“We gaan ook naar het Noorden” overlegden Gerard en ik toen we op Rügen waren.
In het noorden bevindt zich een heuse kaap, Kap Arkona, genoemd.
Gerard wilde graag naar die kaap, ik wilde naar de dorpjes Altenkirchen en Vitt.
De kerk in Altenkirchen is één van de oudsten op Rügen.
Voordat de Denen Noord Duitsland veroverden (in de 12e eeuw) en het christendom kwamen brengen, werd het eiland bewoond door de slavische Ranen.
Die hadden op die kaap een verdedigingswerk van aarden wallen en houten schotten gebouwd, de Jaromar-burg. Deze Ranen vereerden de godheid Svantovit en op die kaap bevond zich ook een tempel voor deze god.

De Denen vernielden de tempel en delen van de burgwal en vernietigden alle beelden van Svantovit; het christendom moest immers gebracht worden.
Het bijzondere van de kerk in Altenkirchen is de de Svantovitsteen. De steen is op gekantelde positie ingemetseld en toont een persoon met een grote drinkhoorn. Zeer waarschijnlijk dateert de steen van voor de kerstening in 1168. Het zou de slavische god Svantovit voorstellen. De gekantelde positie van de steen moest de superioriteit van het Christendom over de oude cultus bevestigen. Maar de geleerden zijn het er niet helemaal over eens…… het zou ook een steen voor een Deense prins geweest kunnen zijn.

Het vissersplaatstje Vitt, naast de noordkaap, was in de vroege middeleeuwen een haven van belang. In november kwamen mensen van heinde en verre naar Vitt voor de jaarlijkse haringmarkten. Het is maar een klein dorpje (13 huizen) en het wordt nu overspoeld door honderden toeristen, dus van de karakteristieke aspecten is bijna niets te zien. Maar je kon wel vis kopen: we aten een heerlijk broodje ‘Backfisch’ op de grote stenen aan de Oostzee.

Op de Kap Arkona wilde ik graag de

Vuurtoren

 

Kap Arkona

archeologische resten van de Jaromar Burgwal >>> bekijken, maar die waren helaas niet toegankelijk. Men is bezig met werkzaamheden om de kaap meer te beschermen tegen erosie, want door regen, wind, zon en water verdwijnen er jaarlijks enkele centimeters van de kaap.
Gerard besteeg de trappen van de vuurtoren en genoot daar van het prachtige uitzicht op de Oostzee en het eiland Rügen.

De kaap zelf viel een beetje tegen na de prachtige uitzichten mét krijtrotsen die we hadden gezien aan de oostkust op de Königsstuhl. Het deed allemaal nog wat Oost-Duits aan, omdat de hele kaap in DDR-periode geheim gebied was; de sporen daarvan waren nog duidelijk in het landschap aanwezig.
Hieronder een foto die Gerard maakte boven op de vuurtoren. Hier kijk je vanaf het Noordelijkste puntje van Rügen over de Oostzee.