De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

15 november: Toscane – 11. ‘Op fietse’ naar Lucca.

Hoe komt een stad aan zijn naam? Zo’n vraag vind ik altijd interessant. De naam van de stad Lucca bijvoorbeeld is heel gemakkelijk te verklaren, omdat het Etruskische woord ‘luk’ ‘moeras betekent; de Etruskische nederzetting lag dus in het moeras. Daar is nu helemaal niks meer van te zien. Lucca is een rijke stad die nog volledig ommuurd is, maar niet zoals het stadje Monte Riggione, dat een soort openluchtmuseum is.  De oude stadsmuur is al lang geen verdedigingswerk meer en maakt gewoon deel uit van de moderne stad: je kunt er overheen wandelen en fietsen en je kunt met je auto onder de vele poorten in de stadsmuur door.
Wij vonden Lucca de mooiste stad die wij op onze reis door Italië bezochten.

Een fietspad!!!!

We hadden ook wel een beetje geluk.
Het was die dag heel mooi weer en we gingen er op de fiets naar toe.
Niet vanuit ons logeeradres, maar vanuit Vechiano, een plaatsje ten noorden van Pisa. Dan was het nog zo’n 15 kilometer naar Lucca en dat vonden we ver genoeg. Wat een sensatie mensen, dat fietsen daar. Je fietst gewoon op de autoweg; we fietsten langs de rivier de Serchio, die door Lucca naar de Ligurische zee stroomt. Voor Lucca ontdekten we ineens een fietspad aan de andere kant van de autoweg: maar dat was fijn! Wat zijn we in Nederland dan verwend.

—-vlooienmarktdag…..

Het was die dag kennelijk ‘grote-vlooienmarkt-dag’, want de stad stond vol met kraampjes met 2e hands spullen.
We keken onze ogen uit!
We wandelden van plein naar plein, liepen een stukje over de stadsmuur, bekeken de prachtige dom van binnen en zochten het  Piazza dell’Anfiteatro. Vroeger stond op deze plek een Romeins amfitheater, maar net als bij dat moeras: niks meer van te zien. Tenminste: niet meer van het theater, maar de oorspronkelijke doorgangen

Piazza dell’Anfiteatro

naar ‘de arena’ zijn wel behouden, waardoor je nog steeds kunt zien door welke poorten de gladiatoren het strijdtoneel betraden. Nu waren er langs het plein winkeltjes en terrasjes, waar we even neerstreken.
In de WC bij het handen wassen kwam ik aan de praat met een jongeman.
Een Amerikaanse toerist die aan het tafeltje achter ons zat en die mij had horen praten.
“It sounds so familiar. Do you come from the north of the Netherlands?”
Nou ja zeg.
Zit je in Italië op het terras, word je herkend aan je streektaal!
Hij had in Groningen gestudeerd, had daar vier jaar gewoond en kon zelfs nog een paar woorden Nederlands.

We smulden van een pizza aan het Piazza Grande, dat is aangelegd in opdracht van Napoleons zus Elisa Bonaparte.
Toen moesten we nog weer terug op de fiets, maar ook dat was beslist geen straf, want we fietsen door werkelijk prachtig gebied.
Het duurde even voordat we onze auto weer vonden in Vechiano.
Toen we ’s morgens wegfietsten dachten we dat we het zo weer zouden vinden.
Hij stond toch hier? Nee? Daar dan?
Niet lachen.
We zijn geen 30 meer…..

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

14 november: Nuttige handwarken & hagelslag.

Dinsdagmiddag vief november zaten we met meer dan twintig vrouwen bij mekaar op de eerste dinsdag van de maond: Holy Stitch.
Daor heb ik toen niet over schreven, want die middag belde Gerard dat Henri vermist was en daornao kun ik mij niet meer concentreren op wat dan ok.
Een blog over Holy Stitch komp der niet meer, maor der was wel wat aans die middag dat ik vandage under de aandacht wil brengen.
Het was een krantenknipsel dat ik kreeg van Sjoukje die middag.
“Dit is een mooi verhaol over handwarken; misschien mooi um straks eem veur te lezen?”
Ik las het vluchtig deur en gaf Sjoukje groot geliek: wát een mooi verhaol en wat toepasselijk um het bij dizze club veur te lezen.
Het gung namelijk over handwarken van vrogger op de legere schoele.
Met zinnen over de muite die het kostte ‘zwieterige, strakgebreide stukkies’, over de ofguunst op ‘die verrekte jongen die naor het handenarbeidlokaal möchten’, en de beschrieving van heur eigen borduurwark ‘groezelig, zenuwachtig en ongeliek.’
De mooiste zin was: ‘Ik vuulde mit grote treurigheid, dat het bargofwaorts gung mit oons vrouwen….’
Bi’j 60-plus en vrouw, dan herken ie alles uut dit verhaol.
A’j op de ofbielding klikt komp e groot in beeld, maor ie kunt ok klikken op dizze link Nuttige handwarken, dan ko’j bij een PDF.
Helaas heb ik niet kunnen achterhalen wie dit verhaol schreven hef, Sjoukje zee dat ze ’t al meer in dan twintig jaor in de la had liggen.
Is der iene die ’t wet? Geef het eem deur, dan zet ik heur name der bij. Ere wie ere toekomp.

San Martino in de dom in Lucca.

Undertussen was het maandag ok Sint Meerten.
Die heilige kwamen wij nog tegen in Lucca in de dom daor die naor hum nuumd is: Duomo Di San Martino.
Dit jaor haar ik gien bargen soekelao kocht, maor kleine spullegies zoas gel-pennen, ballonnen, gummegies, dieren, kleurboekjes en zukswat. Daor haar ik allemaol kleine kedoogies van maakt en as der kinder bij de deure kwamen möchten ze een pakkie grabbelen.
“Stop maor in joen tasse, a’j thuus bint much ie ’t pas uutpakken”.
Ik weet niet hoe ’t bij jullie was, maor wij hebt niet veul kinder had.
Het weide slim en het regende: gien mooi weer um bij de pad te lopen.
As ik soekelao kocht haar, dan hadden wij (lees Gerard) dat allemaole opeten moeten, maor nou kun ik de grabbelton op zolder zetten: die haal ik volgend jaor op 10 november wel weer teveurschien.
Veurige weke dinsdag verscheen der ok een verhaol van mij in de Krant bij de rubriek Moi Noordenveld.
Daorin schreef ik ok over Sint Meerten under de titel ‘Hagelslag’.
Woon ie niet in de buurte en wo’j ’t toch eem lezen? Hierbij een link naor mien bijdrage: Hagelslag

Reageren

13 november: Als alles duister is.

Gisteravond kreeg ik mail van vriendin Sinet.
“Ik weet niet of je hoofd er naar staat, maar ik heb een verslag gemaakt van vrijdagavond.”

Vrijdagavond 8 november zaten we met onze vriendenclub bij de voorstelling van Bas Ragas in Leek; onze cantorij was uitgenodigd om mee te werken aan een flashmob-achtige afsluiting van de show.
De meeste dingen die we in die dagen in onze agenda hadden staan hebben we afgezegd, maar dit lieten we wel doorgaan.
Daar had ik anders natuurlijk zelf over geblogd.
Dat mailtje was het zetje dat ik even nodig had.
Dank Sinet!

Hieronder haar verhaal:

Afgelopen vrijdag zijn wij als vrienden samengekomen bij Gerard en Ada om samen te eten.
’s Morgens was het bericht gekomen dat Gerard zijn broer gevonden was. Ada schreef dat al, compleet met link.
Het was goed om samen te komen en er over te praten.
’s Avonds zijn we met elkaar naar de voorstelling ‘In Gods Naam’ geweest van Bastiaan Ragas.

Bastiaan is een (voormalig) musicalster.
Hij schitterde o.a. in de 3 Musketiers als d’Artagnan en in Aida en speelde in de series van Gooische Vrouwen en All Stars.
Sinds enige tijd staat hij op het toneel met deze voorstelling in samenwerking met de Protestantse Kerk.

Bas(tiaan) vraagt zich hard op af of er in deze schreeuwende wereld nog plek is voor liefde, stilte en twijfel. In een tijd vol onzekerheden, onrust en verandering zoekt Bas naar antwoorden in een eeuwenoud verhaal.
Bas nam ons mee door de Bijbel met muziek van Bach tot Presley, humor, ontwapende kwetsbaarheid en confronterende dialogen.
Het is een reis door het meest geciteerde en misschien wel onbegrijpelijkste boek ter wereld.

Samen met Ad van Nieuwpoort schreef hij het boek ‘Jezus, waarom?’  waarin vele vragen beantwoord worden.
Wie of wat is God?
Welke samenhang is er tussen het Oude en Nieuwe Testament?
Is de Bijbel een historisch, literair of religieus boek?
En hoe relevant zijn deze verhalen anno 2024?
Samen met Lieke van den Broek zet hij een mooie voorstelling neer die je aan het denken zet.

Indrukwekkend. Het raakte mij diep”
“Ja was mooi. Vooral in de context van deze week”

Twee reacties uit de vrienden-app.
Wat vooral bij mij is blijven hangen is  ‘You’ll  never walk alone.’
Dat is toch een geruststellende gedachte, wie je ook bent.

(een gedeelte van bovenstaande tekst is geciteerd van bastiaanrages.com)

Naschrift van Ada:

En hoe was het voor ons?
De emoties zaten aan de oppervlakte en dan komen sommige teksten/onderwerpen/liederen extra hard binnen.
Wij zongen als cantorij mee met het slotlied ‘You’ll never walk alone’ en dat maakt na zo’n week heel wat los.
Maar ik had deze reis langs bijbelverhalen zoals over David, Job en de verloren zoon niet willen missen.
Wat mij bij zal blijven uit de voorstelling is het licht van die ene kaars die ontstoken wordt en in staat is het duister te verdrijven.
En het lied van Taizé dat we daarbij zongen: ‘Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft.’

Reageren

8 november: Gevonden.

Gisteren schreef ik over familieomstandigheden.
Het ging daarbij om de vermissing van Gerards broer Henri.
Vanmorgen is hij gevonden.
Hierbij een link naar het artikel op de website van RTV Drenthe hierover.
Wij zoeken en vinden als familie troost en steun bij  elkaar.
Volgende week gaan we afscheid van hem nemen.
Heel heftig allemaal, maar er is nu gelukkig wel een einde aan die wurgende onzekerheid gekomen.
De komende dagen zal ik geen blogs schrijven; als daarvoor weer ruimte is in mijn hoofd meld ik mij weer.

Reageren

7 november: Even niet.

Familieomstandigheden maken dat ik mijn hoofd even niet naar een dagelijks blog heb staan.
Zie dit bericht op RTV Drenthe.
Zodra er weer ruimte is meld ik mij weer.

Reageren

6 november: Christmas sells.

Een titel in het Engels vandaag op mijn blog.
Het onderwerp komt ook uit Engelstalige landen naar ons toewaaien.
Beetje cryptisch begin van een blog, maar ik kan het uitleggen.

Gistermorgen stond ik om 09.15 uur bij de lege flessenautomaat bij de Jumbo.
In het looppad naast de rijen winkelwagentjes stonden grote pallets van Maripaan met groene plastic guirlandes opgedirkt met gouden ballen.
Ik dacht: “Die zetten ze vast nog even in het magazijn, het is immers nog maar begin november” maar toen ik met mijn boodschappen bij de zelfscankassa’s kwam was het daar een drukte van belang, want bij iedere kassa werd een groot kerst-ornament opgehangen: groene plastic  guirlandes met gouden ballen. En lichtjes.

In augustus liggen de pepernoten al in de schappen en terwijl Sint Maarten nog niet is gevierd en Sinterklaas nog niet eens in het land is, is het al volop kerst bij de Jumbo.
Ieder jaar is het vroeger kerst.
Op 7 december 2018 publiceerde ik het blog ‘Omschakelen’.
Daarin schreef ik : “Gistermorgen zag ik twee speciaal ingehuurde krachten als een razende de supermarkt in kerstsfeer brengen. Want 6 december. Snel, het is maar zo weer kerst!”
Dat blog nog eens lezen? Klik hier.
Nu schrijven we 5 november.
6 jaar later is het een maand eerder ‘Christmas in the supermarket’.
Zoals ik al schreef in de bovenste alinea: dit fenomeen komt uit de Engelstalige landen naar ons toewaaien.
Daarom hebben wij in Nederland nu ook Halloween, Black Friday en Valentine.
Meer feesten en eerder kerst.

Zouden we daar nou echt zoveel gelukkiger van worden?

Reageren

5 november: Gastblog van Jan Vonk – Een virus in het zwart.

Ik ben Jan Vonk en ken Ada al van 25 jaar geleden toen ik samen met haar dochter Frea in de klas zat op de middelbare school. Daarnaast kwam ik Frea en Ada geregeld tegen in de kerk. Heel erg bedankt Ada, dat ik voor jouw website een gastblog mag schrijven over hoe ik tot het schrijven en publiceren van mijn niet zo alledaagse boek ben gekomen.

Ik ben verzot op spellen en boeken, maar zag ze altijd als twee aparte dingen. Totdat ik ongeveer tien jaar geleden een PDF van een spel online vond. Het was een zogenaamd “gamebook”. Een spel in boekvorm waarin de tekst is opgedeeld in secties en je aan het eind van elke sectie uit een of meerdere mogelijkheden kan kiezen om het verhaal te vervolgen. Dit principe kende ik al, maar wat dit boek speciaal maakte was dat het ook spelmechanismen bevatte. Met pen en papier moest je bepaalde keuzes en informatie bijhouden die later weer invloed op het verhaal hadden.

Online kwam ik er achter dat er in het Engels een heel genre bestond van dit soort gamebooks. Hoe meer ik las, hoe enthousiaster ik werd. Aangezien er vrijwel geen Nederlandstalige gamebooks waren, vroeg ik me af of ik ook zoiets zou kunnen bedenken.
In mijn jeugd hield ik erg van schrijven, voornamelijk griezelverhalen. Het hoogtepunt was dat ik een van mijn verhalen mocht voorlezen op het kamp van groep acht. Bij het kampvuur werd er gegriezeld en iedereen, mezelf inbegrepen, genoot van het verhaal.

Daar aan terugdenkend, bedacht ik me dat ik misschien ook wel een gamebook zou kunnen schrijven. Al snel spookten allerlei ideeën voor een boek door mijn hoofd en was ik aan het experimenteren met spelmechanismen.
Na een heel aantal mislukte proefballonnetjes had ik een concept waar ik enthousiast van werd: een detective/thriller waarin je onder tijdsdruk een aanslag moet proberen te voorkomen. Ik kwam in een flow en het schrijven verliep soepel. Daarnaast bedacht ik spelmechanismen waardoor je je tijdens het lezen een echte detective waant.

Door corona en de komst van onze tweede dochter kwam het schrijfproces volledig stil te liggen. Toch was het boek niet uit mijn hoofd verdwenen en begon ik me steeds meer te realiseren dat dit idee het waard was om verder uitgewerkt te worden. Na twee jaar begon het zo te kriebelen dat ik er weer mee verder ben gegaan.

In die periode begon het boek als een puzzel in elkaar te passen. Waar het voorheen nog losse verhaallijnen en ideeën waren, werd het steeds meer één geheel. Het was een spannende fase waarin ik nog steeds niet helemaal wist wat ik met het boek wilde doen. Uiteindelijk gaf mijn vrouw mij het laatste duwtje om op zoek te gaan naar proeflezers.

Het bleek niet zo lastig om een aantal mensen te vinden die het boek wel wilden lezen en van feedback voorzien. De proeflezers vonden het verhaal, de puzzel en de beleving die het boek bood erg boeiend. Met hulp van mijn proeflezers en veel uitzoekwerk heb ik mijn boek verder klaargemaakt voor publicatie.

Nu is het bijna zo ver. Op negen november gaat mijn boek de wijde wereld in. Ik hoop dat de lezers, net als ik, genieten van een boek waarbij het verhaal en de spelmechanismen samenkomen en een unieke belevenis vormen die voor niemand hetzelfde is.

Op 9 november om 14:00 uur presenteer ik mijn boek “Een virus in het zwart” in de boekhandel Daan Nijman in Roden. Meer informatie en een PDF met demo versie van het boek kun je vinden op mijn website: janvonkgamebooks.com.

Reageren

4 november: Toscane -10. Wat nou scheef?

Als we vertelden dat we in Toscane waren geweest, was bijna altijd de vraag “En? Heb je de toren van Pisa ook gezien?”
Jazeker.
We gingen er met de auto heen en zetten die op een grote parkeerplaats buiten de binnenstad.
We stonden eerst wat gebrekkig te communiceren met een jong stel over het kopen van een parkeerkaartje, maar na een paar zinnen bleek dat zij ook Nederlands waren. Wat praat je dan ineens gemakkelijk!

We hadden in het ANWB-boekje van Toscane een plattegrondje van Pisa en zochten eerst maar eens de beroemde toren op.
Het is een toeristische attractie van wereldformaat, net als de Eifeltoren, dus er zijn heel veel toeristen.
Wij hebben ons een tijdje kostelijk vermaakt met het kijken naar mensen die ‘de foto’ wilden maken van de toren: met je handen tegen de scheve toren zodat het lijkt alsof je hem recht duwt.
Natuurlijk maakten wij ook zo’n foto, maar niet met onze handen, maar met een scheve Gerard ervoor.
“Als je de foto dan rechtzet lijkt het net of de toren niet scheef staat….”
Als je kijkt naar de twee foto’s hieronder zie je het resultaat.
Gerard stond kennelijk nog schever dan de toren, want de toren is digitaal rechtgezet, maar Gerard helt nog een beetje opzij!

Even een klein stukje geschiedenis: het is een campanile (klokkentoren), die hoort bij de kathedraal Duomo di Pisa.
Toen men met het ding begon te bouwen in 1173 begon de toren al over te hellen. Men bouwde toch ‘loodrecht’ door op dat verzakte begin, waardoor de toren niet alleen scheef, maar ook krom is. In 1990 is er een grote restauratie geweest om te voorkomen dat de toren om zou vallen; toen is de helling teruggebracht van 5.5 graad naar 3.99 graad. Hij staat nu 3.9 meter uit het lood.
Toen wij daar waren, werden we overvallen door een dikke regenbui.
We stonden onder een wat krakkemikkige paraplu met onze rug tegen de dom aan en vonden dat we wel heel veel water op ons parapluutje kregen. Achteraf bleek dat we onder een lekke dakgoot stonden….

We schuilden met veel mensen in de hal van het Sinopie Museum, waar een plaquette hing met het verhaal van het gebouw: het was een voormalig ‘ziekenhuis’ waar armen, pelgrims en zieken werden verzorgd. Het maakte deel uit het kerkelijke complex waar ook de dom en de toren bij hoorden.
Waar je ook bent in Italië: het is allemaal oud en maakt deel uit van de middeleeuwse geschiedenis.
Pisa was een maritieme republiek van belang in Italië; de stad beleefde haar glorietijd in de 12e en 13e eeuw; in de 14e eeuw werden scheepvaart en handel onmogelijk door de verzanding van de haven.

We maakten nog een mooie stadswandeling langs de oevers van de Arno, waar ik nog een foto maakte van de wegtrekkende donkere wolken die de bovengenoemde regenbui veroorzaakten.
Ook in Italië is het niet altijd mooi weer.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie

Reageren

3 november: De groene vakjes zijn klaar…..

Het zit al even in de pijplijn: er komt een tijdschrift aan ter gelegenheid van het 10-jarige bestaan van de website.
Met ons gezin zijn we er al even druk mee: we denken dat we het eind dit jaar kunnen uitgeven.
Er staat al mooi wat in de steigers: collega’s, vrienden, medezangers, familie en bekenden die ik had gevraagd om een bijdrage te leveren aan mijn tijdschrift hebben hun teksten en foto’s al aangeleverd, Gerard is ook al klaar en de dochters en ik leggen de laatste hand: wij zijn bezig met de puntjes op de i.

Op de afbeelding hiernaast zie je het werkdocument dat al een tijdje op ons prikbord hangt.
Ieder hokje (4o in totaal) is een bladzijde van het tijdschrift.
Als het hokje groen is, dan is die pagina helemaal klaar: tekst, foto’s en het goede lettertype.
‘Spannend’ is een understatement.
Vorig weekend bogen dochter Harriët en ik ons over de vraag: hoe gaat het dan als mensen je tijdschrift willen bestellen?
Hoe zit het met de verzendkosten?
Weet ik niet.
Wordt vervolgd; ze heeft toegezegd dat ze gaat uitzoeken hoe het zou kunnen.
Binnenkort gaat er een PDF bestand naar de drukploeg van onze PKN-gemeente voor een proefdruk-exemplaar, daarna lopen we alles nog eens langs en moet het klaar zijn.

Tien jaar ‘De waarde van de dag’ in 40 pagina’s.
Iedere dag een blog: ik draai er mijn hand niet voor om. Maar zo’n tijdschrift maken, dat is ‘different cook’ zou Van Gaal zeggen. Bijna iedere dag ben ik er wel even mee bezig; hier nog een foto bij, daar nog een kantlijn wat opschuiven, een zin aanpassen die niet helemaal goed loopt, een kopje tekst aanpassen……. wanneer is het helemaal af?
Aan de andere kant: helemaal perfect krijg je het nooit. Er staat vast wel ergens een typefoutje, ongetwijfeld mist er toch nog iets en we vinden achteraf vast dat sommige dingen anders hadden gemoeten. En ook al is het iets dat ik me helemaal zelf op de hals heb gehaald: ik denk dat ik straks blij ben als het definitief bij de drukker ligt.
Nog even geduld dus, maar het wordt leuk!

Reageren

2 november: Stadswandeling

Gistermiddag belde ik rond 12.00 uur aan bij het huis van mijn broer en schoonzus in Assen; ik had namelijk een afspraak met onze neef Cor voor een stadswandeling in Assen.
Cor studeert geschiedenis aan de Universiteit in Groningen en als je mijn blog al een tijdje volgt, dan weet je dat ik graag met hem op pad ben, al was het alleen al omdat we dan oeverloos kunnen kleppen over geschiedenis.
Hij zou mij Assen laten zien en misschien ook wat plekken die ik nog niet kende.

Maar we gingen eerst met z’n tweeën lunchen.
Hij kroketten, ik courgettesoep; lekker en gezellig!
Daarna liepen we over de Brink naar de plek waar het oude Wilhelminaziekenhuis heeft gestaan, maar dat wist ik natuurlijk al, want daar is onze oudste dochter geboren!
Even bij Bartje langs en toen langs de oude abdijkerk.
“Hoe zal dat dan geweest zijn met dat klooster toen” vroeg Cor “ik zie die nonnen hier dan al lopen …….”
Kijk.
En dát is dus het geschiedenisgevoel dat ik ook al met mijn vader deelde: in onze verbeelding zien we op zo’n historische plek de dingen voor onze ogen gebeuren.
Hoe herkenbaar.

….. fundamenten…..

Na de binnenstad nam Cor me mee naar Landgoed Valkenstijn.
Het landgoed is er nog wel, maar het bijbehorende huis niet meer; het enige wat er nog van over is zijn de fundamenten.
En een graf.
In de tuin van het landgoed liggen Augustinus van Valkenstijn en zijn vrouw Louise Aubry d’Arancey begraven.
Een zwart doodshoofd kijkt je grimmig aan vanaf een grote, ijzeren kist.
Toen Alexander en Louise er nog woonden zonderden ze zich nogal af van de andere bewoners van Assen, waardoor er nogal wat verhalen over hen de ronde deden, maar niets daarvan is ooit bewezen.
Na hun dood is het huis nog wel door een aantal mensen bewoond, maar het verkrotte op den duur.
Meer weten? Hierbij een link naar een artikel over het landgoed op Wikipedia.

Maar gelukkig: het park erom bestaat nog en dat is een echt aanrader: het was prachtig gisteren met die mooie herfstkleuren!
Was dat het?
Nee man! We gingen nog naar een hunebed en naar een poepenhemel.
Hè?
Ja. Je leest het goed, maar dat past allemaal niet op één blog.
Wordt vervolgd.

Reageren

Pagina 5 van 361

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén