Twee maanden hadden we onze dochters en hun mannen niet gezien.
Wel gehoord hoor.
En ook wel op beeld gezien.
Toen we begin deze week de weersberichten hoorden hadden we bedacht dat we vandaag (23 graden!) toch eindelijk wel weer eens met z’n achten konden afspreken.
Bij ons in de tuin! Anderhalve meter er tussen, moet kunnen.
De wens (lees heimwee) was de vader van de gedachte.

Gelukkig hebben wij verstandige dochters.
“Neeheee” zei er één in het gezamenlijke video-gesprek na de persconferentie “dat mag nog niet!”
Mag nog niet?
Hadden wij iets gemist?
“Je mag niet meer dan drie mensen uitnodigen. Die regel geldt al vanaf het begin van de lockdown en die is niet versoepeld.”

Al pratend en polderend kwamen we tot een zeer acceptabel alternatief.

….eten in buffetvorm…

Donderdag kwamen Carlijn en Wim, vrijdagavond Frea en Jon en zaterdag Harriët en Cees. Donderdag kookte ik een grote pan nasi, vrijdag op verzoek stamppot zuurkool en vandaag gaan we barbecuen.
De gasten arriveerden steeds rond 16.00 u en gingen om 19.00 u weer weg.
Het eten deden we in buffetvorm en we hielden afstand.

Vrijdagmiddag appte Harriët al.
Ze was nieuwsgierig hoe we het hadden met Frea en Jon.
“Hoe gaat het?”
Gerard appte een foto terug “Gezellig en afstandelijk!”
‘Contradictio in termini’ vond Cees.
Vond ik niet.
We hadden het gezellig én we hielden afstand.
We kwamen tot de conclusie dat het een paradox was.

Drie dagen achter elkaar een dochter met vriend op bezoek.
Nu we ze allemaal apart hadden, was er ook voor ieder stel genoeg aandacht en tijd.
Drie dagen achter elkaar bepaalden de bezoekjes in hoge mate de waarde van mijn dag.
Het is een bijzondere gewaarwording dat iets wat we voor de coronacrisis zo gewoon vonden (bij elkaar op bezoek, koffiedrinken, samen eten) nu iets speciaals en bijzonders is geworden.

We hebben er van genoten; wát een topweekend!