een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: juni 2015

10 juni: Azijn & honing

kankerGistermiddag hadden we een gesprek met de internist over het vervolgtraject. Dat heeft een beetje vertraging opgelopen, maar nu zijn de contacten met het UMCG dan toch gelegd en kunnen we binnenkort een uitnodiging voor een intakegesprek in de bus krijgen. De hele behandeling en daarmee de verantwoording wordt dan overgeheveld van het Martini naar het UMCG.

We moesten nog bloedprikken en er moest nog een röntgenfoto van Gerard s heupen worden gemaakt. In wachtkamer A zat het al behoorlijk vol. We namen plaats naast een zingende mevrouw met twee dochters. “Ga je voor ons zingen?” vroeg Gerard. “Ja, wat wil je horen” vroeg ze. Dat hebben wij weer. De dames waren rijkelijk voorzien van tattoos, dus Gerard vroeg heel verstandig om iets klassieks. Dat kende ze gelukkig niet. Ze hield van Jannes. De gesprekken gingen vervolgens over motorcrossen. Toen praatten wij al niet meer mee. Wij weten niet veel van Jannes en motorcrossen.

Toen deze dames waren vertrokken kwam er een stel dames op leeftijd binnen, die de volle wachtkamer in ogenschouw namen. Ze stevenden op de enige twee lege plaatsen af, terwijl één onderweg nors riep: “Harregat, wat is ’t hier ja drok…!” Niemand reageerde. Het kan zo ongemakkelijk stil zijn in een wachtkamer. Tien minuten later kwam er een oudere mevrouw met een rollator binnen. We hoorden haar op de gang al zeggen: “Is hier nummer A? Doar mot ik hen”.

Ze kwam binnen, overzag de volle wachtkamer en zei: “Wat is ’t ja gezellig hier! Hebb’n joe de kovvie al klaor?” Mensen lachten, schoven wat op en hielpen haar met haar rollator en haar tas. Mijn vader zei het altijd al : men vangt meer vliegen met honing dan met azijn.

Omdat er niet te veel tijd mag zitten tussen de laatste chemo en het begin van de stamceltherapie, is Gerard gistermiddag begonnen aan de vierde chemokuur. “Business as usual” zou ik haast zeggen, we zijn al kind aan huis op de afdeling. De internist heeft ons gistermiddag verzekerd dat er geen vijfde kuur meer volgt in het Martini, dus we kunnen er van uit gaan dat de aanloop naar het stamceltraject binnen nu en drie weken gaat beginnen. We hadden van te voren een lijstje met vragen gemaakt, die de hematoloog allemaal in alle rust heeft beantwoord. We hebben weer wat meer informatie gekregen over wat ons te wachten staat, daarover meer in volgende blogs.

Reageren

08 juni: Drie dochters in Schoorl

Drie dochters. “Wat n riekdom!” zou mijn schoonmoeder zeggen.  Riekdom. Maar geen bezit.

Dit weekend hadden we ze alle drie even bij elkaar in een vakantiehuisje in Schoorl. Eén dochter woont in Groningen één in Nottingham (in Engeland) en één in Leeuwarden.
De Disney- quotes en Bert Visscher uitspraken vlogen ons weer om de oren. Een spelletje, een wijntje en een zak chips is eigenlijk voldoende voor een fantastisch samenzijn. We hebben ons erin ondergedompeld en we hebben er van genoten. Tijd voor elkaars verhalen, tijd voor een spelletje, tijd voor wandelen, fietsen, naar het strand, uit eten, een terrasje, een ijsje….

machiavelliWe houden van heel veel spelletjes, maar één van de leukste vinden wij Machiavelli. Het is een spannend kaartspel, waarin de spelers elke beurt in de huid van een ander karakter kruipen. Omdat het kiezen van deze personen in het geheim gebeurt, staan de spelers regelmatig voor verrassingen.
Er zijn 8 karakters in het spel: een moordenaar, een dief, een priester, een koning, een koopman een magiër, een bouwmeester en een condottiére. Het is de bedoeling dat je als speler een stad bouwt en ieder karakter biedt weer nieuwe mogelijkheden.
Als je dit spel speelt hoor je regelmatig zinnen als: “Ik vermoord de koning!” of “Ik steel van de koopman!” Wij deden dit spelletje ooit eens in het dagverblijf toen ik een paar dagen in het ziekenhuis lag. De andere gasten vonden het maar een ‘crimineel’ spelletje’……
Gisteravond hebben we elkaar weer belogen, bedrogen, bestolen en elkaars gebouwen vernietigd.

Het was een heerlijk weekend.
Vanmorgen, na het schoonmaken van het huisje hebben we nog een koffie gedronken bij Bakker Bart in Heerhugowaard met iets hééél lekkers er bij en toen: ging ieder weer zijns weegs. Moe maar zeer voldaan zaten we vanmiddag rond vier uur met een kop thee op ons eigen terras. We hadden het niet willen missen.
Gelukkig hebben we de foto’s nog.
Hieronder de dames voor het klimduin in Schoorl.

Reageren

7 juni: De Noordzee

“Daar zeilde op de Noordzee, de Noordzee wijd en koud ….” Dit is de eerste regel van een liedje van Boudewijn de Groot.  En wat was die zee nog koud…..als wij even afstand willen nemen van het dagelijkse gedoe dan gaan we het liefst even naar de Noordzee.
Van nature zijn wij bosmensen. Drenten. Genieten van een fietstocht of een wandeling door onze bosrijke omgeving. Schoonzoon Stefan is opgegroeid aan de kust en kan zich  niet voorstellen dat wij zo gek zijn op het strand. Als je toch bij het bos woont ga je toch niet naar zee?  Maar bos is er altijd en de kust is vakantie. Mijn vader nam ons mee naar Duitsland, Zwitserland,  Oostenrijk en Denemarken,  maar ik was met mijn ouders nog nooit aan het Noordzeestrand geweest. De eerste keer dat  wij er met onze kinderen kwamen zaten we in een huisje van Stichting Volkshuisvesting, waar Gerard destijds werkte. We gingen de eerste avond al gelijk even naar het strand. De volgende morgen waren we er weer. Zag ik toch een veel breder strand en pieren. Héé….. die waren  er toch gisteravond niet? Natuurlijk kende ik van de biologielessen van meester Kooi het verschil tussen eb en vloed, maar ik had het nog nooit gezien. Fascinerend vond ik het. We bouwden een zandkasteel toen het eb was en wachtten tot de vloed kwam. Als een klein kind stond ik me te verwonderen over en te genieten van de opkomende vloed.
Dit weekend waren we, met onze kinderen, een paar dagen weg. Uitwaaien aan de Noordzee. Omdat het nu nog even kon en omdat we niet weten of we deze zomer nog op vakantie kunnen. Nu ik dit schrijf zit ik in een huisje in Schoorl met een verbrand hoofd mijn blog te schrijven en Gerard doet met de meiden een spelletje. Morgen plaats ik wat foto’s. Ik ben nog niet zo handig dat ik dat vanaf m’n tablet kan….

Reageren

6 juni: Dennenappel of paard?

Gistermiddag gingen we fietsen met Carlijn. Het was prachtig weer en we hebben er van genoten. Onderweg vond Carlijn grote dennenappels, wel tussen de 10 en 15 centimeter lang. “Die kan ik goed gebruiken voor mijn projecten met uiltjes” vertelde ze. “Dan plak je er met vilt oogjes en vleugeltjes op, lijkt heel erg leuk!”.

Wij versperden het fietspad met onze fietsen en doken het bos in op zoek naar meer.  Dat viel nog niet mee. Sommigen zagen er van boven prachtig uit, maar waren van onder rot of aangevreten. Of er zaten dieren in. Of ze lagen in een mierennest met rode mieren. Maar we vonden een aantal gave exemplaren die in mijn fietstas mee naar huis mochten.

In het dorp kochten we een ijsje. Bij het pakken van mijn tas viel er één dennenappel uit waar één grote rode bosmier uitkroop. Dat vinden mijn kinderen dan erg. “O, wat zielig!” riep Harriët vandaag “Dan komt zo’n mier kilometers van zijn natuurlijke leefomgeving uit zo’n dennenappel en dan weet hij helemaal niet meer waar hij is!” De mier heeft zich vast wel gered.

Eenmaal thuis legden we de dennenappels in de vensterbank. “Straks zitten er nog allemaal mieren in!” griezelde Carlijn. Gerard vergeleek het met het Paard van Troye. Hij noemde ze de Dennenappels van Trooie bosmieren. Ik vond het een zeer geslaagde woordgrap. Temeer omdat Gerard wel van de humor, maar niet echt van de geschiedenis is.

Reageren

5 juni: Historia

Gisteren wilde ik een tijdschrift halen. Voor ons lag een heerlijk weekend: wat zal ik meenemen? Het liefst ga ik dan even naar boekhandel Daan Nijman.  Die heeft de meeste keuze en verdient onze sympathie als plaatselijke boekhandel.

Vroeger ben ik geabonneerd geweest op de Donald Duck, de Popfoto, de Libelle en de Margriet. En voor de meiden op de Disneyland. Die moest ik zo vaak voorlezen dat ik op den duur een bandje insprak. Als ik een toon op mijn blokfluit speelde  moesten ze de pagina omslaan. Op één kant van zo’n cassettebandje paste net één Disneyland. En nee, dit was niet zielig. Toerloos zo’n blad voorlezen is pas zielig…. maar ik dwaal af.

Bij Daan in de winkel is er één nadeel: je hebt altijd tijd tekort. Gistermiddag stond ik al weer likkebaardend bij de tafel van ‘ Juni: de maand van het spannende boek.’ Volgende week zoek ik al mijn boekenbonnen bij elkaar en dan ga ik mezelf verwennen.  Maar ik dwaal af.

Het werd de Historia. Een geschiedenis-tijdschrift. Met deze maand o.a. een artikel over de slag bij Waterloo, de vondst van het graf van Toet Anch Amon, Shakespeare en nog heel veel meer. Goed voor een paar genoeglijke uren leesplezier. En waar mijn dochters soms hun afgrijzen uitspreken over tijdschriften als Vorsten, Wendy of Libelle: de Historia lag vanavond al opengeslagen op tafel, terwijl ik hem nog niet had ingezien. Maar vanavond is hij voor mij.

Reageren

4 juni: Veldbloemen van de avondvierdaagse

Vanavond wandelde ik de derde (en voor mij laatste) etappe van de Avondvierdaagse.
Het zou Bert Visscher de uitspraak ontlokken: “Wat een avontuur hééé!”
Gisteravond was ik weer als één van de laatsten weg en Klaas (zie het verslag van 2 juni j.l.)  liep ik pas helemaal op het einde achterop. Nadeel daarvan was dat ik mijn ‘praat-maatje’ miste, voordeel was dat ik sneller kon lopen, want Klaas was al 65+ en had zijn tempo aan zijn leeftijd aangepast.

Maar…… als je sneller loopt, heb je steeds groepen voor je. Uitwaaierende groepen. Met rennende en klierende jongetjes eromheen. En teutende mama’s met buggy’s. En stoere papa’s die schroeten (Drents voor opscheppen) over hun auto’s. Meestal kom je daar wel goed omheen, maar gisteravond liepen we een heel stuk over een smal weilandpad langs het water en dan houdt het wel heel erg op. Dus dan doe je maar even kalm. Het was een prachtige wandeling en er viel genoeg te genieten.

Vanavond had ik om 19.30 uur Cantorij repetitie, dus ik stond om 17.50 uur mijn kaart al af te stempelen. Nu was ik met de eerste groep weg, exact om 18.00 uur. Maar dat was fijn. We konden gewoon doorlopen! Ik liep met twee moeders en drie dochters die de pas er goed in zetten en om 18.55 uur haalde ik mijn laatste stempel. Eén van de moeders kende ik van de kerk, dus we hebben even heerlijk bijgepraat. Onderweg plukte ik een veldboeket dat ik in drie kleine vaasjes voor het raam zette.

veldbloemenEen mooie herinnering aan mijn eerste Avondvierdaagse. Maar ik denk ook de laatste. Als ik echt lekker wil doorwandelen, kan ik dat beter niet doen op een moment dat er 497 anderen ook op pad zijn. Dat hoeft ook niet. Er zijn 361 dagen per jaar waarop ik kan wandelen zonder bovengenoemde hindernissen en als ik op de 4-daagseavonden wil wandelen kan ik ook nog een andere kant op gaan. Neemt niet weg dat ik het een leuk avontuur vond, ik heb er van genoten. Maar wandelen en fietsen in zulke grote groepen moest ik maar niet meer doen. Snel opkomende ergernis zit ook in mijn Vrieswijk-genen ingebakken. Ik moet mijn genen wel een beetje te vriend houden.

Reageren

2 juni: Géén potje met vet

Op 25 februari >>> vertelde ik over ‘Vrieswijk genen’.
En hun afkeer van lichamelijke beweging. Als iemand vroeger bij ons thuis aan tafel had gezegd dat ik in 2015 de Avondvierdaagse zou gaan wandelen, dan was de reactie vast geweest: “Tuurlijk. En ze leefden nog lang en gelukkig.”

Maar het was geen sprookje. Vanavond deed ik voor het eerst van mijn leven mee aan de Avondvierdaagse. 5 kilometer heb ik gewandeld. Samen met een voor mij wildvreemde meneer, in gedachten noemde ik hem Klaas.
Het evenement werd voor de eerste keer georganiseerd in Roden. Een mooi initiatief vond ik, dus vanavond stond ik in een bomvolle kantine van de sporthal in de verkeerde rij op mijn inschrijving te wachten. Als een van de laatsten wandelde ik het bos in, waar ik al snel Klaas achterop liep.
We arriveerden samen bij het fruitstalletje, gesponsord door meneer Jansma , namen allebei een mandarijn en vonden ons eerste gezamenlijke onderwerp: de streektaal.

Na een tijdje renden twee jongetjes ons achterop: “Bent u van de leiding?” We straalden kennelijk gezag uit….
Maar nee, hoezo? “Wij weten niet waar we langs moeten”. Onbegrijpelijk. Grote slierten mensen gingen ons voor op het bospad en zij wisten de weg niet.

We stuurden hen achter de anderen aan en wezen hen op de pijlen die onderweg de richting aangaven. “Welke pijlen? O die! Dat is handig!” Weg waren ze. Kinderen hebben trouwens ook geen last van grote modderpoelen midden op het pad. Waar wij ons omzichtig door het struikgewas wurmden, glibberden sommigen er dwars doorheen. Die moeders zullen zich er vanavond wel mee redden. Op dat soort momenten ben ik altijd blij dat mijn moederrol op dat punt uitgespeeld is.

Onderweg kwamen we soms bekenden tegen, maar Klaas en ik bleven elkaar gezelschap houden. Hij was lid van de Historische vereniging in Roden. Gespreksonderwerpen genoeg dus, de tijd vloog om. Het was een prachtige wandeling.
De medaille zal er niet komen, want vrijdagavond ben ik niet in de gelegenheid om te wandelen. Maar woensdag en donderdag ben ik van de partij. Ondanks de onwillige genen. En het potje met vet? Niet gehoord….niet één couplet!

Reageren

1 juni: Onze familie in de krant.

Iedere familie staat wel eens in de krant. Sommige families meer dan andere. (Oranje’s, Rutte, De Mol, etc.)
Onze familie staat eigenlijk nooit in de krant. Ja af en toe in het “Roder Journaal”.
Harriët die een prijs won in een muziekwedstrijd.
Of een foto van onze kinderen tijdens een verkleedwedstrijd van de plaatstelijke bibliotheek.
Of een bericht in de trant van “43-jarige vrouw breekt enkel bij verkeersongeval”.

Maar in onze familie is één verhaal dat in de krant heeft gestaan en waar we nog steeds een beetje trots op zijn: één van mijn bet-overgrootouders kwam in Het Nieuwsblad 

van het Noorden in 1904 toen hij de veenlijken vond die later bekend werden onder de naam: het paar van Weerdinge >>>. Er heeft ooit eens een uitgebreid artikel over dit onderwerp in het Dagblad van het Noorden gestaan en daar was het artikeltje van destijds in opgenomen. Zie hiernaast.
Hilbrand Gringhuis heette hij en hij was de opa van mijn opa.

De lichamen liggen nu in het Drents Museum >>> in Assen op de afdeling archeologie.
Mijn vader nam ons al jong mee naar musea en het Drents Museum had als ‘bonus’ die veenlijken: het meisje van Yde en het paar van Weerdinge. Het was fascinerend, griezelig, eng en spannend tegelijk. Toen mijn vader jaren later ook met onze kinderen het Drents Museum bezocht, bleek dat ook Carlijn, destijds 6 jaar, het hartstikke spannend vond: “Opa…. suwwe nog even teruggaan en naar die lijken kijken?”

Reageren

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén