We hadden begin dit jaar een bijeenkomst met een stel oude vrienden en er werd ons gevraagd of we iets wilden vertellen over onze passie.
Iedereen dacht dat mijn verhaaltje over muziek zou gaan, maar ik heb die avond verteld over mijn liefde voor geschiedenis.

Geschiedenis is iets wat je interesse moet hebben, maar het is ook belangrijk dat er iemand in je leven is die je er warm voor maakt. In mijn leven is dat mijn vader geweest. Hij wist veel en kon mooi vertellen. Toen het vestingstadje Bourtange werd gerestaureerd nam hij mijn broer en mij mee naar de werkzaamheden. Hij zette mijn broertje op een kanon op de vestingwal en vertelde: “Stel joe es veur: dan kwaam’ daor de Spanjaard’n an en dan stunn’n ze ze hier op te wachten….” etc. etc.
Op vakantie in Duitsland zochten we een oud kasteel op. Dornröschenschloss Sababurg. “Stel joe es veur dat de edelvrouwe veur dat raam zat te borduur’n.”
Stonden we bij een hunebed, dan vertelde hij dat het vroeger bedekt was met zand en dat het dan een soort hol was waar de urnen in stonden. “Stel joe es veur: dan leup daor zo’n begrafenis stoet. Dan weur de overledene eerst verbrand, ze deuden de as in zo’n pottie en dan muchten allent de oldsten van het volk naor binnen um de urn bij te zetten.” Bere-interessant vonden wij dat als kinderen. Mijn vader vertelde en wij zagen de beelden voor ons.
Hij nam ons mee naar de mummies in Wiewerd, naar het Planetarium in Franeker, naar de Menkemaborg in Uithuizen, naar verschillende musea en altijd waren daar de verhalen over vroeger.

Van hem kreeg ik ooit een stuk steen, waarin iets gekerfd was. Had hij gevonden in de zeef waarmee ze de stenen uit het zand zeefden op de steenfabriek. “Leg dit es in dien hand. Stel die es veur: duuzenden jaor’n leden hef ok iene dit in de haand’n had. Hef probeerd um d’r wat in te kervn.” Het steentje ligt nu op een kastje in mijn slaapkamer.
Bij een foto van mijn vader.
‘Stel die es veur….’
Ik hoor het hem nog zeggen.