De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

20 februari: Preek van de leek.

Gistermorgen hadden we in de kerkdienst van onze PKN-gemeente een bijzondere gast: Daniël Rouwkema, organist, dirigent en componist.
Hij was uitgenodigd in het kader van ‘De preek van de leek’, een jaarlijks evenement waarbij een inspirerende spreker van buiten wordt gevraagd om een viering in te vullen.

“Waar gaat je preek eigenlijk over?” had iemand hem van te voren gevraagd.  “Thank you for  the  music” had hij bedacht.
Hij las vanmorgen eerst het verhaal van Daniël in de leeuwenkuil en daarna een gedeelte uit de toespraak uit Mattheus 6, waarin Jezus iets zegt over hoe we moeten bidden.
De daarop volgende preek raakte me in mijn hart.
Het ging over zingen in de kerk, zingen over het geloof en over het dubbele gevoel dat je hebt als je als dirigent/zanger in de schijnwerpers staat, dat je geniet van de muziek en het zingen, terwijl de woorden van Jezus ons leren ‘doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden zodat iedereen het ziet…’
De religieuze ervaring die je beleeft als zanger in een koor werd vanmorgen prachtig door Daniël beschreven.
Augustinus zei het al: ‘Qui bene cantat bis orat’: wie goed zingt, bidt tweemaal.
Als je zingt en/of musiceert deel je wat je beleeft met de mensen die naar je luisteren, die troost kunnen putten uit de teksten en de melodieën.

Rouwkema liet zich in deze bijeenkomst van zijn kwetsbare kant zien.
Door de coronapandemie was hij als ZZP-er beroofd van zijn inkomsten en zijn moeder is aan corona overleden; verder is hij op weg naar de vijftig.
Al deze factoren zetten zijn leven de afgelopen jaren op de kop en hij gaf aan dat hij ‘nog zoekende’ was.
‘Ontheemd in en met mezelf’, noemde hij het vanmorgen.

Hij wilde ons laten kennismaken met een aantal nieuwe kerkliederen, maar dat lukte niet helemaal, want op de beamer kwam wel de tekst, maar niet de noten.
Dan wordt het wel moeilijk om nieuwe muziek te zingen….
Wat wel heel goed ging waren de liederen die werden uitgevoerd door een aantal gastzangers van Choral Voices (waaronder ‘onze eigen’ Jacolies) die een mooie bijdrage leverden aan de viering.
Verder hoorden we een uitvoering van ‘het Onze Vader’, uitgevoerd door Vocaal Ensemble Magnificat uit Emmen, waarvan Daniël dirigent is.
Hierbij een link naar die uitvoering op  You Tube.

Je kunt de bijzondere viering van gistermorgen terugkijken: hierbij een link naar het YouTube kanaal van onze kerk.
Ik zou het doen!

Na afloop sprak ik nog een aantal cantorijleden en zei wat ik tijdens de dienst al dacht: “Deze dienst was voor ons, koorzangers! Wat fijn dat iemand onder woorden brengt wat wij wekelijks met elkaar beleven.”
Afgelopen donderdag zongen we nog met elkaar in de rouwdienst van onze bas Joop, waarin de emotie tastbaar was.
Toch stonden we daar met elkaar te zingen en waren we ‘de andere lippen’ die het lied zongen dat ons door de nacht draagt.
Dat is een regel uit het lied ‘Zolang wij ademhalen’: hierbij de volledige tekst.

Al is mijn stem gebroken, mijn adem zonder kracht,
het lied op and’re lippen draagt mij dan door de nacht.
Door ademnood bevangen of in verdriet verstild:
het lied van Uw verlangen heeft mij aan ’t licht getild.

Daniël: bedankt.

Klik hier voor een link naar Daniëls website.

Reageren

19 februari: Snacks, toneel en verlieskunst.

Februari.
Het is de kortste maand, maar hij duurt onze dochters altijd te lang.
Bijna lente…… daar kijken ze in deze maand dan al zo naar uit.
Voor de zesde keer vierden wij met ons gezin het zelfbedachte ‘Februari-is-stom’-feest om het wachten op de lente een beetje te veraangenamen.

Vrijdagavond bakte ik al een appeltaart en gistermiddag zaten we rond vier uur met z’n achten bij elkaar te genieten.
Van niks eigenlijk; foto’s kijken, bijpraten, zeuren en lachen.
Om zes uur had ik een tafel besproken bij Alida’s Smulpaleis.
Geen culinaire hoogtepunten, maar gewoon patat met een zelfgekozen snack, in mijn geval een ‘Grunneger aaierbaole’.
Na het eten moesten sommigen ‘even chillen’, maar drie gezinsleden wilden wel even met mij een potje klaverjassen, dat mijn maat Cees en ik jammerlijk verloren.
Later op de avond gingen we nog ‘klootzakken’ en ‘DIXIT’ spelen, want twee mannen wilden nog even voetbal zien.

De laatste tijd horen we onze dochters vertellen over toneelclubjes waar ze bij zitten.
Dat is niet meer te vergelijken met de toneelclubs uit de vorige eeuw: wat wij horen is snel, fris en heel grappig.
“Dat kunnen we nu ook wel gaan doen!” opperde iemand na de koffie en voor we het wisten waren we getuige van kleine toneelstukjes.
‘De dierenwinkel’ bijvoorbeeld.
Iemand komt met een dier terug bij de dierenwinkel, want er is  iets mee.
Degene die met het dier terugkomt moet even de kamer uit; het publiek bedenkt dan wat voor dier het is en wat er mee is.
Ïedereen liet zijn fantasie werken: het werd een olifant, die steeds alleen maar ramen wilde wassen. ( ! )
Dan volgt een hilarisch gesprek tussen Frea achter de balie en Harriët, die met een klein, denkbeeldig beestje aan de lijn binnen komt.
Met zinnen als “Maar komt hij dan ook in de buurt van de porseleinkast?” en “Heb je hem ook wel eens in een ruimte zonder ramen?” raadde Harriët al in luttele minuten waar ze mee binnen was gekomen.
Een ander onderdeel was ‘de diavoorstelling’.
Er is een verteller en een aantal anderen beeldt het verhaal in dia’s uit.
Het publiek bedacht: een skivakantie met drie collega’s.
Als de verteller ‘Kuuuuhhhl …..’zegt, doet iedereen de ogen dicht en als het ‘………..LIK!’ heeft geklonken mag je weer kijken en zie je uitgebeeld wat er is verteld.
We zagen iemand de stoeltjeslift missen, ‘Kuuuuhl…LIK’  te veel mensen in één stoeltje, ‘Kuuuhl….LIK’  een ongeluk op de zwarte piste en ‘Kuuuhl….LIK’ een ongelukkige die op een brancard werd getild. Er zijn foto’s, maar niet op dit blog.

Was er dan niets serieus aan dit feest?
Tuurlijk wel. Werk, dagelijks leven, hobby’s, er werd van alles besproken.
Carlijn, (werkzaam in de uitvaartbranche) had trouwens een bijzondere tas mee.
Er stond een mooie tekst op:
Ik zou willen dat je een deuntje was, zodat ik je kan neuriën als ik je mis.
De tas is een uitgave van ‘Verlieskunst’, een jong bedrijf van Babet.
Meer weten? Hierbij een link naar de website met de subtitel: Rouw heeft ruimte nodig.

Benieuwd naar de vorige vijf edities van dit feest? Hierbij een overzicht.
deel 1 uit 2017
over hoe het feest is ontstaan.

deel 2 uit 2018
we leren het nieuwe spel ‘Pandemie’

deel 3 uit 2019
over het ‘doodskistenspel’ op de kegelbaan

deel 4 uit 2020
zwemmen in een zwemkasteel en pokeren

deel 5 uit 2022
brainstormen over de familiedag in juli in Casa Grada.

Reageren

18 februari: Vergeet ik nou mijn port….?!

Rond tien uur gisteravond pakte Gerard een pilsje en ik schonk een glaasje port voor mijzelf in. Lekker weekend: stukje kaas, toastje,  gezellig. Op mijn verzoek keken we naar het programma ‘Bij Van Duin op de achterbank’.
Dit staat er over in de gids: Jarenlang ben ik als komiek avond aan avond door het land gereisd om mensen te laten lachen. En dat gebeurt nu nog steeds door veel van mijn oude en nieuwe collega’s. Vanavond reis ik met een van hen mee naar het theater”, aldus Van Duin.
Jochem Meijer zat bij hem in de oldtimer en met z’n tweeën hadden ze het over humor op het podium. André was Jochems eerste voorbeeld en het was prachtig om te zien hoe Jochem zijn vroegere held nog steeds bewondert en hoe André daar wat verlegen van wordt.

We begonnen met een stukje ‘Animal crackers’ waar ik al weer heel erg om moest lachen.  “O ja!  Die vogel! En dat nijlpaard….”
Een fragment van Tommy Cooper, stukjes uit shows van Bert Visscher, Brigitte Kaandorp en Theo Maassen en ondertussen gesprekken tussen twee heren die het samen heel erg leuk hadden.
Die vertellen over hun liefde voor het vak en over wat je wel en niet kan doen voor een zaal
Ik zat op het puntje van mijn stoel; ik vergat zelfs te haken.
Toen Jochem en André bij de schouwburg in Leiden waren uitgestapt en de auto wegreed  had ik rode wangen van het plezier.
Wat een heerlijk programma!
Daarna begon Op 1 en Gerard haalde zich nog een pilsje op; toen had ik nog niet één slokje van mijn port gehad.
Dat zegt iets over wat André van Duin met me doet.
Puntje van de stoel; letterlijk aan de buis gekluisterd.

Er is een tijd geweest dat André van Duin niet smaakvol werd gevonden.
Domme onderbroekenlol, platte humor, een volkskomiek, stereotype personages: de critici doopten hun pen in azijn en schreven hun zure kritieken.
Hij bleef in zichzelf geloven en dingen doen waar hij zelf achterstond.
Inmiddels kan hij bij heel Nederland geen kwaad meer doen en is hij een van de grootste artiesten geworden die Nederland ooit gehad heeft.

Hij maakte mijn vrijdagavond met zijn gesprek op de achterbank.
Je moet van goede huize komen als je mij mijn haakwerk en mijn glas port wilt laten vergeten…..deze Rotterdammer is één van de weinigen die dat voor elkaar krijgt!
Klik hier om deze aflevering te bekijken.

Op deze website is het fenomeen Van Duin al veel vaker onderwerp geweest.
Hierbij een link naar het laatste blog dat ik over hem schreef uit september 2022 onder de titel ‘Een zwak’,  daarop vind je links naar 6 blogs uit het verleden waarin je o.a. leest over hoe ik als 13-jarige verliefd was op deze roodharige mafkees.

Als bonus bij dit blog een link naar een ‘Animal cracker’ die op YouTube staat, met op het eind het legendarische fragment van het kleine aapje met de dennenappel, waarvan de uil zegt dat het een handgranaat is. “Jongetje…! Jongetje…!”
Blijft leuk.

Reageren

17 februari: Nederlands maar dan anders (27)

Op 12 juni 2017 publiceerde ik het eerste deel van deze serie; in vijf en een half jaar zijn we nu toe aan nummer 27.
Eerst maar eens een ‘gouwe ouwe’ uit ons familie-archief. In de jaren 70 was het een tijdje in zwang om op verjaardagen tonic te drinken met een scheutje jenever er in met een schijfje citroen.  Daar zat dan zo’n plastic stampertje bij waar je de citroen mee naar beneden in het glas kon drukken.  Een neefje klom bij mijn vader op schoot en vroeg: “Ome Kees? Mag ik straks ook stamppot sinas?”

Bij de kapper hoorde ik nog wat mooie kinderpraat voorbijkomen.
Dochtertje van de kapper had op school het verhaal gehoord van Absalom, de zoon van koning David, die jammerlijk aan zijn einde kwam omdat hij met zijn haar in de takken van een boom verstrikt raakte. De volgende morgen vroeg juf: ‘Wie weet nog waar het verhaal van gisteren over ging?” De dochter stak de vinger op: “Over Kapsalon, juf!”
Het zoontje van diezelfde kapper had zich wat zorgen gemaakt over het onderscheid tussen kinderen en grote mensen.
Hij had aan zijn moeder gevraagd: “Wanneer word ik nou mens?”

Bart van Leeuwen vertelt in het programma Theater van het Sentiment’ dat voetballer Pele in 1969 onderweg naar het vliegveld vernam dat hij een dochter had gekregen.
Volgens Bart ‘snelde hij zich terug naar ziekenhuis’.

Op mijn werk belde een mevrouw die hulp zocht voor haar moeder.
Ze had al wat telefoontjes achter de rug met verschillende instanties.
“Ik ben met mijn moeder van hier naar haar geslingerd” vond ze.

Drie dames kijken uit naar het festival Lowlands: “Dat hebben we nog in het vooruitschiet!”

Ik schreef er al eens eerder over: Engelse woorden die in het Nederlands worden vervoegd:
Een journalist vertelde: “Willem Alexander heeft gestruggeld  met zijn roeping”.
Bij OP1 aan tafel hoorde ik iemand zeggen: “We moeten onze doelgroep gaan targetten”.

Op Nu.nl stond een artikel over onze kroonprinses Amalia.
Daaronder stond een reactie van iemand die het met haar te doen had: “Maar de bedreiging die ze ondergaat dat gaat me wel aan hart en nieren”.

Vogel Rok (afbeelding: website Efteling)

Zoontje van een collega is nog jong, maar mag qua lengte al wel instappen in de Vogel Rok, een achtbaan-attractie in de Efteling.
Mama vindt het nogal spannend, want het ding gaat over de kop.
Toen hij weer met beide benen op de grond stond vroeg ze aan hem: “Vond je het ook eng dat hij over de kop ging?”
Zoontje: “Hij ging niet over de kop, want ik had mijn ogen dicht….”

Een reactie onder een bericht op ‘Nu.nl’ over boeren die ook de bermen bemesten: “Wat fijn dat alle boeren weer onder één kam worden geschaard.”

Is jou ook een taal-misser opgevallen? Of gebruikte iemand een heel raar spreekwoord?
Laat het mij even weten.
Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 26, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

Reageren

15 februari: Die moeilijke Paulus.

Toen ik op de HAVO in Assen zat hadden we een leraar Duits, Henk Gaasbeek.
Hij was verstokt vrijgezel.
Toen hij daar eens op werd aangesproken zei hij: “Het is eigenlijk beter om niet te trouwen, dat staat gewoon in de bijbel”.
O?
Als 18-jarige had ik dat nog niet uit de bijbel gehaald en ik vroeg mijn vader er naar.
“Nee, dat is te kort door de bocht. Paulus schrijft in zijn brieven dat hij het beter vindt om niet te trouwen, maar dat is zijn mening.”
Met Gaasbeek ontstond daarna een rare discussie die ik ‘won’: ik kreeg van hem een boekje met de titel ‘Die moeilijke Paulus’.
Het was mijn eerste kennismaking met het gedachtengoed van Paulus.

Zoals ik al aankondigde in het blog over het Isis-geheim zat ik mij erg te verheugen op het ‘Paulus labyrint’ van Jeroen Windmeijer.
Inmiddels is het uit. Het was spannend, maar ook niet.
Het onderwerp van het boek is zonder meer boeiend: bij het officiële startschot van het project ‘Ondergrondse vuilcontainers’ in de stad Leiden zakt de burgemeester met graafmachientje en al in een gat, dat uitmondt in een ondergronds gangenstelsel.
Een GEHEIM ondergronds gangenstelsel.
Even later blijkt dat vriendin Judith van hoofdpersoon Peter de Haan is ‘verdwenen’ en krijgt Peter via een telefoon en briefjes opdrachten om haar te vinden.

In flashbacks en visioenen ontvouwt zich het hele verhaal.
Als ervaren kerkganger en bijbellezer heb je beslist een streepje voor, want het gaat over Paulus.
In het boek wordt hij afgebeeld als een op wraak beluste man, die de Mithrascultus inzet als basis voor het latere Christendom.
Heel ingewikkeld allemaal.
Omdat het zo ingewikkeld is, probeert de schrijver door veel uit te leggen de materie duidelijker te maken, maar  daardoor wordt het boek op sommige punten saai en langdradig.
Maar je bent wel benieuwd hoe het verder gaat met Judith, je wilt weten van wie het lichaam is dat in het water wordt gevonden en je vraagt je net als Peter af: WAAROM?

En dat is ook gelijk het nadeel van dit boek: het waarom is een beetje onwaarschijnlijk.
Het is een mooi en spannend verhaal, maar wel ongeloofwaardig.
Ook nu ligt de vergelijking met Dan Brown weer op de loer: de bijbelse geschiedenis, het geheime genootschap, mythologische verhalen uit de oudheid, het komt overvloedig voorbij.
Maar waar Dan Brown je als lezer bij de les houdt, verzandt Jeroen Windmeijer met zijn historische informatie in het spreekwoordelijke bos en de bomen.
Neemt niet weg dat ik het een onderhoudend boek vond.
Veel te weten gekomen over Paulus en over het Mithraïsme.
Genoten van de spanning en sensatie die zich afspeelt in het geheime gangenstelsel onder de stad Leiden.

Die ‘moeilijke Paulus’; ik kijk nu toch anders naar deze overbekende bijbelfiguur.
Als kerkganger heb ik in de loop van de jaren heel veel over Paulus gehoord, maar nog nooit vergeleek een voorganger het visioen tijdens zijn bekering met een epileptische aanval……

Reageren

14 februari: Wereldradiodag

Gisteren was het Wereldradiodag.
Dat was mij als fervent radio-luisteraar ontgaan, maar ik werd er in de vroege morgen op attent gemaakt door Bert Haandrikman, in zijn ochtendshow ‘Goeiedag Haandrikman’.
Hij vroeg aan een aantal mensen naar hun vroegste radio-herinnering.
Vervolgens vertelde hij een verhaal over zichzelf : hij was als 16-jarige jongen in het programma ‘Stenders & Van Inkel” geweest.
Hij had meegedaan aan een spelletje en had een verpletterende indruk gemaakt.
Het was een prachtig verhaal en ik vond het getuigen van lef dat hij het liet horen.
Ik ga er verder niks over zeggen: luister hier het fragment terug. 
Met zo’n oud radio-fragment met een mooi verhaal begint mijn dag al goed.

Even later stapte ik al vóór half acht in de auto voor een reis naar Oost-Groningen: ik moest helemaal naar Winschoten!
De secretaresses van ons team die altijd op het kantoor van Team290 in Winschoten zitten, gaan ons verlaten.
Eéntje gaat met pensioen en ééntje gaat bij een andere afdeling van Lentis werken in Stadskanaal, haar woonplaats.
Of ze gelijk heeft!
Maar wij zijn wel gelijk twee ingewerkte krachten kwijt en zagen op korte termijn een onbemand kantoor in Winschoten voor ons.
De collega die ons gaat verlaten is er nog een week of drie, daar moeten we nog even gebruik van maken.
Het is daar voor mij niet helemaal onbekend; in augustus 2019 werkte ik twee dagen in Zuidlaren en één in Winschoten*, dus ik wist waar ik moest zijn.

Ik maakte kennis met een aantal collega’s van wie ik alleen de stem ken: regelmatig heb ik ze aan de telefoon, nu zag ik ze in levende lijve.
Het werk is wel hetzelfde, maar de entourage is geheel anders.
Er wordt daar zelfs door sommige collega’s in de streektaal gepraat; voor mij natuurlijk geen enkel probleem, ik pas me graag aan.
Het enige vervelende is de afstand: het is een stuk verder dan naar mijn werk in de stad.
De navigatie geeft aan dat het 45 minuten is; ’s middags om 16.00 uur is dat ook zo, maar ’s morgens moet je er tien minuten tot een kwartier bij rekenen.
Je moet over het onvermijdelijke Julianaplein en dat kost even tijd.

Maar…. om nog even terug te komen op het onderwerp in de eerste alinea: ik kan in die reisuren wel heerlijk naar de radio luisteren!
Gistermorgen naar de weekend-sport-bespiegelingen van Evert ten Napel bijvoorbeeld en gistermiddag naar ‘Dinges’ bij Bert Kranenbarg.
Want een wereld zonder radio,  dat kan ik me niet voorstellen.
Mijn eerste herinnering aan de radio stamt uit de tijd dat ik nog heel klein was.
Mijn moeder was in huis en zong mee met de radio, Anneke Gröhnloh was er op.
Als drie-jarig kind zat ik op schommel ook mee te zingen: “Sujabajaaaaah, sujabajaaah! Met je son en je hemo so bau!”

* Meer weten over mijn belevenissen in Winschoten in 2019?
Hierbij een link naar het blog Een rosarium  uit augustus 2019.

Reageren

13 februari: Zo snel.

“Hebben wij dat weekend van 10, 11 en 12 februari nog niks? Dan kunnen we wel eens weer naar Casa Grada.”
Dat overlegden we halverwege vorige week; zondagmiddag zouden we naar vrienden in Assen,  maar dat kan ook prima vanuit Westerbork.
Je zou zeggen dat het niet uitmaakt of je zaterdagmorgen in Roden aan de keukentafel zit of in Westerbork,  maar dat maakt wel degelijk uit.
Geen klok, geen week-kalender aan de muur en geen vaste computer.
En geen huishoudelijke klussen die mijn plichtsbesef aanwakkeren.
“Eigenlijk zou ik die kledingkast….”
Nee.
In huisje 96 zijn alle kasten leeg en het huis is aan kant; er kunnen immers zomaar gasten komen.
In dit kwartaal is dat trouwens niet het geval, dus wij bivakkeren daar af en toe een dag of wat.

Bovengenoemde zaterdagmorgen aan de koffie kreeg het meer waar ons huis aan ligt bezoek van een aalscholver.
Gefascineerd bekeek ik het beest.
Best groot eigenlijk! En niet aardig voor andere gevederde bewoners van het water.
De meerkoetjes en eenden imiteerden Roadrunner en trokken strepen in het water als de aalscholver als een F16 landde op het wateroppervlak.
Gerard ging ‘dingen in de tuin doen’: wat struiken er uit en de beschoeiing langs het terras opschonen.
Ik ging niks doen.
Nou, bijna niks. Eén kast heb schoongemaakt: de enige kast waar iets in staat, de boekenkast.

Verder niks gedaan.
Gewandeld, gebreid, gelezen.
Geborduurd.
Genoten van het vakantiegevoel in februari.

Zaterdagmiddag na een ommetje op het park kreeg ik een mail van Wiecher,  voorzitter van de Cantorij Roden, met het verpletterende nieuws dat Joop Mozes is overleden.
Joop, één van de bassen met wie ik al vanaf 2007 op ‘de achterste rij’ zit.
Die altijd meezong met het ‘Af&Toe-koor’ en ook met de Christmascarols mee zou zingen eind 2022, maar hij kampte met maagklachten en haakte af.
Ik kon het haast niet geloven.
We wisten dat hij ziek was, maar zo snel?
Aanstaande donderdag zou ik nog langs gaan voor een gezamenlijke kop koffie….

Casa Grada en Westerbork bleven hetzelfde, maar voor mij was het na die mail van Wiecher niet meer hetzelfde.
Het is zo’n bericht dat zich in je hoofd nestelt en steeds weer door je gedachten schiet.
Nooit meer die mooie, diepe bas op de achterste rij.
Zo snel.

Reageren

12 februari: Voor alles is een tijd.

Twee rouwdiensten op één dag.
Vrijdagmorgen 10 februari had ik eigenlijk met de cantorij mee moeten zingen; ons koor werkte mee aan de afscheidsdienst van Kees van der Meulen.
Kees was lid van het eerste uur en zong bijna veertig jaar de baspartij.
Maar daar kon ik niet bij zijn, want om 13.00 uur op diezelfde dag begon in Beilen de rouwplechtigheid van Dieuwie, de moeder van mijn vriendin Jeannette.
Tegenwoordig hoef je zo’n viering in de ochtend dan niet te missen, want je kunt de dienst via de digitale kanalen gewoon meebeleven.

Marieke Pranger, sopraan bij onze cantorij en voorganger in de kerkdienst in Roden vertelde dat zij samen met Kees en zijn vrouw  Gretha de schriftlezing had uitgezocht: het was een tekst uit Prediker, waarin de zin van het leven aan de orde werd gesteld. Prediker adviseert om te genieten van eten, drinken en de liefde en dat vooral als je jong bent,  want voor het weet….

Toen ik die middag in de kerkzaal in Beilen de orde van dienst bekeek zag ik tot mijn verbazing dat de schriftlezing uit Prediker was, deze keer het gedeelte over dat overal een tijd voor is.
Ook in deze dienst werd de zin van het leven benoemd. Dieuwie had in haar leven veel liefde gegeven en gezorgd voor haar dierbaren en vele anderen.
Haar zoon en haar vier kleinkinderen vertelden wat ze voor hen had betekend.

Ik heb de ouders van Jeanette in mijn leven een aantal keren ontmoet; Kees kende ik eigenlijk beter. Toch koos ik voor het bijwonen van de dienst in Beilen; op zulke momenten wil ik er zijn,  niet alleen voor Jeannette, maar ook voor Wilma,  als vertegenwoordiger van onze ‘vriendschap van drie’. In deze Pauluskerk stonden Jeannette en ik in 2011 met z’n tweeën een toespraak te houden bij de herdenkingsplechtigheid na Wilma’s overlijden.  Vanmiddag stond ze als oudste dochter op diezelfde plek om de schriftlezing voor te lezen.  Twee rijen voor mij zat Wilma’s zus Els,  die ik bij de koffie na afloop nog even sprak.  Toen ik Jeannette bij het condoleren omhelsde kwamen er natuurlijk ook gelijk de onvermijdelijke tranen. “Deze omstandigheden brengen gelijk weer emoties van vorige verliezen naar boven” zei ze dapper “dat zei ik net ook al tegen Els…. ”

Maar het ging vrijdag niet om Wilma, het ging om Jeannettes moeder.
De rouwdienst was een eerbetoon aan haar; samen met haar man Bouwe gaf ze haar kinderen een warm nest en haar kleinkinderen een herinnering aan een fantastische oma.
De dominee haalde in zijn preek even het lied van The Byrds aan, dat is gebaseerd op de tekst die Jeannette voorlas uit Prediker.
‘To everything,  turn turn turn,  there is a season, turn turn turn’.
Het gedicht van de tijd noemde de voorganger het.

Twee begrafenissen met het accent op Prediker.
Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven.
Vrijdag was er een tijd om afscheid te nemen.
Als genodigden leerden wij: ‘carpe diem’ en ‘memento  mori’.

Hierbij een link naar het lied.
Leg de  bijbel er maar eens naast: Prediker 3

Reageren

11 febrewaori: Zinnig & Taol an tafel.

Dunderdag veul de neie ‘Zinnig‘ op de matte.
Het thema woar as wij dizze keer teksten over an können leveren was: Positief (over het) platteland.
Het platteland (of laandelijk gebied) stiet veur al het gebied buuten de bebouwde kom.
En ok al woon ik niet op het platteland, ik kön bij dat underwarp wel een verhaol schrieven.
Het het ‘Accent-discriminatie’ en a’j vaste lezer bint van dit blog dat he’j de essentie van dit stuk wel ies veurbij zien kommen.
Bi’j beneid naor de tekst van mien bijdrage? Hierbij een link naar een PDF: Zinnig – Accent-discriminatie

Veurige weke heb ik wat teksten uutzöcht veur een volgende activiteit op streektaolgebied: ik bin uutneudigd deur de organisatie van Taol an tafel (Huus van de Taol) um wat veur te lezen op zundag 26 febrewaori in Noord Slien.   Dat he’k ien keer eerder daon, toen was het een bijienkomst under diezölfde naom in Dwingel*.
Wat ik begreep van de leiding da’j in Dwingel en Slien niet dezölfde teksten kunt gebruuken, umdat d’r mangs wat overlap zit in ’t publiek.
Nou heb ik genog teksten op dizze website staon die onder het underdiel ‘Proza’ veurlezen kunt worden, maor dan moet der nog wel hier en daor wat anpast worden.
Een stuk in het Nederlaands möt eerst vertaold worden en ik kan niet gemakkelijk verwiezen naor een veurig blog of een aandere website, dus ik moet wat meer uutleggen.

Gerard is dan altied mien proefknien.
As ik de verhaolen uutzöcht heb lees ik ze an hum veur.
Hij is een goeie graodmeter: as hij het onderholdend en/of komisch vindt, dan zit het wel goed.
Hij durft  het ok rustig te zeggen as ’t niks is: toen ik eind dit jaor het karstverhaol much schrieven veur ‘De Krant’ keurde hij het eerste verhaol falikant of.
Wij kwamen veur 26 febrewaori uut op een mooie mix van körte verhaolen over een wandelvierdaagse, wachtkamers in de gezondheidszorg, een breedsprakige wasmachinemonteur, de Rodermarktparade en een verhaol over eier zuuken.
Nou bin ik regelmaotig an ’t oefenen.
Langzaom praoten en niet ‘revelen’.
Klemtonen goed leggen, hoge en lege stemmen accentueren.
’t Komp vast wel goed, maor ik bin altied wel wat nerveus veur zuks.

Wo’j ok kommen kieken en luusteren?
Via dizze link ku’j je opgeven.

* Meer lezen over die Taol an tafel in Dwingel? Klik dan hier: ‘Proza in Dwingel’

Reageren

10 februari: Alleen kan een mens niet biljarten.

Zomaar een dinsdagmorgen in januari.
Ik maak de koelkast leeg: alles wat er nog over is van een Pizzarette-avond gaat in een lasagneschotel.
Arbeidsvitaminen op de radio, deze keer o.a. aangevraagd door jazz-liefhebbers.
Niet echt ‘my cup of tea’.
Maar ook niet zo erg om naar te luisteren dat ik de radio uit zet: er wordt natuurlijk ook andere muziek gedraaid.
Jim Reeves enzo.
Mama’s & Papa’s.
En dan klinkt daar het lied van Toon Hermans over Arie en Willem.
Twee mannen van in de tachtig die iedere dag nog met z’n tweeën een potje biljarten.

….. en boven het groen van het laken, daar leken ze jonger, zowaar; ze probeerden elkaar af te maken, maar ze konden niet buiten mekaar …..

Café Biljart; een luisterliedje.
Als je het hoort zie je de beelden erbij; je hebt immers allemaal wel eens biljartende mannen zien genieten van het spelletje.
Al weet ik hoe vaak heb ik het liedje gehoord, want het staat op één van mijn afspeellijsten op Spotify, maar nog steeds ontroert mij de zin: ‘Alleen kan een mens niet biljarten…’

Je kunt wel alleen biljarten, maar dan is er niks aan.
Dan is het spel-element weg.
En spelen doe je samen.
Mijn ouders hebben ons opgevoed met spelletjes.
Schaken, dammen, Scrabble, Monopoly, dobbelen, ‘messie pingeln’, pesten, badminton, flesjesvoetbal en last but not least klaverjassen.
Er is bijna niets zo verbindend als samen een spel doen.
Verder is het gewoon goed voor je ontwikkeling; als kind proef je de smaak van de overwinning én je leert je verlies te incasseren,.
Samen een spel doen houdt je hersenen actief en het is een prima afleiding als je gestrest bent.

Hoe kwam ik nou op die spelletjes?
O ja.
Café Biljart.
Hierbij een link naar de uitvoering van Toon uit 1980.
Biljarten; dat heeft mijn vader me niet geleerd…..

Reageren

Pagina 57 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén