een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: augustus 2018 Pagina 1 van 3

31 augustus: Paul McCartney

De hele zomer hebben we weer naar ‘de Slimste mens’  gekeken.
Meestal keken we uitgesteld, maar we hebben geen aflevering gemist, we hebben er van genoten.
Vanavond is de finale, dan weten we wie zich dit jaar de Slimste mens mag noemen.

Afgelopen week kwam het gesprek tussen de vragen door op Paul McCartney.
Er werd gerefereerd aan ‘de karaoke-video’ met hem en zelfs Maarten van Rossem was er positief over. Daar had ik inderdaad al meer mensen over gehoord, maar het was er nog niet van gekomen om hem te bekijken. Gisteravond zag ik het filmpje op mijn tablet, samen met Frea en Jon op de bank. Wat prachtig, wat bijzonder en wat emotioneel.

Even een beetje achtergrondinformatie: in Engeland is er een TV-programma met de naam ‘The late show’. Dat wordt gepresenteerd door James Corden, een bekende Engelse musicalster. Onderdeel van die show is ’the Carpool Karaoke’ en het is inmiddels razend populair. Corden strikt bekende artiesten om met hem een stuk in de auto te rijden. Ondertussen hebben ze een gesprekje en draaien ze muziek van de betreffende artiest, die dan samen met Corden luidkeels gaat meezingen. Het leverde al spectaculaire beelden op met Adele, Elton John en Stevie Wonder. Zoek maar eens op internet met de term ‘carpool karaoke James Corden’.

Terug naar Paul McCartney. Deze video is de állerleukste tot nu toe in deze serie.
Ik ga er helemaal niets over zeggen, kijk en geniet.
Wel even tijd voor uittrekken, duurt 25 minuten; maar dan heb je ook wat!

Paul McCartney Karaoke>>>

(De video is niet ondertiteld. Als je de Engelse taal niet machtig bent zul je niet alles kunnen volgen, maar ik kan je aanraden het filmpje toch te bekijken. Ook zonder alles wat gezegd wordt te begrijpen is het de moeite meer dan waard.)

Reageren

30 augustus: De droogte voorbij.

Al weken fiets ik weer naar mijn werk, zoals altijd dwars door de Onlanden tussen Peize en Groningen. Toen ik de eerste keer daar weer langs fietste was het een tijd heel erg warm en droog geweest; in het anders drassige gebied stond geen water meer in de sloten en het gras langs de kanten werd al geel. Ik fietste langs het gebied achter Eelderwolde waar een aantal meertjes zijn ontstaan en zag dat die meertjes gedeeltelijk droog vielen. De grond begon al te scheuren op plekken waar eerder gewoon water stond. Als je op de foto hiernaast klikt krijg je een vergroting: het lichtbruine zijn de opgedroogde delen.

De vogels groepten met z’n allen op het veel kleinere stuk water dat overgebleven was en ik vroeg me af: wat gebeurt er als het nog langer droog blijft? Dat was gelukkig niet aan de orde, want daarna viel er af en toe regen en deze week waren de meertjes weer gewoon meertjes. De waterstand is nog wel wat lager dan anders (dat zie je aan de rietkragen aan de kant) maar het begint zich toch weer wat te herstellen.

Net als ons gazon en verschillende bloemen en struiken in de tuin.
Sommige dingen hebben de hitte niet overleefd, van andere planten hopen we dat ze het volgende voorjaar weer opbloeien.
Buienradar geeft in de veertiendaagse verwachting aan dat we volgende week nog een heerlijke nazomer krijgen.
Mag van mij duren tot en met Rodermarkt!

Reageren

29 augustus: Weer gewoon.

De waarde van mijn dagen wordt tegenwoordig in hoge mate bepaald door het feit dat alles weer ‘gewoon’ is. Sinds deze week ga ik weer gewoon naar mijn werk, doe ik gewoon het huishouden en vullen mijn dagen zich weer met de gewone dingen van alledag.
Gisteravond zat ik op de verjaardag van mijn broer; daar zat ik naast een schoonzus van zijn ‘kouwe kant’. We hadden elkaar een tijdje niet gezien, want zij was uitgevallen met een acute hernia, waardoor ze weken achtereen niet had kunnen lopen.

We deelden de sores van zo’n ziekte die je helemaal afhankelijk maakt van je omgeving.
De tijd die zo lang duurt: zij had al heel veel Netflix-series bekeken. De frustratie van niks zelf kunnen. Niet autorijden, niet fietsen en heel veel gebemoei van de hele wereld om je heen. En dan na een paar maanden constateren dat je weer kunt lopen. Dat je weer op de fiets zit. Daar ontzettend van genieten en iedereen app’jes sturen: “Kijk, ik zit weer op de fiets!” Hoezo gewoon.

Gewoon. Nog steeds dringt iedere dag het besef tot me door dat een normale dag een gelukkige dag is, al weet ik uit ervaring dat dit op den duur ook weer slijt.
Gisteravond toen iedereen een drankje had hieven we gezamenlijk het glas op mijn broer.
Iedereen riep van alles maar hij en ik keken elkaar aan en zeiden allebei “Zum Wohl”, de Duitse heildronk van mijn vader en zijn broers.
Op het goede.

Reageren

28 augustus: Leerschool van Tara Westover

Op 14 juli schreef ik dat ik twee heel verschillende en heel interessante boeken te leen kreeg van Renny Bron.  Het tweede boek heet Leerschool en is geschreven door Tara Westover. Met stijgende verbazing en soms met afschuw heb ik het gelezen.  Tara beschrijft haar jeugd als jongste kind in een gezin met 7 kinderen; ze is geboren in 1986. Toen ik begon te lezen dacht ik nog: ze is dus net zo oud als onze oudste dochter Frea. Verder is ze ook gepromoveerd en mag net als Frea Dr. voor haar naam zetten. Maar daarmee houdt iedere vergelijking op.

Dit staat over het boek op de achterflap.

Tara Westover groeit op in een streng mormoons gezin. Al op jonge leeftijd moeten zij en haar vijf broers en één zus risicovol werk verrichten in het bedrijf van hun vader. Ze leren een heftruck besturen en verzamelen schroot op het erf om in het onderhoud van de familie te voorzien. Het gezin leeft zo afgesloten van de gemeenschap dat er niemand is om Tara te onderwijzen. Laat staan haar naar een dokter te brengen na een ernstig ongeluk, of in te grijpen wanneer haar broer gewelddadig wordt. Tara slaagt er echter in zichzelf wiskunde en grammatica bij te brengen en wordt uiteindelijk aangenomen aan Brigham Young University. Daar begint haar weg tot zelfontplooing. Ze worstelt niet alleen met haar gebrek aan kennis door de geïsoleerde opvoeding, maar moet ook tot de pijnlijke conclusie komen dat een breuk met haar familie onvermijdelijk is.

Mij bekroop tijdens het lezen van dit boek hetzelfde gevoel als bij ‘Knielen op een bed violen’ van Jan Siebelink. Dat mensen zich zo kunnen laten meeslepen in godsdienstfanatisme. De vader en moeder in dit gezin creëren een bubbel om hun gezin heen, die hen helemaal afschermt van de buitenwereld. Alleen de bijbel én de boeken die zijn geschreven door de stichters van het Mormonisme worden gelezen.
Vader gelooft dat het einde der tijden nabij is en legt voedsel- en benzinevoorraden aan. De kinderen gaan niet naar school, want dat zijn indoctrinatie-instituten van de Illuminati. Verder gaan ze niet naar de dokter want genezing ligt in de handen van God (hierin bijgestaan door moeder, die heilzame kruiden gebruikt). Met de overheid wil vader ook niets te maken hebben, dus de kinderen worden bij hun geboorte niet geregistreerd.

Het is een ongelooflijk verhaal, waarin onder meer naar voren komt hoe belangrijk het is dat je goed onderwijs krijgt en hoe belangrijk geschiedenis is.
Tara komt er in de loop van het boek achter dat ze niet én in de moderne maatschappij kan leven én met haar familie blijven omgaan. Hoe het voor haar is om de familiebanden te doorbreken beschrijft ze hartverscheurend. Het feit dat deze vrouw een generatiegenoot is van onze dochter Frea bracht het verhaal dichterbij mij; het boek heeft mij nadat ik het uit had nog dagen door het hoofd gespeeld.
Op de website van de NRC vond ik een interview met de schrijfster. Het artikel is geschreven door Danielle Pinedo en de titel is “Ik wil in mijn eigen hoofd wonen”.
Hierbij een link >>> naar die pagina.

Reageren

27 augustus: Kijken naar wat er wél is.

Drie dagen reizen gaan een mens niet in de koude kleren zitten. Dan is uitslapen op zondagmorgen wel erg verleidelijk, maar in Op de Helte ging Bart Elbert voor,  één van de laatste keren voor zijn vertrek naar Beetsterzwaag dit najaar.
We hadden het niet willen missen.

De woorden van het gebed voor de opening van de schriften raakten me, omdat het een korte samenvatting is van de reden dat ik naar de kerk ga. Via kerkomroep heb ik het teruggeluisterd, hierbij de letterlijke weergave van het gebed:

Gezegend is uw naam Heer God. 
U biedt ons uw woord aan om te horen, om te zingen, om tot ons te nemen, om er blij van te worden.
Woorden als brood voor het leven, opdat we ons ermee mogen voeden, ook vanmorgen. Dat we ons mogen openen, omdat verhalen van toen ons inspireren tot geloof en vertrouwen in het nu en ons moed geven voor daden van liefde, hoop en vertrouwen. 

We zongen gistermorgen bekende, toepasselijke liederen en zittend/zingend in het grote gemeentekoor liet ik de woorden op me inwerken. Af en toe kon ik zelfs een bijna vergeten altpartij meezingen, opgediept uit het Cantorij-geheugen.

Onderwerp van deze viering was de wonderbaarlijke spijziging. In de overdenking besteedde de voorganger aandacht aan het veertigjarig jubileum van de wereldwinkel en maakte de vergelijking met het bijbelverhaal. De vrijwilligers die destijds begonnen met de wereldwinkel hebben niet gekeken naar wat er niet was, maar hebben zich met hart en ziel ingezet voor de goede zaak met de middelen die er wél waren. Ze hebben zich niet laten ontmoedigen, hebben steeds gedacht in mogelijkheden en niet in moeilijkheden. Een voorbeeld van hoe het kan, ook als kerk. Niet bij de (uitgebluste) pakken neer blijven zitten, maar actief blijven met daden van liefde hoop en vertrouwen. God heeft beloofd: ik zal er zijn. 

Organist Gerhard speelde tijdens de collecte een mooie bewerking van een lied dat ik kende maar niet herkende. Er speelden flarden van zinnen door mijn hoofd, maar ik kon de melodie niet te pakken krijgen. Iets met geboortepijn? Kriegel word ik daar altijd van, het bleef maar in mijn hoofd zeuren; pom pom pom pom du du du du.. …
Na de viering vroeg ik Gerhard naar de herkomst, maar die gaf niet meteen uitsluitsel
“Het is iets van Vogel, achterin het oude liedboek ergens.”
Thuis aan de koffie zocht ik het op, bladerend achter in mijn oude liedboek.
Het bleek lied 489 te zijn van Huub Oosterhuis.

Een mens te zijn op aarde,
is eens voorgoed geboren zijn
is levenslang geboortepijn
een mens te zijn op aarde
is leven van de wind.

Even de melodie geneuried en de tekst bij de noten gezongen: toen waren de flarden tekst en het po-pom-du-du weg uit mijn hoofd.
Je kunt je het misschien niet voorstellen, maar op het moment dat ik het goede lied had gevonden, was de viering voor mij pas afgerond.
Na drie dagen reizen was deze kerkdienst een eindpunt en een nieuw begin: dankbaar zijn we dat de hele onderneming vanuit Engeland goed verlopen is en met de woorden van gistermorgen kunnen we vol goede moed de nieuwe week weer in.

Reageren

26 augustus: Een beetje verreisd.

Al maanden was bekend dat Frea en Jon vanuit Engeland naar Nederland zouden verhuizen. In 2011 vertrok ze in haar eentje naar Engeland; toen leenden we een kar van Gerard z’n werk en brachten haar en haar spulletjes  (met de P&O-Ferrys’) naar Nottingham.
Jon kwam in haar leven en in 2016 gingen ze samenwonen. Plannen maken voor een verhuizing is vrij eenvoudig, maar de uitvoering ervan is een stuk moeilijker.

Frea vond een baan aan de Vrije Universiteit in Amsterdam: zij begint per 3 september. Jon schreef zich in voor een studie aan de Universiteit in Groningen, zijn introductieweek begint a.s. donderdag. Wij stelden hen voor om eerst bij ons in huis te komen wonen, eenmaal hier zal één en ander zich vanzelf wel uitkristalliseren.

We huurden een grote bus en donderdagmorgen om 08.30 uur aanvaardden we onze reis.
14.00 uur vertrok de ferry van Hoek van Holland naar Harwich, even na 23.00 uur kwamen we aan bij ons hotel in Leicester. De volgende morgen, (vrijdag)  vertrokken we naar Nottingham, maar we maakten nog even een kleine omweg naar Elvaston Castle (Er ging een laatje open…>>>), hierover in een volgend blog meer.
Het stel had alles al ingepakt; er moest nog een berg naar ‘de stort’,  een andere berg moest naar de kringloop en de laatste berg moest mee naar Nederland. De eerste twee bergen brachten we weg met de bus en de laatste berg brachten we doos voor doos naar de bus. Keurig neergezet en opgestapeld paste alles er ruim in. Deuren dicht, fietsen op de fietsendrager: met z’n vieren op weg naar het hotel dat we hadden gereserveerd in Colchester waar we laat in de avond aankwamen. We namen nog een afzakkertje samen met een groep Engelsen die vierden dat het weekend was.

Zaterdagmorgen vertrokken we rond 06.45 uur richting Harwich, waar de boot om 09.00 uur vertrok. Toen daalde de rust op ons neer. Geen gejut meer om op tijd ergens te zijn: we deden ons tegoed aan een heerlijk ontbijtbuffet en gooiden de kaarten rond op een tafeltje voor vier in het restaurant, want met z’n vieren kun je immers klaverjassen!

Zaterdagavond om 20.30 uur reden we de Boskamp in. Aan de garage hing een groot spandoek: een welkomstgebaar voor Frea & Jon gemaakt door Harriët en Carlijn. Want de vrienden en familie in Engeland vonden hun vertrek natuurlijk stom, maar hier in Nederland werd reikhalzend naar hen uitgekeken.
Het is wennen voor ons allemaal. Frea zat op de boot vertellen dat ze de komende week ‘schoolspullen’ voor haar en Jon gingen kopen. “Dan gaan we naar de Schoolcampus in V&D!”
Zeven jaar in een ander land is best lang, dan heb je gewoon niet meegekregen dat de V&D al een aantal jaren failliet is.

Ms. Pickle Snitch McNibbles

Naast Frea en Jon krijgen we nog een extra gast in ons huis: mejuffrouw Pickle Snitch McNibbles.
Wij mogen Pickle zeggen, het is het hamstertje dat al twee jaar bij Frea en Jon in Nottingham woonde.
Ze stond de hele reis tussen hen in op de achterbank van de bus.
Ze heeft inmiddels een eigen plekje in onze woonkeuken tussen de computer en de eettafel in.
De eerste eetafspraken zijn ook al gemaakt: aanstaande donderdag komt de hele club bij ons eten, alleen Wim is er dan niet, die viert nog vakantie met vrienden in Frankrijk.

We zullen de komende tijd regelmatig weer een ‘full house’ hebben.
Daar zullen we op z’n minst aan moeten wennen, maar daar zullen we ook ongetwijfeld erg van genieten.

Reageren

25 augustus: Achter het orgel.

Dit jaar ben ik niet ingedeeld bij de vrijwilligers die gasten rondleiden tijdens de openstelling van de Catharinakerk.
Dit had alles te maken met de bypass-operatie die ik heb ondergaan in maart.
We hadden afgesproken af dat ik zou proberen aanwezig te zijn als Hidde ook dienst had, dan zou ik boventallig zijn; ‘van toegevoegde waarde’ merkte iemand daarover op.

In eerste instantie dacht ik dat ik mijn diensten wel weer gewoon had kunnen draaien, maar achteraf was het fijn dat het niet hoefde.
Soms was ik na een volle week zo moe op zaterdag dat ik blij was dat ik thuis kon blijven.

Maar een aantal keren lukte het ook wel om aanwezig te zijn en dan was het ook gelijk weer erg leuk.
Eén keer heb ik niet veel bezoekers gesproken. Toen was Dorien één van de gasten en Dorien heeft vroeger samen met haar zus Ineke heel veel bij ons opgepast.
Ineke&Dorien was bij onze dochters één woord.
Ze kwamen op de verjaardagen van de meisjes, paste vaak in de weekenden bij ons op (toen hadden we ook al zo’n drukke agenda) en we hadden het altijd erg gezellig met elkaar.
Maar kleine meisjes worden groot. Onze meisjes hadden op een gegeven moment geen oppas meer nodig en Dorien en Ineke trouwden en gingen ergens anders wonen.
Af en toe sprak ik de moeder van de dames nog en soms zag ik foto’s van hun kleinkinderschaar.
Dorien had op die bewuste middag haar dochter én haar moeder Tineke meegenomen; oma ging met haar kleindochter de kerk in, zodat ik met Dorien even uitgebreid kon bijpraten.
Bep-bep-klep-klep. Weinig toegevoegde waarde die middag……

Toen neef Cor (14) bij ons logeerde had ik ’s middags ook dienst.
Gerard bedacht dat het wel leuk zou zijn als hij met Cor als bezoeker in de kerk langs zou komen: verrassing!
We bekeken samen de ‘highlights’ in de kerk, we keken even onder de toren en daarna mochten we even kijken bij Frits die achter het monumentale Hinszorgel zat.
Frits vertelde ons van alles over het orgel, liet ons de gelige, ivoren toetsen zien, legde uit hoe de registers en de pedalen werkten en nam ons daarna mee naar de achterkant van het orgel.
Hij haalde een schot uit de achterkant en toen keken we in het binnenwerk van het orgel.
Niet te geloven wat je dan ziet. Allemaal lange dunne staafjes die verbonden zijn met pijpen, waar lucht doorheen wordt geblazen op het moment dat je een toets indrukt.
(Op de foto het klavier van het orgel. Meer weten? Klik hier voor een link >>>)

Die staafjes zijn ook weer verbonden met andere staafjes, die mee gaan doen op het moment dat je een register opentrekt.
Het deed mij denken aan het ingenieuze systeem van het planetarium dat Eise Eisinga bedacht en maakte op zijn zolder en in 1781 voltooide.
Orgelbouwer Hinsz voltooide dit orgel in de Catharinakerk in 1780.

En dat is nog maar één bezienswaardigheid in de eeuwenoude kerk op de Brink, er is zoveel meer dat het ‘bezien waardig is’!
Nieuwsgierig geworden? Op zaterdag 8 september is de Open Monumentendag, dan is de kerk open van 10.00 – 16.00 uur.
Kun je gelijk de dia-presentatie bekijken die sinds deze zomer op de beamerschermen te zien is.
Het duurt ongeveer 12 minuten en geeft in beeld en tekst een overzicht van de geschiedenis van de kerk, de interessante items en wat er in loop van de jaren zoal is veranderd.
Welkom!

Reageren

24 augustus: Sorbet á la Evert.

Een sorbet. Vroeger kregen wij de lekkerste sorbet bij Evert van lunchroom ‘de Karre’ aan de Drentse Hoofdvaart in Smilde.
Zo’n hoog glas dat breed in golfjes uitloopt, met onderin een beetje rode ranja en fruitcocktail.
Daarbovenop een toef wit softijs en daarbovenop echte slagroom, gegarneerd met een dun rolletje koek.

In Smilde. En in Niebert.

Gerard bestelde ooit een sorbet bij Evert ’s avonds om 23.30 uur in de maand januari, hartje winter. Evert verslikte zich en roeptoeterde door het restaurant “Een sorbet?!?”
Alle ogen waren gericht op Gerard.
Bestelt die vent nou echt op dit tijdstip en in dit jaargetijde een sorbet?

Ja. En hij at hem lekker op.

Zulke lekkere sorbets als in Smilde krijg je tegenwoordig niet meer.
Dachten we.
Maar vrijdag hadden we een dagje vrij, neef Cor kwam bij ons logeren en we vroegen hem wat hij het liefst zou eten die dag. Hij mocht het restaurant kiezen.
Hij koos voor een ouderwetse schnitzel met champignonsaus.
Internet bracht ons voor dit menu bij chauffeurscafé/wegrestaurant ‘In de Klaver’ bij Niebert.
Het was verrassend vol in het restaurant, dat hadden we eigenlijk niet verwacht.

Bij de schnitzel hoorde ook een nagerecht en je raadt het al: een sorbet.
In zo’n hoog glas dat breed in golfjes uitloopt, met onderin een beetje rode ranja en vers tropisch fruit.
Daarbovenop een toef wit softijs en daarbovenop echte slagroom, gegarneerd met een dun rolletje koek.
ECHTE SLAGROOM!

Eigenlijk neem ik nooit een toetje in een restaurant, ik neem altijd koffie.
Maar als we ooit weer gaan eten in “In de Klaver” (en dat gaan we vast weer doen want de schnitzel en toebehoren waren ook prima) neem ik weer zo’n ouderwetse, overheerlijke sorbet. In zo’n hoog glas dat….. ja hoor, ja.
Dat he’j al verteld.

Ook eens een ouderwetse schnitzel eten of zo’n heerlijke sorbet proeven?
Hierbij een link naar hun website Wegrestaurant In de Klaver >>>

Reageren

23 augustus: Een abdij, een ruïne en een visje.

Twee weken geleden zaten Gerard en ik een weekend in Noord-Holland, ik schreef al over onze avonturen aan het Noordzeestrand. We kennen de omgeving in de kop van Noord Holland al vrij goed,  daarom kozen we er op de zaterdag voor om iets verder naar het zuiden af te zakken.  Vanuit Julianadorp reden we met de fietsen achterop de auto naar Egmond. Je hebt drie Egmonden: Egmond aan den Hoef,  Egmond aan Zee en Egmond Binnen; drie dorpjes die dicht bij elkaar liggen. Op de fiets kun je zo heerlijk de omgeving verkennen.  Van te voren had ik al even op Wikipedia gekeken,  dus ik wist al dat er een abdij in Egmond Binnen was en een ruïne in Egmond aan den Hoef; we stemden onze fietstocht op deze historisch interessante punten, maar daarnaast was er natuurlijk ook weer van alles te zien. Op de fiets zie je de omgeving beter dan in de auto.

De geschiedenis begint met de Sint-Adelbertabdij van Egmond. De abdij werd aan het begin van de 10de eeuw gesticht, door graaf Dirk I. De leden van het huis Egmond traden op als voogd en dus beschermer van de abdij en groeiden op die manier uit tot een vooraanstaande familie in de Nederlandse geschiedenis.
De meeste kloosters werden vernietigd tijdens de reformatie, ook dit klooster ontkwam er niet aan. Maar wij vonden al fietsend door Egmond Binnen de abdij in blakende staat; het werd in de twintigste eeuw herbouwd en is heden ten dage in gebruik als modern klooster.  Op de foto zie je het kunstwerk dat een ‘omgang’ van monniken verbeeld. Je kunt er cursussen en retraites doen. Meer weten over de abdij, de geschiedenis en de huidige mogelijkheden? Klik hier voor een link naar hun website.

In de middeleeuwen vestigde het riddergeslacht het Huis van Egmont zich op een grote boerderij (hoeve) ten noorden van de abdij van Egmond. Rondom de hoeve ontwikkelde zich langzaam een dorp en het Slot op den Hoef. De laatste bewoner van het slot was Lamoraal van Egmont.  In de tachtigjarige oorlog had hij partij gekozen voor de Spaanse overheersers. Hij vertrouwde op Alva,  maar toen hij eenmaal gevangen werd genomen door de Spanjaarden werd hij in Brussel onthoofd.  Zijn kasteel werd door de geuzen (onder aanvoering van Willem van Oranje) met de grond gelijk gemaakt, om te voorkomen dat de Spanjaarden het als verdedigingswerk in gebruik zouden nemen.
In Egmond aan den Hoef vonden we de fundamenten van het Slot aan den Hoef met een beeld van Lamoraal.

We fietsten de route aan de hand van de onvolprezen fietsknooppunten.  Als die knooppunten niet langs mijn ’targets’ liepen, dan fietsten we even een stukje om.  We zagen heel veel verschillende landschappen op onze fietstocht.  Zee en strand,  duinen, dorpjes,  bossen, weilanden: wat een heerlijke dag was het.

We eindigden de dag aan het strand van Egmond aan Zee; even de schoenen uit en met de voetjes in de Noordzee.
In de Hoofdstraat van het zeer toeristische dorpje zaten we op het terras van een visrestaurant: een visje van Dekker smaakt altijd lekker!
Het visje ging vergezeld van een hele stoet badgasten die van en naar het strand liepen;  je raakt niet uitgekeken op de mensenstroom.

Drie dorpjes met Egmond in de naam, drie heel verschillende werelden.
Eenmaal weer in ons B&B deden we nog een spelletje kolonisten.
“Ik zet nog even een ridder op het veld”.
“Ik bouw een stadsmuur.”
“Ik kan een klooster openen”.
Na zo’n dag heb ik beelden bij die begrippen.

Reageren

22 augustus: De grootste gehaakte deken ter wereld.

Afgelopen weekend zagen we de enorme reuzen die door de straten van Leeuwarden trokken: het is de Friese hoofdstad goed gelukt om in beeld te komen nu ze Culturele Hoofdstad 2018 zijn.

Op 14 en 15 juli was er een ander spektakel waar zelfs een ‘Roder’-tintje aan zat: het project ‘de Grootste Gehaakte deken ter wereld. De Rodermarktdeken lag er ook bij,  de deken die is gemaakt van de blauwe rondjes die we met onze PKN-gemeente gehaakt hebben voor de Rodermarktwagen van 2017.(zie Van rondjes naar vierkantjes >>>)

  

Onder leiding van ‘onze’ Hetty zijn er er nog een aantal dekens gemaakt en ingeleverd.
Hetty stuurde mij twee foto’s van de dag van de recordpoging.
Het was een zeer geslaagd project en het doel is ruimschoots gehaald: naast de wereldrecordpoging was het vooral de bedoeling dat er verbinding ontstond.

Op de website van de Leeuwarder-courant vond ik een pagina met meer informatie en een video over hoe de dekens allemaal aan elkaar worden geprikt:
link naar filmpje: >>>

Hierbij nog een link naar een video van omroep Friesland over 14 en 15 juli: alle dekens aan elkaar! (er zit een beetje Fries in, maar het merendeel is Nederlands)
Video van Omroep Friesland >>>:

Kijk en geniet!

Reageren

Pagina 1 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén