een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: juni 2022

10 juni: Alles.

Toen ik tante Trijn vroeg wat ze wilde doen op ons dagje uit op 8 juni zei ze: “Naar het museum Brands in Nieuw Dordrecht”.

Nu ken ik behoorlijk wat musea, maar hier had nog nooit van gehoord; ik praat je even bij.
Het museum heet officieel ‘Museum Collectie Brands’.
Jans Brands is op 3 november 1932 geboren in  Nieuw-Dordrecht.
Jans gooide nooit iets weg, hij bewaarde alles en kocht daarbij ook nog boeken en spullen bij antiquariaten en op rommelmarkten.
Aan het eind van zijn leven bestond zijn verzameling uit 70.000 boeken en voorwerpen.
Een terechte vraag zou zijn: “Wat verzamelde die man dan specifiek?”
Het antwoord op die vraag is: “Alles.”
Je kunt het zo gek niet bedenken of hij had het.
Uit de verhalen van mensen die Jans persoonlijk gekend hebben maak ik op dat Jans huis mudjevol stond met spullen.
Tegenwoordig hebben we daar een term voor: hoarding. Ongebreidelde verzameldrang.  Je kunt er bij Lentis zelfs voor in therapie.
Maar dat was Jans geenszins van plan. De man had een fotografisch geheugen en wist precies waar ‘alles’ lag.

Aan het einde van zijn leven had Jans een grote wens: dat zijn collectie in zijn geheel in Nieuw-Dordrecht bewaard zou blijven.
In 1991 werd al een stichting opgericht, die jarenlang haar best heeft gedaan om een museum te realiseren, maar dat lukte eerst niet.
Jans raakte ontmoedigd; hij vroeg een sloopvergunning aan voor zijn boerderij en overwoog de hele verzameling over te brengen naar Amerika, waar er wél belangstelling voor was.
Lang verhaal kort: er werd een officieel onderzoek ingesteld naar de collectie;  de uitkomst van het onderzoeksrapport was dat de verzameling cultuurhistorisch zeer waardevol was en absoluut voor Drenthe behouden moest blijven.
In 2009 droeg Jans zijn collectie officieel over aan de stichting en in 2010 verhuisde hij naar een andere woning in Nieuw Dordrecht.
In 2015 werd het levenswerk van Jans opgenomen in het Museumregister Nederland.
Op 28 juni 2019 overleed hij, 86 jaar oud.

Als je het woonhuis van Jans binnenkomt, stap je in een andere wereld.
Het ziet er nog net zo uit als toen Jans in 2011 ergens anders ging wonen.
Ik citeer de website: “Nou ja, exact hetzelfde kunnen we niet zeggen. Om het woonhuis voor bezoekers begaanbaar te maken, hebben vrijwilligers stapels papieren en dozen met spullen weg moeten halen.”

Mensen, ga er heen en laat je verrassen.
Aardappelkrabdoppen. Sigarenbandjes. Jaargangen kranten. Archeologische vondsten. Bijzondere boeken. Oud speelgoed. Bijzonder serviesgoed. Jans doopjurkje uit 1932. Luister naar de bijzondere verhalen die enthousiaste vrijwilligers je vertellen.
Op de prachtige, informatieve website lees je meer, hierbij een link.

Was dat het hele dagje uit?  Welnee.
Eerst koffie bij tante Trijn thuis, dan winkelen,  lunchen in ‘de Witte Olifant’,  prachtig autotochtje in Zuid Oost Drenthe*, museum en een diner bij Van der Valk Emmen.
Een dag ‘met ’n beiden’. Ik koester zulke dagen.

* Zuid Oost Drenthe heeft in Nederland altijd een wat negatief imago.
Ben je er niet bekend?  Ga daar dan eens fietsen, bij voorkeur de fietstocht die Daniël  Lohues  bezingt in ‘Op fietse’.  Je weet niet wat je ziet…..

Reageren

9 juni: “Schaopestront op de dam…”

Zaterdagavond 4 juni in Casa Grada.
We hebben een gezellige avond gehad, ‘The British Bake off’ gekeken en eindelijk weer een spelletje Dixit gedaan.
Vlak voordat we naar bed zouden ging Gerard nog even naar buiten.
Even bij de Börkerstroom kijken, even naar de maan kijken.
Tot zijn stomme verbazing zag hij een kudde schapen bij de voorkant van ons huis staan, op het gras aan de overkant van het voetpad.
Toen hij weer binnenkwam en zijn ontdekking meldde ging ons hele gezin buiten poolshoogte nemen.
Daar schrokken de schapen zo van dat ze in galop over de parkeerplaats wegdraafden.

De beesten waren duidelijk gestrest en niet op hun gemak; de dochters vonden het zielig.
Ze belden de receptie en maakten een melding; de receptie zou iemand bellen.
Dan moet je het loslaten.

Zondagmiddag gingen we met een aantal van ons waterfietsen en kanoën op het Timmerholt-meer.
Toen we terugkwamen stond die kudde er weer!
Ze stonden doodgemoedereerd het gras en de struiken te begrazen. Nieuwe jonge aanplant of niet: lekker!

De boer heeft ze vast weer opgehaald: nadat ze weer richting parkeerplaats galoppeerden hebben wij ze niet meer gezien.
De buurman hoeft zijn gras eerst niet maaien….

Langsfietsende Westerborkers hadden grote pret: “A’j een huus  in Drenthe hebt heurt dit d’r bij; he’j as Amsterdammer ok ies schaopestront op dam!”

Reageren

8 juni: Bezemschoon.

Dinsdagmorgen 7 juni.
De wekker stond al voor achten, want voor 10 uur moesten we Casa Grada bezemschoon achterlaten.
In het Pinksterweekend vierden wij met onze dochters en schoonzonen de Gradagen*.
Bedden afhalen, stofzuigen, kasten leeg.
Zakken uit de prullenbakken, oud papier in de container, lege flessen in de glasbak.
In het gastenboek schreef ik hoe leuk het was; zo wordt dat gastenboek ook een beetje ons eigen ‘dagboek van Westerbork’.
(klik op de afbeelding voor een vergroting)

Al stofzuigend en opruimend schieten er herinneringen door mijn hoofd aan al weer een memorabel weekend.
Spelletjes gedaan, een dans geoefend voor een bruiloft, canons geoefend voor een workshop, water-gefietst en gekanoed op het Timmerholtmeer, gevist, gebreid, gehaakt, geborduurd. Niet gelezen, geen tijd voor gehad. Ook niet voor het schrijven van een blog en ook niet voor televisiekijken.
Zien we anders iedere dag in ieder geval het journaal, dit weekend hebben we alleen het Nederlands elftal zien voetballen op vrijdagavond.

…taco’s met allerlei lekkers….

Voor het eten tijdens die dagen vragen we ieder stel één dag het warme eten te verzorgen.
Vrijdag werden we getrakteerd op een barbecue, zaterdag taco’s gevuld met allerlei lekkers en zondag curry met bloemkool, bonen en rijst.
Gerard en ik hebben geen maaltijd verzorgd, maar wel betaald: maandagavond sloten we het weekend af met een etentje in het Chinese wokrestaurant in Westerbork.
Maandagmiddag, tussen twee klaverjasbomen door, legden we de agenda’s naast elkaar voor het plannen van gezinsbijeenkomsten in de tweede helft van dit jaar.
Verjaardagen en Sinterklaas enzo: het staat allemaal al weer genoteerd in de agenda’s.
Carlijn, die in de uitvaartbranche werkt, zorgde nog voor een lachsalvo: zij wilde ‘familiefeest’ intypen in haar agenda, maar haar telefoon vulde het woord ‘familie’ al aan met ‘graf’….

“Haal je je beugel er hiervoor uit?”

Tijdens zo’n weekend steekt de oude gezinslol als vanzelfsprekend de kop weer op.
Wie kan het z’n voet het hoogste tegen een muur zetten?
Dan wel even nadenken of je dat nog wel kan met je ouwe botten………
“Wil je ‘Raket’-waterijsjes meenemen van de winkel, dat doet me zo aan vroeger denken!”
“Ken je dat klapspelletje nog van de basisschool? Er is een VROOUUWW vermoord met een  gorDIJNekoord….”
Een spelletje Kolonisten van Catan met vier spelers (vol bord, weinig ruimte) persé willen willen winnen, wippend op je stoel van de stress wachtend op je beurt.
“Haal je je beugel er hiervoor ook uit, mama?” Eerlijk gezegd: vaker dan anders in een hele week…..

Dinsdagmorgen 7 juni.
We zetten de stofzuiger weer in zijn hok, zetten de kratten met onze eigen spullen achter de schotten en sloten tevreden het huis af.
De schoonmaakploeg van het Timmerholt deed de rest: dinsdagmiddag kwamen er weer nieuwe gasten in.
Toen gingen we naar een bloemenwinkel in Westerbork en kochten hang- en potplanten voor in onze tuin deze zomer: we gaan de bloemetjes buiten zetten.
Daarna trakteerden we onszelf op een cappuccino in een café.

Bloemen en koffie kostten helaas te veel tijd voor de vier ‘Raket’- waterijsjes die nog over waren; de stokjes dreven in hun verpakking……

* Weet je niet wat Gradagen zijn?
Hierbij een link naar een blog  over de eerste Gradagen in 2020.
Klik hier voor de versie van 2021.

Reageren

7 juni: Zou zo’n bel nou weten…..

Dominee Sijbrand van Dijk die aan het eind van de viering bellenblazend op het podium staat  terwijl de gemeente ‘Geest van hierboven’ zingt: dat beeld zal me bijblijven van het einde van de kerkdienst op 1e Pinksterdag.
Dat zingen met een mooi gevulde kerk (de stoelen weer in lange rijen) met mensen die bijna allemaal iets roods aangetrokken hadden was sowieso een feest! Vanaf de achterste altenrij in de cantorij had ik een mooi uitzicht op de eerste paar rijen: zie afbeelding.
Wat zo’n kleur dan doet met de sfeer in de kerkzaal!

Op 19 mei schreef ik al over het lied dat we aan het instuderen waren voor Pinksteren. (meer weten? Lees dan ‘Polyfonie‘) Dat lied had onze cantor Karel zelf geschreven en zondagmorgen werd het voor het eerst uitgevoerd door onze cantorij; met Erwin op het orgel en samen de gemeente.
Wat een belevenis!  Voor ons,  maar vooral ook voor Karel.

Hoe ongrijpbaar de Heilige Geest is legde de voorganger aan de kinderen uit door bellen te blazen.
Even een klein stukje uit het gesprekje: “Kijk. Bellen maken met je adem. Zou zo’n bel nou weten wanneer hij los moet laten? Welnee. Zo’n bel laat het gewoon gebeuren:  je blaast en hij laat los. Soms zou je willen dat het leven net zo gemakkelijk was….:

Hoe waait de geest? De dominee drukte ons op het hart niet steeds de nadruk op het kwade te leggen (wat je de hele dag al om je heen hoort aan nieuws en geroddel uit de media) maar om de goede verhalen te lezen en door te vertellen.
Soms weten mensen ineens wat ze moeten doen: iemand uit het water redden bijvoorbeeld.
Maar dan moet je het wel zien; hou je ogen open, lees en spreek het goede en bidt het goede.
De geest van God blaast mensen aan; zaai het goede voor een grote oogst.

Nog even over onze cantorij. Bij het inzingen zondagmorgen konden wij als alten de sopranen niet horen. Dat kwam enerzijds omdat er maar 4 sopranen aanwezig waren, anderzijds omdat de bassen (4) en de tenoren (5) tussen ons en de sopranen in staan. Stuk voor stuk goed zingende bassen en tenoren, maar ze overstemden samen met ons alten (7) onbedoeld de sopranen.
Natuurlijk, niet alle sopranen waren er, maar we zouden wel wat meer sopranen kunnen gebruiken bij onze cantorij.
Ben je of ken je iemand die met onze sopranen zou willen meezingen? Van harte welkom! We repeteren op dinsdagavond van 19.30 tot 21.30 uur in Op de Helte.

Eigenlijk was het een gedoe om in Roden te komen zondagmorgen. We verbleven het hele weekend met dochters en aanhang in Casa Grada in Westerbork; om 07.30 uur zaten Gerard en ik in de auto om om 08.30 uur in Op de Helte te zijn. Maar het was ruimschoots  de moeite waard: ik had het niet willen missen!
Wil je de viering beluisteren? Hierbij een link naar kerkomroep: 5 juni, 09.30 uur Op de Helte, Roden.

Reageren

6 juni: Dagopvang vergeten.

Op maandag- en woensdagmorgen heb ik op mijn werk telefoondienst.
Onze doelgroep zijn cliënten met dementie, dus er wordt van ons verwacht dat wij geduld betrachten en een luisterend oor bieden als mensen ons bellen.
Vorige week belde er een meneer die vroeg naar zijn casemanager bij Team290, maar die had vakantie.
“Wat jammer. Nu heb ik toch wel enigszins een probleem.”
Hij vertelde dat hij die dag een afspraak had bij de dagopvang, maar die kon niet doorgaan, want hij moest naar het ziekenhuis.
“Nu had ik gehoopt dat uw casemanager mij zou kunnen helpen, want ik ben de naam van die dagopvang vergeten”.
Hij sprak formeel, maar met een vriendelijke ondertoon.

“Misschien kan ik in uw dossier zien hoe die organisatie heet?”
Dat zou heel fijn zijn, hij hoopte dat dat zou lukken.
Toen ik de naam had gevonden kwam het volgende probleem.
“Nu wil ik die instantie wel bellen, maar ik heb natuurlijk ook geen telefoonnummer…..”
Ik bood aan dat ik dat wel even voor hem op wilde zoeken op het internet.
Toen ik het had gevonden gaf ik hem een vast nummer en een mobiel nummer.
“Dan komt het contact vast wel tot stand” zei ik.
“Mevrouw. Mag ik u heel hartelijk bedanken voor de hulp die u mij heeft geboden? Ik zal u noemen in mijn avondgebed.”

Het ontroerde me.
Het was geen grapje, het was geen holle frase.
Het was de waarde van mijn dag.

Reageren

5 juni: Niet op een vaas & recalcitrant rose.

Een tijdje geleden kocht ik bij de Jumbo zo’n aanbieding bloemen: 2 bossen voor € 5,=.
Ik koos voor witte rozen en rode tulpen; cadeautje voor mezelf.
Meestal zet ik bloemen op één vaas, maar deze keer besloot ik het anders te doen.

In de vensterbank stonden de vier lage glazen potjes op een vierkant dienblaadje; die kocht ik in juni  vorig jaar en schreef er destijds al over in het blog ‘Niet gezocht, wel gevonden‘.
Verder zocht ik de twee identieke vaasjes op die ik jaren geleden al van een vriendin had gekregen.
De twintig tulpen en rozen verdeelde ik over die zes vaasje en zette de vier in de kamer en de twee in de woonkeuken.

De bloemen kwamen mooi uit.
De tulpen groeiden nog op de vaasjes, dus die staken na 5 dagen 5 centimeter boven de rozen uit, maar dat mocht de pret niet drukken: ik heb genoten van de twee bossen op de zes vaasjes.

Nog even een klein bloemen(eigen)aardigheidje.
Ieder jaar gaan we voor de zomer naar het tuincentrum om hang- en potplanten te kopen voor in de tuin.
Ieder jaar ga ik ook op zoek naar een leuk tafelstuk voor op het tafeltje onder de overkapping, maar het was/werd nooit wat ik zocht.
In april, bij de housewarming in Westerbork met de clan van tante Trijn kreeg ik een mooi tafelbloemstuk. Inmiddels staat het al anderhalve maand te geuren achter ons huis, het is prachtig.
Klein detail: er zit een wit bloemetje in dat stiekem rose wil zijn.
Af en toe piept er een recalcitrant rose bloemetje uit: één bloemetje zelfs met beide kleuren!

Reageren

4 juni: Fröbelen.

In ons vriendenweekend heb ik veel kunnen handwerken. Tijdens de koffie,  thee en borrels die we in ons vakantiehuis nuttigen heb ik gebreid,  gehaakt en geborduurd.
Nelly en Johan hebben een Bed & Breakfast bij Beilen, Altynghe.
Nelly had in plaats van een handwerkje een inpakklusje meegenomen. Als de gasten uit hun B&B weggaan krijgen ze een aardigheidje  mee als aandenken: twee ballpoints met een visitekaartje er aan.

Een doos pennen,  plastic folie,  visitekaartjes en draadjes: daar moesten pakketjes van gemaakt worden. Nelly zat al even te fröbelen toen Sinet zich bij ons voegde.
“Zal ik je even helpen Nel?”
Wat gezellig. Het hoort bij onze groep dat iedereen zich vervolgens met die pakketjes gaat bemoeien.
Dat je ook kleine zakjes kunt bestellen.
Dat je andere pennen kunt doen.
Andere touwtjes ook.
Waar je die zakjes kunt bestellen.
Niet dat dat iets verandert aan de huidige pakketjes, maar het is allemaal wel goed bedoeld.
Op het laatst waren er nog drie pennen over. Drie in een pakje? Twee in een pakje en een over? Weer goedbedoeld gebemoei…..

Maakt niet uit; het hoort net zo bij zo’n weekend als de barbecue, de eeuwige oude koeien en de groepsfoto.
En de fles berenburg voor de late uurtjes.

De B&B-eigenaren geven een kleinigheidje weg bij vertrek,  maar ze krijgen ook wel eens wat.
Vier vrouwelijke gasten uit Deventer lieten ooit een klein wit kruikje achter. ‘Pik an de lippe’ stond er op.
Een kruidenlikeurtje.
Johan had dat kruikje vorig weekend meegenomen; “Wij drinken zoiets nooit” zei hij.
Dat trof.
Niemand van ons had de traditionele berenburg meegenomen,  dus konden we aan het eind van de avond mooi een borrelglaasje likeur proeven.

En die ene pen?
Ligt bij onze computer…..
Meer weten over Altynghe?
Hierbij een link naar hun website.

Reageren

3 juni: Kya, het moerasmeisje.

Samen met ‘De zevende zus‘ kreeg ik nog een ander boek van Annieke.
“Iedereen heeft het er over! Lees jij het eerst maar, ik heb nog best veel liggen.”
Het heet ‘Daar waar de rivierkreeften zingen’ en het is geschreven door Delia Owens.
Iedereen had het er over, maar ik had er nog nooit van gehoord.

Het verhaal is opgesplits in twee delen: het ene deel begint in 1952.
Je leest over het kleine meisje Kya dat opgroeit in een veredelde hut in een moeras.
Pa is zeer gewelddadig, drinkt en gokt en als ma op een dag bijna door hem wordt vermoord pakt ze haar spullen en verdwijnt, haar gezin achterlatend.
De vader reageert zijn woede en frustratie af op de vijf kinderen, die in snel tempo achter elkaar aan ook het zompige moeras verlaten.
Kya is nu overgeleverd aan de grillen van haar vader. Het is afschuwelijk om te lezen; het arme kind doet er van alles aan om de man zoveel mogelijk te ontwijken.
Als de vader op een dag ook niet meer thuiskomt, ze is dan zeven, is ze op zichzelf aangewezen.

Het andere deel begint in 1969; daar lezen we hoe het lichaam van een jongeman, Chase heet hij, wordt gevonden. Het politieonderzoek wordt opgestart en je wordt meegenomen in de zoektocht: wie heeft dit gedaan?
Die twee delen worden afgewisseld en steeds ontvouwt zich een stukje 1969/politieonderzoek en een stukje verhaal van Kya van de jaren daarvoor.
Kya heeft het de eerste jaren alleen erg moeilijk; de inwoners van het dorp Barkley Cove, waar het moeras bij hoort, verachten en bespotten haar. Uiteindelijk weet ze met hulp van enkele goede zielen toch te overleven.  Je leest hoe de kennismaking met twee jongens uit het dorp, Chase en Tate, verloopt, hoe ze leert lezen, schrijven en tekenen en hoe ze uitgroeit tot een mooie, volwassen vrouw.

De twee delen van het verhaal komen steeds dichter bij elkaar.
De verdenking van de moord op Chase valt op Kya en in 1970 staat ze terecht voor de rechtbank.
In Amerika wordt een strafzaak beoordeeld door een jury; bijzonder om te lezen hoe dat in zijn werk gaat.
Verder is de rassenscheiding kort na de Tweede Wereldoorlog nog prominent aanwezig in de maatschappij en het politieonderzoek stond destijds nog in de kinderschoenen.

Het verhaal van Kya deed mij een beetje denken aan Tarzan, maar dan niet in een jungle maar in een moeras.
Het meisje is één met de natuur.
Uit het boek blijkt ook dat een mens eigenlijk niet alleen kan zijn; de beschrijving van de eenzaamheid van Kya gaat je door merg en been.

Ik vond het een boeiend boek.
Het blijft tot op de laatste bladzijde een mysterie wat er met Chase is gebeurd.
Is hij gevallen? Geduwd? En door wie?
Het laatste deel van het boek heb ik twee keer gelezen; dat beschrijft de periode na 1970 waarin alle puzzelstukjes op hun plaats vallen.

Nu snap ik waarom iedereen het over dit boek had.
Dus: naar de bibliotheek of boekhandel!

Reageren

2 juni: Zomervest.

Vorig jaar, tijdens de Aaltje-dag in Appingedam, kocht ik een tas garen voor een zomervestje.
Begin november zette ik het op de pennen en begon te breien volgens het meegeleverde patroon, maar dat werd niet mooi.
Een ingewikkeld ajourpatroon en gemêleerd garen, het matchte niet met elkaar.
Lees voor meer details het blog ‘Te druk vond ik’.

De hele winter was ik er zoet mee: een vest voor mezelf met om de zes naalden twee eenvoudige ajourgaatjes.
Tijdens lange autoritten, op feestjes en naar mijn werk: ik nam het overal mee naar toe.
Op mijn werk ben ik de enige die zoiets doet, dus het genereert soms wat aandacht.
Fred houdt het allemaal goed in de gaten en vroeg vorige week: “Zit je nou nog met dat blauwe ding, is het nu nog niet klaar?”
Inmiddels wel; het vestje is mooi geworden.
Alleen de knopen die ik er in Appingedam bij gekocht had vond ik achteraf bezien niet mooi, ik kocht nieuwe knopen die ik er beter bij vond passen.

Dinsdagmiddag maakte ik de tas leeg waar ik de hele winter het breiwerk in vervoerde.
Een haaknaald (voor als ik een steek laat vallen, met een haaknaald trek je die snel weer naar boven), een centimetertje, het patroon vol ezelsoren en pennestrepen, wikkels van garen, papieren zakdoekjes, een visitekaartje, een pen, een schaartje en een doosje met spelden en stopnaalden, Altijd handig.
Nu ga ik eerst weer een paar sokken breien.
In februari schreef ik een verhaal over alpacawol die Frea had gekregen. (zie Alpaca sokken)
De laatste zin van dat blog was: ‘Het eerste paar ga ik breien voor de spinner van het garen. Alpaca-sokken voor Jon.’
Wordt vervolgd.

Reageren

1 juni: Hansie Kiep.

In het eerste blog over ons vriendenweekend in Denekamp (zie>>) schreef ik dat ik ook een blog zou schrijven over Hansie Kiep: die belofte los ik vandaag in.

In zo’n weekend gebeurt er altijd wel iets dat tot in lengte van dagen naverteld wordt: dit keer was dat het verhaal van Hansie Kiep.
De kat van Jan en Sinet heeft zijn kop een beetje scheef op de romp staan; ook zijn baasje houdt zijn hoofd altijd een beetje scheef door een nekoperatie.
“Net as Hansie Kiep” zeggen we dan.
Hans was een markante inwoner van Hoogersmilde die eigenlijk gewoon Johannes Hatzmann heette en zijn hoofd altijd een beetje scheef hield.
Gerard kwam vrijdagmorgen met een zere nek uit bed: “Nou bin ie ok Hansie Kiep!”

Zaterdagavond zaten we met de hele groep bij een pizzeria in Denekamp.
Gerard had geen last meer van zijn nek, dus de bijnaam ging voor hem niet meer op.
Toen stelde iemand de vraag: “Waarom heette Hans eigenlijk zo?”
Eeehh…. iets met een kiepkar? Of iets met kippen?
Niemand wist het precies, dus de achterban werd geraadpleegd: iemand appte haar zus, iemand belde zijn vader en iemand vroeg zijn broer die op zijn beurt weer zijn zwager inseinde.
De vraag breidde zich als een olievlek uit in de verschillende netwerken en in no time hadden we weet ik hoe veel mensen aan het werk gezet om uit te zoeken hoe het zat. Iedereen met roots in Hoogersmilde in rep en roer. Ik wilde mijn schoonzus (ook een Hatzmann) ook nog vragen, maar dat was al niet meer nodig: voordat we ons toetje op hadden was het antwoord al bekend.
Er werden zelfs foto’s gestuurd van het boek waar de informatie uit kwam.

De vader van Johannes heette Garriet Hatzmann en daar waren er vroeger twee van. Degene die in kippen handelde werd ‘Kiep’ genoemd.
Op die foto stond trouwens nog meer informatie over een andere bijnaam: Lammert Koops noemde men ‘Lammert Maegie’*. Deze bijnaam had hij te danken aan het feit dat hij alleen maar dochters had.
Niets nieuws onder de zon en typisch Hoogersmilde: lees hierbij het blog ‘Een loei van een koei’.
Misschien hadden ze Gerard in Hoogersmilde dan wel ‘Geert Maegie’ genoemd…….

* maegie is Smildigers voor meisje.

Reageren

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén