een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: augustus 2019 Pagina 2 van 4

21 augustus: Gastblog Dea – Zandverhalen

Altijd fijn als mensen meedenken.
Omdat ik aangaf dat ik misschien niet iedere dag een blog zou kunnen schrijven reageerde Dea Smith via de mail: “Als je niets te schrijven hebt Ada , wil ik als gastschrijver wel reclame maken voor zandverhalen. Het is iets dat bij jullie past.”
Nou Dea, graag zelfs, bedankt voor je originele inbreng.

Ze stelt zichzelf even aan de lezers voor:
Dea Smith, gehuwd met Gerard Smith, woonachtig in Roden.
We hebben 3 kinderen, waarvan 2 uitwonend en 1 nog thuiswonend.
Beroep: docent biologie.
Hobby’s; bloemschikken, lezen, wandelen en natuur.
Gerard en Ada ken ik allereerst via de basisschool “de Haven” van de kinderen.
Mathijs , onze oudste zat bij Carlijn in de klas.
Daarna(ast) via het kinderkoor en allerlei activiteiten in de kerk.

Zandverhalen

In de vakantie stuitte ik op internet toevallig op “zandverhalen”. Omdat ik door de berichten erg nieuwsgierig was geworden hebben we deze zandsculpturen in 3 grote loodsen in Elburg bezocht.
Zandverhalen zijn geen gewone zandsculpturen, er worden namelijk Bijbelverhalen verbeeld met een link naar het heden. Actuele vraagstukken over vluchtelingen en de verschillen tussen verschillende culturen komen aan bod. Het is daarom geen goedkoop vermaak. De verschillende tekst borden roepen op tot nadenken. Verder komt het ontstaan van het Christendom en de kerkgeschiedenis aan bod. Er wordt geen partij gekozen, maar laat de verschillende kerken in zijn waarde.

Zandsculpturen is gemaakt door 25 top-zandkunstenaars uit de hele wereld. Wat verder uniek is dat er een combinatie is gemaakt met zand en prachtige voorwerpen uit de hele wereld. Oude sluisdeuren, deuren uit verschillende culturen, grillig hout, prachtige vazen en oude botters: alles is op een geweldige manier geïntegreerd in het geheel.

Wij hebben ongeveer 2 uur door zandsculpturen gedwaald. We vielen van de ene verwondering in de andere. De figuren zijn prachtig. De thema’s bijzonder goed uitgebeeld. De paden zijn breed, zodat de tentoonstelling ook heel goed met een rolstoel te bezoeken is. Na deze 2 uur was ons hoofd vol, maar we hebben er geen genoeg van gekregen en gaan zeker nog eens om weer nieuwe dingen te ontdekken.

Zandverhalen is dagelijks geopend van 10:00 tot 18:00 en kun je vinden in de Haven van Elburg. Ticketprijzen €16,50

Meer weten?
Hierbij een link naar de website van ‘Zandverhalen’>>> en naar een artikel over dit onderwerp op de website van de Raad van Kerken >>>.

Klik op de foto’s (gemaakt door echtgenoot Gerard)  voor een vergroting.

 

Reageren

20 augustus: Lezer van de maand – Nettie Kramer

Hoe kennen wij elkaar?
Ik ken Ada en Gerard van de Haven waar onze kinderen naar school gingen. Dat was een leuke tijd: regelmatig kwamen wij als ouders op school voor hand- en spandiensten en ouderavonden maar ook meehelpen aan de Rodermarktwagen met natuurlijk de gezellige nazit. Wij leerden in die tijd veel ouders kennen en we hebben elk jaar nog een reünie van de Havenstappers. Daarover heeft Ada verschillende blogs geschreven. Ada en ik zijn bijna even oud en ik herken veel in Ada’s blog als het gaat over muziek en opvoeding. Het is altijd gezellig praten met Ada en Gerard en ik zie ze graag.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben geboren op Urk, 30 juni 1960, en was tweede dochter in een gezin van zeven kinderen en een orgel.

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
Ik ben bijna 36 jaar getrouwd met Harm Holman, melkveehouder in Steenbergen.

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen? 
Volgend jaar word ik 60 en ik denk nog altijd na over wat ik later wil worden. Ik ben docent  Nederlands in het vo geweest (vmbo en onderbouw havo/vwo) en heb nadat ik gestopt ben, nog regelmatig ingevallen. Ik heb nu al bijna twintig jaar mijn eigen bedrijf Scholare. Wat ik daar doe kun je lezen op mijn site: www.scholare.nl Ik zit in de redactie van een magazine voor begeleiders in het onderwijs, volg een cursus non-fictie schrijven op de SchrijversVakSchool in Groningen en hoop dit jaar af te studeren. Verder doe ik vrijwilligerswerk voor de kerk en Noordenveldleest.nl. Ik lees, fiets en wandel graag en tuinieren vind ik een ultieme bezigheid om mijn hoofd leeg te maken.

Wat wil je graag met de lezers delen?

Ada schrijft altijd zo mooi over haar geboortedorp, haar liefde voor het Drents en haar familie. Daar wil ik ook iets over vertellen.

Urk
Veel mensen reageren verbaasd als ik vertel dat ik van Urk kom. Urk is een bijzonder dorp en heeft ook een heel eigen dialect dat door iedereen wordt gesproken; makkelijk te verstaan maar moeilijk te leren door het specifieke accent. Een beetje zangerig. De zinsnede ‘Un kweeuwkien mit gerespelde keaze’ (een beschuitje met geraspte kaas) gebruik ik vaak om duidelijk te maken hoe het Urkers klinkt. Mensen hebben vaak geen idee wat dit betekent, laat staan dat ze het uit kunnen spreken. Deskundigen benoemen het Urkers zelfs als een unieke eigen taal en hebben veel onderzoek gedaan naar de oorsprong van dit dialect. Als je meer hierover wilt weten, lees je hier meer.

Urkers zingen graag, ik ook. Of dat nu komt omdat bijna iedereen op Urk naar de kerk gaat en makkelijk zingt of dat muzikaliteit in de genen zit? Geen idee. Jammer genoeg heb ik die muzikale genen niet. Mijn oudste broer wel, als enige uit ons gezin. Wij zingen graag samen op familiedagen en bij feesten. Wie nog eens ouderwets wil zingen kan op de woensdagavonden in de zomer in de Bethelkerk op Urk zijn lol op. Het is veel nostalgie, maar het heeft ook wel wat om met een volle kerk uit volle borst te zingen. Voor een impressie is dit een leuk filmpje, klik daarna op ‘Lichtstad met Uw paarlen poorten’; een tophit op Urk die bij elke begrafenis wordt gezongen. En als je dan toch op Urk bent, bezoek het leuke museum, maak een ‘gingkiestocht’ en een lekkere kuier langs de boulevard met vuurtoren en de haven.
Ze noemen Urk niet voor niets de parel van Flevoland.

Urk heeft natuurlijk ook een andere reputatie die steeds weer bevestigd wordt in de media: ze drinken veel, gebruiken drugs, zijn erg christelijk en brengen dat niet in de praktijk. Dat klopt, het zijn net mensen. Alle kerken zijn er aanwezig behalve de katholieke en als er niet één naar hun zin is, dan bedenken ze die zelf. Bijvoorbeeld de jongste kerk heet de Reformatorische Baptistenkerk…

Er is ook een andere kant: Urkers zijn over het algemeen enorm gastvrij, hebben veel humor en zijn erg gul. En ze praten veel en makkelijk over het geloof. Dat heeft twee kanten. Stelligheid en orthodoxie draagt meestal niet bij aan een goed gesprek. De SGP is de grootste partij op Urk en die bepaalt het gemeentelijk beleid. Daardoor is er ook veel frustratie bij mensen die wat ‘lichter’ zijn. Maar je hebt ook in de lichtste PKN-kerk nog steeds geen vrouwen in het ambt, laat staan op de preekstoel. En een dominee die homo is? Dat is reden voor een kerkscheuring! Hier geldt echt: zoveel hoofden, zoveel zinnen.

Als je nu vanaf Emmeloord Urk inrijdt, zie je dat Urk bijna aan Tollebeek vastzit. Veel nieuwbouw dicht op elkaar, veel auto’s, veel te veel mensen op een klein stukje grond. ‘Urk dat is een soetendal, wie is er is, die blijft er al’…zo luidt een zin uit het Urker volkslied. Ik bleef er niet en ging weg na de middelbare school. Mijn ouders en één broer bleven er wonen. Ik kom er nog graag, mijn vader is 92 en woont daar nu in een verzorgingshuis waar hij uitstekend en liefdevol verzorgd wordt. Ik ben ook altijd blij als ik weer naar huis ga. Voor mij was en is het te benauwd. Ik houd van ruimte!

Reageren

19 augustus: 1-persoonshuishouden & Update UMCG

Eigenlijk heb ik nooit alleen gewoond.
Op 24 maart 1983 woonde ik nog bij mijn ouders, op 25 maart 1983 trouwde ik met Gerard en woonden wij met z’n tweeën aan de Rijksweg in Hoogersmilde.
Sinds Gerard donderdag is opgenomen in het UMCG voer ik een 1-persoonshuishouden.
Het huis voelt groot en leeg aan; ik verveel me niet, doe naast het bezoeken van Gerard in het UMCG leuke dingen, maar ik mis een klankbord.
De vaatwasser draai ik eens in de twee of drie dagen en dan ook nog met een licht programma. De wasmachine: zelfde verhaal.
Qua warm eten doe ik makkelijk: we hebben nog wat ‘studentenbakjes’ in de diepvries en voor mij alleen leg ik de ‘kooklat’ minder hoog dan voor twee personen.
Begin deze week kocht ik een vers brood en deed dat in de diepvries. Iedere dag haal ik er twee plakjes uit: ik hoef nog geen nieuw brood te kopen. Ik doe eindeloos lang met 125 gram vleeswaren. ’s Avonds als het donker wordt sluit ik alle deuren al af en af en toe hoor ik mezelf praten. Tegen het computerscherm of tegen de auto.
Raar.

Het was de bedoeling dat Gerard gisteren een soort up-date zou schrijven, maar hij voelde zich niet goed. Vrijdag en zaterdag heeft hij een chemokuur gehad en gisteren had hij een rustdag. Dat was ook wel nodig, want die chemo’s deden hun werk goed en veroorzaakten maag- en darmproblemen, zoals misselijkheid en gebrek aan eetlust.

Vandaag, maandag de 19e, zijn de stamcellen teruggeplaatst.
Dat is in de hele behandeling een belangrijk en bijzonder moment. “De hulptroepen zijn gearriveerd!” zei de verpleegkundige vanmorgen.
Die stamcellen zijn in 2015 al geoogst; toen heeft men een dubbele portie afgenomen, de ene helft gebruikt en de andere helft ingevroren.
Die zijn dus vandaag uit de vriezer gehaald en weer toegediend; 5 zakjes in totaal (zie foto).

Een vervelende bijkomstigheid is, dat Gerard een lichte verkoudheid had toen hij werd opgenomen. Zijn stamceltransplantatie kan er wel om doorgaan, maar hij heeft  een kamer voor zich alleen die hij ook niet mag verlaten wegens besmettingsgevaar. Als er een verpleegkundige of arts binnenkomt draagt die een blauwe plastic overjas en een mondkapje.
Niet leuk.
Op deze manier spreekt hij, naast de mensen die op bezoek komen,  bijna geen andere mensen en dat maakt dat de dagen lang duren. Maar we hebben alle begrip voor deze maatregelen: de patiënten van de afdeling zijn nu eenmaal kwetsbaar en we moeten voorzichtig zijn.

Samen met de kinderen maken we er wel wat van.
We houden erg van spelletjes en daar is nu alle tijd voor.
En nee: we laten hem niet winnen.

Reageren

18 augustus: Een spannende bocht.

Geen viering in een kerkgebouw voor ons vanmorgen. 
Vroeger miste je dan de kerkdienst, maar tegenwoordig kunnen we meeluisteren.
We hadden afgesproken dat we allebei zouden luisteren: Gerard in het UMCG en ik aan de Boskamp. Daarna zouden we elkaar bellen.

Naar een kerkdienst luisteren is een andere beleving dan een kerkdienst bijwonen.
Je weet wat er is gezegd, maar je hebt het niet beleefd, gevoeld, gezien.
Net als vorige week hoorden we een uitspraak van Jezus die we niet van hem verwachten.
In Lucas 12 vers 51 staat: “Denken jullie dat ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde? Geenszins zeg ik jullie, ik kom verdeeldheid brengen”.
Huh? Op het moment dat Dea het voorlas dacht ik: “Hoe kan het dat me deze zin nog nooit is opgevallen….”

Over die verdeeldheid ging het vanmorgen.
Als voorbeeld noemde voorganger Walter Meijles een gezin, waar het nieuwe vriendinnetje van de zoon een hoop onrust veroorzaakt. Ze eet vegetarisch en wil niet mee op vliegvakantie. De anderen vinden dat gezeur en langzaamaan ontstaat verwijdering.
Ook in onze maatschappij is die verdeeldheid levensgroot aanwezig.
De één vindt dat er op het gebied van waterbeheer maatregelen moeten worden genomen om de droogte in Nederland tegen te gaan, de ander vindt dat baarlijke nonsens.
En dat is nog maar één voorbeeld.

Wie heeft gelijk?
Vanmorgen leerden we dat beide partijen gelijk hebben vanuit hun eigen achtergrond en levensvisie. In het gesprek dat Gerard en ik naderhand voerden vonden we een mooi voorbeeld van ‘voortschrijdend inzicht’. Onze dochters eten alledrie vegetarisch,  soms zelf veganistisch. Daar moesten wij in het begin ontzettend aan wennen. (lees: vonden wij bijzonder lastig). Gedoe op tafel.
Inmiddels zijn we jaren verder en eten Gerard en ik minstens drie keer in de week geen vlees, eten we veel meer fruit en zijn we er achter gekomen dat ook veganistisch eten lekker is. Maar we eten nog wel vlees.

De boodschap vanmorgen was: als we kijken naar Jezus zien we dat hij de boel soms behoorlijk opstookt. Dat is niet verkeerd. Als mensen enthousiast een vurig pleidooi houden dat het anders moet, neem daar kennis van en ga in gesprek.
Denk na over de vraag waarom het zoveel weerstand oproept.
Wat kan ik hier zelf mee?
Wat moet ik als christen doen?
Als je heel eerlijk bent weet je dat heel goed.

In het dankgebed klonk de dankbaarheid door van Dirk en Alie, omdat zijn behandeling succesvol is geweest. Verder vroeg de dominee aandacht voor de mensen ‘waar het leven een spannende bocht door gaat’ en werd Gerards naam genoemd.
Er niet bij zijn en er toch bij zijn.

Reageren

17 augustus: Wat is ‘zich encanailleren’?

Op advies van mijn boekenvriendin las ik Joop ter Heul, een boek dat geschreven is door Cissy van Marxveld in het begin van de twintigste eeuw.
Honderd jaar geleden.
Dan zou je denken: ouderwets! Was ook zo.
Het speelt in een tijd die zelfs mijn moeder niet heeft meegemaakt, maar de schrijfstijl is beslist niet antiek. Het leest heel gemakkelijk weg,  vooral het eerste deel heb ik met veel plezier gelezen; soms moest ik zelfs hardop lachen!
Het speelt zich af in deftige kringen.  Er zijn dienstmeisjes, Joop (die eigenlijk Josephine heet,  maar nooit zo genoemd wordt) gaat naar de HBS, kleding, etikette en mode zijn erg belangrijk,  gewone mensen zijn ‘inboorlingen’ en die doen het zware werk.

In dit boek met verhalen van een eeuw geleden staan woorden die wij al lang niet meer gebruiken.
Julie (Joops getrouwde zus) heeft een dienstmeisje waar ze op een gegeven moment over zegt: “Ik kan me met Hillegonda toch niet encanailleren!”
Hé?
Zo’n woord zoek ik  dan op.
Dit staat er over op de website van Genootschap Onze Taal:
Zich encanailleren is een zeventiende-eeuwse vernederlandsing van het Franse s’encanailler, dat ‘zich inlaten met het gepeupel’ betekent.
Of, in de nettere omschrijving van Van Dale Frans-Nederlands: “zich bewegen in kringen van twijfelachtig allooi, zich afgeven met mensen van twijfelachtig allooi, een vleugje couleur locale opdoen”.

S’encanailler is afgeleid van canaille, wat ‘gepeupel’ betekent’.
Dus.
Die Julie.

De man-vrouw verhouding van honderd jaar geleden zoals die in het boek wordt beschreven vond ik stuitend; niet te geloven gewoon!
Als negentienjarige is Joop al getrouwd met de gewichtige Leo, die dan  halverwege de twintig is. Hij spreekt zijn vrouw soms aan met ‘kindje’ en noemt haar een onverstandige kleuter.
Op een dag heeft Joop de aardappels bij het afgieten per ongeluk in de gootsteen laten vallen, maar ze dient ze zonder blikken of blozen op; de gootsteen was immers brandschoon.
Echtgenoot Leo raakt er danig van uit zijn humeur.
”s avonds  heeft Leo me op zijn knie gezet en gezegd: zullen we nog even over vanmiddag praten, vrouwtje?’
Brrr.
Mede daardoor heb ik het derde en het vierde deel van deze serie wat vluchtiger gelezen: het was me gewoon te gortig af en toe.

Vaak moest ik trouwens ook denken aan mijn oma’s; net zo oud als Joop, want allebei geboren rond 1900. Die hadden geen weet van de wereld waarin Joop opgroeide; Joop zou hen geen blik waardig gekeurd hebben. (Meer lezen over mijn oma’s? Zie Oma Vrieswijk >>> en Oma Boelen >>>)
Joop leefde met haar kwijnende zus Julia en haar vriendinnen in een bubbel, een eigen wereldje boven de maatschappij waarin Jan met de Pet soms maar net het hoofd boven water kon houden. Het 19e eeuwse standsverschil sijpelt tussen de regels in dit boek door, al is Joop dan wel weer degene die zich bekommert om Hillegonda, het dienstmeisje van Julie.

Maar mijn vriendin had gelijk: dit moet je gelezen hebben, dit hoort bij je opvoeding.
Je hoort te weten wat de Jopopinoloukico-club is.
Net als bij het boek van Pip leer je meer over de gang van zaken in een ander milieu dan waar je zelf uit komt.  Joop was namelijk geen kerkmens: op zondag gingen ze luieren, uit rijden of op visite.  En ze was niet zo superbraaf , degelijk en vroom als Goud-Elsje van Max de Lange Praamsma.

Gewoon,  een leuk kind van 17 dat het zwaar heeft met een strenge vader en het land heeft aan leren.
Eigenlijk net als ik in 1977.
Alleen was zij een bakvis en ik was een puber.

Reageren

16 augustus: Rügen 3 – Klaus – Een zeevarende kruising van Floris en Robin.

Ooit gehoord van de Nederlandse piraat Klaus Störtebeker? Wij niet.  Toen wij aan onze buren vertelden  dat we naar Rügen gingen kregen we van hen wat folders en een fietskaart van dat gebied mee.  En het advies om naar Ralswiek te gaan,  naar de Störtebeker Festspiele. “Moet heel spectaculair zijn.  Met boten en paarden en kanonnen en vuurwerk!” Maar ze waren zelf niet geweest.

Al voordat je op Rügen bent kijkt Klaus je indringend aan op de poster van de Festspiele; eenmaal op het eiland is hij alomvertegenwoordigd. We trokken er een middag en een avond voor uit: dit stukje Noord Duitse cultuur wilden we niet missen. Toen we om 15.30 u in Ralswiek aankwamen werden we al door parkeerwachters naar een weiland gedirigeerd.  En het begint pas om 20.00 u hé?  Het was een gigantisch oer-Duits evement waar we ons in ondergedompeld hebben. Even een paar weetjes op een rij:

– het openluchttheater heeft een enorm podium met het kasteel van koningin Zwarte Margarethe aan de ene kant en de vesting Stockholm aan de andere kant. De kust van het binnenmeer maakt ook onderdeel uit van de bühne.

– ‘de zaal’ heeft 91 rijen met elk 96 stoelen. Daarmee kom je op het duizelingwekkende aantal van 8736 stoelen.

Spiesbraten mit Fladenbrot

-de entourage van het spektakel is minstens zo amusant als het toneelstuk zelf. Sehr gemütlich und sehr Deutsch.  We kochten ‘Spiesbraten mit Fladenbrot’ en zaten aan lange tafels tussen de Duitsers,  die zich massaal te goed deden aan wat er zoal aan eten en drinken werd aangeboden.

– de voorstelling loopt van juni tot en met september en vindt iedere avond plaats, behalve op zondag.  Gans Duitsland komt naar Rügen om dit mee te maken.  Ik zat naast een man die met zijn zoontje uit Thüringen kwam speciaal voor Klaus. We hebben het dan over 600 kilometer.

De buhne: kasteel, meer, vesting. Klik op de foto voor een vergroting.

– de voorstelling is een mengeling van Shakespeare in Diever en Soldaat van Oranje, maar dan groter. Spectaculair was het in ieder geval. We zagen ruiters, Stockholm werd in brand geschoten,  de boten vuurden kanonskogels af,  er werd gevochten met Bud Spencer&Terrence Hill-effecten en er was een heus zwaardgevecht.

– Het voorprogramma was een roofvogelshow waarbij we o.a. de door mij bewonderde buizerd van heel dichtbij  te zien kregen en een gigantische zee adelaar over het  pubiek scheerde.  Het slotstuk van de avond was een schitterende vuurwerkshow, waarvan de boten ook onderdeel uitmaakten.

Wat een belevenis.  Het verhaal is zwaar geromantiseerd natuurlijk,  want Störtebeker was heus niet die rechtschapen kruising van Floris van Rozemond en Robin Hood die wij met wapperende blonde haren op een paard zagen galopperen. Weten hoe het echt zat? Hierbij een link naar een artikel over Störtebeker op Wikipedia >>>

Wat van ons niet had gehoeven was het optreden van een bekende Duitse zanger. Niet onze muziek,  niet onze smaak,  maar als hij opkwam gingen alle telefoons de lucht in om opnames te maken en men zong enthousiast mee.
Wij voelden ons als een Duitser bij André  Hazes.

Maar we hadden het niet willen missen!
Op internet vond ik een kleine introductie, uitgezonden door de NDR, hierbij een link naar die video >>>. Weet je even wat wij gezien hebben.
De Duitsers hebben er een prachtig woord voor: “Es was grossartig!”

Reageren

15 augustus: Es geht los.

Gisteren vierde ik de jaarlijkse ‘Aaltje-dag’  met schoonzus Ali.
Deze keer geen museum of zo maar een dagje Groningen.
Heerlijk.
Koffie met iets lekkers bij La Place, lunch bij Wadapartja, terrasje bij de universiteit, eierbal op de Grote Markt.
En ondertussen winkeltjes in en uit en genieten van de prachtige binnenstad van Groningen.
Het was Kei-week; nieuwe studenten die het komende jaar in Groningen gaan studeren maken kennis met hun studie en met de stad.
In de morgen was er geen student te zien. Pas na de middag kwam er leven in de brouwerij. Er paradeerde een jazz-orkestje door de straten, er was een vrijgezellenfeestje en er waren opvallend veel bleke, geeuwende jonge mensen.
Halverwege de dag kreeg ik een app van Gerard: “Het gaat door”.

Gerard schreef het al in zijn gastblog: 15 of 16 augustus word ik opgenomen.
Vanmorgen om 10.00 uur moesten we ons melden bij het UMCG.
Natuurlijk weten we nog veel van de vorige opname in 2015, maar je kunt het niet helemaal met elkaar vergelijken. Gerard gaat nu veel fitter het proces in én we zijn ook al weer heel veel vergeten…..

De komende tijd zullen we via dit blog af en toe schrijven over de voortgang van de stamcelbehandeling; soms zal ik erover schrijven en soms zal Gerard een gastblog schrijven.
Verder heb ik al wat blogs over andere onderwerpen klaar staan voor de komende weken, maar er zullen ook dagen zijn dat ik er niet aan toe kom; dan is er even geen alternatief voor de waan van de dag.

De komende drie weken is dit het adres van Gerard:
Universitair Medisch Centrum Groningen
G. Waninge
E2 VA, kamer 84
Postbus 11120
9700 CC Groningen

Wil je een keer op bezoek: graag even contact met mij opnemen om te voorkomen dat er veel mensen tegelijk op bezoek komen.
Dat mag namelijk niet.
Evenals zoenen en handenschudden.
Drie weken niet zoenen is nog wel te overzien; als het maar helpt!

Reageren

14 augustus: Rügen 2 – Pontje. Eeh….. roeiboot eigenlijk.

Seebrücke in Sellin.

Het eiland Rügen heeft aan de oostkant hele mooie zandstranden aan de Oostzee.  De eerste dag verkenden wij op de fiets het zuid oostelijk gelegen schiereiland Mönchgut. Dat kustgebied was eind 1800, begin 1900 al een toeristische trekpleister. Je moet denken aan plaatsen als Scheveningen en Zandvoort in Nederland.  In Sellin strekt zich een antieke pier (in Duitsland heet dat Seebrücke) uit in zee en alle badplaatsen aan de oostkust hebben nog gebouwen uit de vooroorlogse strandarchitectuur. Het heeft art-deco trekjes, maar doet ook denken aan onze koloniale bouwstijl. Grote, witte appartementencomplexen met balkons en veranda’s met namen als Freude am Meer en  Feriënglück.

Op die eerste fietstocht op Rügen kwamen we door zeer afwisselend landschap. We zaten even aan het zandstrand bij Sellin,  fietsten door de bossen naar Thiesow in het zuiden,  zagen havens,  verstilde dorpjes en hunebedden (waarover natuurlijk meer in een ander blog).

We fietsten langs binnenmeren en ontdekten dat delen van dit gebied in de koude oorlog door de staat werden geconfisqueerd om te fungeren als uitkijk-en spionage post.
Een van de leukste onderdelen was een klein pontje voor wandelaars en fietsers.  Ik zeg pontje, want zo stond het op de kaart,  maar het was een roeibootje.
Echt waar.
Toen wij bij het oversteek-vlondertje kwamen zagen we geen pontje,  maar iemand in een roeiboot schreeuwde : “Wollen sie mit?!?”
Dus wij riepen “Ja” en daar kwam ‘roei-roei-roei’ een Duitse meneer naar ons toe.
“Moeten onze fietsen dan in dat bootje?” vroeg ik twijfelend aan Gerard.
Het was geen enkel probleem. In no-time hadden de zwijgzame Duitser en Gerard de fietsen in de boot en werden we naar de overkant gebracht.

Wat een mooie fietstocht en wat een diversiteit op één eiland.
Nederlanders reizen in de zomervakantie massaal af naar Frankrijk, maar dit gebied in Noord Duitsland verdient eigenlijk ook Nederlandse vakantiegangers.
Landgenoten hebben wij op Rügen namelijk amper gezien; dat zijn er hooguit tien geweest.

Reageren

13 augustus: Rügen 1 – “Waar zijn we nou terechtgekomen?”

Vanaf 3 augustus waren Gerard en ik nog even een weekje weg; we bezochten onze Oosterburen.
Helemaal boven in Duitsland,  nog verder dan Rostock,  ligt het eiland Rugen; op het kaartje hiernaast rechts bovenin.
Voor een weekje zomervakantie hadden we daar een Feriënwohnung gehuurd. Op de dag van aankomst waren we natuurlijk heel benieuwd naar hoe het er uit zou zien.  Het is wel voormalig Oost Duits gebied en vorig jaar hadden we al gezien dat het niet overal voldeed aan de Westerse maatstaven.

Toen we aan het eind van die eerste dag de aanwijzingen van de Tom Tom volgden, reden we een grindpad op.  Nummer 6 moesten we hebben.  De eerste huizen in het buurtje zagen er nog alleszins acceptabel uit,  maar hoe verder we het pad opreden,  hoe sjofeler het werd. Ingezakte schuurtjes met oude trekkers, woekerend onkruid, oude gasflessen, tonnen en karren op het erf…. bedrukt keken we elkaar aan. “Waar zijn we nou terechtgekomen?”

We konden nummer 6 niet vinden. Aan het pad stonden twee rokende mannen; ze pasten goed bij de omschrijving van het buurtje hierboven; ze stonden voor een aftandse stacaravan en waren  niet meer in het bezit van een volledig gebit. Ik hoopte vurig dat ze zouden zeggen dat nummer 6 niet in deze buurt was en gelukkig: we hadden een afslag eerder moeten nemen,  daar waren de nummers 1 tm 6.

Opgelucht maakten we 10 minuten later kennis met Frau Ulrich en we betrokken dankbaar ons vakantiehuisje  aan de achterkant van een landhuis in een boerenomgeving.
Nadat we uitgepakt hadden gingen we in de tuin zitten om bij te komen van de reis en het ‘het avontuur van 1 afslag verder’.  Ik hoef echt niet altijd in een kasteelhotel, maar we moesten er toch niet aan denken dat nr 6 zich bevond naast die stacaravan, inclusief rokende mannen…..

Op deze pagina een overzicht van alle 9 blogs die ik schreef over deze vakantie:

1. Waar zijn we nou terechtgekomen? 
2. Pontje. Eehm….roeiboot eigenlijk.
3. Klaus Störtebeker – een bezoek aan de Festspiele in Ralswiek.
4. Eine Heilige Statte- over het hunebed ‘Königsgrab
5. Buchenwald – een blog over een beukenbos.
6. Noordelijkste puntje – Kap Arkona
7. Gerookt Aaltje – Een stadswandeling in Stralsund
8. Gids of geen gids – Een stadswandeling in Lübeck
9. Kapotte klokken en een muisje – twee ‘Mahndenkmahlen’ in de Mariënkirche in Lübeck.

Reageren

12 augustus: Je krijgt de zegen mee.

Na een korte vakantie in Noord Duitsland (daarover in volgende blogs meer) bevonden we ons op zondagmorgen onder het gehoor van ds. Theo van Beijeren in de Catharinakerk.
Het is altijd lastig om een hele viering te vangen in één blog: je kunt een uur teksten, muziek en beleving niet beschrijven in 500 woorden, er blijft altijd een deel onderbelicht.
Wat nam ik mee uit deze kerkdienst?
Drie dingen wil ik benoemen.

Een paar zinnen uit de overdenking.
We hadden gehoord dat Jezus zeer bot en onvriendelijk reageert op een buitenlandse vrouw door te zeggen dat het brood voor de kinderen (het volk Israël) bedoeld is en niet voor de honden (de buitenlanders).  Schrikken. Voor die vrouw en voor ons.
Want dit is niet zoals we Jezus kennen.
De dominee legde uit dat het ook voor Jezus, net als voor ons, kennelijk moeilijk is om over de eigen muren heen te kijken.
Het is te danken aan de reactie van die vrouw “Maar de honden eten immers ook de kruimels die de kinderen laten vallen….” dat Jezus niet blijft volharden in zijn afwijzing.
Een goede les voor ons.
De voorganger zei daarover:

Deze vrouw laat zien dat je met humor, relativeringsvermogen en vooral met de dialoog/het  gesprek er het beste uit kunt komen.
Stel dat ze kwaad was geworden, dat ze was gaan schelden of slaan.
Stel dat ze met stenen was gaan gooien.
Doet ze niet.
Ze doet het met zachte krachten: een gesprek, humor en volhouden. 

Ad van Nes: in actie tijdens de viering. Foto: Fokke de Jong.

– Een deel uit het dankgebed, gewijd aan muziek.
Ad van Nes, onze organist, werd namelijk vanmorgen in het zonnetje gezet omdat hij 25 jaar organist in onze gemeente is geweest en al 60 jaar kerkorganist is!  Net als Lykle de Boer twee weken geleden kreeg hij ten overstaan van de gemeente een oorkonde, een speldje, een toespraak van Wim Vrieling, een bos bloemen en applaus.
In het dankgebed daarna formuleerde de dominee het zo:
Dank U voor de gave van de muziek, van het lied, waarmee we soms zoveel meer tot uitdrukking kunnen brengen dan alleen maar met woorden en zinnen.
Waarmee we boven onszelf uit kunnen stijgen en zo dichter bij U kunnen komen.
We bedanken U ook voor de mensen die ons daarin willen voor gaan en begeleiden; soms al zoveel jaar lang zoals we zojuist mochten mee beleven met Ad van Nes. 

– De zegen.
Die krijgen we iedere zondag aan het eind van de viering mee.
Meestal zijn dat de vertrouwde woorden ‘De Here zegene u en hij behoede u….etc’.
Vanmorgen gebruikte de predikant deze versie:

God zal met je meegaan
als licht in je ogen
een lamp voor je voet
als hand op je hoofd
een arm om je schouder.
Als baken bij ontij
een verte die wenkt
als groet op je lippen
en hoop in je hart
als stem die je uitdaagt
een woord dat je weg zoekt
zo zegene u God, de vader, de zoon en de Heilige Geest.  

Deze week wordt Gerard voor zijn vervolgbehandeling opgenomen in het UMCG.
Met zo’n zegen kun je zo’n week in.

Reageren

Pagina 2 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén