In oktober 1979 begon ik te werken als ambtenaar bij het Parket van de Officier van Justitie in Assen.
Net een week 19 jaar.
Eén van de eerste dingen die ik leerde was het maken van onderscheid tussen de verdachten: volwassene of kind.
De leeftijdsgrens lag toen bij 21 jaar; pas in 1990 werd die grens verlegd naar 18 jaar.
Bij het inschrijven van de processen verbaal moest je eerst kijken naar de leeftijd: was het iemand jonger dan 21 dan kwam er met een stempel een grote K op het dossier.
Iemand die geboren was in 1960 was een kind.
Ik ook dus toen.
Soms kon ik me gewoon niet voorstellen dat iemand die ook geboren was in 1960 zulke stomme dingen had gedaan. Of zulke gruwelijke dingen…..zo jong en dan al een strafblad.
Toen ik stopte bij Justitie in 1986 (geboorte Frea) was de kind-grens voor wat betreft het geboortejaar van de verdachten al opgeschoven naar 1965.

In mijn huidige baan kijk ik bij het inschrijven weer naar de leeftijd van de cliënten.
Zijn ze jonger dan 65, dan vallen ze onder de groep ‘Jonge Mensen met Dementie’, kortweg JMD genoemd.
Iemand die geboren is in 1960 wordt dit jaar 64, dus die valt onder die groep.
Ook nu kan ik me niet voorstellen dat iemand die geboren is in mijn geboortejaar soms al op een gesloten afdeling in een verpleeghuis zit.

1979 is 45 jaar geleden.
Toen hoorde mijn ‘bouwjaar’ bij de jeugd, nu val ik onder de ouderen; ik schuif op in de tijd.
Mijn grootouders konden nog verhalen vertellen over de eerste auto in Emmercompascuum en de eerste trein.
Die waren zielsgelukkig met hun eerste fiets; daarvoor gebeurde alles lopend of met een kar.
Mijn ouders kregen een radio, een televisie, een eigen auto en een telefoon.
Zelf ben ik getuige geweest van de opkomst van de computer en de geboorte van het World Wide Web: het internet.
Je wordt geboren in een bepaalde tijd, je leeft je leven, past je aan, maar aan het eind van je leven ziet de wereld er heel anders uit.
Net zoals mijn ouders zich in de jaren 50 niet konden voorstellen welke luxe ze zich begin 2000 konden veroorloven, zo konden wij ons in de jaren ’70 toch ook niet voorstellen dat we in 2024 allemaal een mobiele telefoon zouden hebben waarmee we zoveel meer kunnen dan alleen maar bellen? Maar je kunt je nu toch ook geen wereld meer voorstellen zonder internet?

Wim Sonneveld zei het al in de conference ‘De jonges’: “Rekke en der baaai blaaaive…!”
Geen idee?
Hierbij een link naar een YouTube-video.
Je herkent het vast.
“….. en allemaal mee-ete…..”