De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

20 februari: Lezer van de maand – Tineke Vonk

Hoe kennen wij elkaar?
Een dochter van Ada en Gerard en een zoon van ons, zaten bij elkaar in de klas en zijn nog steeds vrienden. En onze dochter en hun dochters zongen jaren geleden bij jongerenkoor Enthousiasmos. Ook kennen wij Ada en Gerard van de kerk en Ada zingt net als wij bij de cantorij.

Waar en wanneer ben je geboren?
Geboren op 11 juni 1957 te Paasloo, een klein dorpje in de kop van Overijsel nabij de prachtige Weerribben.  Vijf jaar was ik toen we verhuisden naar Emmeloord in de Noordoostpolder, waar mijn 6 jaar jongere broer is geboren.

Verliefd, verloofd, getrouwd.
In Emmeloord kwam ik naast Wieger Vonk te wonen die ook bij mij op de middelbare school in de klas zat. De vonk sloeg over, we werden verliefd, gingen verloven en zijn getrouwd toen we 22 jaar waren. We gingen in Enschede wonen. Ik had een baan als verpleegkundige op de poli van het ziekenhuis in Enschede. Wieger kreeg na de studie een baan in Almelo en we gingen in Wierden wonen waar onze dochter en 2 zonen geboren zijn. Na 16 jaar Twente zijn we in Roden komen wonen, nu alweer 27 jaar geleden. We hebben inmiddels 6 kleinkinderen en zijn al 42 jaar gelukkig getrouwd! (Wieger was lezer van de maand in april vorig jaar. Benieuwd naar zijn verhaal? Hierbij een link.)

In welke levensfase zit je nu en hoe vul je de dagen?
Omdat ik mijn baan als zelfstandige in de kraamzorg helaas  moest opgeven wegens gezondheidsproblemen,  ben ik alweer 11 jaar thuis. Eerst was dat erg moeilijk, maar de dagen vullen zich met andere bezigheden die ook veel voldoening geven.  Ik kan mijn tijd meestal  indelen zoals ik het wil, en dat doet mij goed. Ik heb mijn oppasdagen op de kleinkinderen, heel gezellig en het schept een fijne band met hen. Één keer per week ga ik naar schilderles en thuis schilder ik wanneer ik tijd heb. Ook doe ik al heel lang wijkteamwerk bij de kerk en breng kerknieuws rond. Samen met Wieger zing ik bij de cantorij. Helaas kwam door corona de klad erin maar binnenkort beginnen we weer met ons allen. Heel fijn!  Ik voel me een gezegend mens.

Wat wil je delen met de lezers?
Liefde voor muziek is iets wat ik van mijn vader heb meegekregen en wat als een rode draad in mijn leven met mij meegaat. Mijn vader was zeer muzikaal en bespeelde vele instrumenten. Ik zie nog voor me hoe hij voor een optreden zijn trombone zorgvuldig poetste met spiritus en krijt tot hij glom! Ik kan de geur nog oproepen. Op oudere leeftijd ging hij panfluiten maken en bespelen. Er was vaak muziek in huis en op zondag stond er klassieke muziek aan. Als kind kon ik aardig zingen en op de lagere school bij de kerstvieringen mochten mijn vriendinnetje en ik kerstliederen zingen. Zij de melodie en ik zong er vlot een tweede stem bij. Heel spannend! We stonden dan op de trap in de grote hal van de school.

Op de middelbare school kregen we muziekles van de bekende dirigent Frits Bode uit Urk en klassieke muziek begon me toch langzamerhand wat te boeien. Bij een wedstrijd klassieke muziekstukken herkennen, won ik, maar koos een mooie LP met country en western muziek uit. Lang bleef het bij  popmuziek beluisteren en ging ik op dansles met vriendinnen wat ik heerlijk vond! Ook bewegen op muziek is fijn en je kunt goed je energie kwijt.

Eenmaal getrouwd en wonend in Wierden, ging ik voor het eerst bij een koor zingen, een gospelkoor. Samen meerstemmig zingen was een geweldige ontdekking, en dat je bij gospels vaak niet stil kunt blijven staan! Zingen werd echt mijn ding en eenmaal in  Roden zong ik eerst bij gemengd koor ‘Van Bach tot Beatles’ in Leek en nam ik zanglessen. Daar werd mij zangtechniek geleerd om mijn stem optimaal te gebruiken. Dat gaf resultaat en ik wilde klassieke muziek gaan zingen bij het Roden Handelchorus van dirigent Bouwe Dijkstra. Ik kwam binnen bij de repetitie voor het Requiem van Andrew Loyd Webber. Zo moeilijk, het was heel zwaar! Het ligt ook niet gemakkelijk in het gehoor. Toen de uitvoering in de Oosterpoort Groningen daar was, had ik het onder de knie. Wat een ervaring was dat, voor zo’n groot publiek te zingen met orkest. Groots! Maar ook zingen in kleine kerkjes had mijn bekoring, zoals met kerst de jaarlijkse Lessons and Carols in Garmerwolde. Dirigent Rintje te Wies (hij volgde Dijkstra op) zei eens: “Denk eraan, we zingen ter meerdere glorie van onze God”. Dat is me altijd bijgebleven! Het laatste wat ik heb meegezongen was de jaarlijkse Crucifixion van Stainer op Goede Vrijdag in de Martinikerk in Groningen.

De kast op zolder staat vol met de mooiste muziekstukken, van Händel en vele andere componisten.  Ik zal ze  waarschijnlijk niet meer zingen. Maar ik heb het meegemaakt en het is onvergetelijk! Bij de cantorij zingen is weer een heel andere beleving, minder groots, maar heel fijn en het geeft een boost aan mijn geloofsleven.  Ik kan iedereen aanraden om te gaan zingen! Het geeft ontspanning door inspanning, emotie, ontroering, verbinding. Kortom, zingen is een verrijking in mijn leven!

Bij de afbeelding:
Dit schilderij met de titel ‘Verbonden’ heb ik geschilderd na het overlijden van onze vader, voor mijn broer, schoonzus en drie kinderen.
Het is een herinnering aan het vele musiceren samen. Broer op zijn vleugel en vader op de panfluit, en ook werd er wel bij gezongen. De rozen verbeelden het gezin met drie kinderen, de rozenknoppen de toekomst, in liefde verbonden met opa en oma. Dit alles op een blauw grijze achtergrond met vegen, wat de altijd waaiende polderwind in de Noordoostpolder symboliseert.

En de muziek gaat door.
Anders, maar het blijft doorgaan!

Reageren

19 februari: Lang naar gezocht.

Soms zoek je iets.
Dan weet je zeker dat het er moet zijn, maar je vindt het niet.
Dat hadden wij vorig jaar, toen Gerard een gastblog schreef over zijn vader.
Hij wou daar graag een foto bij doen van het bezoek dat tante Roelie (zus van vader) vanuit Canada in 1974 bracht aan Nederland.
Er was toen een foto gemaakt van tante Roelie met haar drie broers.
Ja, die foto kon ik me ook nog wel herinneren.

Wij zoeken.
In onze eigen fotoboeken.
In de oude fotoboeken van moeder Waninge.
Niet gevonden.
Familie ge-appt.
“Heeft één van jullie die foto waar tante Roelie opstaat met haar broers? Toen ze over was uit Canada?”
Niemand.

Het blog over vader Waninge werd gepubliceerd zonder die foto en we vergaten het weer.
Gistermiddag ruimde ik een kastje op; ik vond een map met folders en een schriftje met aantekening van onze vakantie in Canada.
Dat kom ik ieder jaar tegen en nu dacht ik: ‘moet ik dit allemaal nog bewaren?’
Ik bladerde de folders door (Nigara-watervallen, Fort Henry in Kingston, plattegrondjes van Quebec en Toronto) en bekeek de aantekeningen in het schrift.
En daar viel de foto uit.
In Canada gekregen van één van de kinderen van tante Roelie; zij hadden er twee.

Gerard was er blij mee.
Zijn vader is de man links op de foto.
“Ik zou het leuk vinden als die foto alsnog bij dat blog werd geplaatst.”
Inmiddels staat de foto er bij.

Blog destijds niet gelezen?
Hierbij een link naar ‘Verborgen en herinnerd verleden’ uit 2021.
Mocht je het bijbehorende deel 1 ook willen lezen, dan kun je onderaan deel 2 naar ‘Vorige’.

Meer weten over onze reis naar Canada?
2017 Canada: We gingen met broer Jan en schoonzus Lammie op vakantie naar Canada.
Lees alles over het familiebezoek, Toronto, Quebec, kanovaren en nog veel meer.
Je komt op het eerste blog door deze link Canada – 1, daarop vind je de links naar de  andere 14 delen.

Reageren

18 februari: Digitaal rondkijken in de Catharinakerk.

Het vrijwilligerswerk dat ik doe voor de Catharinakerk (hier een verslag uit 2019) ligt wegens corona al twee jaar stil, maar laten we hopen dat we in 2022 de kerk weer kunnen openstellen voor bezoek. De oude kerk op de Brink is in de maanden juli en augustus op woensdag- en zaterdagmiddag geopend.
Sinds 2021 is woensdag mijn vaste werkdag, dus dan kan ik niet meer meedraaien met het vrijwilligersteam, maar de zaterdagen in die maanden probeer ik vrij te houden.

Dat betekent dat er dus ook nog heel wat dagdelen zijn waarop je de kerk niet van binnen kunt bekijken.
Maar er is goed nieuws: met moderne, digitale middelen is het tegenwoordig mogelijk om toch een blik op het mooie interieur te werpen.
PKN Roden/Roderwolde werd benaderd door stichting ‘de Kop van Drenthe’, waarin de VVV’s in Noord Drenthe samenwerken.
Er was nog wat subsidie over van voorgaande jaren: hadden wij een idee?
Ja!
Er werd geopperd om een 360 -graden tour te maken.
Daarmee kun je op je telefoon of je tablet rondkijken in de kerk.

Fotograaf Tieme Dekker heeft een prachtige tour samengesteld.

Zijbeuk met stiltehoek; in de vloer 3 oude grafstenen.

Door over het scherm van je smartphone of tablet te vegen, door het apparaat te draaien of met je muis over het beeldscherm te gaan kun je van boven tot onder en van links naar rechts het interieur van de Catharinakerk bekijken.
Je begint midden in de kerk; met de pijltjes onderin kun je opzij en naar boven.
Verder kun je ‘reizen’ door de kerk: je kunt klikken op ‘hotspots’, kleine rondjes met uitsteeksels, waarmee je naar een bepaald punt in de kerk gaat.
Je kunt dan bijvoorbeeld kijken hoe het er uitziet als je op de preekstoel staat.
Of hoe het  toetsenbord van het historische Hinszorgel er van dichtbij uitziet.

In de informatiekast bij de kerk komt een QR-code om de digitale tour te kunnen bekijken, maar je kunt hem ook gewoon op je computer, telefoon of tablet bekijken.
Als je hier klikt ben je al binnen!

Wil je meer weten over de geschiedenis van de kerk en de dingen die je hebt gezien op de digitale tour?
Klik dan hier voor een pagina met meer informatie over de kerk en de afzonderlijke onderdelen op de website van onze kerk.

Wat is er veel mogelijk op digitaal gebied tegenwoordig.
Maar het liefst zou ik je op een zaterdagmiddag in juli of augustus ontvangen en je persoonlijk rondleiden in onze prachtige kerk.
Krijg je ook een pepermuntje.

Reageren

17 februari: Nederlands maar dan anders (22)

Het laatste blog in deze serie was van  september 2021.
We zijn het al bijna weer vergeten, maar de derde dinsdag in september was het Prinsjesdag
Het was die dag niet de bedoeling dat er mensen naar Den Haag kwamen.
Er was immers geen rijtoer.
Bert Haandrikman vertelde ’s morgens in zijn show op Radio 5: “Door de politie van Den Haag wordt afgeraden om vooral niet naar Den Haag te komen.”
Als het aan hem lag liep het storm.

Ook op Radio 5 hoorde ik een mevrouw die heel wat in zichzelf moest overwinnen om mee te doen aan een radio-spelletje en daarvoor een geheel nieuwe uitdrukking gebruikte: “Ja joh, ik heb me eige over de drempel gehaald!”

Vaste lezer uit Roden schreef over haar zoontje:
Hij kwam  laatst thuis van school (hij zit nu in groep 1) met de mededeling dat hij “hamertikkertje” had gedaan.
Ik zag al voor me hoe kleuters elkaar met hamers te lijf gingen, maar het bleek heel onschuldig om “Hamertje tik” te gaan.

Andere vaste lezer, ex-cantorijlid, schreef:
Jij bent ook een liefhebber van de Nederlandse taal hoe moeilijk soms ook.
Een voorbeeld.
Vrijdagmiddag was opeens een vreemde glazenwasser in de tuin druk bezig met het boenen van een raam.
Ik naar buiten met een vraagteken op mijn gezicht.
Wat zegt deze jonge man?
“Sorry mevrouw, ik heb een fout gemaakt.
Ik heb uw achterkant gewassen maar het kost niets….”

Vriendin Jeannette las een rouwadvertentie.
‘Voor jou ging het sterven niet ineens. je hebt er moedig voor gestreden.”
Zij had daar gelijk beelden bij.
‘Ik zie ze dan moedig strijden om dood te gaan…’

Carlijn had nog weer wat leuke versprekingen verzameld.
“Ze steken de draad aan met hem!”
Bedoeld werd het spreekwoord met de draak zonder ‘aan’.
Iemand wilde zeggen dat hij zichzelf best goed kon verdedigen.
“Ik sla mijn mannetje”.
Door één foute letter wordt het dan ineens huiselijk geweld.
Soms wordt een werkwoord ineens een zelfstandig naamwoord.
Er was iemand  zwaar beledigd.
“Ik heb een krenk in mijn ego.”

Gerard luisterde naar een spreker op een bijeenkomst, die wilde zeggen dat hij het stokje ging overdragen.
De man zag zichzelf kennelijk als ‘de kar-trekker’, want hij zei dat hij de kar ging overdragen.

Collega vertelde een anekdote van haar vroegere lagere school in een Gronings dorpje.
Een meisje werd ziek op school.
In keurig Nederlands vroeg ze aan de meester: “Meester, mag ik wel naar huis? Ik ben zo broerd in de pokkel…”

Hoor je een leuke verspreking? Of gooit iemand wat uitdrukkingen door elkaar? Meld het even.
Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 21, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.
Kijk ook nog even op Treintaal
In een half jaar is er maar één zin bij gekomen, maar die is wel leuk; iets met spelden.

Reageren

16 februari: Historisch stickeralbum.

Sinds een week of twee hebben we in Roden een spinternieuwe Jumbo-supermarkt.
Op de oude plek, dus dat betekent dat ik niet meer met de fiets of de auto ga boodschappen doen, maar lopend.
De volle kar neem ik mee naar huis, pak ik uit en rij de lege kar vervolgens weer naar de winkel.
Het ‘gezoek’ is ook weer voorbij; ik weet waar ik de lege flessen in kan leveren, waar de scanners staan en inmiddels heb ik mijn boodschappenbriefje aangepast aan de volgorde in de winkel, dus het boodschappen doen was vorige week vrijdagmorgen voor het eerst weer als vanouds: comme il faut.

Bij het scannen werd ik er uitgepikt voor een steekproef, maar het was prima voor elkaar ik kreeg een sticker, waardoor mijn kaartje vol was.
De volgende keer krijg bij het boodschappendoen een gratis pak stroopwafels. Hou ik van: stickertjes plakken en spaaracties.
De komende weken kan ik mijn hart ophalen, want er was een nieuwe spaaractie.

Bij een bepaald bedrag aan boodschappen kreeg je een boek ter gelegenheid van de opening van de nieuwe Jumbo Jansema.
Een historisch stickeralbum.
Daar had ik nou nog nooit van gehoord.
Het boek heet ‘Historisch Roden’ en het is uitgebracht in samenwerking met de Historische Vereniging Roon.
Vervolgens krijg je bij iedere € 10,= een zakje met stickers, daar staan plaatjes op die je vervolgens op de juiste pagina in het boek kunt plakken.
Wat een leuke actie!
Een aantal jaren geleden was er ook al eens zo’n stickeralbum met lokale voetbalplaatjes.
Het was een groot succes, want op de plaatjes stonden allemaal voetballers, jong en oud, uit Roden en omstreken.
Dat album heb ik destijds niet meegenomen; ik heb niks met voetbal. Maar de plaatjes die ik kreeg gaf ik aan anderen die ze wel spaarden.

Vrijdagmorgen kreeg ik 10 stickerzakjes  mee.
De mevrouw voor mij was met twee karren en wilde de stickertjes niet; ze vroeg of ik ze wou.
Nou graag!
20 zakjes kreeg ik van die mevrouw.
Vrijdagmiddag zat ik met mijn historische stickeralbum en de 30 zakjes aan de keukentafel.

Zegeltjes sparen, stickers plakken: het schijnt iets typisch Nederlands te zijn.
Ik hou er van.
In de jaren ’90 kreeg je bij de Nieuwe Weme zegeltjes bij je boodschappen.
Als je een kaart volhad leverde die 10 gulden op.
Daarmee heb ik toen een nieuw Triviantspel bij elkaar gespaard, dat kostte destijds 100 gulden.

De eerste stickers zitten in het boek.
Er zitten 4 in één zakje, dus ik had al 120 plaatjes.
De dubbelen leg ik apart; misschien wil er later nog iemand ruilen!

Weten hoe het verder ging met het boek? Lees dan:

16 maart: Elk zien meug
8 april: As ie nooit bij de Jumbo boodschappen doet….
4 mei: Straatnamen worden gezichten

Reageren

15 februari: Mijn jaren ’60 hoor ik niet terug.

De afbeelding die je hiernaast ziet is een collage van de nummers waarop ik heb gestemd in de week van de jaren ’60 op Radio 5.
Het is een beetje een recalcitrant lijstje, want (het zal ook niet…) ik vind iets van die week.
Wat ik vind heb ik ook bij mijn lijstje als motivering voor “La Mama” van Corry Brokken weergegeven.

Mijn lijst bestaat uit muziek waar ik goede herinneringen aan heb.
Wat mij opvalt in deze week, is dat we bijna alleen maar Engelstalige muziek horen, terwijl in de jaren ’60 vooral heel veel Nederlandse, Duitse en Franse muziek te horen was. Dat hoor ik niet terug in deze week.
Op deze manier wordt de muziek uit de jaren ’60 maar van één kant belicht; mijns inziens is dat de kant die de dj’s en programmamakers zelf leuk vinden. Zelf knapte ik erg op van Corry Brokken bij de Arbeidsvitaminen van dinsdag 15  februari. Ik ben benieuwd of ik in de lijst van a.s. vrijdag een bredere selectie uit de jaren ’60 te horen krijg.
Dit is trouwens het enige punt van kritiek: ik geniet van deze week. Wat mij betreft organiseren jullie ook nog eens een week van de jaren ’50. Eén dag met die oude muziek zou ook al heel fijn zijn.

Maar ondanks dat ik er iets van vind, zit ik ook wel heel erg genieten.
Zie je me zitten vanmorgen?
Met m’n kopje koffie achter mijn toetsenbord, luisterend naar de Arbeidsvitaminen?
Corry Brokken met ‘La Mama‘.
Heintje met ‘Ich bau dir ein Schloss’
John Woodhouse met ‘Melodia’.
Eerlijk gezegd: vroeger als kind en puber vond ik John Woodhuis niet te pruimen.
Hij kwam regelmatig voorbij op de banden van mijn vaders bandrecorder, maar ik was destijds met hele andere muziek bezig.
Eerlijk gezegd vind ik het nu ook nog niet geweldig, maar bij  het horen van die melodie zit ik weer met m’n ouders en mijn broer aan de kamertafel met het beige pluchen tafelkleed.
Kopje koffie, potje klaverjassen, bandrecorder aan.
Nostalgie in optima forma.
Sweet memories.

Weet je niet meer hoe ‘Melodia’ klonk?
Als je voor 1965 geboren bent herken je het vast.
Hierbij een link: John Woodhouse

 

Reageren

14 februari: Regenboogkind

Vandaag een blog over een nieuw kinderboekje dat is uitgebracht.
Het is geschreven door Lianne Polling.
Ze is de dochter van Gerards broer Jan en ze was lezer van de maand in januari; ze hield vervolgens iedereen bezig met de vraag waar de zevende kabouter was.
Het boekje heet ‘Regenboogkind’.
Het is een interactief prentenboek geschreven voor jong en oud. Met een mooie boodschap; ‘Het mooiste wat je kunt worden is jezelf!’

Hierbij een korte samenvatting:

Elk jaar ontdekt Regenboogkind nieuwe kleuren in zijn leven. Hij kijkt de wijde wereld in en leert wat de kleuren voor hem betekenen. Hij wil graag weten wie hij is. Door alle kleuren te verzamelen, komt hij erachter dat hij vooral mag zijn wie hij is! Wanneer hij bijna zeven jaar wordt wenst hij nog één kleur. Gaat hij deze kleur ontdekken?

De illustraties in het boek zijn gemaakt door Annemieke Waninge.
Zij is de schoonzus van Lianne, getrouwd met haar broer Berry.
Dit staat er over de beide dames in de aankondiging van het nieuwe prentenboek:

Lianne Polling (1983) is de oudste in een gezin van vier kinderen en groeit op in Hoogersmilde. Als kind wilde ze journalist worden en het boek Minoes, geschreven door Annie M.G. Schmidt, is één van haar favoriete kinderboeken. Tegenwoordig woont ze met haar gezin in Roden en geeft ze ruim 15 jaar les aan kinderen in het basisonderwijs. Het zijn de kinderen die haar meenemen in de hedendaagse fantasie en werkelijkheid. Ze weet hoe belangrijk het is om jezelf te mogen en kunnen zijn. Het zijn de kinderen die kleur geven in moeilijke tijden en laten zien hoe mooi de wereld is.

Annemieke Waninge (1988) is samen met haar broer en ouders opgegroeid in Oosterbeek. Knutselen, tekenen en creatief bezig zijn was haar hobby. De boekenserie ‘Stap voor stap leren tekenen’ werden veelvoudig gebruikt. Ze leerde kennismaken met bewerken van materialen of uitvoeren van nieuwe technieken. Ze bezoekt graag workshops om hier meer over te leren. Ze woont samen met haar man in de Wijk en geeft sinds 2010 les in het basisonderwijs. De verwondering en positieve reacties die kinderen op creatieve lessen geven, zijn fenomenaal. Ze weet kinderen te enthousiasmeren en draagt haar creativiteit graag over.

De familie Waninge is natuurlijk trots op deze dames!
Hierbij een link naar de website van Uitgeverij ‘Boekscout’.
Daar vind je alle benodigde informatie over het boekje en daar kun je het ook bestellen.
Leuk om weg te geven als kraamcadeautje!

Bij de foto: de foto van Lianne is gemaakt door Vanessa Hattu, die van Annemieke door Evelien Perik.

Wil je elke dag een melding als er een nieuw blog verschijnt?
Installeer dan de RSS-feed app op je telefoon of tablet.
Hier lees je hoe dat moet

Reageren

13 febrewaori: Achter ’t vessebuussie.

Veur de tweede keer weur d’r een ‘Preek van de leek’ organiseerd bij oons in Roon.
De ‘Preek van de leek’ is een concept  binnen de landelijke PKN-karke, waorbij iene die bekend is uut de media (cabaretier, politicus, schriever etc.) een karkdienst veurbereid en daorin zien visie gef, gebaseerd op biebelteksten.

Wij hadden vanmörgen Anne Doornbos te gast, Drents schriever.
De schriftlezing (much ik doen) was uut Job 1, het gesprek van God met de duvel over Job.
Het leste vers dat ik veurlas was vers 21b: “De heer hef geven, de heer hef nummen, de naam van de Heer is prezen.’
Anne begunde zien verhaol met een foto van een klein grafstientie, ‘Rindeltje’ stun d’r op.
Het was het graf van zien oldste zussie Renny, ze was nog gien vier weken worden.
Under de namen van zien olders stun een biebeltekst.
Job 1: 21.

Het was een ontroerend verhaol.
Anne vertelde over hoe zien olders op dat karkhof stunden met het kleine kissie en vreug zöch of:
Zollen ze dat echt geleufd hebben toen?
De Here hef geven, de Here hef nummen, de naam van de Heer is prezen? 

As joen pasgeboren kiend begraven wordt?

….knikkers in een spellegie?

God as veroorzaker van alles?
De grote regelneef die beschikt over leven en dood?
Mensen als speultuug in handen van de almachtige, knikkers in een spellegie tussen de duvel en God?
Van zu’n God mus ik niks meer hebben. 

Anne stipte vanmörgen nogal wat dinge an die de karkgangers arg bekend veurkwamen.
Hoe zien wereld as kiend indeeld was in gereformeerden, hervormden, roomsen en openbaren; in die volgorde, aal minder geleuvig.
Hoe de familieregels bepaalden hoe een kiend nuumd mus worden.
Dat een volgend kiend gewoon weer de naom van het overleden kiend kreeg; ok hij hef een zus die Renny hiet, het aandere wichie weur steevast benuumd as ‘oons eerste Renny’.
Wat dat döt met een kiend, da’j een soort plaatsvervanger bint.

En dat allemaole in oonze eigen streektaol.
Het kwam wel binnen, het raakte mij ‘achter ’t vessebuussie’.
En ik was niet de ienige, an de gezamenlijke koffie heurde ik soortgelieke geluuden.
Een vrouw bijveurbeeld die as leste in een gezin ok net zo hiette as heur overleden zussie.
“Het kwam wel hiel dichtbij vanmörgen….”

Nou bi’j netuurlijk allemaole slim neisgierig naor dizze karkdienst.
Het goeie neis is da’j de hiele opname kunt beluusteren en/of bekieken.
Dat kan via Kerkomroep (13 februari 09.49 ) of via het YouTubekanaal van de PKN Roden, hierbij een link: Preek van de leek – Anne Doornbos
Het duurt eem veurdat het begunt, de eerste tien minuten is tekst/informatie.
Wo’j reageren op dizze ‘Preek van de leek’?
Dat kunt Anne en wij (van de PKN) arg waarderen: reacties ku’j sturen naor het emailadres webmasters@pkn-roden.nl of via het reactie-formulier onder an dit blog.

Meer weten over Anne Doornbos?
Hierbij een link naor zien website. 

Reageren

12 februari: Stront en regenwater.

In 2020 bood ik een activiteit aan in het jaarprogramma van de Taakgroep Vorming en Toerusting van onze PKN-gemeente.
Het heette ‘Streektaal in de kerk’ en het was de bedoeling dat we teksten en liederen in verschillende streektalen zouden bespreken.
In het voorjaar van 2020 viel de eerste lockdown ons op het dak: er werd helemaal niets meer georganiseerd, alleen de kerkdiensten waren on-line te volgen.
In de zomer van 2020 dachten we dat het ergste coronaleed wel geleden was, dus ik bood dezelfde activiteit aan in het voorjaar van 2021.
We weten allemaal hoe het verder ging: ook dat kon niet doorgaan.
‘Drie keer is scheepsrecht’ riep ik toen ik werd benaderd of ik de streektaalavond nog een keer wilde aanbieden.
Het werd woensdag 9 februari 2022.

We zitten in het staartje van de lockdown en het loopt nog niet storm: bij de kerkdiensten niet, maar ook bij de activiteiten niet.
Men is nog erg voorzichtig. Zinnen als “ik zoek het nog niet op” en “ik mijd groepsbijeenkomsten nog wel even” hoor ik nog vaak om me heen.
Het is fijn dat het nu eindelijk door kon gaan, maar er gaven zich maar 5 mensen op.
Voor mij geen reden om het af te blazen: ook met zeven gemeenteleden (Gerard kwam ook mee) kun je een goede avond hebben.

Van te voren had ik een programma en een tijdschema gemaakt.
In het eerste half uur liep het gelijk al uit: tijdens het voorstelrondje werd al heel veel informatie uitgewisseld en gepraat over verschillende streektalen.
We hadden die avond drie smaken: Gronings, Drents en Twents.
Eén van de dames gebruikte een uitdrukking die ik nog niet kende.
Ze vertelde dat haar man en zij altijd Gronings praatten, maar dat ze de kinderen in het Nederlands hadden opgevoed.
Soms deed één van haar jongens zijn best om Gronings te praten.
‘Ja, dei probairt wal ains wat, maor ’t is haalf stront, haalf regenwotter!’
Pardon?
Thuis zocht ik het op; het is een bestaande uitdrukking die wordt gebruikt als iemand Nederlands en dialect door elkaar praat.

Wat hadden we een genoeglijke avond.
Er werden stukjes tekst voorgelezen en er werden liederen gezongen.
We vertaalden zelf de overbekende verzen uit Mattheus 6 : “Weest dan niet bezorgd over wat u zult eten en drinken….”
Verder vertaalden we met elkaar een Taizé-lied: heel bijzonder om in je eigen streektaal zo’n lied te zingen!

Met de bevindingen van deze avond gaan we op 10 april een vesper vullen onder het thema: ‘Gods liefde kent geen einde en geen grenzen’.
Om die versper voor te bereiden komen we begin maart weer bij elkaar.
Zeven was goed.
Want waar twee of drie…….

Reageren

11 februari: Praat er niet overheen.

Dinsdagmorgen hoorde ik in het ochtendprogramma van Bert Haandrikman op Radio 5 een interviewgesprek over de nieuwe campagne van Sire.
Dit is de titel: ‘De dood. Praat er over, niet er overheen.’
Daarbij moest ik denken aan onze jongste dochter, die al een tijdje werkt in de uitvaartbranche.
Door dat werk gaat het in gesprekken met haar over haar werk al snel over de dood.
Wat ze meemaakt.
Hoe mensen en families zich voorbereiden op de dood.
Of niet.
Hoe de uitvaartplechtigheid vorm wordt gegeven.
Welke nieuwe en bijzondere rituelen worden gebruikt.
“Ja, je zit met mij aan tafel, dan gaat het weer over de dood” grapte ze laatst bij een kop koffie op Lady’s Day in Emmen.

De campagne van Sire is de moeite waard om even te bekijken.
Als je op deze link klikt website van Sire kun je doorklikken naar de campagne. Als je dan op ‘Start’ klikt zie je een afbeelding van een grafsteen met daarop een dooddoener. Met de pijltjes kun je naar links en rechts klikken en zie je een aantal dooddoeners voorbij komen.
Misschien heb je zelf ook wel eens zoiets gezegd.
Verder vind je nog drie korte video’s over omgaan met een overlijden.

De boodschap die Sire wil meegeven is ‘praat er niet overheen’.
In onze onhandigheid hebben we vast wel eens zo’n dooddoener uitgesproken, maar waar het om gaat is dat je het gesprek erover niet afkapt, maar er met iemand over praat.
Hoe moeilijk ook, met of zonder tranen, maar voer het gesprek er over.
Het feit dat er een Sire-campagne nodig is om dit onder de aandacht te brengen zegt al genoeg.

Reageren

Pagina 92 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén