Omdat ik graag weer naar de cantorij wilde, is de Franse les nu op de maandagavond.
Als je dertien jaar op dinsdagavond Franse les hebt gehad (en je bent 50+) dan valt zo’n wijziging niet mee. Aan het eind van 2018 hadden we afgesproken dat de eerste les van 2019 op maandag 21 januari zou zijn.
Drie leerlingen kwamen opdagen; zelfs de juf was het vergeten…..

In de herkansing lukte het wel op de 28e januari en afgelopen maandagavond hadden we de tweede les van deze ronde; iedereen was er!
Juf wilde van alles doen deze les en gaf van te voren aan dat we die avond geen ronde ‘petite histoire’ hadden. We mochten alleen iets over afgelopen week vertellen als we iets ’très speciale’ met de groep wilde delen. Na deze opmerking dacht ik “ne personne n’ose” (niemand durft….) maar wij zijn een lichtelijk anarchistisch groepje, dus menigeen stak toch gewoon van wal.

Een van de dames vertelde dat ze naar het ziekenhuis was geweest voor een controle. Alles was  goed  en ze hoefde pas over een half jaar weer te komen.
Inderdaad, goed en speciaal nieuws.
Een andere dame had de kleinkinderen op bezoek gehad en was in het Groninger Museum geweest naar de glastentoonstelling van Chihuly. Een hele speciale tentoonstelling.
Moesten we allemaal heen! Ook heen? Hierbij een link>>> naar de site van de tentoonstelling.
Eén van de mannen was met een clubje op werkbezoek geweest bij twee fabrieken die zich erg nuttig maakten op het gebied van afvalscheiding.
Al deze verhalen worden in het Frans verteld en dit laatste verslag bevatte zoveel ‘speciale’ en ingewikkelde woorden, dat ik het niet helemaal kon volgen.
Maar het was wél speciaal, al was het alleen maar om het woordgebruik.

Toen vond één van de andere mannen dat zijn verhaal ook nog wel kon. Hij had een mooi beeld verkocht, had daar winst op gemaakt en hij was toen met zijn broer naar het casino geweest om een deel van die winst te vergokken.
Zeer speciaal; we hadden het niet willen missen.

De verdere les ging op aan het nakijken van het huiswerk en het ‘ingestudeerd’ discussiëren over de stelling “Onderwijzers hebben veel te veel vakantie!'”
Vorige week was al bepaald dat ik het met die stelling eens moest zijn, maar het discussieert een beetje raar als je iets zit te verdedigen waar je zelf niet achter staat.
Het mooist vind ik altijd het moment waarop iemand heel graag iets met de groep wil delen, maar het Frans op dat moment te moeilijk is. Dan schakelt men gewoon over op het Nederlands, al dan niet met een licht Fries,  Drents of Amsterdams accent.

Aan het eind van de les keek juf spijtig naar de kopieerde vellen met daarop iets wat ze maandagavond met ons had willen doen. “Dat doen we dan volgende keer!”
Er zit maar één ding op juf: snoer ons de mond.