De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

5 juli: Emo en Menko

“Ken je Emo en Menko niet?!”
Het klinkt haast als een beschuldiging.
Ik zit op de bank bij Essina voor ‘een bijpraat’ en zoals gebruikelijk in zo’n bijpraat komt er van alles voorbij.
Ze vertelt over een Groninger kerk en zegt: “Die kerk wordt ook benoemd in het boekje over Emo en Menko.”
Ken ik niet.
Nooit van gehoord zelfs.
Ze haalt het boekje ‘In de voetsporen van Emo en Menko’ voor me uit haar boekenkast; ik mag het zelfs mee, maar ik moet er wel zuinig op zijn, want ze heeft het van haar vader gekregen.

Wie zijn Emo en Menko?
In het kort: het waren abten van het Premonstratenzer klooster Bloemhof in Wittewierum.
Emo (ca. 1175 – 1237) en Menko (1213 – na 1276) zijn vooral bekend geworden door de kroniek, die zij hebben geschreven en die bewaard is gebleven ondanks de vernietiging van heel veel middeleeuwse documenten tijdens de reformatie. (Denk daarbij aan de vernietiging van de hele kloosterbibliotheek in Aduard).
Het is niet alleen een kroniek die vertelt over wat er allemaal gebeurt in het klooster in de 13 eeuw, maar de monniken doen ook aan autobiografische beschrijvingen, aan zelfbeschouwingen en overpeinzingen. Dit is vooral het geval in het eerste, door abt Emo geschreven deel.
Voor het hele verhaal verwijs ik graag naar een het artikel ‘De oudste Groninger die we persoonlijk kennen‘ op de website van de Rijksuniversiteit Groningen.

In het boekje gaat schrijfster Ada van Deijk langs de plaatsen die worden beschreven in de kloosterkroniek van het klooster Bloemhof in Wittewierum.  In haar verbeelding neemt ze abt Menko mee op haar reis en laat ze hem ‘zien’ hoe de situatie nu is.
De kerken die staan in de dorpen die we tegenkomen worden uitgebreid beschreven en ook het interieur wordt tot in de kleinste details benoemd.
Dat heb ik niet allemaal gelezen, want: te veel.
Sommige kerken had ik al wel gezien, zoals de kerk in Midwolde, waar het praalgraf staat van Carel Hieronymus von Inn- und Knipphausen, gemaakt door Rombout Verhulst.
Ada laat abt Menko daar vol onbegrip bij staan: zoveel protserige kunst ter ere van een méns? In een kerk? Gods huis?
Menko’s verstand staat er bij stil.
Ook in de kerk in Appingedam en in Zeerijp was ik al eens geweest.
Mooi zijn de volksverhalen, sagen en legendes die al eeuwenlang bij die dorpen horen en die in dit boekje allemaal voorbij komen.

Halverwege het boek steken de schrijfster en de denkbeeldige Menko de grens over en vervolgen ze hun tocht door Noord-Duitsland.
Daar zijn net zulke dorpjes als in Groningen met ook overal zo’n oude kerk: in de 13e eeuw had je natuurlijk nog geen landsgrenzen!
Tot mijn grote genoegen kwam het verhaal van de piraat Klaus Störtebeker (die wij op Rügen hadden leren kennen) ook voorbij in het boek.
Ook kwamen ze nog langs Greetsiel en Norden, waar we vorig zomer nog met neef Cor waren.

Wat bijzonder dat je door die oude kroniek naar ons huidige landschap kunt kijken door de ogen van een 13e eeuwse abt.
Weer heel veel geleerd; dank Essina!

Reageren

4 juli: Geheim.

“Wij zitten de komende weken op camping ‘de Lindenhof in Gees.” appten vrienden Hans en Bea vorige week.
“Wij zitten in Casa Grada in Westerbork. Komen jullie dan bij ons voetbal kijken?” appten wij terug.
Leuk man.
Twee mannen met evenveel verstand van voetbal, commentaar gevend naast elkaar op de bank.
“Heeft die nou een haarnetje? Lijkt wel een theemuts….”
Met af en toe wat arm- of beenbewegingen.
We dronken samen een glas; ik had gezorgd voor een knabbeltje én een hartige taart met gerookte zalm en broccoli voor in de pauze.
Wel fijn dat ‘we’ wonnen!

We waren onze gezamenlijke middag begonnen op de camping in Gees.
Wij waren wel benieuwd naar hun plekje daar en zij namen ons mee op een fietstochtje door de omgeving.
Mooie wereld daar! We fietsten door de Mepper Hooilanden, door Oud Aalden en niet te vergeten het dorp Gees.
In Meppen waren we te gast bij ‘Theeschenkerij Meppen’.
Daar kon je kiezen voor een aantal bijzondere soorten thee: ik wou ‘gewoon rooibos’, maar dat heette daar: Chai Massai. Een pittig mengsel van rooibos met kaneel, kardemom, gemberstukjes en steranijs. Het zat in een thee-ei-aan-een-stokje en het rook al heerlijk.
Je kon er ook nog iets lekkers bij de thee nemen.
Hans en Bea kozen voor de appeltaart, maar wij hadden op de vitrinekast een glazen taartstolp zien staan met groot, bruin, rond ding er in.
“Wat is dat dan?”
“Bananen-roomtaart”.
Die namen Gerard en ik.
O mann, wat was dat lekker.
“Heb je het recept van deze taart?” vroeg ik de vriendelijke jongeman die ons bediend had.
Nou………

Het was een heel verhaal.
De taart was gemaakt naar een geheim familierecept van de eigenaresse die de theeschenkerij 25 jaar had gerund.
Die maakte de taarten die ze serveerde allemaal zelf, maar deze bananen-roomtaart was het populairst.
Vijf jaar geleden had iemand anders het bedrijfje overgenomen, maar het familierecept was niet meegegeven.
De gasten vroegen wel naar die bananenroomtaart, maar het werd niet meer geserveerd.
In mei van dit jaar was de theeschenkerij overgenomen door Arjan, de meneer die ons bediend had.
Die woont zijn hele leven al in Meppen en hij had vorige week het originele familierecept van de eerste eigenaresse gekregen.
Wat wij bij de thee hadden opgegeten was een stukje van de derde bananenroomtaart die hij zelf gemaakt had.

Kreeg ik het recept?
Nee.
Geheim.
Wil je overheerlijke taart ook proeven?
Dan moet je naar de ‘Theeschenkerij Meppen’, adres: Brinken 1.
Arjan ontvangt je met open armen en serveert met liefde een stukje taart.
En een kop koffie of bijzondere thee.
Gerard had Boeren- en boerinnenmix: hoogverbouwde, zwarte thee met vanille-notensmaak. Met vanillestukjes, hazelnoot, amandel, cactus- en theebloesem.
Daar fiets je toch graag een paar kilometer voor om?

Reageren

3 juli: Wat gaan we eten?

De afgelopen dagen bleef er wat weinig tijd over om te bloggen: vandaag een verhaal dat ik al eerder schreef over de warme maaltijden toen wij in het Pinksterweekend met de kinderen de Gradagen vierden.
Al een aantal jaren hebben we met de kinderen de afspraak dat ieder stel dan een warme maaltijd verzorgt.

Harriët en Cees hadden bedacht dat ze deze keer iets gingen ophalen voor ons: we kregen patat met een snack.
Halve kippen, berehappen, er kwam van alles op tafel, maar het lekkerste was voor mij: een portie bitterballen!

Frea en Jon waren zaterdagmorgen al in de weer,  want zij hadden hun slowcooker mee.
Ze wilden eigenlijk een Shepherds-pie maken, maar konden niet aan lamsvlees komen en hadden in plaats daarvan rundvlees meegenomen. “Dan wordt het een ‘Cottage-pie’ ” hadden ze bedacht.
Die maak je door 800 gram rundvlees, 1 ui, 1 teentje knoflook, 1 eetlepel worcestersaus, 1 eetlepel tomatenpuree, een halve liter bouillon en 2 takjes tijm in de slowcooker te doen en een paar uur te laten trekken.
Als die bijna klaar is maak je aardappelpuree.
Dan doe je de runderstoof in een ovenschotel en bedek je die met aardappelpuree.
Daar doe je dan geraspte cheddarkaas overheen en zet je hem nog een half uurtje in de oven.
We hebben er heerlijk van gegeten!

Ook Carlijn en Wim hadden hun slowcooker mee, maar zij maakten iets heel anders: Murg makhani. Murg (kip) makhani (met boter) kennen we het best onder de Engelse naam ‘butter chicken’ en is een relatief jong gerecht in de Indiase keuken.
Op de website van Albert Heijn vind je een recept: hierbij een link.
We kregen er rijst en naanbrood bij.  Het was voor het eerst dat Gerard en ik dit aten en het was erg lekker.

Maandag was het onze beurt.
Wij traden in de voetsporen van de koks van vrijdag: wij namen iedereen mee naar het pannenkoeken restaurant De Strohoed!

De Gradagen vielen in onze vakantie van twee weken in Westerbork.
Met z’n tweeën kunnen wij ook prima vakantie vieren, maar o, wat geniet ik van ons full house.
Vier dagen lang volle tafels met daarop eten waar ik niet alleen voor hoef te zorgen.

Toen wij dinsdagmorgen de boel weer in tassen pakten voor de terugreis naar Roden was de koelkast bijna leeg.
Chips, droge worst, kaas, port, bier, nootjes: het was allemaal op.
En zo hoort het ook.

Reageren

2 juli: Blos!

Drie weken geleden legde ik een katern die in ‘de Krant’ was gevouwen even apart: “Oh leuk, nieuw tijdschrift!”
Twee weken later vond ik het terug: er waren een weekend-krant, een TV-gids en wat folders op komen te liggen, dus ik had het hele blad gemist.
Toen ik voordat we naar Westerbork gingen het huis opruimde vond ik het terug en nam het mee naar Casa Grada: tijd genoeg om het daar te lezen.
‘Blos!’ heet het.
Dit zegt initiatiefneemster Maria Wijnands er zelf over: “Ik wilde een magazine maken speciaal voor vrouwen en helemaal lokaal! Met verhalen die inspireren, onderwerpen om over na te denken en mensen die van het papier afspatten.”

Ik neem je even mee door het blad heen.
Er is een column van vroedvrouw Sanne, die vertelt over de veranderde taal rond bevallingen.
Altijd leuk, want als je eenmaal moeder bent ben je ervaringsdeskundige op dat gebied.
Jennifer Joedo schrijft over haar wereldreis van 3 jaar waarin ze maar liefst 32 landen bezocht.
Zij staat ook op de cover van Blos onder de kop ‘Ik heb altijd al een lonk gehad voor avontuur gehad’.
Dan denkt de secretaresse in mij: fout.
‘Een lonk hebben naar…’ is geen goed Nederlands.
Je lonkt naar iets/iemand of iets/iemand lonkt naar jou.
Er had kunnen staan ‘Ik heb altijd al gelonkt naar avontuur’
Maar taal is communicatie en ik begreep wel wat er bedoeld werd; misschien is het wel taalgebruik dat de jongere generatie al tijden onderling gebruikt en heb ik dat als boomer gemist?

Een leuk item vond ik de reportage over moeders met hun dochters.
Daar zag ik Ina Reynders, de vrouw van oud-collega Rob, die werd geïnterviewd over de Worteldagen en Folly Art in Norg.
Halverwege het blad zag ik ineens onze eigen doktersassistente Kyra voorbijkomen!
Zij is huisartsassistente, leefstijlcoach en praktijkondersteuner bij onze eigen huisarts.
Zij had het over hoe belangrijk een gezonde leefstijl is en drukte ons vrouwen op het hart om bij klachten op tijd naar de huisarts te gaan.
omdat hart- en vaatziekten zich bij vrouwen anders manifesteren dan bij mannen. Vertel mij wat.

Verder las ik nog een jaloersmakend artikel over bewoonster Ria van de Landgoedboerderij Oosterheerdt in Leek en op de laatste pagina in de rubriek DAG kwam Kirsten Ipema aan het woord, wethouder van de gemeente Noordenveld. Haar had ik onlangs nog gesproken bij de uitreiking van het lintje aan Zwanny.

Maria is ruimschoots geslaagd in haar bedoeling: wát een leuk blad.
Dit initiatief verdient een applaus en net als zij in haar voorwoord zeg ik: ‘Tot de volgende Blos!’
Ik heb er nu al een lonk naar…..

 

Reageren

1 juli: Wat is er waar van dat verhaal?

Zaterdag, het was die dag 24 graden, gingen we eens uitproberen wat er waar was van het verhaal dat de gasten op het Timmerholt gratis mogen zwemmen in het openluchtzwembad ‘de Boskamp‘ in Westerbork.
Het was helemaal waar.
We meldden ons bij de balie van ons park, waar we twee toegangskaartjes kregen.
Eerst fietsten we een rondje in het mooie weer (Eursinge, Holthe, Makkum, Lieving) en daarna zetten we onze fietsen op slot bij het zwembad.
Het was weer net als vroeger.
Het zwempak alvast aan onder de kleren.
De grote handdoek die eigenlijk net iets te kort is, waardoor óf je hoofd óf je voeten in het gras liggen.
Drinken mee in een koeltasje en lectuur om te lezen tijdens het zonnebaden.
Het ‘mannengedoe’ op de duikplank; sinds de jaren ’70 is er nog niks veranderd.
Alsof je naar een apenrots zit te kijken….. al zwemmend, dobberend, drijvend en kijkend heb ik me prima vermaakt.
We haalden herinnering op aan vroeger toen wij als kinderen naar ‘het Bosbad’ in Hoogersmilde gingen.
Stond je met je kwartje dat je van je moeder meekreeg twijfelend voor het loket bij Altina.
Een Ola Raket kostte een kwartje, maar een snoepketting (met van die bleke snoepjes met een gat aan een elastiekje) en een dropveter waren samen ook 25 cent.
Ingewikkelde keuzes voor een kind van 8.
Nu kochten we allebei een Cornetto als ‘ijsje tot besluit’.
Wat een leuke middag!

Reageren

30 juni: Een dikke lebber uit Amstelveen.

Afgelopen weekend brachten we door in Westerbork.
Casa Grada was niet verhuurd, wij hadden niet zo veel in de agenda: eem underduken in Börk.
Als we gasten hebben gehad zijn we altijd nieuwsgierig of ze ook iets ons gastenboek hebben geschreven.
Soms niet, soms kort maar krachtig en soms uitgebreid; de laatste gasten hadden twee pagina’s nodig gehad voor hun bevindingen.
Het waren regelmatige bezoekers van het Timmerholt en hadden al eerder in ons huis gelogeerd.
Ze waren opgetogen over de ‘make-over’ van het huis dat volgens hen ‘van alle gemakken was voorzien’.
We lazen wat ze allemaal hadden gedaan (Duitsland, Coevorden), maar “de vissen waren helaas op vakantie”.
Hond Murdock, een Duitse herder, was hier al heel vaak geweest en had ook genoten.
We kregen de hartelijke groeten van het echtpaar ‘en een dikke lebber en een deftige poot van Murdock’.

Wij konden goed merken dat deze mensen dierenliefhebbers waren.
De mussen, die zich anders redelijk schuw gedragen, hipten de eerste dag dat we buiten zaten bij ons op tafel en de eenden, die ons terras altijd nuffig voorbijzwemmen omdat wij ze toch nooit voeren, kwamen nu tot twee keer toe met een vragende blik naar ons toezwemmen.
Maar nee.
Wij voeren ze niet, want voor je het weet zit je steiger vol met eenden en ganzen en daar hebben wij geen behoefte aan.
Toen ik hier een keer met vriendin Gineke een rondje liep over het park zagen we zelfs een groep aalscholvers op het strandje!

We komen er door vogelgeluiden-app achter dat de diversiteit van vogels in Westerbork veel groter is dan in Roden.
Op een warme zomeravond dit weekend achter ons huis (dan kijk je uit op het riviertje de Börkerstroom) telde ik er meer dan twintig!
We hoorden vogels als de groenling, de zwartkop, de boomkruiper, de bonte specht en de gekraagde roodstaart.
En dan zijn de eenden, meerkoeten, zwanen en meeuwen nog niet eens geregistreerd.
En de aalscholvers ook niet!

 

Reageren

29 juni: Bankschroef.

Deze maand staat ‘de borstenbus’ bij zwembad ‘de Hullen’.
Toen Ans en ik drie weken geleden gingen zwemmen op maandagavond riepen we allebei toen we hem zagen staan: “Oja! Moet ik nog een afspraak voor maken.”
Het heet natuurlijk niet borstenbus. Het is een mobiel onderzoekscentrum voor het bevolkingsonderzoek naar borstkanker.
Iedere vrouw van boven de veertig wordt tweejaarlijks uitgenodigd om mee te werken aan dit onderzoek.
Ik prijs me gelukkig dat ik in een land woon waar mij dit soort onderzoeken worden aangeboden, zodat áls je een vorm van borstkanker hebt, dit in een vroeg stadium kan worden opgespoord.

Gistermorgen om 09.40 uur moest ik er zijn.
“Zie je er tegen op?” vroeg Gerard.
Niet echt. Als je drie bevallingen en een open hartoperatie hebt gehad weet je dat het motto ‘koezen op mekaar, kop der veur’ het beste werkt.
Toen ik de bus binnenkwam zat er al iemand in de wachtkamer.
Een man.
In mijn beleving kon dat niet, maar na de eerste verwarring bedacht ik dat die man op zijn vrouw zat te wachten.
De vorige keer werd ik geholpen door een wat pinnige medewerkster, die mij de indruk gaf dat ik steeds net verkeerd stond en foute bewegingen maakte.
Dan breekt het zweet me uit van ongemakkelijkheid.
Maar nu had ik een lieverd.
“Ziet u er tegen op, mevrouw?”
Ik herhaalde bovengenoemde redenen, maar liet de koezen en de kop weg.
“Ik ga vier foto’s maken”
Ach, ik weet het allemaal wel.
Twee horizontaal, twee verticaal en alle vier keer wordt je borst geplet tussen twee plastic platen en dat doet pijn.
Mannen: denk aan een bankschroef.
Vooral rustig doorademen.
“Houdt u de adem even in?”
Piep-bliep-tuuuut.
Klaar.

Daarna mag je je weer aankleden en moet je in de wachtkamer wachten of de foto’s zijn gelukt.
In de wachtkamer zat een mevrouw die ik ken van de kerk.
Klep klep, bep bep.
Toen hoorde ik niet dat het meisje achter de balie mijn naam noemde; ze zei het trouwens ook niet goed.
“Mevrouw Wanningen?”
“Waninge”.
“De foto’s zijn gelukt, u mag naar huis.”
Op de trap kwam ik de man van het vrouwelijke gemeentelid tegen die zijn vrouw kwam ophalen.
Zit er straks weer alleen een man in de wachtkamer.

Ik durf wel alleen.
Maar het is wel spannend.
De vorige keer belde na twee weken de huisarts, daar schrok ik toen enorm van.
Je hebt de gegevens van je huisarts immers uitgebreid ingevuld op het bevolkingsonderzoekformulier; als er iets niet goed is wordt je huisarts ingelicht.  Bleek te gaan om een soort medicatie waarin iets veranderd was, maar het hart klopte me in de keel.

Het liefst wil ik gewoon een brief.
Dan duurt het weer twee jaar, dan is pas het volgende onderzoek.
Gedoe? Ja. Maar ik ga wel.

Reageren

28 juni: Nederland in beweging.

Twee keer in de week doe ik mee aan Nederland in Beweging: op dinsdag en donderdag.
Je kunt tegenwoordig alles terugkijken, dus afgelopen dinsdagmorgen stond ik om 07.30 uur voor de televisie in de maat te stappen met Duco tijdens de uitzending van die maandagmorgen daarvoor. Dribbeltje. Vliegtuigstand voor de balans. Zij hebben fancy gewichtjes, ik heb 2 plastic flesjes vol water; ook 500 gram.

Het gaat eigenlijk al een stuk beter dan toen ik hiermee begon.
Daarover schreef ik destijds het blog ‘Nederland (en Ada) in beweging‘; ik hoef eigenlijk nooit meer terug te spoelen bij de ‘zij-stap-tik-hak-bil’ omdat ik die oefeningen nu wekelijks meedoe. Nog steeds heb ik een beetje moeite met ‘iets doen met de benen’ bijvoorbeeld voor-tap-achter-tap en dan tegelijkertijd iets met de armen. Omhoog of opzij, het maakt niet uit: als ik me concentreer op hoe mijn benen bewegen, dan krijg ik de armen niet goed onder controle en sta ik wezenloos te schutteren met links en rechts. Schrale troost: niemand ziet het.

Het is alweer even geleden dat Olga ons instructies gaf; zij is inmiddels opgevolgd door Barbara de Loor.
Misschien verbeeld ik het mij, maar sinds Barbara naast Duco staat te bewegen zijn de oefeningen in mijn beleving zwaarder geworden en ze duren ook langer. Veel oefening ook die op schaatsen lijken.
“Als het goed is voel je nu hoe je benen verzuren”; die term ken ik inderdaad uit de commentaren in de schaatssport: “Ja. Nu wordt het zwaar, nu komt natuurlijk de verzuring om de hoek kijken!”
Vriendelijk lachend roept Barbara instructies voor oefeningen die zij zelf met twee vingers in de neus kan doen, maar waarbij ik denk: ‘Zo! Best pittig’. Komt bij dat ik niet van schaatsen houd. Op het moment dat ze roept ‘nog even volhouden’ hoop ik eigenlijk al dat we iets anders moeten doen en ik ben blij als ze gaat aftellen: 8….7…..6 dan is het einde tenminste in zicht.
Vind ik het leuk? Matig. Vind ik het belangrijk? Heel.

Het programma bestaat uit een aantal vaste onderdelen: de warming up, de hartslagoefening, de beenspieren, de romp en schouders en de ontspanning. Het laatste stukje is altijd een gezondheidstip; soms over eten, soms over gewoontes en soms praktische beweegtips.
Dinsdag was de afsluitende boodschap dat je naar je buik toe moet inademen.
Onderaan je longen zit een soort parachute aan spieren en als je naar je buik inademt gaat die parachute helemaal open en vullen je longen zich tot onderaan met lucht. Als je oppervlakkig ademhaalt gebeurt dat niet.
En laat ik dat nou net ook geleerd hebben van Betty, de logopediste die mij helpt met het zingen.

Op de andere dagen van de week begin ik ’s morgens met een combinatie van pilates en yoga en op zaterdag doe ik een half uurtje zumba: bewegen op muziek. Sinds ik getroffen ben door een aantal hartinfarcten ben ik bewust veel meer gaan bewegen en dat doet me beslist goed. Meer weten? Hierbij een link naar een pagina met informatie van de Nederlandse Hartstichting.

Reageren

27 juni: Nederlands maar dan anders (39)

Er valt nog steeds genoeg te lachen als het gaat om taal.

Een collega tijdens een gesprek over nieuwe, jonge managers bij haar vorige werkgever.
“Die hadden allemaal nieuwe ideeën wilden het roer andersom doen...”

Op Radio 1 hoorde ik een D66’er praten over de Europese Unie.
Hij wilde vertellen hoe het ooit allemaal begon met de E.E.G. “Laten we even riewaaind naar die tijd..”. Ik zat in de auto en dacht: “Riewaaind? Wat is dat?”
Toen bedacht ik dat hij ‘rewind’ bedoelde. Dat was wat je vroeger met je cassetterecorder deed met de knop ‘REW’.
Het bandje terugspoelen.
Vroeger dacht ik ook dat REW ’terug’ betekende….. maar het was een afkorting van rewind’.

Zwemvriendin over een verandering op haar werk: ‘Als ze dit zouden doen, dat zou de makkelijkste klap zijn!’

Gehoord van Carlijn: iemand had lang iets getolereerd, maar nu was de pap gaar!

In de podcast Royal Tea komt de bekakt pratende Odilia de Ranitz regelmatig aan het woord: Mette Marit had toch een bedoezeld imago en dan denk je ‘een verspreking’, maar in een volgende zin zei ze “Diana, dié had een  onbedoezeld imago”
Een gastvrouw bij een koninklijk bezoek legt haar arm om de schouders van Maxima bij een groepsfoto.
Dat was niet de bedoeling, dus iemand uit het gevolg van de koningin sommeerde de gastvrouw die arm weg te halen.
Odilia: “Ja, met de koningin is het natuurlijk geen ‘ouwe jongens, krentenbollen….

Een mail van Wim: “Vandaag gelezen in Trouw. Het artikel ging over mensen met een verstandelijke handicap die toch een mbo diploma gehaald hadden. Het artikel sloot af met een uitdrukking van één van de geslaagden: Ik ben het afgelopen jaar flink vooruit gegroeid!”

Radio 1. Het gesprek gaat over het gezamenlijke gebed voor de wedstrijd van de gelovige voetballers in het Nederlands elftal.
“Ik denk dat Dumfries hierin wel het voortouw heeft getrokken…

Iets wat me steeds meer opvalt in het weerbericht bij het 8-uur journaal.
Dit is wat ik zou zeggen: Er trekt een buienzone over ons land. ( 7 woorden)
Dit is wat de weerman zegt: De buienzone die over ons land heen aan het trekken is. (11 woorden).
Waarom gebruikt de man zoveel extra woorden?
Dochter Harriët denkt dat het te maken heeft met de ver-Engelsing van onze taal.

Radio 1: het gesprek gaat over het misbruik van de mogelijkheden van fotobewerking, waardoor bekende Nederlanders in diskrediet worden gebracht.  Deskundige: daar is geen kruid tegen op te wassen. 

Gezien op Instagram.
Jongedame in een sportwagen wordt aangehouden door de verkeerspolitie.
Trajectcontrole heeft uitgewezen dat ze 170 kilometer per uur reed.
“Maar agent, dat kan immers helemaal niet, ik zit nog maar drie kwartier in de auto….”

Hierbij een link naar Nederlands maar dan anders (38)  van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

In de winkel zoiets als ‘kroepoep’ in de aanbieding gezien?
Of iets soortgelijks als ‘ultra-observerend’ keukenpapier?
Denk aan mij, dan verschijn jij in de volgende NMDA!

Reageren

26 juni: Elp & de koekoek.

Op onze fietstocht door de bossen rondom Westerbork kwamen we na de Ieberenplas aan in Elp, waar we neerstreken op een bankje voor het tweede blikje drinken.
Dat bankje stond bij een schoolgebouw, waar een grote boom met een informatiebordje bij stond.
En je weet: ik moet altijd weten wat er op zo’n bordje staat.

Het was de Vrijheidsboom, geplant na de Tweede Wereldoorlog als herinnering aan de Canadezen die Drenthe bevrijdden.
De boom was heel toepasselijk een esdoorn, waarvan de beeltenis van het blad onlosmakelijk is verbonden met Canada, het land dat het Maple Leaf als nationaal symbool hanteert.

“Wat was dat ook maar weer met Elp en die koekoek?” vroeg ik aan Gerard toen we op een bankje onder bovengenoemde boom zaten.
Hij vertelde dat zijn vader en moeder het vroeger altijd hadden over Elp, dat daar een koekoek in een kist zat.
Dat schijnt een oud volksverhaal te zijn, waarvan er zelfs een kaart zit in het Drentse Kwartetspel dat ik bij kringloopwinkel ‘de Zandhoek’ in Westerbork kocht.
Dit vond ik er over op internet:

Elp staat in een bijzondere relatie tot de koekoek.
Daar immers – zo vertelt de volksmond over deze vogel – wordt de koekoek na de langste dag, als z’n roep weer uit de velden verdwijnt, in een kist opgesloten om hem er de winter in te laten doorbrengen. Tegen het volgende voorjaar mag de koekoek dan weer uitvliegen. Dàt is de reden waarom hij ’s winters in Drenthe niet gehoord kan worden. Dan hebben de Elpers hem weer opgeborgen.

Ze sluut daor, nao de laangste daogen,
oez koekoek in de kist. 

Maor komt wer blad an tak en twiegen,
dan zegt z’in ’t land van
hei en stroek:
‘Heur, d’Elper hebt hom laoten vliegen!’

Wij kennen Elp inmiddels ook van iets anders: op 2e Pinksterdag gingen we met ons gezin een pannenkoek eten in pannenkoekenrestaurant ‘de Strohoed’.
Grote jum.

Reageren

Pagina 2 van 346

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén