blogserie waard is?
Geef het door aan mij: ik noteer het graag voor NMDA 47!

Reageren

27 juni: Een echt mens!

Vandaag een blog over mijn werk: in zekere zin een constante waarde van de dag, want hoe fijn is het dat je werk hebt dat je leuk vindt!
Team290 is een afdeling van Lentis binnen de afdeling Ouderenpsychiatrie die gespecialiseerd is in dementie; we bieden de patiënt en de mantelzorgers behandeling, begeleiding en advies. Sinds ik weet dat ik in oktober zal stoppen met werken staat in mijn agenda hoeveel weken ik nog naar Groningen reis tot mijn pensionering; deze week 17 weken. Ik kan me er nog niet echt een voorstelling van maken.
In mijn baan is geen dag hetzelfde; ik maak deel uit van een 5-koppige secretaressegroep en ik mag mezelf ‘all-round’ noemen: ik doe alle voorkomende werkzaamheden. Veel administratieve dingen zoals cliënten inschrijven, uitschrijven, het digitale patiëntendossier op orde houden, maar ook veel telefoon: contact met huisartsen en andere hulpverleners en natuurlijk met de patiënten zelf.

“Spreek ik met Team290? Ik heb een brief van jullie gekregen waarin staat dat jullie langs komen, maar dat is nergens voor nodig. Mij mankeert niks.
O? Heeft de huisarts mij aangemeld? Waar bemoeit ie zich mee! Zeg maar dat ik afzie van jullie bezoek. Ik heb geen belangstelling!”
Ontkenning van de ziekte is één van de symptomen van dementie, er is soms geen ziektebesef.
Dat weten Gerard en ik nog uit de tijd dat mijn schoonmoeder leed onder die ziekte en zelf het idee had dat ze alles nog zelf deed, maar dat was al lang niet meer aan de orde.

“Goedemorgen, secretariaat Team290, u spreekt met Ada Waninge”
Stilte aan de aan de andere kant van lijn.
Dan: “O! Een echt mens! Ik dacht dat het een bandje was…….”

Soms zijn mensen heel erg boos.
Als het nieuws slecht is wordt er geschoten op de boodschapper.
Bijvoorbeeld als gaat om het niet meer mogen autorijden: dan heeft onze casemanager het gedaan.
Of als er moet worden verhuisd tegen de zin van de patiënt.
Het enige wat wij dan doen is luisteren/aanhoren en aantekeningen maken. We gaan niet in discussie en leggen het neer bij de behandelende casemanager en/of arts.
Zo krijg je soms heel wat over je heen, maar soms is het ook ontroerend wat we horen.
Een mooi voorbeeld daarvan beschreef ik al in het blog ‘Dagopvang vergeten‘ uit 2022.

Vorige week belde er een mevrouw die vroeg naar Marie, één van onze casemanagers.
Die was er niet.
“Ik wou even iets doorgeven over mijn man” en toen was ze in tranen.
Haar man was maandag overleden.
Hij was al vanaf april niet meer bij ons in zorg want hij was opgenomen in een instelling, maar ze wilde het nog even aan Marie laten weten omdat die destijds zo goed voor hen gezorgd had en zo lief was geweest voor haar man.
“Doe haar maar de hartelijke groeten en nogmaals heel hartelijk bedankt voor alle goede zorgen.”

Daar doen we het voor.
Meer weten?
Hierbij een link naar onze website.

Reageren

26 juni: Procenten & een slagveld.

In het kader van 750 jaar Amsterdam zei Jacques Klöters zondagmorgen dat hij 10% van die 750 jaar had meegemaakt.
De man is dus nu 75; mooie constatering, ik moest er echt even over nadenken.
In dat licht heb ik al heel wat procenten van Gerards leven meegemaakt.
Vanaf in 1966 zaten we allebei in dezelfde groep op de kleuterschool bij juf Idzerda en van augustus 1967 tot juli 1973 zaten we bij elkaar in de klas op de Christelijke Nationale School in Hoogersmilde. Daarna scheidden onze wegen zich qua onderwijs, maar we kwamen elkaar wekelijks tegen bij de catechisatie, in de kerk, bij de 16-min-club en de IKJ.
In mei 1980 kregen we verkering.
Gisteren werd hij 64.
Als partner zijn we al meer dan de helft van ons leven (50%) bij elkaar, als dorpsgenoot meer dan 90%.

Toen onze ouders nog leefden werd zo’n verjaardag voor een groot deel overdag gevierd met hen en de kinderen en ’s avonds kwamen dan de broers en zussen. Volle, drukke dagen waar ik met veel genoegen aan terugdenk.
Tegenwoordig gaat het er wat rustiger aan toe.
Gisteravond zaten we met broers en zussen te genieten van de taart op de afbeelding hiernaast en daarna van een aanrecht vol lekkere hapjes die Gerard en ik hadden voorbereid.
Toen we iedereen hadden uitgezwaaid was ons aanrecht één groot slagveld.
Maar wat was het weer gezellig!

Even een indruk van het slagveld: voor (gisteravond) en na (vanmorgen).

Reageren

25 juni: Ik was ook met haar meegegaan!

Vandaag een mooie jeugdherinnering als waarde van de dag.
Dit naar aanleiding van het blog van gisteren over de aardbeien; in mijn hoofd zijn die vruchten voor eeuwig verbonden met het sprookje ‘De aardbeien-fee’.
Het stond in het sprookjesboek dat ik kreeg van mijn ouders, het eerste cadeautje dat ik me kan herinneren.
Ik heb het nog. “Ada Vrieswijk. Gekregen van papa en mama” staat er voorin en mijn broer heeft zijn naam er later ook maar bijgezet: boeken waren in zekere zin gezamenlijk bezit.
“Sprookjesland” verteld door tante Lucille, getekend door J.C. van Hunnik. De plaatjes alleen al! Spannend, eng, leuk, griezelig……genieten! Het engste was het verhaal van de aardbeienfee. Op de afbeelding hiernaast zie je haar rechts onder de wolf staan.

Het sprookje van de aardbeienfee lijkt een beetje op dat van Hans en Grietje, maar de kinderen die verdwalen heten Jozette en Jantje.
Er gingen verhalen door het land dat het bos was bevolkt met boze feeën en de ouders drukten de kinderen op het hart om niet in het bos te gaan spelen.
Je raadt het al: ze gingen toch in het bos spelen en verdwaalden.
Maar ‘eensklaps stond een jonge vrouw voor hen in een prachtig kleed van groene bladeren en overal schitterden kleine aardbeien’.
Ik was ook met haar meegegaan. Ze zag er zo mooi uit!
Maar……‘ze bracht Jantje en Jozette echter naar haar eigen woning en sloot ze daar op in een hok. Ik zal jullie leren om ongehoorzaam aan jullie moeder te zijn!

The worst case scenario voor de kleine Ada, een eigenlijk best wel braaf meisje maar dat natuurlijk ook wel eens ongehoorzaam was.
Ik liep ook wel eens weg. “Is dat niet dat kleintie van Vreeswiek? Wat döt die daor nou bij die bouwputte…”
Dat kleintie was ik, als drie-jarige in een nieuwe nieuwbouw woonomgeving op avontuur en verdwaald in een huis in aanbouw.
Een oplettende buurtbewoner vond me en bracht me weer thuis.
Op zo’n jonge leeftijd haal je fictie en werkelijkheid nog wel eens door elkaar en ik griezelde al bij gedáchte dat je als kind werd opgesloten door een heks.

Natuurlijk liep het sprookje goed af. De papagaai Jacquot vertelt de malafide praktijken van de aardbeienfee aan de koningin van de feeën, die de kinderen bevrijdt en de aardbeienfee voor honderd jaar verandert in een lelijke heks.
Het boekje van tante Lucille is letterlijk stuk gelezen; voor mij een dierbaar bezit.
De prachtige plaatjes brengen mij terug naar mijn kindertijd en het verklaart mijn liefde voor sprookjes.
En hoe bang ik er als kind ook voor was: heksen hebben mijn voorkeur!

Voor de liefhebber hieronder een overzichtje van wat ik zoal schreef over sprookjes en heksen de afgelopen 10 jaar.

Anneke Tanneke Toverheks –over de kettingrokende, onder de grond wonende heks uit de verhalen van Broer Konijn. 

Paulussie! Ik za’je pakken!  – een blog over Eucalypta die het bos onveilig maakte waar Paulus de Boskabouter woonde

Heksenhand – een verhaal over een geliefd maar ook griezelig boek dat onze dochter zich alledrie nog herinneren

Een sprookjeshuwelijk – over een vossejacht waar ik als heks verkleed aan meedeed

Foeksia en halloween – over mijn eigen kleine heksje, het vriendinnetje uit mijn kindertijd dat nog steeds aan mijn kaptafelspiegel hangt.

Vrouw Holle  – hoe een sprookje ook troostrijk kan zijn

Sprookjesboek van Rie Cramer – eigenlijk net zo’n boek als van bovenstaande tante Lucille, maar met bekendere sprookjes.

Alladin & z’n collega’s – over hoe een Disneyfilm mij helpt in lastige tijden

Reageren

24 juni: Aardbeien. Uit eigen tuin.

We hebben heel veel aardbeien dit jaar.
Voor de slakken, die anders heel graag mee-eten van onze zomerkoninkjes is het kennelijk geen goed weer: niet te nat, niet koud en lekker veel zon.

Iedere dag halen we wel een bakje uit onze tuin.
Op brood, op een beschuit, door de yoghurt, aan een fruitstokje, op een borrelplank: meestal komen ze wel op.
Maar na het weekend stonden en nog twee bakjes in de koelkast en er zaten al weer genoeg rijpe exemplaren ‘aan de bos’.
Kwam bij dat we ook een bakje bessen hadden gekregen van Toos, dus Gerard bedacht dat hij wel jam kon gaan maken.
“Weet je wel hoe dat moet dan?”
Niet precies, maar hij had het al wel eens eerder gedaan, dus hij dacht dat het wel goed kwam. Hij zocht het wel op. “Staat vast wel ergens op internet.”

Toen ik gisteravond thuis kwam van het werk stonden er twee potjes ‘aardbeien-met-een-beetje-bessen’-jam op het aanrecht.
Bij heel veel onderwerpen zeur ik bij Gerard om een gastblog, maar ook deze keer had hij geen tijd.
Ik mocht aantekeningen maken van hoe hij het gedaan had.

– aardbeien en bessen heel goed schoonmaken.
– goed laten uitlekken en vervolgens heel fijn hakken (Gerard deed dat met de Zilliz blitzhacker) of pureren.
– aardbeienprut dat dan ontstaat opwarmen in een pan

Even tussendoor: Gerard gebruikte Geleisuiker Speciaal: dat is een type geleersuiker dat meer pectine en citroenzuur bevat dan gewone geleisuikerHierdoor heb je minder geleisuiker nodig per kilo fruit.  De normale verhouding is 1 kilo fruit tegen 1 kilo geleisuiker, met deze speciale geleisuiker is dat 1 kilo fruiten tegen 400 gram geleisuiker.

– verhoudingsgewijs (zie bovenstaande alina, dus fruit van te voren even wegen) geleisuiker toevoegen
– al roerend aan de kook brengen en 1 minuut laten pruttelen; tijdens het pruttelen gewoon door blijven roeren.
– glazen potjes (oude jampotjes o.i.d.) én de deksels uitkoken in een pan met water
– potjes tot aan de rand vullen
– rand goed schoonmaken en dan de deksel er op draaien
– potjes vervolgens op de kop wegzetten.

Mijn collega’s horen mijn verhalen over Gerard met oren op stokjes aan.
“Koesteren, zo’n man!”
Doe ik.
Ook al schrijft hij weinig gastblogs.

Reageren

23 juni: Een vaatwasser met een meisjesnaam.

“Is het nou weer niet schoon?”
Dit verwijt betrof onze afwasmachine, mevrouw Bosch (meisjesnaam ATAG), waarbij we bij het openen van de deur constateerden dat ze de afwas ’s nachts niet gedaan had.
Soms wel, soms niet, soms half en de laatste paar dagen meer niet dan wel.
Gerard belde een witgoedbedrijf om haar aan een nader onderzoek te onderwerpen.
Er moest eigenlijk een nieuw onderdeel in dat € 250,= zou kosten, maar gezien de leeftijd van mevrouw (14 jaar) werd ons geadviseerd om uit te kijken naar een vervangend exemplaar.

Onze nieuwe afwasmachine komt woensdag.
Tot die tijd doen we de afwas weer ouderwets met de hand.
Vroeger deden we dat nog wel eens op de camping, maar sinds we de caravan hebben verkocht komt dat ook bijna niet meer voor.
Was ik toch bijna vergeten hoe dat ook maar weer in zijn werk ging!
Voorspoelen, eerst het glaswerk, dan het bestek, daarna de borden en schalen en als laatste de pannen en ovenschalen.
Dit alles nog steeds volgens mijn moeders adviezen die ik meekreeg met de opvoeding: “in dizze volgorde wordt het spul dat niet zo smerig is niet vet van die vieze pannen enzo en blef het afwaswater schoner”.

Als je het blog van gisteren hebt gelezen kun je je vast wel voorstellen dat er met al die verschillende tapas-rondjes meer dan één ‘afwas met de hand’ ís gedaan.
En tot mijn grote genoegen niet door mij.
Woensdag is Gerard jarig: dan komt de hele familie langs voor koffie, taart en een borrel.
Ik hoop heel erg dat de levering van mevrouw Bosch (meisjesnaam Pelgrim) geen vertraging oploopt…..

Waarom heet onze vaatwasser mevrouw Bosch, terwijl haar meisjesnaam anders is?
De eerste vaatwasser die in ons huishouden kwam was een Bosch.
Die naam leidde tot wat onbegrip toen schoonzoon Jon zijn intrede deed in onze familie en hij in 2018 samen met Frea een half jaar bij ons inwoonde.
In het Engels heet zo’n apparaat een dishwasher, Frea zei afwasmachine en wij zeiden vaatwasser of mevrouw Bosch. Jon raakte daarvan in de war.
Hij kwam bij me staan, wees op de vaatwasser en zei: “Hoe heet deze ding noe!”

Vanavond na het eten staan we weer naast elkaar bij het aanrecht bij een teiltje met sop.
De één druk in de weer met de afwaskwast, de ander met de theedoek.
Natuurlijk kunnen wij de afwas doen met de hand.
Verwende sikken zijn we, zoveel is maar weer duidelijk zonder een goed werkende mevrouw Bosch.

Reageren

22 juni: Géén barbecue!

Met het mooie weer van de laatste tijd hebben Gerard en ik regelmatig een feestje waarbij een barbecue wordt aangestoken.
Lekker!
Maar niet ieder weekend.
Dit weekend vierden we gisteren de 70e verjaardag van schoonzus Fijkje met een groot feest en zelf zouden wij vandaag met onze kinderen alvast Gerard’s verjaardag vieren.
“Bij Fijk krijgen we vast een barbecue, laten wij dan iets anders doen.”
Wij bedachten een ’tapas-maaltijd’; niet één maaltijd maar verschillende rondes met kleine hapjes.

Toen iedereen was gearriveerd waren we met z’n negenen: Jon’s zus Lily is een weekje over uit Engeland en schoof gezellig aan.
Rond 11.00 uur begonnen we met koffie met ‘Tante Lammie-kwarktaart‘ met mandarijntjes.
Het was warm en er werd geopperd dat ‘wij nog wel ergens supersoakers hadden’.
Dat verbaasde mij, want ik zou niet weten waar die dan zouden moeten liggen.
Ze werden dan ook niet gevonden, maar de dames vonden wel een grote krat met oud buitenspeelgoed dat onmiddellijk zorgde voor een enorm kabaal en even later kwamen er al zeepbellen voorbij drijven, geblazen door iemand die ‘Kijk! Zo’n potje!’ had gevonden.
Een grote zak met oude knikkers had het leukste effect: de knikkers werden er met handenvol tegelijk uitgehaald en benoemd.
“Dit waren blauwtjes! Deze kwamen uit Denemarken! Bonken, gewoontjes, stuiters, er kwam van alles naar boven.
“En weet je nog wel dat je dan met je voet…..” zei één van de mannen. Dat bracht bij de dochters weer andere herinneringen naar boven.
“O! Dus jij was zo’n jongetje dat alles weer moest bederven….!’

Fruitstokjes: zelf samenstellen.

Ondertussen kwamen de tapas-gerechtjes voorbij, soms vergezeld van opdrachten.
“Schoteltje bewaren. Servetje niet weggooien. Soep zelf even uit de keuken ophalen.”
Hartige groentetaart, tonijnsalade, kibbeling, gehaktballetjes, brusschetta, fruitstokjes…….wat heerlijk en wat gezellig.
We besloten de tapas-maaltijd met een ronde ‘ijsjes’: mini-magnums.

Natuurlijk hebben we ook een aantal pauzes ingelast.
Verhalen verteld over wat er allemaal weer gebeurd is de laatste maanden; zelfs als je regelmatig met elkaar belt en afspreekt is er altijd nog van alles te bespreken.
We moesten er trouwens echt wel om denken dat we af en toe Engels praatten of dingen even vertaalden voor Lily; Nederlands is echt niet te volgen als je Brits bent.

En hadden we bij Fijkje zaterdag ook een barbecue?
Nee.
Haar kinderen hadden zelf een lopend buffet georganiseerd!
Ook heerlijk.
En ook gezellig, want schoonzusjes.
“Hoe was het in Zweden? Is die ook zwanger? Was je op vakantie? Wanneer hebben we eigenlijk weer schoonzusjesdag…”
Wat je eet is eigenlijk helemaal niet zo belangrijk.

Reageren

21 juni: Een cadeautje, uitgepakt in Leeuwarden.

Vorig jaar in oktober woonde ik de plechtigheid bij waarin nicht Coby haar bul uitgereikt kreeg.
Als cadeautje had ik toen een envelop mee met een uitnodiging: een dagje ‘oude stad’ naar keuze.
Ze koos voor Leeuwarden; gistermorgen kwamen Annette en Coby gezellig koffiedrinken en daarna togen we met z’n tweeën naar de hoofdstad van Friesland.

Na de lunch hadden we een afspraak met Zenon van Leeuwarden Free Tours voor een stadswandeling.
Hij vertelde over het ontstaan van Leeuwarden*  op drie terpen en wees ons op de scheve toren ‘Oldehove’ .
In de 16e eeuw wilden de Leeuwarders een kathedraal bouwen die hoger zou zijn dan de Martinikerk in Groningen en de Domkerk in Utrecht.
Toen de toren nog maar tien meter hoog was zakte hij al scheef en toen hij veertig meter hoog was kwam het helemaal niet meer goed: men staakte de bouw. De kathedraal voor de heilige Sint Vitus is er nooit gekomen.
We konden trouwens de contouren van de kathedraal wel zien: er was een groot kunstwerk gebouwd in de vorm van de kathedraal die nooit is afgebouwd.

Het was geen stadswandeling met veel jaartallen: Zenon vertelde ons vooral verhalen.

… eetkamer ….

Hij  vertelde het verhaal Marijke Meu (Maria Louise van Hessen-Kassel) en nam ons mee naar haar eetkamer die nog te bezichtigen is in het Keramiek Museum. Toen hij wilde vertellen over een andere belangrijke vrouw in de Leeuwardergeschiedenis dacht één van de medewandelaars dat dat Mata Hari moest zijn, maar dat was niet het geval!

Het volgende verhaal ging over Titia Bergsma die met haar verschijning veel invloed heeft gehad op de Japanse kunst en cultuur.; een verhaal dat ik nog nooit had gehoord.

Maar natuurlijk kwamen we ook langs de mooie panden van het Anthony Gasthuis, waar ook nu nog een vorm van beschermd wonen wordt toegepast en we zagen het Joodse monument en de Joodse school. Daar hoorden we dat de kinderen vóór de 2e Wereldoorlog door de week gewoon naar een openbare lagere school gingen en alleen op woensdagmiddag naar de Joodse school voor godsdienstonderwijs.  De wandeling eindigde in de Jacobijnerkerk, waar zich de grafkelders van de Friese Nassaus bevinden.

Anderhalf uur duurde de wandeling; toen hadden we nog maar een klein stukje van de stad gezien…..maar we kregen een foldertje mee en wat tips van dingen die we zeker nog even moesten gaan bekijken.
Maar dat gingen wij gistermiddag niet meer doen.
We pikten nog een terrasje, kochten een lekker ijsje en toen was de middag al weer om!

Leeuwarden is voor mij natuurlijk niet onbekend: dochter Carlijn heeft daar een aantal jaren gewoond/gestudeerd, dus toen hebben we ook al een aantal dagen in deze mooie stad doorgebracht.
Hieronder zet ik de drie blogs die ik daarover schreef in de loop der jaren nog even op een rijtje:

Stadswandeling in 2015 met Carlijn : Arrestantencellen voor hoge nood. 
Een bezoek aan het Fries Museum in 2016: Breien in het Fries Museum
Herinneringen ophalen in 2020 Blokhuispoort en hééérlijke nacho’s 

* Meer weten over het ontstaan en de ontwikkeling van Leeuwarden? Hierbij een link naar de website Wierden en Terpen

Reageren

20 juni: Voor-luisteren.

Afgelopen week had ik app-contact met Karel Stegeman, cantor van onze cantorij.
Hij vroeg me: “Kom je ook luisteren de 28e?”
Mijn antwoord was: “Zeker. Ik ben al aan het ‘voor-luisteren’ op Spotify. Kreeg de lijst van Jon.”

Even uitleggen.
Karel is ook dirigent van ‘Kamerkoor Cantus’ in Groningen, waar schoonzoon Jon in zingt.
Op 28 juni geeft het koor een bijzonder concert; ik geef even in eigen woorden weer wat Karel daarover zei.
“Ik was op een open dag van de voormalige tabaksfabriek Niemeijer in Groningen. Daar liep ik door die grote fabrieksruimte en ik dacht: “Hoe zou het zijn om hier met een koor te zingen? Vervolgens zocht ik contact met de eigenaar en na wat heen en weer gepraat kreeg ik toestemming.”
Karel vertelde ook dat het nog heel wat voeten in de aarde had gehad.
Want je kunt toch niet een concert houden onder die kale TL-lampen, dus er moest iets worden geregeld met verlichting.
En hoe zit het met geluid? Microfoons?

We gaan het zien!
Zaterdag 28 juni om 20.00 uur zitten wij de zaal/fabriekshal.
Wat gaan wij horen? Cantus biedt ons een nieuw perspectief op stilte met het programma ‘Silence & Music’.
Dit staat er over op hun website:

Een eeuw lang hielden honderden werknemers de bulderende machines van de Niemeyerfabriek in Groningen aan de gang. Nu zijn de machines weg en de fabriek staat leeg. Ineens bekennen de lege fabriekshallen hun prachtige akoestiek. 

Silence & Music biedt een unieke muzikale ervaring waarin stilte en muziek samenkomen. Onder de bezielende leiding van dirigent Karel Stegeman neemt het koor het publiek mee op een reis door uiteenlopende muzikale werken die de relatie tussen stilte en klank verkennen. Met dit project viert Cantus de eindelijk geopenbaarde akoestiek van de Niemeyer fabriek – én genieten we van de stilte na jaren van overlast in de wijk door de industrie. Het repertoire gaat over muziek en stilte, met bijzondere aandacht voor stemmen die het zwijgen zijn opgelegd.

De muzikale programmering bevat een paradoxale vernieuwing door bijna uitgestorven muziek opnieuw tot leven te wekken. Dit betreft muziek die door de jaren heen letterlijk is vergeten doordat het niet meer uitgevoerd wordt of doordat het door derden gecensureerd is. Cantus zal onder andere Bach, Vaughan Williams, Whitacre en Uusberg ten gehore brengen. 

Silence & Music belooft een inspirerende luisterervaring te worden waarin het koor zijn veelzijdigheid en expressiviteit ten volle laat zien.

Het concert begint om 20.00 uur in de Niemeyerfabriek, Paterswoldseweg 43 te Groningen, met kaarten à € 15,- incl. een consumptie in de pauze.

Om nog even terug te komen op het app-gesprek in de eerste alinea: ik schreef dat ik wel moest wennen aan de muziek, het is voor mij beslist geen dagelijkse kost.
Volgens Karel vond ik The Blue Bird wel heel mooi. Maar ‘wennen’ betekent natuurlijk niet automatisch dat het niet mooi zou zijn…..

Wil je ook ‘voor-luisteren’?
Op Spotify staat de openbare afspeellijst ‘(Cantus) Silence & Music’.
Wil je zelfs komen luisteren in de oude fabriek?
Hierbij een link naar hun website  voor meer informatie.

Reageren

Pagina 17 van 395

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén