een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: juni 2020 Pagina 2 van 3

12 juni: Nederlands, maar dan anders (15).

Wat is Nederlands toch een mooie taal en wat gebruiken we veel spreekwoorden en gezegden. Dit blog geeft een aantal voorbeelden van amusante versprekingen op dit gebied.

Jeroen van Inkel sluit het tweede uur van zijn ochtendshow ‘Je dag is goed’ af en noemt alvast één ding dat hij in het volgende uur gaat doen “Ik ga alvast een tipje van de sluier prijsgeven!”
Op een andere morgen zit hij te vertellen dat een hacker heeft ingebroken in een Zoom-vergadering die werd gehouden in een gemeentehuis. De verdachte maakt misbruik van Zoom-gegevens en maakt inbreuk op de vergadering. Jeroen kan lekker snel: “Daar heeft die hacker inbreuk van gemaakt.”

Onze voorganger Sijbrand van Dijk maakt een videoclip met Walter Meijles.
Hij staat midden in het dorp Roden en vertelt: “Als je niet bij de plaatselijke winkeliers koopt draai je het stadshart van Roden de das om!’

Een mevrouw op de radio vertelt dat ze maatregelen hebben getroffen in hun bedriijf vanwege het corona-virus. Collega Elke is daar veel mee bezig geweest. “….waar Elke zich heel erg druk mee heeft gehouden! ”

Iemand vertelt op de radio dat er ergens in de rimboe van Nieuw Guinea een vliegtuig is gevonden dat in de jaren ’50 is neergestort maar nooit is getraceerd. Hij beschrijft wat ze hebben gezien: “Het zijn echt afschrikbarende beelden..”

Ook van vaste lezers kreeg ik twee leuke versprekingen doorgestuurd.
Collega Jacquelien stuurde mij deze:”Dinsdag gehoord op de televisie: “mijn mond staat ervan open met volle tanden”.

Kathy, lid van onze PKN-gemeente, attendeerde mij op het volgende:
“Gisteravond keek ik naar de televisie. Staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Financiën) zei over de belastingdienst en gedupeerde ouders: “Het is belangrijk dat ouders ons achter de deur, achter de stok blijven zitten.”  

Dit blog sluit ik af met een blunder van mezelf.
Gerard en ik kijken naar de quiz Twee voor Twaalf. Missen we nooit; we zijn altijd blij dat wij daar niet zitten, maar doen enthousiast mee. Soms weten we een antwoord, maar ook vaak niet.
De vraag is: “Wat is de gangbare naam voor vitamine B12 die wordt geslikt in de eerste maanden van de zwangerschap?”
Dat wist ik!
“Aluminiumzuur” riep ik.
De kandidaat zei: “Foliumzuur.”
O ja. Een verkeerde associatie met aluminiumfolie……..

Klik hier  voor het blog Nederlands maar dan anders deel 14, daar vind je ook een link naar de voorgaande delen 1 tm 13. Kijk ook nog even op het instagram-account Treintaal.
Het is weer vermakelijk wat er allemaal in de trein wordt gezegd.
Dit bijvoorbeeld  “Dan ben je helemaal in de Sjaak gelogeerd!”

Reageren

11 juni: Ge-reset.

Toen ik de titel van dit blog getypt had dacht ik: “Wat een raar woord eigenlijk.” maar toch is dit wat we gisteravond met elkaar constateerden. We zijn collectief ge-reset.
‘We’ zijn de leden van Gespreksgroep ’93. Op 2 maart hadden we onze laatste bijeenkomst.
Toen ik even terugbladerde in mijn agenda zag ik een volbeschreven blad van een week waarvan we toen al zeiden: “Drukke week!” Het lijkt wel een ander tijdperk.

Het was de bedoeling dat we gisteravond samen met predikant Sijbrand van Dijk even gingen kijken in de aangepaste kerkzaal van Op de Helte waar misschien binnenkort weer kerkdiensten gehouden worden voor 30 personen. Het begin was al weer heerlijk: even geiten aan de bar met koster Gerard en bijpraten met Saakje.
Gisteravond waren we met z’n tienen; we zaten in een vergaderruimte in een grote kring met allemaal een tafel voor ons en anderhalve meter tussen ons in. Een heel andere setting dan onze gebruikelijke bijeenkomsten: gezellig met z’n drieën op één bank bijvoorbeeld in iemands huiskamer; nu  leek het meer op een vergadering. Maar wát een leuke vergadering!
Het was maar goed dat Tini de leiding nam en iedereen om de beurt aan het woord liet, anders was het één kakafonie van verhalen geweest. Wat hadden we elkaar veel te vertellen, wat is er veel niet doorgegaan, maar wat is er ook veel wel gebeurd.

We vertelden elkaar hoe we door de coronacrisis heen zijn gekomen, wat het met ons deed. Daar kwam het resetten aan de orde. Hoe gaan we na corona verder? Gaan we dingen anders doen? Want het was namelijk niet alleen maar kommer en kwel. Er was ook tijd: voor elkaar, voor hobby’s, voor een gesprek met een oude tante die anders altijd ongelegen belt maar nu langdurig te woord kon worden gestaan, kortom: meer rust in de tent.
Ook niet verkeerd, constateerden we met elkaar.

Sijbrand wilde graag weten hoe we de kerkdiensten hadden ervaren.
Het bleek dat iedereen wel kijkt, maar het zingen werd als ‘niet fijn’ ervaren.
“Ik moet eerlijk bekennen dat ik dat soms doorspoel” merkte iemand op.
Verder wordt de interactie gemist; ook Sijbrand vond dat een groot nadeel, je hebt geen contact met gemeenteleden.
Iemand zei: “Ik zie die on-line-vieringen’ als een pleister. Het is fijn dat het even zo kon, maar we moeten zo snel mogelijk weer naar echte ontmoetingen.  Als dat niet kan zoals we gewend zijn, dan moet het anders. Misschien is dit wel het kantelpunt in de protestantse traditie van ‘dominee spreekt – gemeente luistert’; zo’n crisis biedt ook kansen om vastgeroeste gewoontes te veranderen”.
Er werd nog even gebrainstormd over mogelijkheden en uitdagingen en toen was het al weer ruim over tienen.

Met rode wangen kwam ik thuis.
Wat een leuke avond, wat heb ik dit gemist!
Maar ook: te volle dag.
Gefietst naar Groningen, gewerkt, boodschappen gedaan, gespreksgroep….. dit wou ik toch anders gaan doen…?

Reageren

10 juni: Cornelis Prul en vele anderen.

Voor de gebruikelijke spelletjes die we anders altijd doen als we bij elkaar zijn is het op z’n minst onhandig als je anderhalve meter uit elkaar moet blijven.
Onze dochters bedachten tijdens de Gradagen een alternatief: een quiz.
Net als een pubquiz, maar dan zelf de vragen bedenken.
Wat ja een goed idee!
We kwamen uit op de volgende spelregels: ieder lid van de groep bedenkt tien vragen, hoeft niet met een thema, mag wel.
Als de tien vragen worden gesteld schrijft ieder voor zich de antwoorden op en na de tiende vraag worden de antwoorden gelijk gegeven en houdt iedereen zijn eigen punten bij.

Cornelis Prul (afbeelding: Duckipedia)

Maar dat was leuk; wat een lol kun je hebben met zoiets simpels!
Er was een ronde met vragen over stripfiguren, (Wie is de stichter van Duckstad?* ) over iemands werkgever IKEA (hoeveel kost het bezorgen van een kookeiland?) , een ronde met persoonlijke vragen (Hoeveel  gram proteïne zit er in de koekjes die ik bak…?), eentje met allemaal vragen over iemands studie psychologie (Welke van deze drie complexen is niet beschreven door Freud?), een ronde met vragen over mythologie (Wie waren de stichters van de stad Rome?) en vragen uit onze familiegeschiedenis (Hoe heette de steenfabriek waar opa Vrieswijk werkte?)
Gerard had allemaal vragen over onze vorige vakantie op Lanzarote.
Die antwoorden weet iedereen wel.
Dacht hij.
Maar dan moet je niet vragen wat de merken waren van de twee huurauto’s die we toen hadden. Wie weet dat nou?

Jon vond het allemaal best moeilijk. Als je niet uit Nederland komt weet je  niet waar Duckstad ligt, wie Marsipulami is en al helemaal niet wie Danny Christian is.
Hij had voor ons 10 vragen over Engelse spreekwoorden.
Weet jij bijvoorbeeld wat deze betekent?
You can’t make an omelet without breaking eggs.
En deze?
The squeaking wheel gets the oil.
Niet te verwarren met het Drentse ‘Kraokende waogens rieden het langst’.
Dat betekent heel wat anders…..

*De afbeelding op deze pagina is van Cornelis Prul, de stichter van Duckstad.
Die vond ik op Duckipedia, een website met alle mogelijke informatie over Donald Duck-figuren. Hierbij een link naar de pagina die gewijd is aan Cornelis Prul.
Kijk eens wat rond op die website: erg leuk!
Heb ik ook gedaan.
Nu ben ik helemaal op de hoogte van de geschiedenis van Zwarte Magica, Madame Mik Mak en oma Duck.
Ben je zo weer een half uur verder!

Reageren

9 juni: Modern.

Al een aantal weken kun je bij de Jumbo in Roden je boodschappen zelf scannen.
In dat soort dingen loop ik nooit voorop; ik kijk eerst uitgebreid naar wat anderen doen, hoe ze het doen en voordat ik me er überhaupt aan overgeef wil ik eerst met iemand praten die ook al eens met zo’n scanapparaat door de winkel heeft gelopen.
Door corona heb ik de afgelopen maanden niet heel veel mensen gesproken, maar gisteravond legden we een kaartje met Frea en Jon en Frea had al eens boodschappen gescand.  Ze vertelde uitgebreid haar verhaal.
Over dat ze om de klip klap vergat om artikelen te scannen.
Dat ze de boodschappen niet alvast in de tassen had gedaan, zodat ze bij de kassa alles nog bij elkaar moest graaien. Frea spreekt snel en beeldend; het is alsof ik mezelf hoor praten.

Gisetermorgen was ik al rond 09.00 uur bij de Jumbo en er was bijna niemand: een mooie gelegenheid om de scan uit te proberen.
Toen ik voor het  rek met scanners stond wilde ik er al eentje uittrekken, maar dat was geenszins de bedoeling. Je moet eerst op een schermpje op START drukken, een trits regels en voorwaarden tot je nemen en pas bij de tweede OK licht één van de scanners fel groen op.

Bij het eerste onsje vleeswaren stond ik onhandig het apparaat tegen de streepjescode te drukken; toen bleek dat bovenop de scanner het oog zit dat rood oplicht als het artikel is gescand. Gelukt!
Mensen die mij kennen weten dat ik altijd boodschappen doe met een briefje.
(niet bekend? Lees dan het blog ‘Ordnung muss sein’ uit 2015.)
Dat betekent dat ik in mijn rechterhand de pen heb (om af te strepen) en in de linkerhand het briefje; de pen pak ik steeds over als ik een artikel in de kar doe.
Nu komt de scanner er dus ook nog bij; ik kom gewoon handen te kort!
Verder moet ik mij sinds de coronamaatregelen ook houden aan de voorgeschreven looproute, die qua volgorde precies aan de andere kant begint van mijn ‘op-de-volgorde-van-de-winkel’ vooraf uitgeprintte boodschappenbriefje.
In opperste concentratie liep ik te winkelen gistermorgen.
– Artikel gevonden? Check.
– Artikel afgevinkt op het briefje? Check.
– Artikel gescand? Check.
– Zit ik nog op het juiste pad? Check.
Ik was blij dat ik geen bekenden tegenkwam……..die halen je helemaal uit je concentratie!

Op maandag heb ik altijd maar weinig boodschappen, dus ik  heb mij voorgenomen om op maandag de scanner te gebruiken.
Op donderdag kan ik dan de boodschappen onbekommerd in de kar kwakken.
Het mooiste moment kwam bij de kassa.
Na het verhaal van Frea had ik de boodschappen alvast in twee tasjes gedaan.
Ik leverde mijn scanner in, pinde het bedrag, wilt u de bon mee, nee, wilt u zegeltjes nee, prettige dag nog verder en ik kon weglopen.

Och, wat vind ik mezelf dan modern.
Later die maandag hoorde ik Frea vertellen dat Carlijn en Wim een gezamenlijke boodschappenapp op hun telefoon hebben, waar ze allebei dingen op kunnen zetten.
Als dan iemand boodschappen gaat doen, zit het up-to-date-boodschappenbriefje al in de telefoon.
Ik heb nog een lange weg te gaan met m’n papieren briefjes.

Reageren

8 juni: Turks brood à la Roelof.

Vorige week bekeken we de livestream van de rouwdienst van Annie Hoogeveen bij zwager Roelof en schoonzus Ali.
Toen wij binnenkwamen was Roelof druk bezig om iets klaar te maken voor een feestelijke lunch, die ’s middags bij hen in de tuin zou plaatsvinden.
Met verbazing sloeg ik hem gade; Roelof staat in mijn beleving niet te boek als een ‘keukenprins’.
“Wat ben jij nou aan het maken?”
“Gevuld Turks brood” vertelde hij trots.

Hij legde uit wat dat was en hoe je het moest maken.

Dit heb je nodig:
– 1 rond Turks brood dat nog moet worden afgebakken.
– mayonaise
– oude kaas
– ham
– tomaat (2)
– hard gekookt ei (3)
– peper en zout.

Zo ga je te werk:
– Snij het brood overdwars middendoor en bak het brood af in de oven.
– Besmeer de twee helften dun met mayonaise.
– Beleg de onderste helft achtereenvolgens met kaas, ham, in plakjes gesneden tomaat en in plakjes gesneden ei.
– beetje peper en eventueel beetje zout erover, andere helft er bovenop leggen.
– Bij een lunch kun je dit gerecht in punten serveren.

Gisteren hebben wij dit gegeten.
Ik deed nog een kleine toevoeging: op het laagje tomaat strooide ik Italiaanse kruiden en Parmezaanse kaas.

Ali vertelde vorige week: “Dit gerecht kan Roelof beter maken dan ik, hij belegt nou eenmaal wat royaler. Dan is het ook lekkerder!”
Roelof: compimenten, het was TOP!
’s Middags een paar punten, ’s avonds een paar punten en toen was het op…..

Reageren

7 juni: In goed gezelschap.

Als er geen coronavirus was geweest hadden wij vorige week met de Cantorij Roden gezongen in de feestelijke viering van eerste Pinksterdag.
Dan waren Gerard en ik op zondagmorgen vroeg vanuit Wezuperbrug naar Roden gereden en hadden we de viering live meegemaakt, om vervolgens na de koffie weer aan te schuiven aan het ontbijt-koffie/thee-lunchbuffet met ons gezin.
Nu ik niet hoefde te zingen namen we ons voor om die viering te bekijken op YouTube, maar de internetverbinding in Wezuperbrug was dermate slecht dat we niet eens op Buienradar konden kijken, laat staan een kerkdienst konden volgen.
Daarom dus vorige week sinds maanden geen ‘kerkelijk blog’.

Vanmorgen zaten we weer samen voor de televisie voor de viering van vandaag, zondag Tinitatis/Drievuldigheidszondag.
Dominee Walter Meijles begon zijn betoog met de vraag: “Wat is autoriteit?”
Het is niet hetzelfde als macht. En iemand die autoriteit uitstraalt hoeft niet autoritair te zijn. Wat een lastig begrip; volgens de voorganger was een goede Nederlande vertaling van dit woord ‘volgbaarheid’. In mijn hoofd gebeurt er dan van alles: ik zoek voorbeelden, vraag me af wie ik als autoriteit zou willen volgen en wie niet en vervolgens mis ik het volgende deel van de overdenking.

We lazen vanmorgen het laatste hoofdstuk van het evangelie van Mattheus, waarin Jezus zijn leerlingen ontmoet  en zegt: “Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen,
Wat vind ik dat een lastig gedeelte.
Het doet mij denken aan de ongebreidelde ‘evangelisatiedrift’ die gepaard ging met het koloniseren van hele werelddelen. Dat was natuurlijk gebaseerd op het verdienen van veel geld, maar werd ondersteund door deze bijbeltekst.
‘We’ waren goed bezig.
De predikant legde vanmorgen het accent anders.
Hij begon met het benoemen van die bovengenoemde misstappen: onder dwang mensen iets laten geloven is niet de weg.
De weg is niet schoolbanken en leerboeken, maar voorleven, laten zien wat het geloof voor jou betekent.

Ik kon mijn gedachten bij dit onderwerp niet goed bij de les houden.
Het ging alle kanten op: hoe doen wij dat dan in ons dagelijks leven?
Wat leerde ik van mijn ouders?
Wat hebben we onze kinderen geleerd?
Is het niet goed om dingen maar gewoon uit je hoofd te leren?
Of juist wel?
Meer vragen dan antwoorden.
Gelukkig stond er in het gelezen gedeelte uit Mattheus ook deze zin: ‘en toen zij hem zagen bewezen ze hem eer, al twijfelden enkelen nog. ‘
De discipelen wisten het dus soms ook niet, ik bevind mij met mijn twijfel in goed gezelschap.

Het zingen blijft een ding.
Geen ding eigenlijk.
Wij zingen met z’n tweeën mee met de teksten die in beeld komen, maar het ‘zindert’ nooit. Als er iets is wat ik het meest mis in deze tijd is dat het samen zingen.
Als pleister op die wonde was er vanmorgen na de overdenking een prachtige bijdrage van Erwin Wiersinga op de piano. Hij speelde ‘Adagio uit Sonate in Cis‘ van Ludwig van Beethhoven; rustgevende muziek om je gedachten even te laten gaan.

Viering ook bekijken/beluisteren? Hierbij een link naar YouTube.

Reageren

6 juni: Queen of crime (2)

Van mijn boekenvriendin kreeg ik het boek  ‘Het genootschap’ van Ruth Rendell; wij houden allebei van Rendells psychologische thrillers. Het zijn spannende boeken, ze schrijft prachtig,  maar je moet je kop er wel bij houden.
In terloopse zinnetjes staat soms cruciale informatie, als je even niet oplet heb je zomaar een belangrijke aanwijzing gemist.
Bij Rendell moet je ook zelf nadenken.
Wat past bij dit karakter?
Waarom doen die mensen zo?

Bij dit boek heb ik een kladbriefje gemaakt.  Het gaat over een straat in Londen waar rijke mensen wonen die allemaal personeel hebben: chauffeurs, tuinlieden, kindermeisjes, schoonmakers, au pairs en gezelschapsdames. Na twee hoofdstukken heb je iets gelezen over alle bewoners, maar ben je het overzicht helemaal kwijt. Op het kladbriefje zette ik wie bij wie hoorde, wie waar woonde en wie tot hun personeel behoorden.

,,,kladbriefje….

De titel van het boek ‘Het genootschap’ slaat op de groep personeelsleden die af en toe samenkomt in de plaatselijke pub om hun frustaties te uiten.
Mensen met uiteenlopende karakters die een mening hebben over hun  rijke bazen en die elkaar allemaal in de gaten houden.
Een losse trapleuning speelt een belangrijke rol in dit verhaal.
Was het een ongeluk? Of was het moord? Halen we de politie er bij? Of toch maar niet?

Als deze vragen aan de orde zijn ben je razend benieuwd naar hoe het afloopt.
Rendell weet de spanning goed vast te houden en op de laatste bladzijde weet je al dat het met één van de rijken niet goed afloopt, maar dat wordt niet meer uitgeschreven.
Wat me wel opviel dat de mensen die het boek bevolken vrij ‘plat’ blijven.
Het Pakistaanse kindermeisje bijvoorbeeld is wel heel erg braaf, de buurvrouw van het homostel cijfert zichzelf wel heel erg weg en Dex, de tuinman, zou zich in onze maatschappij niet staande kunnen houden. De karakters zijn net een beetje ’té’ voor echte mensen, terwijl Rendell juist bekend staat om haar goed uitgewerkte personages.

Rendell’s eerste boek verscheen in 1964; ze overleed in 2015.
Het genootschap was haar voorlaatste boek, het is het 2012 gepubliceerd, haar laatste boek verscheen in 2013. Hierbij een link naar een artikel over haar op Wikipedia.
Daar vind je ook een volledig overzicht van haar boeken; ik heb ze nog niet allemaal gelezen……

Hierbij een link naar het blog Queen of crime (1).

Reageren

5 juni: Het niet sportieve deel.

Op 4 juni beschreef ik hoe sportief wij waren tijdens onze gezinsvakantie op ’t Kuierpad.
De andere kant van het verhaal is dat we veelvuldig gebruik hebben gemaakt van de terrastafels en -stoelen met de bijbehorende parasols die bij de bungalows stonden.
Ontbijt en lunch deden we in buffetvorm: alles stond binnen op een grote eettafel en een ieder liep er met zijn bordje langs. De scheidslijn tussen ontbijt, koffiedrinken en lunch was niet duidelijk aanwezig. “Is er nog koffie? O, ook nog taart en boterkoek? Lekker!” En salades die over waren van de barbecue konden ook best bij het ontbijt.

Er waren veel gezamenlijke momenten, maar men trok zich ook regelmatig even terug.
Per stel, of alleen.
Als we Jon kwijt waren was hij ‘in the wood’, op zoek naar van alles.
Carlijn en ik waren ook wel eens ‘weg’, maar dat kwam omdat we helemaal verdiept waren in ons boek.
Een puzzeltje maken, borduren, lezen, ‘op je tablet’ of een gezellig dobbelspelletje waarbij je nog wel afstand van elkaar kon houden; we hebben ons prima vermaakt.

Na het liedboekjasje ben ik begonnen met een nieuw borduurwerkje.
Iets simpels deze keer: onderzetters. Ik beschreef ze al eens in 2016 onder de titel ‘Tweelingonderzetters‘.
Terwijl ik zat te borduren keek Frea af en toe schichtig opzij.
“O nee,” zei ze dan.
“Ik denk steeds dat ik een Pokebal in mijn ooghoek zie” legde ze later uit.
“Wat jij aan het borduren bent lijkt daar heel erg op!”
Toen ik een Pokebal opzocht op internet snapte ik het wel: afbeelding links is mijn borduurwerk, afbeelding rechts de Pokebal.

Die ballen zien ze normaal alleen maar virtueel, als ze tijdens het wandelen of skeeleren pokémons aan het vangen zijn.
Geen idee wat ik bedoel?
Hierbij een link naar een blog dat ik in 2016 over dit onderwerp schreef onder de titel ‘Zelfs bij ons in de tuin!’ 

Reageren

4 juni: Das Boot.

Zoals ik eergisteren al schreef: in 2014 werd camping ’t Kuierpadtien overgenomen door de Molecatengroep.
Dat ’tien’ hebben de Molencaters er bij de overname afgehaald.
Wel jammer, want dat ’tien’ maakte het juist zo fijntjes Drents.
Mijn ome Albert, die uit de randstad komt, heeft daar heel wat jaren met zijn caravan gestaan, maar hij legde bij zijn uitspraak de klemtoon niet op Kui, maar op tien, zodat het klonk als Kuierpad 10.

Het is veel meer dan een camping; het is een gigantisch groot park; kijk maar eens op hun website: te veel om op te noemen.
Wat hebben wij gedaan?
Wij hadden onze fietsen mee, dus we hebben twee mooie fietstochten gemaakt, waarover later meer.
Onze kinderen hadden skate-boards en skeelers mee en hebben gebruikt gemaakt van de brede asfaltpaden op het park. We hebben gebadmintond, getafeltennist, ge-Jeu-de-bouled’ en we hebben vooral heel erg genoten van het mooie weer.

Kano nummer 2

Wij hadden zelfs onze oude rubberen kano mee: kano nummer 2, de opvolger van nummer 1.
Kano nummer 1 heeft mijn vader gekocht in 1972 en die ging alle gezinsvakanties mee.
We dobberden ermee op meren, vijvers en rivieren.
Hij lag standaard in de caravan van mijn ouders en als wij die caravan meekregen op onze vakanties maakten we ook gebruik van de kano. Gerard ontdekte dat je er zelfs mee kon raften op de rivieren waar we in de buurt stonden, de Sure en de Weser bijvoorbeeld. Dan bracht ik hem met één van de dochters een eindje stroomopwaarts met de auto en dan lieten ze zich in die kano de rivier afzakken. Ik ben een schieterd, dus ik ben nooit op die manier in de kano gegaan.
Ik zat honderden meter verderop met een picknickmand bibberig te wachten tot ze weer opdoken, maar het is gelukkig altijd goed gegaan.
Kano nummer 1 overleed in 2004, tijdens onze gezinsvakantie in Gent.
Midden op het meer liep van één rand de lucht eruit en hing hij vervaarlijk met één kant in het water. Het liep met de spreekwoordelijke sisser af en kano nummer 1 is achtergebleven in een afvalcontainer in Gent.

Van kano nummer 2 hebben als gezin ook nog veel plezier gehad, maar toen de kinderen niet meer mee gingen verdween het ding naar een opbergkast.
Daar haalden we hem vrijdag weer uit: misschien zou hij dit weekend van pas komen?
Ja man.
We hadden het hele strand en het hele meer bijna voor onszelf en we hebben allemaal wel even een tochtje gemaakt.
Natuurlijk inclusief de kano-discussies.
“Je moet links peddelen als we rechts willen!”
“Waarom draaien we nou steeds rondjes?!”
“Niet te dicht bij dat riet…!”

Met dit blog wordt de indruk gewekt dat we heel sportief hebben gedaan.
Dat is deels ook zo.
Over het andere deel binnenkort een ander blog.

Reageren

3 juni: Afscheid in corona-tijd.

Het was maar een klein berichtje in de krant dit weekend: ‘Vrouw raakt te water in Smilde, met onbekend letsel overgebracht naar het ziekenhuis”.
Wij hadden die hele berichtgeving op vrijdag niet meegekregen, wij hadden immers onze Gradagen.
Zaterdagmorgen kreeg ik een app van Nelly, lid van onze vriendengroep.
“Mijn moeder is vrijdagmiddag overleden, ze is achteruit het kanaal ingereden…” met nog een aantal details die ik hier niet ga herhalen.

De moeder van Nelly was voor ons Annie Hoogeveen. Ze woonde naast mijn moeder in het Woldhuus in Hoogersmilde en zij hebben samen een aantal mooie jaren beleefd in het appartementencomplex. Annie was, in tegenstelling tot mijn moeder en vele andere ouderen in dat huis, goed thuis op de computer en bleef digitaal op de hoogte.
Toen er eens een tabelletje met activiteiten op het gezamenlijke prikbord in de gang hing vroeg ik wie dat had geregeld. “Annie” zei mijn moeder met onverholen bewondering “Annie kan print’n!”

Vandaag was Annie’s begrafenis.
Aangepast aan de coronamaatregelen.
Dan merk je pas hoe schrijnend en triest die maatregelen zijn en hoe diep ze insnijden in onze maatschappij.
Kinderen, klein- en achterkleinkinderen vormen al een groep van bijna zestig mensen.
Men kon gelukkig in een andere ruimte een soort schaduwbijeenkomst houden, zodat de naaste familie er in ieder geval in zijn geheel bij kon zijn om afscheid te nemen van ‘hun opperhoofd’, zoals ze door haar familie af en toe liefkozend werd genoemd.

Wij zaten vanmorgen bij broer Roelof en schoonzus Ali in huis om de livestream van de uitvaart bij te wonen. We zagen ‘onze’  vertrouwde kerk waar we al zoveel voetstappen hebben liggen. Wat hadden we daar vandaag graag wat voetstappen bij gezet, want o, wat is het naar om alleen maar te kunnen kijken en niet mee te doen. Haar lievelingsliederen werden ‘gezongen’ door opnames van ‘Nederland zingt’, maar je wilt graag zelf zingen met een volle kerk. Zij was een zeer trouw kerkganger en zo’n geliefd persoon: de kerkzaal was te klein geweest om iedereen een zitplaats te geven.
De tekst was dezelfde als die we hadden uitgekozen voor mijn moeders uitvaart: “In het huis van mijn Vader zijn vele woningen”.
We zagen foto’s van een welbesteed en rijk leven en Nelly las een In Memoriam voor.
We hoorden dat Annie een moeilijke jeugd heeft gehad, maar dat ze daar ondanks de tragische omstandigheden niet in is blijven hangen.

Wat ik zal onthouden van dit afscheid was een gedicht (bij Annie thuis gevonden)  dat door een dochter en schoondochter werd voorgelezen: Vandaag is de dag om gelukkig te zijn.
De strekking was dat je alleen vandaag maar hebt om van te genieten. Gisteren is geweest,  daar kun je niets meer aan veranderen; morgen is er nog niet, dus zwaarmoedig zijn over de toekomst heeft ook geen zin.
Laat dus de dag van vandaag niet overschaduwen door de last van gisteren en de zorgen voor morgen, maar maak vandaag tot een succes en geniet van wat je is gegeven.
Dit gedicht zegt alles over Annie.
Wat bijzonder dat de familie na een uiterst tragisch ongeval bij het afscheid van Annie er niet voor heeft gekozen om de tragiek een hoofdrol te geven, maar in de rouwdienst haar levenshouding centraal heeft gezet.

Na de plechtigheid reden Gerard en ik naar het kerkhof van Hoogersmilde om Annie de laatste eer te bewijzen.
Met een hele rij anderen stonden we allemaal met de rechterhand op ons hart toen de rouwstoet over het kerkhofpad voorbij kwam.
Ontroerend en indrukwekkend.

Reageren

Pagina 2 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén