een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: januari 2017 Pagina 2 van 4

21 januari: Let op! Maandag is het klaagvrije maandag

Dit blog pretendeert een alternatief te zijn voor ‘de waan van de dag’.
Dat staat tenminste bovenin de header.
Met de waan van de dag bedoel ik alles wat ons door ‘de media’ wordt voorgeschoteld.
Heel vaak eenzijdig en gekleurd, al denken wij dat dat niet zo is.
Het oeverloze gezwam van elkaar napapegaaiende radio- en tv-stations; zoals bijvoorbeeld afgelopen maandag dat het blue monday’ was.
Over de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
Over onze eigen verkiezingen.
Over internet-hype’s, talkshowpraat, en niet te vergeten HET WEER!
Zodra de eerste nachtvorst een feit is worden de ijsmeesters alweer bijelkaar geroepen.

Als alternatief voor dit alles deel ik vandaag alvast met mijn lezers dat het a.s. maandag Klaagvrije maandag is. Op deze dag kun je zelf iets doen, namelijk niet klagen.
En dit alles met het onderliggende motto: als je niet positief kunt zijn, wees dan in ieder geval stil.
Mocht er per ongeluk toch een klacht over je lippen komen, dan staat daar een sanctie op: bedenk naast de klacht ook iets positiefs.
Op deze dag gaat het er om dat je je bewust bent van je eigen klaaggedrag.
Kan heel verhelderend zijn…….

Niet zeuren dus.
Annie M.G. Schmidt schreef er ooit een prachtig lied over. (zie ‘Zeur niet’ >>>)
Denk maandag dan ook vooral even aan Churandy: “Kannie klage man!”

Reageren

20 januari: Koersen op het onheil…?!?

Donderdagavond cantorijavond.
Precies om half acht glipte ik nog net voor het inzingen binnen; de klink van de deur zat los, daar stond ik zomaar mee in mijn handen. Daar vindt iedereen dan gelijk iets van: voor ik mijn stoel op de achterste rij bereikt had zat de stemming er al weer in.

Voor de pauze ging het prima. A.s. zondag werken we mee aan de vesper om 19.00 uur; de liederen zitten er goed in. Voor de koffie hadden we de hele orde van dienst al doorgezongen. Cantrix wilde nog iets zeggen over het slotlied.
“De Heer heeft mijn gezien en ….wacht even…”
Buurvrouw Alt en ik keken elkaar aan. “De Heer heeft mij gezien en wacht even?  Waarop?” Stille lol op de achterste rij.
Vlak voor de koffie kwam er nog een vraag: “Wie wil er zondag een kwartiertje eerder komen om te helpen met het klaarzetten van de stoelen?” Het echtpaar dat dat altijd doet is momenteel wat slecht ter been, maar stak uit de macht der gewoonte de hand op. Ze noemden zichzelf al spottend ‘de firma Krak & Mikkig’. Maar dat gaat natuurlijk niet gebeuren. Twee anderen zullen de corvee van hen overnemen, ‘Hink & Pink’ (ook opgetekend uit hun eigen mond) hoeven niet in actie te komen.

Na de pauze kwamen er andere potten bij het vuur. Op 5 februari zingen we een Lutherse geloofsbelijdenis, een moeilijk stuk. Vorige week waren de pogingen gestaakt, te moeilijk. “Misschien moeten we het één-stemmig proberen” opperde onze dirigente. Maar dat is onze eer te na; daarbij is het ook veel te hoog voor ons alten.
Ook nu was het weer zeer pittig. Regel voor regel werd het met de afzonderlijke stemgroepen ingestudeerd.
‘Onze ziel voor onheil behoeden’ was een cruciale zin. Op ‘onheil’ moest een g gezongen worden, in de regels daarna kwam die g nog twee keer terug. “Wij koersen op dat onheil, maar die pakken we niet goed” riep één van ons.

Het onheil zat voor de mannen in een andere regel: ‘Hij wil dagelijks ons voeden.’
“Mannen, dit is de belangrijkste afslag die jullie moeten nemen in dit lied!”
De mannen misten de afslag regelmatig.  “Jullie missen de boot” constateerde de cantrix. ‘Business as usual’ mompelde één van de alten daarover. Maar dat was wel erg kort door de bocht; mannen of vrouwen, we hebben allemaal heel hard gewerkt gisteravond. Als wij dit lied vierstemmig zingen op 5 februari dan is dat vooral te danken aan de kundigheid en het geduld van onze cantrix.
Chapeau.

Reageren

19 januari: De witte ’treurboom’.

Gisteren moest ik voor mijn werk naar een andere locatie.
Werk ik normaliter in Groningen, gistermorgen werd ik in Zuidlaren verwacht.
De weg van Roden naar Zuidlaren voert langs het Noord Drentse beekdal van het Lieverse diepje en de Drentse Aa. Dat is sowieso al een mooie route, maar gisteren was het winters prachtig; een verstilde, witte wereld. Op de heenweg was de lucht rose-rood van de zonsopgang, op de terugweg schemerde het avondrood door de lichte bewolking. (NB: ik was niet in de gelegenheid om een foto te maken, deze afbeelding heb ik geleend van Het Weer.nl. Het beeld komt overeen met wat ik zag…..)

Het is maar goed dat je op die weg niet zo hard mag rijden, want ik kwam weer ogen te kort. Ook het terrein van Lentis in Zuidlaren (het vroegere Dennenoord) is de moeite van het bekijken waard. Het staat vol met hele oude bomen. De gebouwen liggen in een parkachtige omgeving met vijvers en bossen rondom. Ik zette mijn auto neer bij het hoofdgebouw. Daar moest ik niet zijn, maar het gaf mij de gelegenheid nog een stukje te lopen in de bevroren bomenweelde.
Tussen de middag maakt ik ook even een wandeling over het terrein, toen ik langs een treurwilg kwam. Met het kleine witte laagje om ieder naar beneden hangend takje bood de boom een betoverende, maar ook trieste aanblik.

Bij de boom stond een bordje waarop een gedicht stond. Het is een gedicht uit de bundel ‘Dicht! bij de psychiatrie, Zuidlaren 1995’, een dichtbundel uitgegeven in het kader van het honderdjarig bestaan van Dennenoord. Een Gronings gedicht van Gré van der Veen.
Zo mooi, zo treffend. En zo treurig.

De treurboom

De treurboom lekt mit lamme aarms
poultjes woater op de wintergrond.
De schoonhaid van de honderdjoarege
verboast de dichters van Dennenoord
en bie de doodbroene kleur dreumen ze
zok de gruine geur van t veurjoarsblad.

Rondomrond, in de stilte van t paark,
waast de stilte van de ainzoamhaid.

De slovve pavveljoens in aigen stilte
verbaargen de weerlozen achter bakstain,
bloots lampen verroaden heur aanwezeghaid.

En as wanklank klinkt van de wandeloars
heur sloer gekwedel langs t hertenkamp.
O Dennenoord, de treurboom treurt mit recht.

Gré van der Veen

Reageren

18 januari: Zelfverbouwde bruine bonen.

Gisteren had ik een lange werkdag. Dat wist ik van te voren, dus maandag had ik al een pan bonensoep gekookt, dan had ik het gemakkelijk met eten koken na het werk.
Over die bonensoep schreef ik al eens eerder op een blog in 2014 waarop ook het recept voor die soep (van Ma Vrieswijk) staat. (zie 7 november >>>)

Daarin schreef ik dat het geheim voor de soep school in de soort, een stro-gele boon, genaamd de Friesche Woudboon. We kregen die bonen van Jan, de buurman van mijn moeder in Hoogersmilde. Maar helaas, Jan werd zo oud dat hij zijn tuintje moest opgeven. Geen bruine bonen meer.
“Hoe kom ik nou aan zulke lekkere bruine bonen?” was de vraag waar Gerard zich het hoofd over brak. De oplossing was even simpel als doeltreffend. Gerard kreeg een handvol poot-bruine-bonen van Jan en ging het avontuur aan: zelf bruine bonen verbouwen.

De plantjes kwamen goed op en ze groeiden als kool. Als bonen in dit geval.
In het najaar waren ze op het punt waarop Gerard dacht:  “En nu?”
Hij zocht op internet en vroeg ook aan buurman Jan.
“Laot de hiele peulen maor an de bos zitten, ie moet ze in bossies dreugen, an een liende of zo” was zijn advies. “As ze goed dreug bint ku’j ze zo uut de peul wuppen.”  

Zo gezegd, zo gedaan. Op een mooie najaarsmiddag zat Gerard met een hele berg gedroogde bonenbossen op ons terras te bonen pellen.
We hadden een prima oogst!
De soep was weer heerlijk gisteravond.
Met dank aan buurman Jan!

Reageren

17 januari: Tik tak.

Gistermorgen ging mijn wekker om 07.00 uur.
Maandag. Vanaf dan is het weekend voorbij en kijk ik weer regelmatig op de klok.
Om 09.00 uur was mijn huis opgeruimd, de was opgehangen en stond ik met een kop thee te mijmeren voor de glazen schuifpui.
Het had gesneeuwd; mooi vind ik dat altijd.
Er scharrelden vogeltjes om hun villa bij ons in de tuin en het zag er zo vredig uit.

Ook de zonnewijzer stond koud en wit in de tuin.
“Tik, tak, daor giet de tied….” dacht ik.
Een prachtig liedje van Daniël Lohues, hierbij een link >>> naar het nummer. 
De tekst is maar heel summier.
Het paste precies bij mijn mijmer-moment van gistermorgen.
“Weer een jaor…..”

 

Reageren

16 januari: Bruiloftsgasten

En weer kon ik niet naar de viering op zondagmorgen.
Gerard en ik hadden dit weekend allebei last van een buikgriepvirus en (om de woorden van vorige week aan te halen) dan wil je ons er niet bij hebben.
We hadden al een heel rustig weekend in onze agenda staan, maar nu werd het wel heel rustig; zelfs geen kerkdienst.

Om 10.00 uur zette ik de computer aan en logde in voor het beluisteren van de viering.
Het ging gistermorgen over ‘de Bruiloft te Kana’, een vaste lezing op deze zondag.
In 2015 schreef ik daar ook al over (zie 18 januari >>>). Een heel andere dienst dan nu trouwens.
Toen de kinderen naar de kindernevendienst gingen werd er aandacht besteed aan trouwen. De dominee vertelde dat hij ook getrouwd was en dat er toen een taart was.
Op dat soort momenten is het jammer dat je er niet bij bent. Ten eerste valt het geluid dan af en toe weg omdat de voorganger niet stil staat en ten tweede zie je niet wat er gebeurt.
Ik begreep dat er twee babytjes in die taart zaten (vooruitziende blik) waarvan er één op de grond was gevallen…?!?
In onze gemeente waren er deze week drie echtparen 50 of 60 jaar getrouwd.
Eén paar, Jacob en Willy Slagter zat in de kerk (J&W:Gefeliciteerd!); hen werd gevraagd naar het feest van nu en van toen.

In de overdenking werden we meegenomen in het verhaal over de bruiloft in Kana, zo’n 2000 jaar geleden. We kregen uitleg over de betekenis van het verhaal, over de term
‘en het geschiede’,  over de diepere betekenis van ‘de derde dag’ waarop de wijn op was en over de rol van Maria, de moeder van Jezus. Wij hadden ook een rol, die van bruiloftsgasten. Wij zijn uitgenodigd op het feest van het koninkrijk van God om er voor te zorgen dat liefde gebeurt, dat trouw gebeurt, dat we onze gaven ten dienste stellen aan dat feest.

Wat me raakte was dat er werd gebeden voor mensen die elkaar zijn kwijt geraakt in hun huwelijk, hun vriendschap. Want de wijn is ook wel eens op, dan valt het feest in het water. Op dat soort momenten moeten we als gemeente ook om mensen heen staan.
We hebben niet allemaal evenveel geluk als Pieter & Margriet en Jacob & Willy.

Qua muziek & zang heb ik de viering wel gemist.
Erwin Wiersinga op het orgel en mooie liederen.
Volgende week zingen we met de Catharinacantorij in de vesper om 19.00 uur, dan ben ik er weer bij. IJs en weder en virussen dienende.

Reageren

15 januari: Een mees en een mus.

Mijn ouders zijn op deze datum 57 jaar geleden getrouwd. Daar denk ik altijd even aan op deze dag. De vijftig hebben ze net niet gehaald.
(zie 2016 >>> en 2015 >>>)
Afgelopen week was dat wel het geval bij Margriet en Pieter.
Gisteravond keek ik naar het interview met hen in Blauw Bloed.
Wat een leuk stel is het toch.

Wat uit alle verhalen naar voren komt is dat ze het niet gemakkelijk hebben gehad.
De familie was van beide kanten helemaal niet blij met de relatie.
De koninklijke familie vond dat ze met iemand van adel moest trouwen.
Ook de familie van Pieter was niet blij met Margriet. Zijn vader zei daarover: “Een mus moet niet trouwen met een mees.”

Maar de mus en de mees hebben het prima gered samen. De omgeving heeft zich er tenslotte bij neergelegd en Pieter is ten langen leste een gerespecteerd familielid geworden. Wat me bijblijft uit het interview was dat Pieter zei ‘dat hij zichzelf was gebleven’. In het begin deed hij nog manmoedige pogingen om erbij te horen; hij praatte heel deftig en deed ontzettend z’n best, maar daar is hij mee opgehouden.
“Je moet gewoon jezelf blijven, hoe moeilijk dat ook is.” Stel je eens voor hoe dat voor hem moet zijn geweest……iedereen vindt iets van je, je kunt het nooit goed doen. Er werd gewoon keihard gezegd: “Dit huwelijk is gedoemd om te mislukken.”

Wat die twee uitstralen is dat ze een ijzersterke band hebben. Ze houden ontzettend veel van elkaar, hebben lol om dezelfde humor en hebben ondanks de moeilijkheden voor elkaar gekozen. Ik weet zeker dat er van Margriet nooit zo’n boek uit zal komen als laatst over Juliana verscheen. En Bernard was nota bene wél van adel.
Er komt vast een wel boek uit over dit echtpaar, maar dat zal niet gaan over een ongelukkig huwelijk. Als het in de bibliotheek komt ga ik het lezen (en later koop ik het op de Beroemde Roder Boekenmarkt…).

De mus en de mees hebben een mooi gezin gekregen: vier meuzen-zonen maar liefst!
Pieter was de eerste in een lange rij burgers die trouwden met een prins of prinses.
Goed voorbeeld doet goed volgen.

Reageren

14 januari: Hooguit een ballonnetje.

Vrijdagavond. Na een drukke week zaten Gerard en ik gisteravond met z’n tweeën aan de koffie te kijken naar de Slimste mens. En daarna keken we naar 100 jaar Toon, dat hadden we opgenomen. Lenette van Dongen nam ons mee naar het laatste stuk van het leven van Toon Hermans. Een ontroerende uitzending.

Ondertussen dacht ik na over het blog van morgen. Wat was er leuk aan vandaag?
Toen kwam ik tot de conclusie dat de vrijdagavond samen thuis het leukste was. Met een glaasje en een nootje rustig op de bank samen genieten van mooie televisie.
Dat is ook wat Toon Hermans ons altijd leerde: het geluk zit in kleine dingen.
Niet in haute couture, niet in poeha en blabla.

Als eerbetoon aan Toon vandaag een klein gedichtje van zijn hand.
Het heet ‘Geluk’

Geluk is geen kathedraal,
misschien een klein kapelletje.
Geen kermis luid en kolossaal,
misschien een carrouselletje.

Geluk is geen zomer van smetteloos blauw,
maar nu en dan een zonnetje.
Geluk dat is geen zeppelin,
’t is hooguit ’n ballonnetje.

Reageren

13 januari: Schriftjes, boekjes, schrijfmateriaal.

Van schrijven en administratie heb ik mijn beroep gemaakt. Sommige mensen moeten er niet aan denken om de hele dag met taal en administratie bezig te zijn, maar het is een vaardigheid die er bij mij zit ingebakken. Al vanaf mijn kindertijd ben ik graag bezig met ordenen en ‘de boel op een rijtje zetten’. Mijn kralen (om kettingen en armbanden mee te rijgen) zaten op kleur in verschillende zakjes, de Donald Ducken zocht ik altijd op volgorde van de weeknummers/jaargangen en op mijn boeken zaten kleine nummertjes (vastgeplakt met plakband) die correspondeerden met de lijst “Boeken van Ada” in mijn zelfgemaakte bibliotheek-schrift. “Maak het verhaaltje af en kleur de plaatjes” was één van mijn favoriete opdrachten op de lagere school. Opstellen, kleine verhaaltjes: het ging me gemakkelijk af, ik ben een meer een alfa dan een bèta.

Bij dit hele verhaal hoort een kleine tic: zet mij in een kantoorboekhandel en ik loop likkebaardend langs mooie schriftjes, schrijfboekjes met mooie kaften en luxe notitieblokjes.

Af en toe geef ik toe aan deze kronkel. Vorige week heb ik € 15,=  van mijn verjaardagsgeld uitgegeven aan een luxe notitieblok/muismat. Twee in één dus. Het is een uitgave van ‘Plint”>>>. Plint combineert gedichten met beeldende kunst en illustraties op allerlei manieren, in dit geval dus een muismat met blaadjes die je er af kunt scheuren. Op ieder blaadje staat een gedichtje met een kunst-afbeelding.

Ooit kreeg ik zo’n muismat cadeau van één van de leukste collega’s die ik heb gehad.
Ze kocht hem bij een speciaal winkeltje in Groningen.
Over één van de gedichten die daar op stonden schreef ik al eens een blog onder de naam ‘Mein Freund der Baum”>>>.
Het allerleukste gedichtje van die uitgave was het gedichtje ‘Blijfe sitte” van Joke van Leeuwen (uit de bundel Ozo heppie en andere versjes).
Het heeft minstens twee jaar op het prikbord op kantoor gehangen.
We kennen allemaal wel zo’n kind…….

Blijfe sitte ken ik nie
je kun nie alles kenne
aan stiltesitte wen ik nie
ik ben wel goet in renne

ik ren de heele sooi vobbij
ik ben een super snelle
nou en daffin ik mooi vammij
maar ja ik kennie telle

en ik ken ook nie sgrijfe ik
ik sal wel sitte blijve ik.

Reageren

12 januari: Een ‘Harm& Roelof-moment’

Zundag schreef ik over een ‘Harm en Roelof-moment.
Dat hef eigenlijk wat uutleg neudig veur wie niet wet wie dat bint. Op het blog ‘Gedienegies’ >>> heb ik al ies een liedtie van heur op dizze website zet.
Veur wat betreft Drentse muziek giet het bij mij hiel vaak over Daniël Lohues, maor Gerard en ik bint ok arg gecharmeerd van Roelof Klinkhamer en Harm Dijkstra, beter bekend as Harm &  Roelof>>>. Ze brengt Drents cabaret en wij lacht oons de buuze d’r um uut. Redelijk vrog in heur carrière verzörgden zij al ies een personeelsaomnd veur Warkveurzieningsschap Noordenveld; Gerard was daor penningmeester van de personeelsvereniging en zij brachten een aomnd met muziek en cabaret, deurspect met toespeulingen op mensen en situaties van de werkvloer van het warkveurzieningsschap.

Wij bint ze deur de jaoren hen blieven volgen, zagen veurstellingen en kochten CD’s.
Ok met oonze vriendengroep zaten wij al ies in het theater in Slien; dat was bedacht deur uutgerekend de ienigste van oons die niet uut Drenthe komt.
Zij komp oorspronkelijk uut Rotterdam, ze prat gien Drents, maor ze kan het prima verstaon. Zo af en toe gooit ze dr ies een quote van Roelof & Harm tussendeur.
“Kaort of gien kaort: wij gaot d’r hen!”
“Spruuten van moe of van de thuuszorg.”
Het ‘Harm & Roelof-moment’ van afgelopen weekend gung over het liftien in het gemientehoes in Slien (rosmanties gelegen an de Brink alhier), hilarisch beschreven deur Harm in de conference ‘de bode’.
Hij vertelt over het gesleep met gasten die vanof de trouwzaal op de 1e verdieping hen de wc moet, zodat ze aal met het liftien (….hhngngng…) hen en weer moet.

Vriendin vertelde dat heur partner eem tiedelijk in een rolstoel zat, ze mussen met ’n beiden hen ’t ziekenhuus ofgelopen week. Zij mus met hum in een lift (….hhngngng…) naor een volgende verdieping. Daor ankommen, mus e geliek naor de wc…..
Dan pis ik bijna in de broek van ’t lachen. Ze kan zelf het verhaal bijna niet ofmaken um dat ze haost niet verder kan praoten van ’t lachen. Heerlijk.

Harm en Roelof bint hiel bekend worden met het liedtie ‘De mooiste meid van Slien’, dat stun al op het ‘Gedienegies-blog’. Vandaag daorum een lied over ‘mien dörp’; hiel aans as ‘het dorp’ van Wim Sonneveld.

Het begunt en eindigt met dizze tekst:

Daor in de verte ligt mien darp
Men zut de meul’, men zöt de toren,
en laangs het gruune ekkelholt
het daok van ’t hoes, waor ‘k sin geboren.

In Roden hebt wij de toren van de Cathariakerk op de Brink.
In Hoogersmilde was de karktoren aordig kleiner as in Roden; maor ‘de toren’ uut mien jeugd is natuurlijk de tillevisietoren!

Luuster naor mooie lied van Roelof en Harm, hierbij een link >>>.

Reageren

Pagina 2 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén