Zomaar een morgen op een vrije dag; we hebben geen wekker gezet.
Om 08.30 word ik wakker; kopje thee en even bijkomen.
Voor de schuifpui zet ik een stoel en kijk naar het vogelgedoe bij ons in de tuin.
Op Spotify zoek ik het nummer ‘Wat ik gewild heb’ van Trijntje Oosterhuis en luister.
Daarna gaat Spotify zelf invullen wat ik wil luisteren; daarbij put het medium uit al mijn afspeellijsten en af en toe doet Spotify zelf een suggestie.
Het was erg aangenaam.
Daniël Lohues kwam een paar keer voorbij en verder vooral rustige luistermuziek, waarin ik inderdaad mezelf herkende.
Jules de Corte zong ‘Ik zou wel eens willen weten’.
Een lied uit 1957.
Hij vraagt zich af waarom de bergen zo hoog zijn.
En de zeeën zo diep.
En de wolken zo snel.
In het laatste couplet vraagt hij zich iets af over de mensen.
Ik zou wel eens willen weten, waarom zijn de mensen zo moe
Misschien door hun jachten en jagen
Of misschien door hun tienduizend vragen
En ze zijn al zo lang onderweg naar de vrede toe
Daarom zijn de mensen zo moe
In 1957 waren de mensen dus ook al zo moe en al zo lang op weg naar de vrede toe.
Kennelijk is er op dat gebied niets nieuws onder de zon.
Nog even luisteren naar Jules? Hierbij een link naar een YouTube-video.
Tot mijn verrassing kwam ook Ede Staal voorbij met ‘Zalst doe altied bie mie bliem lutje wicht.”
Die staat niet op één van mijn afspeellijsten, maar het lied ken ik goed.
Ik zong het refreintje wel eens voor onze dochters voor het slapengaan.
Zalstoe altied bie mie blieven, bie mie blieven, lutje wicht.
Lekker waarm in mien aarms, in dien aarms,
ogen dicht.
Zun is muid en sloapen goan,
deur de doak zai ik de moan,
dizze nacht dei is nou van ons baaiden.
Zalstoe altied bie mie blieven, bie mie blieven, lutje wicht.
Inmiddels is dit liedje van Ede ook toegevoegd aan één van mijn Spotify bestanden.
Ook even luisteren?
Hierbij een link naar een uitvoering van het album ‘As vaaier woorden’.
Voor niet noordelingen: ‘Lutje wicht’ betekent klein meisje.