een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: november 2021 Pagina 2 van 3

20 november: Lezer van de maand – Annelies van Buuren-Vonk

Hoe kennen wij elkaar?
Al in mijn kindertijd waren Ada en Gerard een begrip in Roden, vanwege het kinderkoor waar zij de leiding aan gaven. Later leerde ik hun dochters kennen bij het jongerenkoor Enthousiasmos. Ik leerde Ada beter kennen toen ik terug verhuisde naar Roden, na mijn studietijd en weer in Roden naar de kerk ging. Ik neem met regelmaat deel aan ‘ad hoc koorprojecten’ die Ada binnen onze kerk organiseert.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben geboren in Almelo op 22 december 1984. In 1994 ben ik met mijn ouders en twee jongere broers naar Roden verhuist.

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
Verliefd en getrouwd! In 2011 zijn Rick en ik, na een aantal jaren verkering, in het huwelijkse bootje gestapt. We hebben drie prachtige kinderen gekregen: Stijn (9 jaar), Sofie (7 jaar) en Jurre (4 jaar).

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen?
Men zegt dat de fase met jonge kinderen de ‘tropenjaren’ zijn. Het is een drukke tijd met opgroeiende kinderen, school, werk en hobby’s. Mijn dagen vullen zich als vanzelf. In mijn vrije tijd zit ik graag achter de naaimachine en maak ik kinderkleding. Ook ben ik actief binnen het jeugdwerk van de PKN Roden-Roderwolde. Nu onze jongste net gestart is op school, komt er wat meer tijd vrij om te besteden aan mijzelf.

Wat wil je graag met de lezers delen?

Ik zou graag iets willen delen over het beroep dat ik uitoefen en het plezier dat ik daaraan beleef.
Van 2003 tot 2010 heb ik in Groningen geneeskunde gestudeerd. Het beroep waar je voor leert lijkt voor de hand liggend, namelijk: arts. Maar zo simpel ligt dat niet.
Er zijn ontzettend veel soorten ‘dokters’, die allemaal hun eigen (intensieve) vervolgopleiding hebben. Al snel wist ik dat ik een beroep buiten de ziekenhuismuren wilde uitoefenen. Na mijn studie ben ik gaan werken bij Accare, een grote instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Hier heb ik acht jaar met heel veel plezier gewerkt, binnen en buiten kantooruren. In combinatie met jonge kinderen was een vervolgopleiding tot psychiater op dat moment niet haalbaar. Ik besloot op zoek te gaan naar een baan die beter te combineren was met mijn gezin.

Ik kwam terecht bij de GGD Drenthe en werk daar nu drie jaar als jeugdarts.
Dag in dag uit komen er ouders naar het consultatiebureau voor het bespreken van de groei en ontwikkeling van hun kroost, de medische check en de vaccinaties.
Het leuke aan dit werk is dat je kinderen (en hun ouders) ziet (op)groeien, er nieuwe kinderen geboren worden binnen een gezin en dat je de tijd krijgt een relatie met gezinnen op te bouwen. Met veel kinderen gaat het (gelukkig) goed, maar met regelmaat komen ook problemen naar voren. De jeugdarts heeft een belangrijke taak in het vroeg signaleren van problemen in de groei, ontwikkeling en gezondheid van kinderen. Maar zoals nu, is het consultatiebureau niet altijd geweest…

Een eeuw geleden begon de overheid zich te bemoeien met de zorg voor baby’s om kindersterfte tegen te gaan. In 1901 begon dokter B. Plantenga in Den Haag het eerste consultatiebureau. Zijn praktijk was bedoeld voor de minder bedeelden en met name voor de moeders die geen borstvoeding konden geven. Zij kwamen dagelijks om hun kind te laten wegen en de dosis melk voor de volgende dag op te halen. Ruim honderd jaar later krijgt ongeveer elk kind al in de eerste levensweken te maken met de jeugdgezondheidszorg. De adviezen zouden ouders houvast moeten bieden, maar door veel ouders wordt ook wel gesproken over het ‘consternatiebureau’. Ouders van nu zijn mondiger, veeleisender en doen niet ‘zomaar’ wat de dokter hen adviseert. Onder invloed van sociale media, internet en (goedbedoeld) advies van familie en vrienden proberen jonge ouders hun eigen weg te vinden in de opvoeding. Adviezen veranderen voortdurend. Vroeger sliepen baby’s op de buik, nu op de rug. Vroeger was huilen nog ‘goed voor de longetjes’, momenteel biedt je je baby vooral nabijheid. Borstvoeding of flesvoeding? Inbakeren of niet? Elk advies is al eens het ‘juiste’ geweest.

Tot de jaren 60 werden baby’s onder een strikte regelmaat groot. Daarna volgde een periode waarin alles moest kunnen en opvoeding zo ‘vrij’ mogelijk was. Inmiddels keren we weer wat terug naar de ouderwetse drie R’en (rust, reinheid en regelmaat) van vroeger. Zo veranderen de adviezen mee met de tijdsgeest. Het geeft voldoening om met ouders mee te denken en ze in hun eigen kracht te zetten. Ook kan ik regelmatig vanuit eigen ervaring zeggen: ‘het is een fase, wees mild voor je kind en jezelf’.

Reageren

19 november: Te druk. Vond ik.

In augustus kocht ik in een wolwinkel in Appingedam een tas met breikatoen voor een zomervest.
Begin november had ik het babyvestje voor een collega af en was ik er aan toe om met dat vest voor mezelf te beginnen.  Eerst breide ik een proeflapje om het best wel ingewikkelde ajourpatroon onder de knie te krijgen, dat duurt bij mij altijd even.

Al breiend kwam ik tot de conclusie dat het ajourmotief niet paste bij het garen dat ik had gekocht.
In de bijgeleverde patroonbeschrijving stond een foto van het vest,  dat was gebreid van effen katoen.  En ik had een zak vol gemeleerde katoen: verschillende in elkaar overlopende kleuren blauw. Als je zulke ingewikkelde ajourmotieven breit met gemeleerd garen komen ze beide niet goed uit de verf: te druk. Vond ik.

Maar helemaal geen patroontje erin is wel heel saai breien,  dus ik koos voor een eenvoudig gaatjes-ajourpatroon: om de zes naalden een toer met omslagen en afhalingen.
Nu wordt het wel naar m’n zin; en het is veel minder ingewikkeld!

Wil je ook weten hoe je die gaatjes breit?
Dat doe je in een breiwerk in tricotsteek: 1 pen recht, 1 pen averecht.
1e naald: alles recht
2e naald: alles averecht
3e naald: 3 steken recht *5 steken recht, 2 steken samenbreien, 1 omslag, 1 recht, 1 omslag, 1 steek afhalen, 1 steek recht, de afgehaalde steek over de gebreide steek halen* . Deze 10 steken tussen de sterretjes steeds herhalen.
4e naald: alles averecht
5e naald: alles recht
6e naald: alles averecht
7e naald: alles recht
8e naald: alles averecht
9e naald:  3 steken recht, * 2 steken samenbreien, 1 omslag, 1 recht, 1 omslag, 1 steek afhalen, 1 steek recht, de afgehaalde steek over de gebreide steek halen, 5 steken recht*. Deze 10 steken tussen de sterretjes steeds herhalen.
10e naald: alles averecht.

Om de zes naalden heb je dus één naald met omslagen etc., dus in de 15e, de 21e, 27e enzovoort, voor de rest brei je gewoon tricotsteek.
Daar kan ik wel een spannende detective bij kijken.

 

Reageren

18 november: Met tegenzin en knarsetandend.

In september kreeg ik een mail van  dominee Sybrand van Dijk.
Er werd in december een kerstmarkt georganiseerd rondom de Catharinakerk en het leek de organisatie leuk als er een Christmas-carol koortje zou zingen.
Of ik het zag zitten om dat bij elkaar te brengen?

YES!

Die week daarop stuurde ik een mail aan de ‘carolsingers’ uit 2019.
(Geen idee wat ik bedoel? Lees dan het blog PKN-Christmascarolskoor met bonus uit november 2019.)
Er waren al weer ruim 20 enthousiastelingen die mee wilden doen; we zouden repeteren op woensdag 1 en 8 december en 11 december zouden we op de Roder Weihnachtsmarkt zingen.
Maar je raadt vast al wat er nu komt; de Weihnachtsmarkt is afgeblazen.
De geruchten omtrent dat nieuws sijpelden langzaam binnen; gisteren kreeg ik al wat mailtjes van verontrustte carolszangers.
“Wat gaan we doen?”

Dit heb ik het carolsclubje gisteravond gemaild:
Nu de Roder Weihnachtsmarkt 2021 is afgeblazen gaan we geen carols zingen met elkaar.
Op mijn werk werd er ook van alles afgeblazen met als reden: “Als we allemaal de mazen van het net gaan opzoeken hebben die maatregelen geen enkele zin.”
Met tegenzin en knarsetandend stem ik in met deze visie.
Ook wij moeten het niet doen.
Wat je ook doet: er ontstaat altijd discussie en als kerk wil je niet het onderwerp van die discussie zijn.
Ik voel me verantwoordelijk voor de groep (al meer dan 20 mensen!) en voor het evenement en ik durf het niet aan.

Het behoeft vast geen nadere uitleg dat me dit heel erg spijt.
Er waren zulke enthousiaste, blije reacties, dus ik verwacht dat het ook voor jullie erg teleurstellend is.
Maar het idee blijft overeind: volgend jaar hopen we bij de Roder Weihnachtsmarkt carols te zingen.
Houdt moed.

Was dit nu de waarde van mijn dag?
Nee.
De waarde van mijn dag waren de hartverwarmende reacties die ik daarna kreeg.
Gedeelde smart is halve smart.
De mooiste reactie kwam van een bas van de cantorij.
‘Dat begroot mie tou tonen oet!!’
Zo ist.

Reageren

17 november: Lichtjes in november.

De afgelopen dagen hing er een zwaar wolkendek over Nederland.
Het leek maar niet echt licht te worden en om 16.00 uur dacht ik al: “Hé, is het nu alweer avond?”.
Sombere novemberdagen.

Je kunt er heel dramatisch over doen, maar dat heeft geen enkele zin.
Het weer is.
We kunnen er niets aan veranderen.
We steken wat vaker een kaarsje aan, trekken een warm vest aan en prijzen ons gelukkig met een warm huis.
Het is nog geen kerst, maar ik heb al wel ‘iets met lichtjes’ in onze kamer: een glazen accu-bak met gedroogde hortensia’s.

De hortensia’s drukte ik een beetje in elkaar en legde ze in een langwerpige vorm; toen wikkelde ik er zo’n snoertje met mini-lampjes omheen (waar batterijen in moeten) en schoof het gevaarte in één keer in de accubak. Dat klinkt eenvoudiger dan het is.  Na wat gewurm en gemier zat het er allemaal in, maar de tafel en de vloer lagen vol met afgevallen bloemblaadjes. Gelukkig had ik van die gedroogde bollen genoeg, dan kun je er nog eens één verfrommelen.

’s Avonds knip ik de lampjes aan, soms ’s middags om 16.30 uur al.
Kaarsje erbij: gezellig.
Kerst komt eraan, dan mag ik weer helemaal los met de lampjes……

Reageren

16 november: Vier namen.

Zondagmorgen 14 november.
We bekijken online de kerkdienst vanuit de Carharinakerk in Roden.
Bij de afkondigingen zijn er vier berichten van overlijden waarvan ik  drie mensen goed heb gekend.
Mevrouw Huberts,  trouw gemeentelid, trotse oma van kinderen die bij onze kinderen in de klas zaten en lid waren van ons kinderkoor. Zij werd maar liefst 97 jaar.
Mevrouw Wiersinga, moeder van onze organist Erwin en collega-vrijwilliger bij de openstelling  van de Catharinakerk en tenslotte Grietje Beuving; haar ken ik als koorlid van het Rodens Christelijk Gemengd Koor waar ik van 1989-1994 lid van was*.
Het vierde bericht betrof het overlijden van een meneer die ik niet persoonlijk gekend had.

Vier gemeenteleden overleden.
Hoe langer ik in Roden woon, hoe vaker het mensen zijn die ik ken.
Je weet hoe het gaat: je kent elkaar van een activiteit bij de kerk, je doet een poosje dingen samen, je staat eens samen een kop koffie te drinken na een kerkdienst, als je elkaar in het dorp tegenkomt groet je elkaar en soms praat je even bij. “Hoe ist met de kinder?” enzovoorts.

De vier genoemde namen bepalen me bij mijn leven in Roden en mijn leven daarvóór in Hoogersmilde.
Daar kende ik iedereen in onze  Hervormde gemeente. Bij naam en toenaam.
Als iemand overleden was wist je dat gelijk dezelfde dag nog, want dat ging als een lopend vuurtje door het dorp.
Als wij daar nu naar het graf van onze ouders lopen, herinneren we ons bij bijna ieder graf het gezicht bij de naam die op de steen staat.
Roden is vele malen groter dan Hoogersmilde en dat geldt ook voor de kerkelijke gemeente.
Ik weet nog hoe ontheemd ik me in 1989 voelde in Roden, ik dacht dat ik er nooit aan zou wennen.
Een jaar later zat Gerard al in de kerkenraad en draaide ik als vrijwilliger in verschillende groepjes mee; na vijf jaar vonden familie en vrienden dat wij al aardig ‘ver-Rodenst’ waren.
Kinderen aan het avondmaal, de paascyclus, kindernevendienst: in Hoogersmilde nog lang niet aan de orde, maar wij vonden het al gauw gewoon.

Roden zal voor mij nooit hetzelfde worden als Hoogersmilde, maar toch zijn we hier helemaal ingeburgerd.
Het dorp past ons als een jas en we voelen ons thuis.
Het doet me wat als er vanaf de kansel vier namen worden genoemd van mensen uit onze gemeente die overleden zijn.
Gemeenteleden waar je een klein stukje mee hebt opgelopen en die deel uitmaken van onze geschiedenis in Roden.
Een geschiedenis van 32 jaar al weer.
De tijd vliegt’ las ik laatst ergens ‘maar men vergist zich: de tijd blijft en wij zijn het die vliegen‘.

In november 2014 schreef ik het verhaal ‘Theresiënmesse‘ mijn belevenissen bij het Rodens Christelijk Gemengd Koor.

Reageren

15 november: Horren en stofzuigerzakken.

Af en toe gaan we een paar dagen naar ons vakantiehuis in Westerbork.
Hoofddoel is: ‘ontspannen’. Als je dit blog een beetje volgt weet je dat we dat vanaf begin augustus al regelmatig hebben gedaan.
Bij vertrek laten we het huis  bezemschoon achter en de dag daarna komt de schoonmaakservice van het Timmerholt.
Zo’n huis is dan weer schoon voor het oog van volk en vaderland*.
Maar als je er een paar dagen woont en goed kijkt….. we besloten een lang weekend uit te trekken voor ‘Grote schoonmaak & Onderhoud’ en vertrokken donderdagmorgen al vroeg naar Westerbork.

Het terras aan de waterkant werd al mooi groen, maar dat is niet echt de bedoeling.
Gerard maakte het terras en de perken ernaast onkruidvrij onder toeziend oog van de meerkoeten en het bijzondere zwanengezin.

Er lekte iets in het aanrechtkastje.
Niet veel,  maar het was wel steeds nat.
Het overloopventiel van het boilertje is inmiddels vervangen en in het kastje werden extra plankjes geplaatst zodat er wat meer ruimte is voor afwasteiltje en druiprek.

7 horren zitten er in de sponningen van ramen die open kunnen; dan kun je een raam openzetten zonder dat er insecten binnen komen.
De vorige eigenaren haalden die er in het najaar uit en zetten ze er in het voorjaar weer in; dat gingen wij ook doen.
Sopje over de horren,  doekje door de sponning.
In mijn ijver sopte ik ook de stickertjes met de nummers van de horren eraf. Oeps.
Gelukkig stonden ze nog in de goede volgorde op de overloop,  dus de goede nummers stonden er zo weer op.

Lampen vervangen, spotje geplaatst boven het aanrecht en een extra stopcontact bij het aanrecht: a ‘handyman’ bij de hand is van groot belang als je een vakantiehuis bezit.
Maar ik kon mijn ‘huishoudskills’ ook goed gebruiken, we waren weer lekker rolbevestigend bezig.
Keukenkastjes gesopt en overal goed stof gezogen, ook achter de nachtkastjes.
“O,  die stofzuigerzak zit wel erg vol!”
Op zoek naar nieuwe stofzuigerzakken: niet te vinden in het huisje.
Op naar Warenhuis Wassen  in Westerbork, op mijn telefoon nam ik een foto van het stofzuigermerk mee.
Ook gelijk wat gastendoekjes gekocht voor in de wc’s en wat bierglazen, want daar waren er maar drie meer van.
Leuke winkel trouwens!

Vrijdagavond  rond 19.00 zaten we diep tevreden aan een pizza van  Pronto uit Westerbork.
Twee dagen lekker gewerkt: weekend.
We moeten het hoofddoel niet uit het oog verliezen……

*Over dat ‘volk en vaderland’ schreef ik in januari 2017 een blog onder te titel ‘De diepere laag van je huishouden…

Reageren

14 november: Deure dichte!

Half oktober veul de neie ‘Zinnig’ op de mat.
Daor mag ik as streektaolschriever ok teksten naor toe sturen en zo nou en dan wordt d’r een verhaal van mien haand plaotst.
Dizze ‘Zinnig’ haar as underwarp Wonen.
Daor wus ik zo niks over; gien inspiratie.
Twee dagen veur de uuterste inleverdaotum vreug ik Gerard waor hij an dacht bij wonen.
Nao die autorit wus ik waor ik over zul schrieven.

Deure dichte!

Zomaor een maondagaomnd in juli; wij kiekt naor ‘de slimste mens’.
Kandidaot Zohair vertelt dat e iedere dag begunt met het opschrieven van dinge waor e dankbaor veur  is.
Ik stel mij veur dat ik s mörgens bij taovel zit met een brieffie.
Wat zul ik daor dan opschrieven?

As ik daor eem goed over naodenk zol ik an een hiel schriefblok nog niet genog hebben.
Anno 2021 is d’r zoveul um dankbaar veur te wezen.
Daarbij denk ik eem terugge  an een gesprek dat ik lest  in de auto haar met Gerard,  met wie ik al meer dan vittig jaor verkering heb.
Hij haalde herinnerings op an het sanitair vrogger bij hum thuus: een boerderijgie an de Gowenbrogge.
“Wij hadden toen nog gien wc met stromend water, maor een holten huusie met een tunnegie. De inhold gung nou en dan over de tuun.”
Ok vertelde hij over de tobbe waor hij met zien breurties in wast weur. Later kwam d’r een lavet op de deel waor ze in können douchen,  waor een plastic douchegedien umhen zat.
Het kost niet veul inbieldingsvermogen um te bedenken wat d’r gebeurde as de buutendeure lösgung. Veural in de winter.
“DEURE DICHTE! ” schrowde dan iene vanachter het gedien, die de kolle wind over de rugge kreeg.

Wij hebt het over vieftig jaor leden.
Oonze (groot) olders waren wies met heur lavet en heur moderne wc met een störtbak met een kettentie en een holten handvat.
“Dit kan toch absoluut niet meer…!” heurde ik een nuffige gast over zu’n authentieke wc zeggen in een commentaar op een Bed & Breakfast.

Verwende sikken bint wij in 2021.
Met oonze verwarmde wc’s en badkamers met warm stromend water.
Wij huuft lang zo hard niet meer te warken as de generaoties veur oons.
Wij bevindt oons in de luxe positie dat wij ’s mörgens an ’t ontbijt veur een brieffie kunt zitten en oons ofvraogen waor wij dankbaor veur bint.

Reageren

13 november: Rustig herfstweer

De zon scheen uitbundig in de week van onze herfstvakantie in Westerbork, daar hadden we echt geluk mee.
(zie ‘Casa Grada in de herfst‘.)
Het weerbericht had het over ‘rustig herfstweer’; zo rustig dat we nog een paar ochtenden op ons terras aan het water konden zitten.
We maakten die week twee fietstochten: rondje Grolloo/Amen en rondje Zwiggelte/Holthe/Eursing.
Als je op fietsknooppunten fietst,  kom je niet door alle dorpjes onderweg.
Gerard heeft de navigatie van de fietsknooppunten-app  op zijn telefoon en riep op een gegeven moment: “Hier gaan we rechts” net toen vóór ons zo’n klein dorpje opdoemde dat we links zouden laten liggen. “Hoe heet dat dorpje dan dat daar ligt?” vroeg ik.
Het bleek Grolloo te zijn. Daar wil ik dan even heen.

Grolloo is bekend van Harry Muskee en de LP groeten uit Grollo.
Ook bekend van het blues festival dat Johan Derksen daar organiseert als er geen corona is.
Een mooi, Drents dorp, slapend in het rustige herfstweer.
Er is een Cuby & the Blizzards museum waar een levensgroot beeld van Muskee voor staat: Gerard was daar in 2017 geweest met zijn broer Jan.
Daarover schreef hij een gastblog op deze website onder de titel ‘Disco-jongen snuift the blues op in Grolloo‘.
Verder staat er een bronzen buste van hem met z’n karakteristieke hoed tegenover restaurant/café Hofsteenge.
Muskee zelf was wars was van uiterlijk vertoon en persoonsverheerlijking; ik vraag me af wat hij er zelf van zou hebben gevonden.
Wij zouden eigenlijk thuis een broodje eten (er stond nog een ‘prakkie’ zuurkoolstamppot van de vorige dag, dat is zo lekker op een boterham), maar het was al ruim na enen en we besloten te gaan lunchen bij Hofsteenge.
Op een doordeweekse dinsdag zomaar een broodje gerookte zalm en een boerenomelet: wat feestelijk!

Een uur later haalden we een feestelijk nat pak door een onderschatte regenbui.
Wij hadden van het weerbericht alleen maar ‘rustig herfstweer’ gehoord, maar daar kan natuurlijk nog wel eens een bui bij horen.
Eenmaal thuis met droge kleren aan ben je zo’n bui ook zo weer vergeten.
En verder was er nog een klein voordeeltje: nu hadden we de volgende dag nog dat ‘prakkie’!

Reageren

12 november: Onderweg.

Vorige week vrijdagmorgen was ik onderweg naar de kapper; om 09.00 uur had ik een afspraak.
Kapper woont in Een, dus ik zat om 08.30 u op de fiets en had een heerlijke fietstocht door een deel van de gemeente Noordenveld.
Altijd weer voel ik me op zulke momenten bevoorrecht dat we in zo’n mooi gebied wonen, waarbij je je in het dagelijkse leven door zulk aangenaam landschap beweegt.
Want ook wandelend of met de auto is het mooi, vooral nu in de herfst.

Vlak bij het hunebed  fietste ik langs een boom met een gat en toen ik naast die boom was zag ik iets in dat gat.
Ik stapte van de fiets af en liep even terug.
Het gat zat te hoog om er in te kunnen kijken, maar vanaf de andere kant van de weg kon je toch zien wat er in zat.
Op de foto’s is het niet heel goed te zien, maar het zat halfvol met paddenstoelen.
Het leek op een paddenstoelenkoor, mooi opgesteld in rijtjes stonden ze voor de rand van het gat te koekeloeren.
Als je op de foto klikt wordt hij groter, dan zie je ze misschien zitten.

Even verderop in Steenbergen werd ik vriendelijk toegelachen door de groene smiley op het bord dat de snelheid van je voertuig meet.
21 kilometer per uur reed ik. Ik was goed bezig.
In Steenbergen staat zo’n mooi informatiebord met de geschiedenis van die plaats; ik was mooi op tijd, dus kon ik nog even lezen wat daar allemaal op stond.
Het dorpje heet Steenbergen, omdat het hunebed vroeger ‘de Stenen Berg’ werd genoemd.
Dat weet ik dan maar mooi weer.
Vóór 09.00 uur al!

Reageren

11 november: Dystopisch.

In een kop op internet las ik vorige week: ‘Het boek 1984 van George Orwell  waarschuwde voor een dystopische wereld. Het is te laat; we zitten er al midden in.’
Het bijbehorende artikel heb ik niet gelezen, maar ik bleef met dat woord in mijn hoofd zitten.
Wat is dystopisch? Ik had geen idee; maar tegenwoordig kun je alles opzoeken.

Een dystopie is een denkbeeldige samenleving met louter akelige kenmerken waarin men beslist niet  zou willen leven; het tegenovergestelde is een utopie.
Op internet vond ik wat voorbeelden van een dystopische samenleving:
– leven onder een totalitair regime waarbij er geen ruimte is voor het individu, zijn denkbeelden en zijn vrijheid.
– een wereld die gereguleerd wordt door robots en computers.
– een wereld waarin de mensheid bijna is uitgestorven door een natuurramp,  kernoorlog of een pandemie.

Een dystopische wereld.
Nu ik weet wat het betekent blijft dat andere zinnetje uit die internetkop steeds maar in mijn hoofd spoken ‘het is te laat…..

De overheid die door internet alles van je weet.
“O, ik heb niets te verbergen.”
Nee, nu niet. Maar wat als er een andere overheid komt met andere denkbeelden en wetten?

De klimaatcrisis. Het moet anders, maar de mensheid gaat gewoon door met ontwikkelen, ontdekken en consumeren.
Hoe is het over 20 jaar?

De coronapandemie overkwam ons in 2020. Het ontwrichtte de maatschappij behoorlijk, we hielden ons maar ternauwernood staande.
Wat komt er nog meer over ons aan bacteriën en virussen?

Het doet me denken aan het lied van Annie M.G. Smidt uit de musical Foxtrot: ‘Dansen op een vulkaan’.

Maar we trekken ons er niets van aan
We beginnen weer van voren af aan
Het is altijd zo gegaan
Nooit iets anders gedaan
Dansen op een vulkaan.

Een indringend lied uit een musical, geschreven in 1977.
44 jaar geleden.
De setting is 1939, vlak voor het begin van de 2e Wereldoorlog.
82 jaar geleden.
Onder de titel ‘De laatste dans‘ schreef ik er in januari 2019 al een blog over.
Daar vind je ook een link naar het nummer, uitgevoerd door o.a. Willem Nijholt en Gerrie van der Klei.

(Afbeelding: ‘Dystopie’ van Elliot Anderson via Pixabay)

Reageren

Pagina 2 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén