De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

9 juni: Wandelclubje van pensionado’s?

In oktober schreef ik een blog over mijn obsessie voor een pannen-onderzetter in een Duits vakantiehuisje.
Over het geworstel om te ontdekken hoe die was gehaakt schreef destijds ik dat ik mezelf vergeleek met een stier en het haakwerk met een rode lap.
Inmiddels liggen bij ons bij het warm eten nieuwe pannenonderzetters op tafel in de kleuren grijs en rood.
Begin juni trouwde collega Marchiena; ze ging op huwelijksreis naar Venetië. Als secretariaat vroegen we onze collega’s om allemaal een cadeautje in een feestmand te doen met het thema Italië: dat werd een mooi gevulde Italië-mand! Van mij kreeg ze natuurlijk, naast een hapje en een drankje, iets zelfgemaakts: de obsessiepannenlappen in de kleuren van de Italiaanse vlag en 6 onderzetters.

Woensdagavond hadden we een etentje met ons secretaresseteam. De reden was minder leuk: Margreet heeft ons team verlaten.
Zij was ook een  handwerkster, dus daar hadden we het ook regelmatig over.
Stom dat ze weg is trouwens; het was een leuke collega die ik nog steeds een beetje mis.
Voor haar haakte ik de twee blauwe exemplaren op de afbeelding onder aan dit blog; toen ik er mee begon zaten we tegenover elkaar in de lunchpauze in Winschoten….. maar ze wist natuurlijk niet dat het voor haar was.
Wat was het leuk om elkaar weer even met z’n zessen te spreken!
Ik schreef er vaker over: er was veel ziekte en uitval in ons team. Van het clubje waarmee ik woensdagavond aan een lekkere pizza zat blijft alleen Renny over. Margreet is al een tijdje weg, Marja en Corry gaan met vervroegd pensioen en Petronet gaat naar een andere afdeling.

Maar zoals Corry al zei: ‘Als er ergens een deur dicht gaat, gaat er ergens anders vaak ook weer één open’: Udona en Marchiena zijn onze nieuwe collega’s en er staat een alweer een nieuwe vacature uit.
De pizza aten we bij Dolce Vita in Stadskanaal. Ik zou rijden en had de auto vol snaterende collega’s. Op de terugweg naar Groningen zat de stemming er goed in: de dames hadden het er over dat ze als pensionado’s wel een wandelclubje op konden richten.
“Ja! Dan noemen we ons ‘Jo met de banjo’!” en vervolgens zongen drie van hen luidkeels het wandellied van Jasperina de Jong.
Oh man, wat ga ik die meiden missen.

Nog even een kleine toelichting op de foto’s hiernaast.
Uit de afbeelding van de 8 obsessie-onderzetters maakte ik een uitsnede van de rode exemplaren.
Ze lijken identiek, maar zijn dat niet.
Bij de ene ben ik met lichtrood begonnen en ook geëindigd, bij de andere met donkerrood.
Verder heb ik de lus op het ene exemplaar de linkerkant opgeslagen en op de andere valt hij naar rechts. (klik op de afbeelding voor een vergroting)

Ook zo’n pannenlap haken?
Kijk dan even op het blog ‘Hoe dan?!?’
Daar vind je een link naar een PDF met een uitgebreide haakbeschrijving met foto’s.
Of die 6 kleine onderzetters die ik voor Marchiena maakte? Ga dan naar dit blog uit 2015.

Reageren

8 juni: Stilmakende muziek uit IJsland.

We hoeven voor de zomer niet meer met de cantorij te zingen in een kerkdienst.
Dat zou betekenen dat we na Pinksteren geen repetities zouden hebben, maar dat vonden de meesten van ons wel jammer, dus we gaan nog drie repetities door. Gaat nergens meer over, gewoon zingen voor de lol dus.
“Geef even door wat je dan nog graag zou willen zingen” vroeg voorzitter Wieger een paar weken geleden.
O leuk; ik gaf door dat ik graag een koraal uit de Matthäus zou willen zingen.

Dinsdagavond zaten we weer met elkaar in de kerkzaal.
Karel had het cadeau meegenomen dat hij van ons had gekregen bij zijn examen: de volledige partituur van de Johannes Passion van J.S. Bach. Een heel boekwerk, waar we allemaal onze namen voorin mochten schrijven.
Hij liet ons zien welke partijen er allemaal te zien waren op de notenbalken, welke instrumenten daar bij hoorden en al vertellend was hij al haast aan het dirigeren. Maar er was nog geen orkest, alleen een uitgedund koor, want de grijze golf is al op vakantie en bij die golf hoort een groot deel van onze cantorij…

Johann Sebastian Bach

Twee stukken uit die Johannes Passion gingen wij instuderen: de koraal ‘Wer hat dich so geschlagen’ en het stukje ‘Wir, wir haben keinen König denn den Kaiser.’
Werd mijn wens toch vervuld, want dat koraal wordt ook gezongen in de Matthäus.
Stonden we dinsdagavond toch gewoon Bach te zingen met de cantorij!
Genieten!

We zongen ook twee heel andere stukken: het lied ‘Heyr, himna smiður’* IJsland en ‘Fey oh!’ uit Tahiti.
Geen idee wat je dan staat te zingen, maar wat leuk om eens iets heel anders te doen met dit koor, dat anders alleen kerkmuziek ten gehore brengt.

Het was fijn om zo samen te zingen, maar we deelden ook onze zorgen om Louisa, sopraan en bibliothecaris van onze cantorij. Ze is opgenomen in het Martiniziekenhuis en haar toestand is erg zorgelijk. Sopraan die altijd naast haar zit merkte op over de muziek van Bach: “Ik miste Louisa erg vanavond, ik kon altijd meevliegen met haar hoge noten…”.

Dit blog schreef ik woensdagavond; vandaag kregen we bericht dat Louisa in de vroege morgen is overleden.
Stil en verdrietig zijn we.
Louisa zal niet meer met haar mooie, hoge sopraan met ons meezingen.
Ze had dat IJslandse lied prachtig gevonden; dit blog sluit ik af met een link naar een uitvoering van dat lied en het verhaal erachter.

* Een paar jaar geleden liep een IJslandse Indie-folkgroep een treinstation in de Duitse stad Wuppertal binnen en creëerde een onvergetelijk muzikaal moment. De groep heet Árstíðir en de muziek was een 13e-eeuwse IJslandse hymne Heyr himna smiður, bewerkt door Þorkell Sigurbjörnsson, een van de belangrijkste 20e-eeuwse componisten van IJsland.
De muzikanten waren onder de indruk van stationsgebouw, dat in het begin van de 20e eeuw door de Pruisische Staatsspoorwegen werd gebouwd en een hoog, gebogen kerkachtig plafond heeft. Bekijk hier de stilmakende opname uit 2013.

Reageren

7 juni: Eén bijverschijnsel

Op 18 oktober 2022 haalde ik een corona-vaccinatie in Groningen.
Daarover schreef ik toen het blog ‘De andere kant van de stad
Met deze alinea sloot ik het blog destijds af:

Eenmaal thuis zocht ik op wat de bijwerkingen van Pfizer kunnen zijn.
11 dingen.
Ik hoop dat het net is als met een zwangerschap: van de tien bijverschijnselen heb je er vaak maar twee.
Pijnlijke arm heb ik al…… misschien blijft het daar wel bij!

En inderdaad: het bleef qua bijverschijnselen bij de zere arm.
Het probleem was dat het verschijnsel niet meer wegging.
Mijn arm bleef pijnlijk; in mijn linkerschouder/bovenarm zat een spier die zeer bleef doen bij bepaalde bewegingen.
Specifieke bewegingen zoals je arm naar achteren bewegen om een jas aan te trekken.
Accordeonspelen.
Maar dat doe je niet de hele dag, dus ik voelde het ook niet de hele dag.
Na de jaarwisseling werd de pijn steeds een heel klein beetje erger, tot ik op een dag ook pijn had als ik de arm niet bewoog.

Door de huisarts werd ik verwezen naar de fysiotherapeut en zo kwam ik in april terecht bij Jarco.
Bij het eerste gesprek vertelde hij dat het inderdaad wel eens voorkwam dat er een blessure ontstond na zo’n prik.
“Het spiergebied is dan aangetast; meestal gaat het niet vanzelf over.”
Nee, dat had ik gemerkt.
Ik kreeg oefeningen mee om thuis te doen en Jarco masseerde het spiergebied en mijn schouder.
Soms fijn, soms heel vervelend.

Verder was het advies om door te gaan met de ‘gewone beweging die je altijd doet’ dus iedere morgen deed ik mijn pilates/yogaoefeningen, zumba op zaterdagmorgen, naar FysiYoLates bij Trijntje en ik bleef fietsen en zwemmen. Waarbij ik een geheel nieuwe zwemslag ontwikkelde, omdat de schoolslag te veel pijn deed.

Toen het na drie weken niet over was kreeg ik een zogenaamde ‘dry needling’ behandeling.
Helemaal niet fijn, alleen maar vervelend.

Eind mei was het nog niet erg opgeknapt, maar toen …..onderging ik de staaroperatie.
Als gevolg daarvan mocht ik even niet sporten en zwemmen en door de rust werd de pijn kennelijk al wat minder.
Verder hoefde ik door mijn betere zicht niet meer zo te turen op het computerscherm, dus de nekklachten die zich dit voorjaar manifesteerden namen ook af.

Gistermiddag lag ik weer op die bank; de schouder werd weer onder Jarco’s handen genomen.
Hij zoekt met grote precisie de spier op die de pijnklachten veroorzaakt en gaat daar vervolgens mee aan het kneden en drukken.
Ondertussen voeren we hele gesprekken, waardoor de tijd gelukkig snel gaat, want half uur geprik en geduw aan mijn schouder is best lang.

Van vriendin Jacquelien kreeg ik na de staaroperatie een app.
“Het is wel wat: beugelbitjes, ooglapjes, 60+…!”
Ja man. En daarmee hebben we de overgangsklachten, de hartproblemen en die schouder nog niet eens benoemd.
Maar laten we het daar vooral niet te veel over hebben.
In dit licht verwijs ik graag naar het blog ‘Dit is mijn lijf!’ uit 2018.
En dat lijf doet het altijd nog best goed.

Reageren

6 juni: Die High Tea doe ik wel.

Een high tea.
Daar zou ik voor zorgen als we met Bob Ross gingen schilderen.
Ik nam mij voor om een échte High Tea te maken, zoals het hoort.
Dus ik zocht op internet naar wat ik in moest kopen, maar na een kwartier was de verwarring compleet.

Dit vond ik aan informatie:

De oorsprong van de ‘high’ tea ligt in het feit dat deze aan een normale tafel gegeten wordt, terwijl de traditionele Engelse afternoon tea aan een laag salontafeltje gedronken wordt.
Een high tea – vaak kortweg tea – is een Engelse maaltijd die rond zes uur in de avond wordt genuttigd. De term wordt door de lagere klasse in het noorden van Engeland gebezigd. De lagere klasse in het zuiden van Engeland (en de hogere klasse in heel Engeland) noemt deze maaltijd supper of dinner.

Dat een high tea een luxueus middagritueel zou zijn, is een misvatting. In Nederland noemen hotels en restaurants een aangeklede thee (vroeger een thé complet genoemd) tegenwoordig vaak een high tea.
Deze (lichte) maaltijd wordt in Engeland een afternoon tea of cream tea genoemd.
Inmiddels is het verworden tot een soort ‘snackmoment’ in de namiddag, waarbij zoete én hartige, maar vooral calorierijke hapjes worden geserveerd.

O?
Dus!
Geen scones en clotted cream enzo.
Dan bedenk ik zelf wel wat.
Zoet, hartig en calorierijk: het is ruimschoots gelukt.
Dit werd mijn Waninge-variant van een High Tea.
Zoet: Kleine slagroomsoesjes, mini-tompoesjes en 2 soorten chocola.
Hartig: Bitterballen, bladerdeeghapjes, droge worst en oude kaas.
Bij de afbeelding rechts: de bitterballen waren maar zo op…..!

Onze dames (en ik)  vonden het heerlijk.

Reageren

5 juni: Een houtverzamelaar.

Een druk weekend maakte dat we er zondagmorgen voor kozen om niet naar de kerk te gaan.
Toen ik beneden kwam zat Gerard al te luisteren naar de viering vanuit de Catharinakerk: ik kreeg er flarden van mee, maar ging ondertussen ook douchen en opruimen.
Ik had me voorgenomen om een andere dienst te bekijken: de afscheidsbijeenkomst van René Aalfs, hij overleed de vrijdag voor Pinksteren.
Op de dag van de plechtigheid kon ik niet aanwezig zijn, want ik moest die middag werken: ik verving mijn collega die die middag ging trouwen op het stadhuis in Groningen.

René was de man van Enny Aalfs die ik ken van de kerk: ze zingt graag mee in het ‘Af&Toe-koor’.
Het is bevreemdend om zo’n viering achteraf te beleven, maar het is wel fijn dat we tegenwoordig gebruik kunnen maken van de moderne technieken die ‘aanwezigheid zonder er bij te zijn’ mogelijk maken.

Een fijn huwelijk, een liefdevolle band met de kinderen en stapelgek met de kleinkinderen: dat is wat ik er uit haalde.
Dat was ook al duidelijk geworden in het blog dat Enny schreef als ‘Lezer van de maand’ in september 2022, hierbij een link naar haar verhaal.
‘De liefde’ stond centraal die middag en er werd in grote dankbaarheid teruggekeken op een vol en rijk leven, waarin veel gezorgd én gedeeld was. Een vrolijke, loyale man die volgens zijn kinderen, nooit helemaal volwassen was geworden. Een avontuurlijke huismus.
Toen de kinderen vertelden dat hun vader altijd druk was met hout verzamelen deed me dat denken aan het lied van Daniël Lohues ‘Holt veur op ’t vuur’ en dat was nou precies het lied dat na de toespraak van de kinderen gedraaid werd.

Ontroerend was het dat in de gebeden aandacht werd gevraagd voor Louisa, de vriendin van Enny, die eind vorige week werd opgenomen in het ziekenhuis; haar toestand is zorgelijk. Louisa zingt ook graag ‘Af&Toe’ mee en is sopraan én bibliothecaris van onze cantorij; zaterdag had ik nog een kaartje voor haar op de bus gedaan. Zo grijpt alles in elkaar en is alles met iedereen verbonden; vooral op het kerkelijk erf wordt dat soms even duidelijk.

René zal erg gemist worden door zijn gezin.
Wat maar even weer helder is na zo’n viering, is het antwoord op de vraag: “Wat is belangrijk in het leven?”
Niet je status, niet je bezit, maar wat je hebt betekend voor de ander.
Je inzet voor en betrokkenheid bij de mensen om je heen: daarmee ben je anderen tot zegen, daarin vind je ook je eigen geluk.

Ook even luisteren naar het lied over het hout van Daniël Lohues?
Hierbij een link naar dat nummer. 

Reageren

4 juni: Twee pareltjes.

“Wat wil je van ons op je verjaardag?”
Die vraag werd het afgelopen jaar door onze dochters steeds beantwoord met: “Iets voor in de tuin bij ‘de Luie Tuinman’.
We besloten de aanvragen te bundelen en gisteren togen we met een deel van ons gezin naar Ruinen.
Daar waren we met elkaar al eens eerder geweest, daarover schreef ik in juli 2020 het blog ’25 Tuinen in Ruinen’.
We begonnen met een kopje thee op het sfeervolle terras van het tuincafé.

We lieten de tuinen waar we ons vorige keer zo aan vergaapt hadden even voor wat ze waren, we kwamen per slot van rekening voor het kopen van planten.
En dan blijkt dat de dames hun tuin-genen niet van mij hebben.
Gerard loopt met zijn dochters bij tafels vol plantjes langs, overleggend “wat nou handig is daar en leuk op een balkon en potten misschien en zus en zo zaadjes en stekjes en….”
Na tien minuten zocht ik een bankje op.
Zoek het maar even uit met elkaar.
Ik ontdekte dat ik met de nieuwe lens in mijn oog de verschillende bomen in de verte kon onderscheiden en verder genoot ik vooral van de zon en het getut van de meiden met plantjes en potjes.

Er zijn daar niet alleen planten, maar je vindt daar ook brocante: curiosa, semi-antieke tweedehands spulletjes.
Op de tafeltjes en in de kasten op het tuinterras staat van alles dat ook te koop is en op een zolder met oud glaswerk vond ik werkelijk een pareltje voor op onze salontafel/in een groot bloemstuk: zie afbeelding links.
Een ander pareltje was de foto die ik maakte van een hommel die zich tegoed deed aan een paars bieslook-bloemetje.

Ook als je helemaal niks met tuin en planten hebt is een bezoek aan ‘de Luie Tuinman’ in Ruinen een feestje.
Hierbij een link naar hun website. 
Kijk dan maar eens naar de foto’s van het tuincafé: als je daar zit met je kopje thee is het net zo heerlijk als het er uitziet op de afbeeldingen.

Reageren

3 juni: Happy little accidents (2)

In het begin leken onze schilderijen nog op elkaar, maar hoe langer we zaten te schilderen, hoe anders het werd op ieder doek.
Wat ik het meest lastig vond was het aanbrengen van een nieuwe laag verf op een vorige laag.
We gebruikten olieverf en dat droogt natuurlijk niet snel.

Klein voorbeeldje: we hebben donkergroene bomen geschilderd; daarna knijpt meneer Ross een klodder knalgele verf (Yellow Ochre) op zijn palet, mengt dat met een heel klein beetje groen en zegt: “Now it’s time for a delicate little touch….”
Bij hem ontstonden prachtige, lichtgroene accenten op het doek, maar bij mij was het noch delicaat noch little.
Ook ’the magic’ ontbrak, dat lag denk ik aan mijn mengkunsten op het palet, want, zei Rob “A great deal of the magic occurs here, on the palet!”
Het werd op Robs voorbeeld nog oranje en lichtbruin, maar toen was ik al afgehaakt.
De opdracht “Add a little details to your painting” heb ik niet meer gedaan, want alles wat ik toevoegde werd alleen maar een grotere knoeiboel. Het was klaar. Voor mij tenminste.

Het resultaat van onze schildermiddag was verbluffend.
Vooral de werken van de dochters zijn prachtig geworden.
Hiernaast zie je de vier schilderijen: als je op de afbeelding klikt komt hij groter in beeld.
Die van mij is de meest linkse, die waar de verrichtingen het minst zijn bijgewerkt (lees: waar de little details niet meer zijn aangebracht.)
Wonderlijk dat we toch allemaal dezelfde video hebben gezien!

Ook aan de slag met Bob Ross?
Hierbij een link naar de video die wij hebben gedaan: ‘The grandeur of summer‘.

“Wat gaan we met die schilderijen doen?” was de grote vraag na afloop van de schildersessie. 
“Laten we ze hier in Casa Grada ophangen! Op de plek van die lelijke poster van Winnie the Pooh” was de suggestie.
Gerard liet er geen gras over groeien.
Toen de verf was opgedroogd (1 juni) hing hij de schilderijen op de overloop tussen twee slaapkamers in.
Met een aantekening in de ‘Informatiemap Casa Grada’ dat de kunstwerken boven door ons zelf gemaakt zijn.

Wat ontzettend leuk om dit samen met onze dochters te doen!
Ondanks ’the little accidents’.
Deze link kregen we na afloop van Jon op onze telefoon; ‘a few words from the man himself’.

 

Reageren

2 juni: Happy little accidents.

“Ik weet iets leuks voor onze Ladies day” zei Frea twee maanden geleden.
Gerard ging op de zaterdag voor Pinksteren iets met de mannen doen en de vrouwen zouden ook iets voor zichzelf bedenken.
“We gaan een schilderij maken met een YouTube-video van Bob Ross. Ik zorg voor de doeken, de verf en andere benodigdheden.”
Bob Ross was in mijn universum nog niet opgedoken, dus ik zocht van te voren op internet wie dat was en wat we gingen doen.
Het leek me veel te moeilijk voor mij, maar volgens Frea ‘kon iedereen dit’, dus ik liet me verrassen.

Zaterdag de 27e mei was het mooi weer, dus we prepareerden de buitentafel voor het schilderevenement: oude kleden erover, allemaal een mini-ezeltje om het doek op te zetten, verf, kwasten en andere benodigdheden, het zag er allemaal heel echt uit.
Bob heeft een groot palet van plexiglas om verf op te mengen, maar dat was veel te duur voor onze middag.
“We hebben geen palet” vertelde Frea, “daarvoor moeten we eigenlijk een stuk glad karton hebben”
O, dat hadden we nog wel. We hadden al een paar six-packs bier genuttigd, daar zat geschikt karton omheen.

Bob sprak ons geruststellend toe. Het zou allemaal niet moeilijk worden, we hoefden alleen maar te doen wat hij deed.
Eerst moesten we het hele doek wit schilderen en daarna begon hij bovenin met blauw.
Het halve doek moest blauw. Zorgelijk vroeg ik: “Ja maar……. er komen toch ook bergen en bomen op?”
“Ja, dat doe je er later overheen”
Ik moet niet alles willen begrijpen: gewoon doen.
We lieten steeds een klein stukje video afspelen en dan moesten wij eerst weer doen wat Bob deed.

Kleuren met fantastische namen als Prussian Bleu en Van Dyke Brown moesten we mengen op ons pallet.
Voor mij was het één grote training in geduld.
Ik was steeds zomaar klaar met de aanwijzingen van Bob, terwijl de anderen hun verrichtingen nog langdurig ‘bijwerkten’.
Ondertussen hadden we af en toe last van onverwachte windvlagen die onze schilderijen omver bliezen, wat zorgde voor grote paniek soms.
“Hij waaide tegen mijn kwast aan!” Zwarte vlek midden op het doek.
“Hij viel op de kop op het gras…” Was er zomaar een lawine ontstaan op de besneeuwde helling van de berg.

Maar Bob bleef rustig.
“We’re not making mistakes. We just have happy little accidents”.
Hij schilderde zwierig ‘happy little clouds and happy little trees’ en toverde met groot gemak wolken en bomen op het schilderij.

Ik probeerde ik ook zo’n boom te verven, maar vond het heel eng: zomaar zo’n donkergroene streep in de blauwe lucht….maar het werkte!
“Its hard to see things when you are too close” zei Bob. “Take a step back and look.”
O ja. Beter.

Benieuwd hoe het verder ging met onze schilder-strapatzen?
Morgen deel 2 van de ‘Happy little accidents’.

Reageren

1 juni: Casa/Kaas/Kees/Keze/Case.

Het snijden van kaas is in ons gezin een bron van discussie.
Dat meningsverschil dateert al uit de tijd dat ik nog thuis woonde.
Mijn moeder sneed de kaas altijd zo dat het op een bootje leek. De kanten/korsten bleven omhoog staan en het binnenste zachte gedeelte werd dan uitgehold. Mijn vader ergerde zich daar, als hij in het weekend thuis was, groen en geel aan.
“Wat he’st weer een bootie van die keze maakt. Most de kaanten d’r geliek bij metnemen!” mosterde hij dan aan tafel.

Zo als zo vaak: de geschiedenis herhaalt zich. Als Gerard en ik samen thuis zijn wordt de buiten- en binnenkant van de kaas gelijkmatig weggesneden, maar zodra de kinderen ook aan tafel zitten is het mis. Hoppa. Gelijk wordt de kaas weer uitgehold door de mee-eters. Ik kan het niet laten om daar dan wat van te zeggen: “Jonges. Wat is dit nou weer…..” Schoonzoon Wim kan zich niet voorstellen dat wij over zoiets onbenulligs als het snijden van kaas zo afgemieterd kunnen zeuren. “Weet je wat” zei hij jaren geleden eens tijdens een gezamenlijke brunch “dan stel je toch gewoon een kaascoach aan!’
Hij had gelijk.
Ik nam mij destijds voor om het er niet meer over te hebben.
Als iedereen weg is snij ik de kanten weer recht.

Maar zoals altijd komen zulke meningsverschillen altijd weer bovendrijven; afgelopen weekend zaten we in Casa Grada regelmatig met elkaar om de tafel en werd de kaas weer danig mishandeld.
“Ja, dat komt van die stomme kaasschaaf hier” vond de één.
“En van die botte schilmesjes die alle kanten opgaan” vond de ander.
“Het ligt aan die oude kaas, die brokkelt en valt vanzelf al uit elkaar!”
“Bovendien: wat een gezeur. Deze kaas hebben wij meegenomen en ik vind “BAAS OVER EIGEN KAAS!”
“Ja. Eigen kaas = eigen keuze!”
Jon deed tenslotte ook nog een duit in het zakje.
Het Drentse woord voor kaas is keze.
Toen Kees de kaas in handen had gehad, had Jon het over ’the worst case scenario’…..

Inmiddels  zijn de stellen weer vertrokken naar hun eigen woonplaats en wordt de kaas weer keurig recht afgesneden.
Maar scheve kaas mét iedereen om de tafel heeft toch mijn voorkeur.

Reageren

31 mei: Grabbelton – Park, hoes en lezer.

Vandaag een blog in de categorie ‘Grabbelton’. Vorige week moest ik bij het UMCG zijn; het was mooi weer dus ik ging op de fiets.  Bij Hoogkerk was het fietspad onder de A7 door afgesloten, dus ik werd op het fietspad richting Stadspark gestuurd.  Daar was ik al heel lang niet meer langs geweest! Eind mei is natuurlijk een mooie tijd om door zo’n park te fietsen en ook die dinsdagmiddag was het prachtig. Het park is al meer dan 100 jaar oud en is destijds aan de stad geschonken door de rijke industrieel Scholtens. Op de afbeelding links het park op dinsdagmorgen met op de achtergrond het puntje van het Gasuniegebouw.

Een kussen in de buitenstoel achter ons huis werd lelijk, er vielen gaten in de stof van de hoes: die had dus een nieuw hoesje nodig.  Bij Atelier 6a in Leek  haalde ik drie tinten grijs haakkatoen en maakte een nieuwe hoes in de wafelsteek. Nu kunnen we er weer even tegen…. 

Zaterdagmorgen voor Pinksteren overkwam me iets leuks in het kader van deze website.  Ik liep met Gerard in de Jumbo in Westerbork en werd aangesproken door een mevrouw die ik niet kende.  “Hé, de mevrouw van het blog!” riep ze en ik reageerde blij verrast. “Wat leuk om je te ontmoeten!” Ze had niet goed geweten of ze mij nu wel of niet aan moest spreken, maar ik zei “Tuurlijk!” Het is voor mij heel leuk om lezers te ontmoeten. Er zijn in mijn netwerk al best veel mensen die meelezen en ook in andere delen van Nederland wonen volgers van deze website, maar die spreek ik natuurlijk nooit. Deze lezeres woonde in Westerbork. Zij vond natuurlijk de verhalen vanaf het Timmerholt herkenbaar,  maar genoot eigenlijk van alles: “Ook de verhalen van jullie gezin met de dochters vind ik erg leuk!” We konden ook gewoon ‘plat praoten want zij kwam oorspronkelijk uut Grunn’n dus wij kletsten zo een einde vot met ’n beiden’.  

De ontmoeting kleurde mijn dag; die was al behoorlijk gekleurd door de Gradagen die we met z’n achten doorbrachten op het Timmerholt. Die zaterdag bijvoorbeeld ging Gerard met de schoonzonen mannendingen doen en met de dochters had ik in het kader van Ladies day een Bob Ross schildermiddag. Mét een Waninge High Tea.  Foto’s en een blog hierover later deze week. 

 

Reageren

Pagina 46 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén