Dinsdagmorgen.
Gerard vertrekt al rond 07.00 uur richting Groningen, mijn wekker staat op 07.25 uur.
Vrije dag, maar toch aardig gevuld.
Om 12.00 uur moet ik bij Betty zijn voor de volgende stemsessie, om 14.00 uur begint Holy Stitch en vanavond ga ik weer voor het eerst naar de cantorij.
Op zo’n dag na een fantastisch weekend moet ik altijd even op gang komen; dan ben ik niet het zonnetje in huis, maar als je alleen bent heeft niemand daar last van.
Al voor negenen loop ik in een heerlijk zonnetje naar de Jumbo.
Zaterdagmorgen waren er haast geen boodschappenwagentjes meer te krijgen, nu zijn er haast geen mensen.
Wat een rust.

Bij de koelvitrine ‘halve-prijs-want-bijna-over-de-datum’ ontwaar ik een pakketje met saucijzen.
Als ik het scan komt niet de halve prijs in beeld, maar het bedrag dat de worstjes zaterdag nog kostten.
Dan heb ik geen zin in het gedoe: medewerker vragen, hoe zit het, dus ik leg het pakket weer terug.
“U moet die sticker aan de voorkant scannen” zegt een vriendelijke stem achter mij.
Geen Jumbo-medewerker, maar een winkelende mevrouw, die kennelijk mijn actie inclusief misprijzende blik had gezien.
Wat fijn dat iemand de moeite neemt om me er op attent te maken.
Dat is in onze ‘ieder-voor-zich’-maatschappij beslist niet meer vanzelfsprekend.

Bij de zelfscankassa komt een moeder naast mij staan met een peutertje dat in het zitje op het karretje zit.
Het meisje zit stralend een liedje te zingen en roept ondertussen van alles tegen mama, waar ik niets van versta.
Ze stralen zoveel plezier uit dat ik daar bijna fysiek van opknap.
Met een boodschappentas in elke hand wandel ik weer terug naar huis; een achterbuurvrouw staat te rommelen met haar tuindeur, rollator en haar hondje, dus ik help haar even de deur open te houden.
“Lekker weer, hé?”
“Ja, maor dat blift nait zo. Kiek maor naor de lucht, dat liekt onrustig.”
Zij is nog van de generatie die naar de lucht kijkt; ik kijk op Buienradar.nl en daar hebben we het samen nog even over.

Eenmaal thuis is er van het ochtendhumeur van het begin van de dag al niets meer over.
Ik ruim de boodschappen op, schrijf dit blog en maak een witlofschotel voor na de Holy Stitch.
Aan de koffie zie ik de paaskuikens en -eieren nog overal in huis: tijd om het huis te ‘ont-Pasen’.
Het enige decoratieve dat nog aan Pasen herinnert zijn de chocoladepaaseitjes, maar ook die zullen als sneeuw voor de zon verdwijnen in dit huis, net als het chagrijn.