De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

25 augustus: Nederlands maar dan anders (31)

Samen met jullie verzamelde ik alweer een heel blog vol wonderlijke verschijningsvormen van onze Nederlandse taal:

Op het werk vertelde een collega dat ze hun vakantiereis moesten uitstellen: “Dat is heel vervelend als je er zo lang naar uitgeleefd hebt.”
Andere collega heeft eerst ergens anders gewerkt. Ze vertelt: “Ik heb er 3 maanden volledig ingedraaid.”
Ze werkte daar met een digitale plannings-app voor het maken van roosters: “Dat systeem beheerste ik in de vingers.”
Weer een andere collega werd aangesproken op een foutje in een brief.
Ze vond het gemiep. “Ja zeg, we kunnen overal wel slakken zout op leggen…

Carlijn hoorde iemand zeggen dat hij ‘goed geschoren ten ijs kwam’.

Frea maakte mij attent op de Instagram-pagina ‘Watikmisindesupermarkt‘.
Neem eens een kijkje op die site, erg leuk.
Daar staan bijvoorbeeld ook de voorgegaarde rapen op die je ziet op de afbeelding links.

Op kraambezoek bij neef Berry en zijn vrouw Annemiek hoorden we een mooie uitspraak van een kind.
Annemiek is juf van een kleutergroep; zij gaat af en toe even borstvoeding kolven in een andere ruimte.
“Waar is juf Annemiek?” vroeg een collega.
Kleutertje: “O, die is even aan het melken. Ja, niet van een koe, hoor!”

Een collega van Gerard in Brabant hangt ontslag boven het hoofd.
Gerard heeft het daarover met iemand van personeelszaken die over die collega zegt: “Ja, nu is hij de gebeten pineut.

In een supermarktfoldertje stond een plaatje van een recept, zie afbeelding rechts.
We zien een bord patat met drie soorten dipsaus.
Daarnaast staat ‘rustic fries met 3 kleuren dips’.
Rustic fries?
Ik zocht het op internet op.
De vertaling was: rustieke frietjes.
HAHAHAHA!
Ergens in de krochten van de kantoren van de reclamemakers in dienst van de supermarkt/patatmakers is er iemand die dit soort waanzin bedenkt.

Dit kwam ergens op de radio voorbij: iemand wil niets meer te maken hebben met het bedrijf waar hij vroeger voor gewerkt heeft. Dat zet kwaad bloed bij zijn vroegere collega’s. “Bij zulk afwerend gedrag is het lontje wel een keer op. Je kweekt op die manier iets los bij je vroegere maten”.

Tijdens onze Donaureis zaten we dagelijks aan tafel bij de Groningse Betty.
Zij vertelde dat ze als klein meisje ooit bij haar oom en tante aan tafel zat, omdat haar ouders op een begrafenis moesten. Op het menu stond rode kool. Maar dat lustte Betty niet, dus dat zei ze bedeesd tegen tante. Oom vond het gemiep. Nors zei hij: “Op of ien buus!” (op of in je broekzak).
Arme Betty. “Ik weet nog dat ik blauw jurkje aan had, waar van die kleine zakjes voorin zaten. Daar heb ik die rode kool toen maar onopvallend ingepropt….”.
Haar moeder was er achteraf niet zo blij mee.
Zij vertelde ook over een klein nichtje dat abrikozen steevast ‘fabriekozen’ noemde.

Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 30, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

Hoop je op een snelle publicatie van deel 32 in deze serie? Stuur me dan versprekingen of verbasteringen van spreekwoorden die je hebt gehoord. Of grappige kinderpraat. Eén van onze dochters vroeg bijvoorbeeld eens nadat ik met de Zyliss blitzhakker (TSJAK! TSJAK! TSJAK!) zilveruitjes had gesnipperd: “Zijn ze nou dood…?”

Reageren

24 augustus: Wat voor ‘wyf’?

Op woensdag 19 juli stond op ons scheurkalenderblaadje de vraag: “Wie was ‘het Abbekerker wyf’?”
Nooit van gehoord.
Toen ik deze scheurkalender kreeg beloofde de voorkant 365 historische weetjes.
We zijn inmiddels over de helft van 2023 en we hebben dus al heel wat van die weetjes geconsumeerd en ik geniet er van. Soms heeft het onderwerp niet echt mijn interesse en laat ik het weetje voor wat het is, maar soms wil ik er meer over weten en zoek ik er iets over op; de informatie over het Abbekerker wyf was summier en intrigerend, dus daar wilde ik meer van weten.

Aagt Germonts was haar naam en ze werd in 1659 beschuldigd van hekserij; haar verhaal valt in de categorie ‘Zeventiende eeuw’
Maar waar heksen in die tijd bijna altijd werden veroordeeld tot de doodstraf door verbranding of verwurging, was haar straf opvallend mild en was de rechtsgang omtrent haar aanklacht een keerpunt in de geschiedenis. Na het vonnis dat over Aagt werd uitgesproken werden steeds minder heksen veroordeeld.

Wat was er dan gebeurd met Aagt? I november 1658 baarde ze een kind, dat kort daarop overleed. Maar niemand was getuige van de geboorte en het overlijden, ook de vroedvrouw niet. Als snel gonsde het van de roddels in het dorp. Het was niet de eerste keer dat haar kind overleed: er was iets niet in de haak met Aagt. Om de geruchten de kop in te  drukken stelde het gerecht een onderzoek in. De lijkkistjes werden opgegraven en wat bleek? Er lagen geen baby’s in, maar namaaklijkjes. Eén kistje bevatte een stokvis met gespleten staart, als twee voetjes omgebogen. De armpjes waren met gort gevulde bloedworstjes, het hoofd een rode kool overtrokken met een blaas. Dit moest wel hekserij zijn.

Bovenstaande informatie neem je tot je als je op de wc zit…..brrr.
Maar dan wil ik ook weten wat er precies is gebeurd en zo kwam ik op de website ‘Licht op legenden’ waar het hele verhaal van Aagt wordt verteld. Hele verhaal ook lezen? Hierbij een link naar ‘het Abbekerker wyf’  op die website.

Arme Aagt.
Je zou er als stadsbestuur van Abbekerk met terugwerkende kracht excuses voor moeten aanbieden.

Reageren

23 augustus: An der Schönen ….(2) – Drie rivieren, één stad.

Ons fietsavontuur langs de Donau begon in Passau.
Om 16.00 uur konden we inschepen in het MS Prima Donna, maar wij waren er al rond de middag: tijd om nog even de stad te verkennen.
Twee doelen stelden we ons: een bezoekje aan de sint Stephansdom en op zoek naar de zogenaamde ‘Drei flüsse eck’, het punt in de stad waar drie rivieren bij elkaar komen: de Inn, de Donau en de Ilz.
Die doelen werden ruimschoots gehaald. Er bleef zelfs nog tijd over voor een pizzapunt op een terrasje; konden we nog mooi een half uurtje ‘mensen kijken’. We zagen drommen toeristen aan ons voorbij trekken met koffers, in groepjes, al dan niet met gids en ook al veel fietsers.

In de dom vonden we de eerste martelaar Stephanus in het hoofdaltaar, omgeven met de gebruikelijke pracht en praal die we kennen van de katholieke kerken.
Het punt waar de drie rivieren bij elkaar komen vond ik fascinerend.
De Inn komt uit Oostenrijk en was een beetje bruin/gelig, de Donau was groen/grijs.
In ieder geval niet ‘schön blau’ zoals de wereldberoemde wals veronderstelt.
De Ilz is vergeleken met de andere twee rivieren maar een klein stroompje en voedt de Donau met helder water.
Bij het drie-rivieren-punt komen die drie kleuren bij elkaar; dat kun je goed zien op de foto hier links die ik maakte van het informatiebord: wij stonden op dat moment bij die rode punt.
Gerard maakte een filmpje: hierbij een link. (ik ben de mevrouw met de jurk en het witte vestje).

De geschiedenis van Passau begint al voor de Romeinse tijd, toen daar een nederzetting van een Keltische stam was. De samensmelting van de Donau en de Inn vormt al sinds de prehistorie een belangrijk knooppunt voor verkeer en handel. De Romeinen bouwden er het fort Boiodurum en maakten de stad onderdeel van hun ‘limes’: de grens/verdedigingslijn van hun rijk.
Op zulke plekjes maak ik altijd even deel uit van de geschiedenis en laat ik tot me doordringen hoe lang hier al mensen wonen, werken en leven.

Het zal je niet verbazen: ik had daar nog uuuuuren kunnen rondlopen, maar ‘het regime’* van de bootreis riep ons.
We reden naar de boot, zetten onze koffers en fietsen aan boord en brachten de auto vervolgens naar een parkeerplaats in Passau.
Van daaruit werden we met een bus weer naar de boot gereden  en installeerden we ons in onze hut.

Begonnen!

De reclamebeelden van deze reis lieten een cabine zien met grote ramen, zodat je vanuit je bed over de Donau keek, maar wij hadden iets minder betaald en zaten een dek lager met een patrijspoort in onze kamer. Dat was op zich niet zo erg, want je bent immers niet veel aan boord. Toen we ’s avonds aan het diner zaten voeren we Passau al uit: de fiets-cruise was begonnen!
* blog volgt.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

22 augustus: Daar stond ie…… Ripperda!

Johan Willem Ripperda werd geboren in 1682 in Oldehove; hij was een roemruchte, ambitieuze maar berooide Groningse landjonker.
Zondagavond zagen we deze flamboyante Groninger op het podium staan, gestalte gegeven door Bert Visscher.
We zaten in de tuin van Enne Jans Heerd in Maarhuizen. Daar had ik al een boekje over gelezen, daar was ik vorig jaar geweest ( zie Mensingeweersterloopdiep van 19 juli 2022) , dus ik was razend nieuwsgierig.
De tuin stond helemaal vol met tribune, podium en stellages met lampen en geluidsapparatuur, opgesteld voor de openluchtvoorstelling ‘Ripperda’ in het kader van Zummerbühne.

Het verhaal van Ripperda* wordt niet historisch correct verteld, maar is gebruikt als leidraad.
We zien hoe hij ‘gunstig’ trouwt en met het geld van zijn schoonmoeder een plek op het politieke podium van Nederland verovert.
Op het moment dat het financieel mis dreigt te gaan wordt hij ambassadeur voor Nederland in Spanje, maar uiteindelijk belandt hij daar in de gevangenis. Met het dienstmeisje Josepha weet hij te ontvluchten en komt hij terecht in Marokko, waar hij gelijk al weer in schimmige dealtjes met de sultan verwikkeld raakt.

Achter het hoofdpodium stond een koor en een orkest dat de hele voorstelling actief was: complimenten!
Het koor verraste me met het ‘liiiiieeeef’, het gezongen woord dat Johan en en zijn vrouw op grote afstand met elkaar verbond.
Toen zijn vrouw in Nederland was overleden en hij in het verre Spanje het woord ‘lief’ zong, bleef het kippenvel-veroorzakend stil.

Toen het schemerig begon te worden, begonnen de kikkers in de vijver zich te roeren.
Ze kwaakten onbekommerd door de zinnen van de hoofdrolspelers heen en speelden onbedoeld een relativerende rol.
Dan had Johan Willem weer een fantastisch betoog gehouden/gebrald en in de betekenisvolle stilte daarna hoorde je …. KWWAAAK!
Alsof de regisseur het zo bedoeld had.

Het was een prachtige voorstelling.
Onderhoudend en afwisselend; het was hooguit een beetje te lang, want we liepen pas om 23.15 uur van het terrein af.
Bert Visscher geeft Johan Willem Ripperda met zijn persoonlijkheid een heel eigen gezicht.
Hij liegt, bedriegt, manipuleert, het is een charlatan, maar je houdt toch van hem.
Met z’n bosje nep-bloemen uit z’n sokken.
Hilarisch vond ik het laatste stukje van de voorstelling waarin Magere Hein hem komt halen en Johan Willem het daar nog niet aan toe heeft.
Een heerlijke Bert Visscher show waarin de dood hem verrast met een bosje nep-bloemen.

En dat allemaal op de wierde van Maarhuizen in de tuin van Enne Jans Heerd; met recht spraakmakend muziektheater!
Zummerbühne organiseert ieder jaar zo’n voorstelling, telkens op een andere plek in de provincie Groningen. Met verhalen die iets met Groningen te maken hebben. Er zijn ook al plannen voor 2024: een voorstelling op de wierde van Oosterwijtwerd.
Volg hun website als je daar bij wilt zijn, hierbij een link

*Meer weten over Johan Willem? Hierbij een link naar een blog over zijn geschiedenis op de website van Sanne Meijer
onder de titel ‘het korte maar fascinerende leven van Johan Willem Ripperda’.

Reageren

21 augustus: Hoe voed je een hond op?

Na de enerverende Donau-vakantie zaten we gistermorgen weer in de zondagse viering van onze PKN-gemeente.
We hoorden dat Paulus in zijn brief aan de Romeinen heel erg zijn best doet om de pas-bekeerde christenen in Rome ervan te overtuigen dat zij ‘vreemde’ takken zijn die geënt worden op de ‘goede’ stam van de Joodse olijfboom. Maar ze moesten zich niet verbeelden dat ze beter waren dan afgehakte Joodse takken. Als zij lieten zien hoe goed het christelijk geloof voor hen was, dan zouden de afgehakte Joodse takken misschien afgunstig worden en zich opnieuw laten enten op de goede stam.
Ja ja.
Die moeilijke Paulus….*
Verder hoorden we dat Jezus terughoudend en bot reageert op een Kanaänitische vrouw. Hij zegt: ‘Het brood is voor de kinderen (het volk Israël) bedoeld is en niet voor de honden (de buitenlanders)’.
Zelfs voor Jezus is het dus moeilijk om over de eigen muren heen te kijken.
Maar de vrouw komt met goede argumenten: de kruimels die van de tafel vallen zijn immers voor de honden?
Jezus laat zich vermurwen.

Buitenlanders. Wij en zij.
Wie horen er bij en wie niet?
Dominee Walter Meijles maakte het vanmorgen nóg ingewikkelder door de ontwikkelingen omtrent de genderneutraliteit er bij te halen én de cancelcultuur in de sociale media tegenwoordig.
Hij begon met een verhaal over het opvoeden van honden. Dat ze niet mogen schooien als mensen aan tafel zitten bijvoorbeeld.
Dat een hond met een strenge opvoeding zijn plaats weet.
Dat we in onze maatschappij ook een plaats hebben.
Dat je een sociale ordening in de wereld nodig hebt, omdat het anders chaos wordt.
Jezus behandelt de vrouw streng, doch rechtvaardig en met een zekere mildheid.
Wat is onze eigen houding als iemand anders is dan wij gewend zijn?
De voorganger wees ons erop dat de naam van God ‘Ik Ben’ is; wij zijn gemaakt naar zijn evenbeeld, dus ieder mens is een afspiegeling van Gods gelaat. Ik ben. Jij bent. 
Hou op met oordelen en kijken naar de buitenkant.
Wij zijn.
Een arm om de schouder, een luisterend oor.
Je hoeft het heus niet met alles eens te zijn, maar blijf in gesprek.

Maar het blijft een moeilijk en ingewikkeld onderwerp.
In 2020 hoorden we ook een verhaal van Walter Meijles over dit onderwerp; ik vond het interessant om dat met de preek van gistermorgen in mijn hoofd nog eens te lezen. Ook benieuwd naar de viering van toen? Hierbij een link naar 16 augustus 2020: Niemand heeft er voor gekozen.
Toen zaten we midden in ons eerste coronajaar; we zijn al haast weer vergeten hoe dat was.

In 2019 hoorden we een beschouwing op deze lastige schriftlezing over ‘de honden en de kruimels’ van Theo van Beijeren.
Dat vond ik toen een originele invalshoek. Ook even lezen? Hierbij een link naar 12 augustus 2019: Je krijgt de zegen mee.

* zie: ‘Die moeilijke Paulus‘ uit februari 2023.

Reageren

20 augustus: An der schönen…. (1) – blauen Donau.

Donderdagmiddag 17 augustus 16.15 uur.
Gerard en ik zitten aan de oever van de Donau bij het dorpje Pochlarn in Oostenrijk.
We moesten er om 16.00 uur zijn, want dan zou de ‘Prima Donna’ er ook zijn, maar die is er nog niet.
We zitten in de schaduw van een kastanjeboom; het is zo’n 26 graden.
Er liggen al wat kastanjes, nog in hun jasje, onder de boom.
We doen er vier in onze fietstas. Nemen we mee als souvenir.

Om de eerste alinea wat te verduidelijken neem ik je mee naar zo’n 10 jaar geleden.
De Catharinacantorij bestond nog en bas Simon vertelde over zijn vakantie.
“We deden een Donau-fiets-cruise. Dan heb je een eigen cabine/hut aan boord van een cruiseschip en je neemt je eigen fiets mee. 
’s Morgens na het gezamenlijke ontbijt fiets je stroomafwaarts naar het volgende aanlegpunt, bekijkt ondertussen van alles en aan het eind van de middag stap je weer op de boot en staat er een vier-gangen-diner voor je klaar.”
Wat een verhaal; dat klonk mij als muziek in de oren!
Dat wou ik ook een keer doen.
Maar zoals wel vaker bij ons: er kwam van alles tussen.
Vervelende dingen, maar ook fijne dingen, zodat er geen tijd (en geld) over was voor een fietsvakantie in Oostenrijk.
Maar dit jaar konden we de 2e week van augustus boeken voor de Donaureis waar we al zo lang naar uitkeken.

We werden op vrijdag 11 augustus in Passau verwacht en we hadden bedacht dat we dat niet in één dag gingen doen.
Donderdagmorgen 10 augustus vertrokken we en aan het begin van de avond zaten we aan een heerlijke ‘Schnitzel mit Pommes’ op een terras in Erlangen, van waaruit we de volgende morgen vertrokken naar Passau. Dat was toen nog maar twee uur meer.

De komende weken zal ik af en toe een een blog publiceren over onze prachtige Donaureis. Dat wordt een nieuwe blogserie met als titel ‘An der Schönen…..’
Je leest alles over onze avonturen aan boord én langs de Donau, hoe we op de fiets verdwaalden in Wenen, over wat we misten omdat ik niet lekker was, of je kunt zwemmen in de Donau en wie van ons dat heeft gedaan. En natuurlijk komen daarbij verschillende aspecten van de geschiedenis van die streek aan de orde, want we zagen veel stadspoorten/-muren, Rathausen, kloosters en kerken. En heiligen.

Terug naar de eerste alinea van dit blog.
Donderdagmiddag kwam onze boot, de Prima Donna, iets later dan gepland.
Op de afbeelding hiernaast zie je hem aankomen.
Dat was de laatste keer dat we met onze fietsen aan boord gingen, die nacht voeren we helemaal terug naar Passau, waar onze auto op een parkeerplaats stond. We overnachtten vrijdag in een hotel bij Kassel.
Gistermiddag om 13.15 uur waren we weer thuis.
Inmiddels staan onze ‘souvenirs’ te pronken in een bloemstuk dat ik gistermiddag maakte van de zomerbloemen in onze tuin.
We aten verse bonen uit de tuin.
Met een slavink en nieuwe aardappels.
Thuis is dan ook wel weer fijn.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?

2. Drie rivieren, één stad. Over het beginpunt van onze cruise, Passau.
3. Mijn hoofd als puntje op de i. Over de eerste etappe en de stad Linz.
4. Treppelweg. De geschiedenis van het pad langs de Donau.
5.  Niet naar Mauthausen over het traject van Linz naar Grein.
6. Onvermijdelijk – over jammere dingen op onze reis.
7. Roofridders & Richard Leeuwenhart – over een ruïne waar ik maar naar bleef kijken.
8. De helm – over fietsen in het buitenland.
9. Gemist…. – over hoe ik jammerlijk een het prachtige kasteel Eckartsau miste.
10. Wenen – Sachertorte, archeologie en een borrel in een poepie-chique hotel.
11. Kerken en heiligen – over de vele kerken en bijbehorende heiligen die we onderweg bezochten.
12. Stift Melk – over een adembenemend klooster.
13. Breitenau – over hoe we toch nog in een concentratiekamp terechtkwamen.

Reageren

19 augustus: Een waardige afsluiting.

Eind maart 2022 schreef ik een blog over de Zevende zus uit de boekenreeks van Lucinda Riley; vijftien maanden later kreeg ik van Annieke het achtste en tevens laatste deel: ‘Atlas – het verhaal van Pa Salt’.

Wat was ik benieuwd!  Is Pa Salt wel overleden?  Wat is er toch steeds met die Zed Eszu?  Hoe kwam Pa Salt op het spoor van de dochters die hij één voor één vanuit verschillende werelddelen adopteerde? Waar kwam hij zelf vandaan en was hij ooit getrouwd?

Het boek geeft antwoord op alle vragen. Je leest, samen met Pa’s 7 dochters, het dagboek dat hij vanaf zijn jeugd heeft bijgehouden en bij bijna iedere bladzijde van dat dagboek worden er namen genoemd en verhalen verteld uit vorige delen. Net als in de vorige delen zijn sommige hoofdstukken geschreven in het heden. De zeven zussen hebben zich verzameld op het luxe jacht Titan en ze varen met elkaar naar een plaats om samen de as van hun vader uit te strooien.

Tijdens de reis krijgen alle zussen het (voor zes van hen gekopieerde) dagboek van hun vader te lezen en ontdekken ze meer details over hun geboorte en hoe hun vader bij hun leven was betrokken.  Het dagboek van hun vader, Pa Salt, begint als hij als jong kind meer dood dan levend wordt gevonden in Parijs onder de heg van de tuin van de familie Landowski,  maar pas aan het eind van het boek kom je er achter wat daarvoor met het kind is gebeurd.

Het is een prachtig verhaal; alle verhaallijnen kloppen en ik verbaas me er (net als bij Harry Potter) over hoe iemand zo’n veelomvattend verhaal dat zoveel levens beslaat kan bedenken.  Maar bedenken is ėėn kant van het verhaal,  opschrijven is de andere kant. Lucinda Riley had een pakkende manier van schrijven. Zij wist de verhalen van de zeven zussen zo te beschrijven dat je meeleefde met de hoofdrolspelers.  Met een lach,  maar zeker ook met een traan; ik had regelmatig een zakdoek nodig….

Haar zoon Harry heeft dit achtste deel geschreven en heeft het levenswerk van zijn overleden moeder voltooid.  Maar het boek raakte bij mij geen gevoelige snaar; de gesprekken die worden gevoerd blijven vlak: de benodigde informatie krijg je wel, maar het sentiment ontbreekt.

Ander puntje van kritiek: in dit boek zijn hele goede mensen met alleen maar nobele gedachten en goede bedoelingen en er zijn ook hele slechte mensen die alleen maar boze plannen smeden en haatdragend zijn. Daar word ik altijd een beetje kriebelig van.  Zulke mensen bestaan niet, maar daarvoor is het natuurlijk ook een roman en geen documentaire.  Tegelijkertijd ben ik ontzettend blij dat Harry dit boek heeft geschreven, ik had het niet willen missen. Hij heeft met de aantekeningen en aanwijzingen van zijn moeder een waardige afsluiting geschreven van een prachtige boekenserie. En nee, het is nog steeds geen literatuur, maar wat heb ik veel fijne, ontspannen leesuren gehad met de 7 zussen!

Reageren

18 augustus: Eigenlijk heel simpel.

Begin juli vierden we Gerards verjaardag met de vrienden en ik wou daarbij zo’n lekkere aardappel-tonijnsalade die Nettie vorig jaar had gemaakt bij een buffet van onze PKN-gemeente.
“Hoe was dat recept ook maar weer?” appte ik haar.
Het was ‘iets simpels uit zo’n supermarktfolder’ zei ze er zelf over, maar dat maakt natuurlijk niets uit.

Dit kreeg ik van haar door:
– 1 literbak aardappelsalade van de Lidl
– 2 blikjes tonijn
– 3 Granny Smith appels.
– 3 à 4 zoetzure augurken
Tonijn prakken, appels schillen en in kleine stukjes snijden, augurkjes ook en het geheel door de aardappelsalade roeren.

Die middag besloot ik om niet van de hele literbak aardappelsalade een tonijnsalade te maken; niet iedereen is dol op vis.
De ingrediënten halveerde ik en van de andere helft van de aardappelsalade maakte ik een eigen variant.
Dit ging er in:
– snoeptomaatjes
– ui
– komkommer
Ui heel fijn snijden, evenals de tomaatjes en de komkommer, mengen met de aardappelsalade.

“Wat we over hebben kan dan morgen bij soep en stokbrood”.
Over.
Ha ha!

Reageren

17 augustus: Ze wil mij niet meer zien….

Het gaat niet vaak meer over mijn hart op deze website.
In 2018 kreeg ik een omleiding; toen werd de kransslagader waar al die stents van voorgaande jaren in zaten vervangen en daarna heb ik geen hartproblemen meer gehad.  Om de drie maanden zit ik nu bij de huisarts voor een APK en eens in de drie jaar wil de cardioloog van het Martini Ziekenhuis mij zien.

Op een maandagmorgen in juli om 08.10 uur, voor mijn werk aan, zat ik in de wachtkamer en ik was na het maken van een hartfilmpje al gelijk aan de beurt. Dat is het voordeel van zo’n vroege afspraak.
“Hoe is het met u?”
Het was goed met mij.
We hadden een gesprekje over mijn hart, mijn vaten en mijn mentale toestand en na een kwartier kwamen we samen tot de conclusie dat deze consulten eigenlijk niet meer nodig zijn, met andere woorden: zij wil mij niet meer zien.
Ik haar liever ook niet, dus wij gaven elkaar een hand, ik bedankte haar voor de goede zorgen en verliet de spreekkamer.
De secretaresse bij de balie keek op.
“Ik hoef geen vervolgafspraak, ik ben ontslagen!” riep ik blij en wandelde de afdeling af.

Dr. Schrijvers, de cardioloog die ik meer dan 15 jaar had, placht bij het afscheid te zeggen: “Garantie tot de deur, mevrouw Waninge!” en zo is het natuurlijk nog steeds.
De driemaandelijkse afspraak bij de huisarts geeft me rust, want alle randverschijnselen zijn onder controle.
Het feit dat ik al 5 jaar geen hartklachten meer heb gehad geeft me moed; misschien blijft het nu wel helemaal weg.

Ja, ik weet het.
Wishfull thinking.
Maar altijd nog beter dan doemdenken.

Reageren

16 augustus: Opa’s bag of organising

Half juli kreeg ik via de app van Carlijn een klein lijstje van spulletjes die ze graag mee wilden nemen op vakantie en het laatste ding wat daar op stond was ‘opa’s bag of organising’.
Dat ding brengt bij mij altijd een weemoedig gevoel teweeg en dat verdient wat meer uitleg.

Toen we in 2015 de caravan (die nog van mijn ouders was geweest) moesten verkopen omdat het met Gerards gezondheid niet zo goed ging, kwamen we bij het opruimen van de vakken en kastjes de hele geschiedenis van het kamperen weer tegen, wat mijn ouders al sinds de jaren 50 van de vorige eeuw deden.
Zakken vol met handige dingetjes waar geen mens ooit nog wat mee doet.
Een EHBO-trommeltje met jodium dat in 1990 al over de datum was.
Mierenpoeder van een bedrijf dat al 20 jaar failliet is.
Niet geaarde snoeren en stekkers.
Een tas vol met haringen en scheerlijnen, dunne pennen en verstafte zwarte elastieken.
En een zak vol keurig opgevouwen plastic zakjes die nog als afvalzakjes gebruikt kunnen worden.

We hadden een deel van de inventaris in de caravan laten zitten, maar ook heel wat weggedaan.
Je kunt niet 2015-05-25 11.49.49aalles bewaren. Gelukkig hebben we de foto’s nog.
Maar één ding heb ik uit nostalgische overwegingen uit de caravan gehaald en bewaard; het valt onder het hoofdstuk ‘ ku’j zölf wal maken’.
Het is een opbergzak die mijn vader nog zelf heeft gemaakt op hun Singer-naaimachine. Die zak hing aan een stang in de voortent en daar gingen de folders, kaarten, puzzelboekjes, en kranten in.
De opbergzak kwam in 2015 op zolder te liggen met de gedachte “Misschien komt hij ooit nog van pas.”
Misschien ook niet.
Wegdoen was voor mij ‘a bridge too far….’

De superhandige opbergzak gaat altijd mee als één van de dochters gaat kamperen; het oude ding doet nog jaarlijks dienst.
Trouwens, als mijn vader de titel van dit blog had gelezen zou hij denken dat het niets met hem te maken had. Opa sprak Nedersaksisch, Nederlands en vloeiend Duits, maar bijna geen Engels.

In mijn beleving past ‘bag of organising’ niet bij mijn vader.
Maar wel bij onze dochters.
Mooie combi.

Vandaag is mijn vaders geboortedag; we zijn hem nog lang niet vergeten.

Reageren

Pagina 39 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén