Begin april zaten we op een verjaardag bij onze vrienden Hans en Bea.
“Vanavond komen de kinderen eten, maar ik heb iets gemakkelijks klaar gemaakt, daar heb ik verder geen werk meer mee.”
“Wat eet je dan?”
“Teriyaki.”
Als iemand van de Waninge-familie een vreemd woord hoort dat hij of zij nog niet kent, dan is de standaard vraag: “Ku’j dat eet’n?”
Dat dacht ik, maar ik zei het niet; ik wist immers al dat het over eten ging.

Bea noemde op wat er allemaal in ging.
“Kippendijtjes. En ui, prei, paprika en zo. En dan zo’n flesje Teriyakisaus.”
Klonk eigenlijk wel goed; ik vroeg het recept.
“Ik schrijf het wel even op.”

Voor 2 personen heb je dit nodig:
– 2 kippendijtjes
– 1 ui
– knoflook
– gember
– 1 rode paprika
– 1 winterwortel
– 1 prei
– handje sperziebonen
– 1 flesje Teriyakisaus.
– mie of rijst

Dit moet je doen:
Alles snijden/kip aanbakken
ui/knoflook/gember erbij
dan alle groenten erbij
Na 5 minuten saus er bij en ongeveer 10 minuten laten pruttelen.

Toen ik alles in de pan had appte ik Bea: “Moet dat hele flesje erin?”
Ik vergeleek het met ketjap en het leek me wat veel.
“Zeker” was het antwoord.
We hebben die avond heerlijk gegeten.
Waar we anders nog wel eens een restje over hebben, ging het nu schoon op.
Niet verklappen: bij ons zaten er geen sperziebonen in.
Ben ik niet zo gek op (lees dit blog maar eens) en ik heb ze dan ook niet gemist.