De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

22 september: Geen ‘nulde’ les?!?

Afgelopen dinsdag hadden we onze eerste Franse les van het nieuwe seizoen. Meestal organiseren we daar voor aan een zogenaamde nulde les om bij te praten, per slot van rekening hadden we elkaar 5 maanden niet gezien.

Maar die nulde les kwam niet uit de startblokken. Ik nodigde iedereen uit voor vorige week dinsdag (hele warme avond), maar er konden maar twee van de acht. Vervolgens kregen we van een andere leerling een uitnodiging voor een barbecue in the middle of nowhere op zondagmiddag 18 september. Ook nu kon er maar één stel aanwezig zijn. O wat zijn we allemaal druk druk druk.

Maar dat mocht de pret niet drukken; het was weer een zeer aangename bijeenkomst. Alle vakantieverhalen passeerden de revue. De meesten van ons hadden wel even Frans gepraat. Eén van de mannen was diep teleurgesteld. Hij had zijn best gedaan en was in het Frans aan een gesprek begonnen, maar de Française in kwestie had in het Engels broodteruggepraat. “Nou heb ik toch 11 seizoenen Franse les achter de rug! Ik ben reddeloos verloren…”. Hij nuanceerde dat zelf ook gelijk al weer. “Maar ik kan wel ‘vin’ en ‘bière’ bestellen. Hele flessen zelfs. En heel veel soorten brood: croissant, baguette, pain au chocolat…..’
Goed bezig.

Iemand anders had het over ‘notre première vacance…., notre deuxième vacance ….., notre troisième vacance….,
DRIE vakanties!?!
De grijze golf, hè?
Verder dan ieders vakantieverhalen (in het Frans weliswaar) zijn we dinsdagavond niet gekomen.
Volgend jaar weer een nulde les.

Reageren

21 september: Aalscholver (2)

Zondagmiddag kreeg ik een  telefoontje: Cees Koelewijn van het IVN in Roden. Hij belde over het blog van de aalscholver (zie 16 september >>>). Hij was namelijk vrijdag, de dag nadat het beest bij ons was gespot, door een mevrouw aan de Molenweg gebeld dat er een verzwakte vogel bij haar in de tuin zat. Hij was gaan kijken en ontwaarde een aalscholver. De dierenambulance werd gebeld. Die dachten het dier zo even op te kunnen pakken, maar kennelijk was hij toch nog niet te ernstig verzwakt en hij wist zijn scherpe snavel nog goed te gebruiken. Dus werd er een deken overheen gegooid en werd het beest meegenomen naar, ja, waar naar toe eigenlijk? Dat wist Cees ook niet.

Maar Cees wist ook heel veel wel. In eerste instantie vroeg hij van alles aan mij over onze ervaringen met de aalscholver die dag ervoor, maar ik kon hem van alles vragen over de aalscholver in het algemeen. Hij dacht ook dat het dier een aanvaring had gehad. Met een auto, of misschien wel gepakt door een havik. “Zitten die hier dan?” “Ja, hier in de omgeving zitten er drie, ze hebben een afgebakend territorium. In Kleibos zit er één…” en hij noemde nog twee plekken die ik ben vergeten. Dat iemand dat allemaal weet!

laatste deel uit de rubriek Puur Natuur

laatste deel uit de rubriek Puur Natuur

Wat we allebei niet weten is hoe het is afgelopen met de vogel.  En daar zijn we wel nieuwsgierig naar. Dus wie hier iets over weet: reageer even via dit blog of via de website van het IVN Roden, www.ivn-roden.nl
Gisteren ontdekte ik in ‘de Krant’, (regionaal nieuwsblad), dat Cees melding maakte van het blog van 16 september over de aalscholver in zijn column Puur natuur.
Wil je het berichtje lezen, klik dan op de foto voor een vergroting.

Reageren

20 september: Strunen

Zaoterdagmiddag vreug ik an Gerard of e met mij met gung fietsen. “Ik moet eem hier en daor wat strunen.” legde ik uut. De dikste warmte was veurbij en ik wol een mooi bloemstuk maken. ’s Morgens haar ik al struund bij Het Goed. Een zilverkleurige schaol

zilverkleurige schaal.....

zilverkleurige schaal…..

met een mooi raandtie, wat kleine maandties en een langwarpige, plastic vorm haar ik op de kop tikt.

Ienmaol op fietse speurde ik de barms nao op bessies, neuties en aander spul um te gebruuken veur een mooi bloemstuk. De oogst was twee dikke bruune ‘riet-sigaren’, een stuk of wat stengels ‘pluumgras’, vogelkers, rozenbottels en nog wat klein spul.
Ik vuul mij altied wat ongemakkelijk bij het metnemen  van dingen uut de natuur. Het Drentse woord strunen (spreek uut

langwarpige, plastic vorm

langwarpige, plastic vorm

struun’n) betiekent ‘zoeken naar iets van zijn gading, snuffelen, vooral met de bedoeling iets te kapen….’ dat klinkt een beetie krimmeneel.
En ik deu het ok nog met veurbedachte raode, want ik haar een snuischere in de fietstasse. Ik sus mien geweten deur allent dingen met te nemen waor d’r hiel veul van is.
Om met een versregel uut oonze Nederlandse literatuur te spreken:

Leef je uut!

Leef je uut!

Aan een boom zo vol geladen, mist men één, twee pruimpjes niet.

Met een gerust hart knipte ik vervolgens uut oonze eigen tuun hortensia’s en kalanchoë.
Toen verzamelde ik alles op mien aanrecht en meuk van de oogst van mien struuntocht twee bloemstukken (zie bovenstaonde foto’s, op klikken veur een vergroting).
Gerard legde vast hoe dat in zien wark giet: ik leef mij eem hielemaol uut.

Reageren

19 september: Vredesweek

vredeGisteravond zongen we met de Catharina-cantorij in de vredesdienst in de Doopsgezinde Kerk in Roden.
Het voelt altijd een beetje unheimisch om met de cantorij, die zo verbonden is aan de PKN, in een andere gemeente te zingen. Andere kerkzaal, ander orgel, andere organist, het was even wennen.
De organist was Jelly Alkema, die kende ik nog van vroeger. Zij was dirigent van het Rodens Christelijk Gemengd Koor, waar ik vlak na onze verhuizing in 1989  bij ging zingen. (zie een eerder blog >>>).

Het orgel had een klein mankement: het kon niet zacht spelen. “Dit is het zachtst!” riep Jelly vanaf haar orgelkrukje, ze kwam er zelf amper bovenuit. Gelukkig stond er ook een piano, dus veel van wat we zongen werd begeleid op de piano. Het zingen ging goed. Ondanks de onwennigheid en het loeiende orgel stond onze cantrix heel rustig te dirigeren, onze rots in de branding. De rots stond gisteravond wel heel stevig; ze heeft een kleine blessure aan haar voet, dus geen ‘glazen muiltjes’, maar robuuste bergschoenen.

De vredesdienst van gisteravond was oecumenisch van karakter. Ds. Klaas van der Werf van de Doopsgezinde gemeente Roden begon zijn overdenking met het tonen van de jubileum-uitgave van de Vredeskrant, dit jaar de 50e editie. Het thema is deze keer ‘Vrede verbindt’. Hij triggerde mij met zijn verhaal over de Russische revolutie, waarbij de hele keizerlijke familie Romanov werd omgebracht (meer info zie >>>).
Hij sloot zijn verhaal af met de constatering dat een revolutie nooit vrede bewerkstelligt. Revolutie gaat altijd gepaard met agressie en machtsspelletjes, daarmee bereik je nooit een vreedzame situatie. Vrede verbindt, maar verbinding creëert vrede. Onze opdracht: verspreid vrede op je eigen vierkante meter. Breng verbinding tot stand en vermijd ruzie en agressie.

Het slotlied was een lied op de melodie van “Geef vrede, Heer, geef vrede”.licht
De tekst van dit lied is gemaakt door Coot van Doesburg, een bekende Nederlandse liedjesschrijver (o.a. Paul de Leeuw). Ze bracht in 2010 de bundel ‘Licht’ uit, met als ondertitel: 100 liedjes voor iedereen. (klik hier>>> voor een artikel uit Trouw over deze bundel).
Hierbij de tekst van het derde couplet:

Ja, in ons land is vrede, maar verder van ons bed
wordt ’t mensdom platgetreden, de ziel opzij gezet.
Leer ook die and’ren hopen op ooit een betere tijd,
om weer rechtop te lopen in echte leefbaarheid.

Wat mij betreft zingen we vaker liederen van haar hand. Ze laten, in tegenstelling tot sommige liederen uit het nieuwe liedboek, aan duidelijkheid niets te wensen over.

Na afloop zou ik snel naar huis, want Gerard wachtte met de koffie. En “Heel Holland bakt”.
Maar daar kwam natuurlijk niks van terecht, want het was weer veel te gezellig en ik sprak nog iemand uit mijn ‘zondagsschool-verleden’ die ik al jaren niet had gezien.
Gelukkig kunnen we tegenwoordig ‘uitgesteld’ televisie kijken!

Reageren

18 september: Gastblog. Hersenen die een eigen leven leiden.

Op 14 september kondigde ik het al aan: af en toe schrijft iemand een ‘gast-blog’.
Dochter Harriët kwam met dat idee en zij is dus ook de eerste:

Mijn hersenen hebben andere prioriteiten dan ik.
Tenminste, daar verdenk ik ze van. Ik heb van alles gedaan om ze te overtuigen dat ik gelijk heb, maar ze zijn koppig en houden voet bij stuk.
Mijn hersenen vinden het namelijk blijkbaar erg belangrijk dat alles wat ik dacht, wat mensen zeiden, waar we toen waren, wat iedereen daar van vond en hoe ik me toen voelde netjes opgeslagen zit zodat ik het waar en wanneer ik maar wil op kan roepen… gewoon voor het geval dat. Persoonlijk vind ik dit niet zo boeiend.
Persoonlijk wil ik veel liever indruk maken op feestjes met vergaarde kennis uit de boeken die ik lees. Dit interesseert mijn hersenen geen zak.

Die van mijn vriend Cees wel.
Hij heeft hersenen die het met hem eens zijn.

Hersenen van Cees: “We willen niet voor lul staan omdat we niet weten wanneer de eerste wereldoorlog ophield.”
Cees: “Ok. Ik ook niet.”
Hersenen van Cees: “Deal.”

Dus slaan ze elk willekeurig feitje trouw op en wel zo dat hij ze kan gebruiken als hij ze nodig heeft. hippoDat laatste is erg belangrijk, want het schijnt dat hersenen alle informatie opslaan die ze tegenkomen. Alle kleine details, alle onbenullige feitjes, alle ellenlange cijferreeksen die je ooit hebt gezien, ze schijnen opgeslagen te zijn in de hippocampus. Of ze makkelijk op te rakelen zijn is er vervolgens van afhankelijk of de hersenen de informatie labelen als ‘belangrijk’. Dit gebeurt bijvoorbeeld als ergens een grote emotionele waarde aan zit.

Ik moet hier niet te lang over nadenken. De kloof tussen mijn hersenen en mij zou alleen maar groter worden. Het zou escaleren en er zouden dingen gezegd worden die niet meer goed te praten zijn.

Dus hebben we een staakt het vuren. Ik probeer niet meer wanhopig feitjes te stampen en mijn hersenen doen waar ze goed in zijn: gesprekken, gedachtes en gevoelens opslaan.
Toch eigenlijk ook wel weer handig… kan ik in elk geval meedoen met mijn moeder’s Bert Visscher quotes.

Reageren

17 september: Pompoenen & kalebassen.

schutting ten prooi aan sier-kalebas-plant

schutting ten prooi aan sier-kalebas-plant

Al jaren riep ik dat ik graag een keer zelf pompoenen en/of kalebassen in de tuin wilde hebben, maar het kwam er nooit van. Volgens Gerard hadden we daar te weinig ruimte voor in onze tuin. Vorig jaar kocht ik zelf een pakje zaadjes en zaaide wat tegen de schutting aan. Niets kwam er van op. Gerard dacht dat de slakken alles hadden opgegeten. Volgens mij kwam hem dat ook wel goed uit, hij had het gewoon niet zo op pompoenen en kalebassen.

Dit jaar werd onze tuin wat groter. We kregen een zakje zaadjes van neef Cor en de helft van die zaadjes ging de grond in. Het pakje beloofde een mix aan sierkalebasjes.

Oogst 2: een emmer vol!

Oogst 2: een emmer vol!

Deze keer is het meer dan goed gelukt; de kalebasplanten overwoekeren planten en struiken die al in de tuin stonden, hun territorium beslaat ettelijke vierkante meters. De schutting is ook al ten prooi gevallen aan onze enthousiaste sierkalebassen-plant: de buren kunnen aan hun kant ook vruchten plukken. Twee weken geleden haalde Gerard de eerste oogst binnen en snoeide de plant wat terug. Gisteren haalde hij er weer wat af: een mooie emmer vol.

Nu het niet meer zo warm is heb ik wel weer zin om iets met deze oogst te gaan doen.
Als je op intkal-3ernet gaat zoeken kijk je je ogen uit: wat veel mogelijkheden.
Eén van de simpelste dingen heb ik vanmiddag al gedaan: een kaarsenhoudertje maken van zo’n pompoentje.
Je prikt met een mesje om een waxinelichtje heen in de bovenkant van de vrucht. Dan verbind je de prikjes met elkaar en snijdt er een ‘kapje’uit. Vervolgens hol je het vruchtje recht naar beneden uit, zo diep als twee waxinelichtjes. Eén lichtje doe je er op de kop in en de tweede zet je er bovenop. Dan heb je een iets steviger ondergrond.
Geen idee hoe lang dit stand houdt, in ieder geval wel een week denk ik.

Reageren

16 september: Aalscholver in de tuin

aaalscholver-1Gistermiddag riep de buurman vanachter de schutting; of Gerard er ook was.
Nee, die was niet thuis.
Buurman had een bijzondere vogel in zijn tuin zitten “een grote zwarte vogel, wel twee keer zo groot als een eend”.
Een aalscholver, dacht ik.
(lees hier >>> meer over de aalscholver)
Ik liep om de schutting heen en ontwaarde inderdaad een grote zwarte vogel.
Hij zat op een lantaarntje op een tafeltje naast hun huis.

aalscholver-2Hiernaast heb ik de aalscholver uit de foto gelicht; een omgeving waarin ik hem niet vaak zie.
Hij leeft in waterrijke gebieden, zo kun je Boskampbuurt eigenlijk niet noemen.
Ze leven voornamelijk van vis.
Op de visboer na die hier elke vrijdagmiddag roepend en toeterend langs komt is vis in dit gedeelte van Roden ook niet te vinden.
We kwamen tot de conclusie dat het beest waarschijnlijk een tik van een auto of iets dergelijks had gehad, waardoor het de kluts wat kwijt was. Even later hipte hij op een stoeltje en weer even later vloog hij weg. Hij wiekte majestueus door de Koerskamp en daarna hebben we hem niet meer gezien.

“Wat een avontuur, heééé!” zou Bert Visscher zeggen.
Dat heeft die aalscholver waarschijnlijk ook gedacht: “Wat komen die mensen dichtbij vandaag…..”

Reageren

15 september: Hoogersmilde blues.

Gisteravond zat ik rond kwart voor acht in de auto. Mijn moeder was opgenomen geweest in het ziekenhuis, maar mocht gelukkig al weer naar huis en ik had nog even bij haar koffie gedronken. Het was een prachtige, zwoele zomeravond en tegen zonsondergang zaten in Smilde nog wat groepjes mensen aan de kant van de vaart. Beetje vissen, beetje teuten. Dat zijn de momenten waarop ik speldenprikjes heimwee in mijn buik voel.

Aan de stille kant van die Drentse Hoofdvaart hebben Gerard en ik de eerste jaren van ons huwelijk gewoond. Daarvoor had ik er jaar in jaar uit langs gefietst naar de Mavo (Smilde) en de Havo (Assen).
Toen wij aan de vaart woonden genoten we van de charmes die zo’n kanaal voor je deur met zich meebrengt. ’s Zomers vissen. Soms in de winter schaatsen. Genieten van een ganzenfamilie in de vaartwal. Ik kan me nog herinneren dat ik er eens zat te vissen met een hengel zonder aas aan het haakje. Dat kwam omdat Gerard er niet bij was en stel je voor als ik dan wat ving! Ik durfde zelf de vis niet van de haak te halen. Maar zonder hengel alleen aan de vaart zitten was ook een beetje raar, daarom viste ik met een leeg haakje. “Wilt wat bieten?” “Ja heur….”

een slieve

een slieve

Gerard en ik  koesteren de herinnering aan Jan Knelis, een boer die een eindje verderop woonde. Hij fietste op een avond langs ons huis terwijl wij aan de vaartkant zaten. Hij stapte af en vroeg of wij zin hadden aan verse, koele karnemelk. Die had hij namelijk net opgehaald bij zijn broer vandaan. De melkbus stond achter op zijn pakjesdrager.
We kregen de verse karnemelk aangereikt in een ‘slieve’ die in de melkbus zat, we mochten hem zo aan de mond zetten. Lekkerder karnemelk heb ik nooit meer gehad.

Eenmaal in Roden was het ook wel weer over met de heimwee.
Op het beursterrein is men al druk bezig de Jaarbeurs op te bouwen.
Nog een dikke week: dan is weer de Rodermarktfeestweek!

Reageren

14 september: Sharing the joy.

Twee jaar heb ik deze website nu. In eerste instantie was het een experiment van een jaar. Kan ik het? Heb ik genoeg onderwerpen/schrijfstof? Lukt het me om regelmatig iets te bloggen? Alle vragen kunnen met ‘ja’ worden beantwoord.

“Waarom doe j ‘ dat eigenlijk! Kost ja hartstikke veul tied.” merkte laatst iemand op.
En inderdaad, het kost tijd. Maar een andere hobby kost ook tijd en het schrijven voor en bijhouden van het blog vind ik erg leuk om te doen.
Het laat me iedere dag wel even nadenken over wat waardevol was.
Waar moest ik om lachen? Wat raakte me? Waar genoot ik van?

Een paar maanden geleden was een Amerikaanse moeder ineens wereldberoemd door een aanstekelijk filmpje dat ze op YouTube had gezet. Ze verkneukelde zich over een masker dat ze had gekocht en ze ging helemaal uit haar dak van de lol. Het filmpje verspreidde zich razendsnel de wereld over. Naderhand werd haar gevraagd naar wat ze het leukste gevolg vond van wat haar was overkomen. Het antwoord was ontwapenend: niet alle cadeaus, niet alle media-aandacht, maar “sharing the joy”: het delen van het plezier.

Lezen, handwerken, muziek, bloemen, streektaal, geschiedenis, muziek.....

Lezen, handwerken, muziek, bloemen, streektaal, geschiedenis, muziek…..

Dat is ook een onderdeel van mijn motivatie. En het leuke is: het werkt! Mensen koken met de recepten die op het blog staan of gaan naar een tentoonstelling/museum dat werd genoemd.  Ze maken handwerkjes met de  uitgeschreven patronen, lezen een Drents verhaal voor op een bijeenkomst, maken met de kleinkinderen een herfstkrans die op het blog werd beschreven en genieten van de uiteenlopende muziekjes die voorbij komen.
Maar ik deel niet alleen plezier. Het leven bestaat tenslotte niet alleen maar uit plezier maken. De beschrijving van de kerkelijke vieringen bieden anderen troost en zetten mensen aan het denken.
Ziekte, rouw, verdriet: ook die onderwerpen komen af en toe aan bod.
Die emoties hebben ook hun waarde.

Na twee jaar is het voor mij geen vraag meer of ik nog doorga met het blog. Via de mondelinge reacties, mails en de statistieken weet ik dat veel mensen genieten van de dagelijkse waarde. IJs en weder dienende blijf ik dit nog wel even doen.
Groot voordeel van zo’n  blog: het schrijven van een tekst gaat mij inmiddels wel heel gemakkelijk af! Daar heeft mijn werkgever dus ook nog wat aan…..

Toch gaat er iets kleins veranderen. Dochter Harriët bracht mij op het idee om zo af en toe een gastblog te plaatsen, geschreven door iemand anders. Zij had nog wel een leuk idee.
Dus binnenkort lees je misschien wel over iets wat Gerard met de wereld wil delen. Of Carlijn of Frea. Maar het eerste gastblog komt van de hand van Harriët.
Binnenkort in dit theater.

Reageren

13 september: Disneyprinsessen & Raketten.

Tussen de middag zaten we met collega’s onder een grote parasol even lekker buiten; heerlijk, even met m’n breiwerkje en m’n broodje & karnemelk weg van het beeldscherm. broodtrommel

Eén van de mannelijke collega’s haalde z’n brood uit een trommeltje met drie Disneyprinsessen er op.
Een vrouwelijke collega kwam naast hem zitten, pakte het trommeltje op en vroeg:
“Wat is dit den nou, Jan….!”
Jan werd er niet heet of koud van. Het gezinslid van wie het trommeltje ooit was wil er waarschijnlijk niet meer mee gezien worden, want hij antwoordde:  “Ja, dizze was nog over. Dei laotn ze veur mie liggen. Kiek. Doornroosje…..”

Vanmiddag, zo’n beetje op het heetst van de dag, kwam een andere collega met een doos raketbinnenlopen. “Wie wil er een waterijsje?”
Iedereen. We kregen allemaal een raket. Een raket!
Het is altijd wonderlijk wat zoiets in  mijn hoofd teweegbrengt.
In gedachten zie ik de ligweide en het loket van zwembad ‘het Bosbad” in Hoogersmilde.
kwartjeEn ik voel het kwartje weer dat ik meekreeg van mijn moeder voor iets lekkers.
Een Ola Raket kostte een kwartje, maar een snoepketting (met van die bleke snoepjes met een gat aan een elastiekje) en een dropveter waren snoepkettingsamen ook 25 cent.
Ingewikkelde keuze’s voor een kind van 8.

De Disneyprinsessen deden me denken aan de tijd dat mijn kinderen nog klein waren, het raketijsje brengt me terug naar mijn eigen jeugd.
Sweet memories.

Reageren

Pagina 323 van 395

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén